Chords for BOUDEWIJN DE GROOT "Verdronken Vlinder" + "Kinderballade"
Tempo:
96.2 bpm
Chords used:
F
Bb
C
Eb
G
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
GEJUICH
FLUITENDE [Bb]
GELUIDEN
[Eb] [F] [Bb] ZO TE [Eb] STELVEN OP HET WATER [F] MET JE [Bb] VLEUGELS VAN PAPIER
ZOMAAR [Eb] DRIJVEN NAAR [F] VLIEGEN IN DE WOLKEN [Bb] DRIJF JE HIER
[Gm] MET JE KLEUREN DIE VERVAGEN [Eb] ZONDER ZOEKEN ZONDER [F] VRAGEN EINDELIJK VOOR ALTIJD RUSTEN
EN DE BLOEMEN DIE JE KUSTEN [Bb] GEUREN DIE JE HEBT GEWETEN
[Gm] ALLES KAN JE NU VERGETEN [Eb] OP HET WATER [F] VLIEG [Bb] JE HEEN EN WEER
ZO TE [F] STELVEN OP HET WATER [Eb] MET JE [Bb] VLEUGELS VAN PAPIER
[Eb] [Bb]
Als een vlinder die [Eb] toch [F] vliegen kan tot in [Bb] de blauwe lucht
Als een vlinder [Gm] altijd vrij en [F] voor het leven [Bb] op de vlucht
[Gm] Wil ik sterven op het water [Eb] maar er is een zorg van later
[Cm] Ik wil nu als vlinder [F] vliegen op de bloemen blaarwiegen
[Bb] Maar zo hoog kan ik niet komen [Gm] dus ik vlieg maar in mijn dromen
[Eb] Altijd ben ik [F] voor het leven [Bb] op de vlucht
Als een vlinder die [F] toch [Eb] vliegen kan tot in [Bb] de blauwe lucht
[Eb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
Om te leven [Eb] dacht ik je [F] zou een [Bb] vlinder moeten zijn
Om te vliegen [Eb] heel ver weg van [F] alle [Bb] leven, alle pijn
[Gm] Maar ik heb niet langer hinder [Eb] van jaloers zijn op een vlinder
Als [Cm] zelfs [Eb] vlinders moeten [F] sterven laat ik niet mijn vreugde delven
Als [Bb] ik al zonder vliegen leef wat [Gm] zal ik nog langer geven
Om [Eb] een vlinder [Cm] die [Bb] verdronken is in mij
Om te [F] leven en of ik echt [Eb] geen vlinder [Bb] meer te zijn
[Eb]
[F] [Bb] [Eb] [Bb]
[N]
[C]
[Dm] [C]
[G] [C]
Hij was twaalf had rappeleden jong en uit de hof van Ede
[Bb] [F] Als hij lachte lachte luid keel zal [G] alleen hoor ik hem mee
[C] Met zijn marmerbleken handen met zijn blikkering van tanden
[F] Leek hij op een terengel uit een [G] sierlijk [C]
balmaskeet
Hij kon [Em] klaterhelder zingen [F] en zijn haar ook naar zijn ring
[C] Oh hij was een waterprins die [Am] in zijn pak van [G] goud laat mee
Was [Dm] ons [G] tegenaan [C]
bezig
Zij was dertien een gezelle [E] en haar naam was Annabelle
[Dm] [F] Annabelle noemden haar [C] zowel de hinder als [G] het vrij
[C] Met haar helder rode wangen met [Gm] haar glinsterende spangen
Leek [F] zij in haar gaas en bruidje [Fm] het meest [G] nog op een [C] tovervee
[Em] Blauw waren haar vreemde ogen [F] blauw maar zonder mededogen
[C] Oh ze was een kleine [Am] meermin die maar net van [G] liever leef
Was ons [C] tegenaan bezig
Samen in het ochtendgloren wandelden ze langs het koor
[F] Mild en zonder ze te storen [C] scheen het zonlicht [Em] naar beneden
[C] En onder de roze stralen kuste hij [Gm] haar [F] lippendralend
En hij zei haar wonderwoorden [Ab] zelfs het [G] gras [C] luisterde mee
[Em] Op het horen van die [F] woorden leek voor hem gedweerd koor
[C] En het lispelde wees [Am] welkom en goed [F] doorgang aan de twee
[C] [Dm] [G]
[F] Zoals [G] de eekste [C] rode zee
[Gm]
[Dm] [G]
[C] [Gm]
[F] [Ab] [G]
[C] [Bb]
[F] Toen hij opgeblaf van [Bb] honden dagen later werd [F] gevonden
Lag de blanke prins [Bb] geschonden in het koor [Gm] een zonder vee
[C] Met [Gm] zijn dode grote [C] ogen keek hij roerloos [F] naar omhoog
En langzaam ritzelde zijn [Bb] bloed nog uit een [C] gruwelijke snee
[F]
[Bb] Niemand [F] [G]
[C] wist meer te vertellen hoe zeer klein Annabelle
Had [F]
gehouden van haar engel [Fm] uit het zielig [G] balmaskeer
Maar [F] nog [G] altijd ruist [C]
de zee
[E] [F] [Fm] [G] [C]
FLUITENDE [Bb]
GELUIDEN
[Eb] [F] [Bb] ZO TE [Eb] STELVEN OP HET WATER [F] MET JE [Bb] VLEUGELS VAN PAPIER
ZOMAAR [Eb] DRIJVEN NAAR [F] VLIEGEN IN DE WOLKEN [Bb] DRIJF JE HIER
[Gm] MET JE KLEUREN DIE VERVAGEN [Eb] ZONDER ZOEKEN ZONDER [F] VRAGEN EINDELIJK VOOR ALTIJD RUSTEN
EN DE BLOEMEN DIE JE KUSTEN [Bb] GEUREN DIE JE HEBT GEWETEN
[Gm] ALLES KAN JE NU VERGETEN [Eb] OP HET WATER [F] VLIEG [Bb] JE HEEN EN WEER
ZO TE [F] STELVEN OP HET WATER [Eb] MET JE [Bb] VLEUGELS VAN PAPIER
[Eb] [Bb]
Als een vlinder die [Eb] toch [F] vliegen kan tot in [Bb] de blauwe lucht
Als een vlinder [Gm] altijd vrij en [F] voor het leven [Bb] op de vlucht
[Gm] Wil ik sterven op het water [Eb] maar er is een zorg van later
[Cm] Ik wil nu als vlinder [F] vliegen op de bloemen blaarwiegen
[Bb] Maar zo hoog kan ik niet komen [Gm] dus ik vlieg maar in mijn dromen
[Eb] Altijd ben ik [F] voor het leven [Bb] op de vlucht
Als een vlinder die [F] toch [Eb] vliegen kan tot in [Bb] de blauwe lucht
[Eb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
Om te leven [Eb] dacht ik je [F] zou een [Bb] vlinder moeten zijn
Om te vliegen [Eb] heel ver weg van [F] alle [Bb] leven, alle pijn
[Gm] Maar ik heb niet langer hinder [Eb] van jaloers zijn op een vlinder
Als [Cm] zelfs [Eb] vlinders moeten [F] sterven laat ik niet mijn vreugde delven
Als [Bb] ik al zonder vliegen leef wat [Gm] zal ik nog langer geven
Om [Eb] een vlinder [Cm] die [Bb] verdronken is in mij
Om te [F] leven en of ik echt [Eb] geen vlinder [Bb] meer te zijn
[Eb]
[F] [Bb] [Eb] [Bb]
[N]
[C]
[Dm] [C]
[G] [C]
Hij was twaalf had rappeleden jong en uit de hof van Ede
[Bb] [F] Als hij lachte lachte luid keel zal [G] alleen hoor ik hem mee
[C] Met zijn marmerbleken handen met zijn blikkering van tanden
[F] Leek hij op een terengel uit een [G] sierlijk [C]
balmaskeet
Hij kon [Em] klaterhelder zingen [F] en zijn haar ook naar zijn ring
[C] Oh hij was een waterprins die [Am] in zijn pak van [G] goud laat mee
Was [Dm] ons [G] tegenaan [C]
bezig
Zij was dertien een gezelle [E] en haar naam was Annabelle
[Dm] [F] Annabelle noemden haar [C] zowel de hinder als [G] het vrij
[C] Met haar helder rode wangen met [Gm] haar glinsterende spangen
Leek [F] zij in haar gaas en bruidje [Fm] het meest [G] nog op een [C] tovervee
[Em] Blauw waren haar vreemde ogen [F] blauw maar zonder mededogen
[C] Oh ze was een kleine [Am] meermin die maar net van [G] liever leef
Was ons [C] tegenaan bezig
Samen in het ochtendgloren wandelden ze langs het koor
[F] Mild en zonder ze te storen [C] scheen het zonlicht [Em] naar beneden
[C] En onder de roze stralen kuste hij [Gm] haar [F] lippendralend
En hij zei haar wonderwoorden [Ab] zelfs het [G] gras [C] luisterde mee
[Em] Op het horen van die [F] woorden leek voor hem gedweerd koor
[C] En het lispelde wees [Am] welkom en goed [F] doorgang aan de twee
[C] [Dm] [G]
[F] Zoals [G] de eekste [C] rode zee
[Gm]
[Dm] [G]
[C] [Gm]
[F] [Ab] [G]
[C] [Bb]
[F] Toen hij opgeblaf van [Bb] honden dagen later werd [F] gevonden
Lag de blanke prins [Bb] geschonden in het koor [Gm] een zonder vee
[C] Met [Gm] zijn dode grote [C] ogen keek hij roerloos [F] naar omhoog
En langzaam ritzelde zijn [Bb] bloed nog uit een [C] gruwelijke snee
[F]
[Bb] Niemand [F] [G]
[C] wist meer te vertellen hoe zeer klein Annabelle
Had [F]
gehouden van haar engel [Fm] uit het zielig [G] balmaskeer
Maar [F] nog [G] altijd ruist [C]
de zee
[E] [F] [Fm] [G] [C]
Key:
F
Bb
C
Eb
G
F
Bb
C
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
GEJUICH _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ FLUITENDE _ _ _ [Bb] _
_ _ GELUIDEN _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Eb] _ _ [F] _ [Bb] ZO _ _ _ _ _ _ _ _
TE [Eb] STELVEN OP HET WATER [F] MET JE [Bb] VLEUGELS VAN PAPIER
_ _ _ _ _ _ _ _
ZOMAAR [Eb] DRIJVEN NAAR [F] VLIEGEN IN DE WOLKEN [Bb] DRIJF JE HIER
_ [Gm] MET JE KLEUREN DIE VERVAGEN [Eb] ZONDER ZOEKEN ZONDER [F] VRAGEN EINDELIJK VOOR ALTIJD RUSTEN
EN DE BLOEMEN DIE JE KUSTEN [Bb] GEUREN DIE JE HEBT GEWETEN
[Gm] ALLES KAN JE NU VERGETEN [Eb] OP HET WATER [F] VLIEG [Bb] JE HEEN EN WEER
ZO TE [F] STELVEN OP HET WATER [Eb] MET JE [Bb] VLEUGELS VAN PAPIER
[Eb] _ [Bb] _ _ _ _ _
Als een vlinder die [Eb] toch [F] vliegen kan tot in [Bb] de blauwe lucht _
_ _ Als een vlinder [Gm] altijd vrij en [F] voor het leven [Bb] op de vlucht
[Gm] Wil ik sterven op het water [Eb] maar er is een zorg van later
[Cm] Ik wil nu als vlinder [F] vliegen op de bloemen blaarwiegen
[Bb] Maar zo hoog kan ik niet komen [Gm] dus ik vlieg maar in mijn dromen
[Eb] Altijd ben ik [F] voor het leven [Bb] op de vlucht
_ Als een vlinder die [F] toch [Eb] vliegen kan tot in [Bb] de blauwe lucht
_ _ _ [Eb] _ _ [F] _
_ [Bb] _ _ [Eb] _ [Bb] _ _ _ _
_ Om te leven [Eb] dacht ik je [F] zou een [Bb] vlinder moeten zijn
_ _ Om te vliegen [Eb] heel ver weg van [F] alle [Bb] leven, alle pijn
[Gm] Maar ik heb niet langer hinder [Eb] van jaloers zijn op een vlinder
Als [Cm] zelfs [Eb] vlinders moeten [F] sterven laat ik niet mijn vreugde delven
Als [Bb] ik al zonder vliegen leef wat [Gm] zal ik nog langer geven
Om [Eb] een vlinder [Cm] die [Bb] verdronken is in mij
Om te [F] leven en of ik echt [Eb] geen vlinder [Bb] meer te zijn
_ _ _ _ [Eb] _
_ [F] _ [Bb] _ _ _ [Eb] _ [Bb] _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ [C] _
[G] _ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ Hij was twaalf had rappeleden jong en uit de hof van Ede
[Bb] [F] Als hij lachte lachte luid keel zal [G] alleen hoor ik hem mee
[C] Met zijn marmerbleken handen met zijn blikkering van tanden
[F] Leek hij op een terengel uit een [G] sierlijk [C] _
balmaskeet
Hij kon [Em] klaterhelder zingen [F] en zijn haar ook naar zijn ring
[C] Oh hij was een waterprins die [Am] in zijn pak van [G] goud laat mee
_ Was [Dm] ons [G] tegenaan [C]
bezig
Zij _ _ _ _ _ _ _ was dertien een gezelle [E] en haar naam was Annabelle
_ [Dm] [F] Annabelle noemden haar [C] zowel de hinder als [G] het vrij
[C] Met haar helder rode wangen met [Gm] haar glinsterende spangen
Leek [F] zij in haar gaas en bruidje [Fm] het meest [G] nog op een [C] tovervee
_ [Em] Blauw waren haar vreemde ogen [F] blauw maar zonder mededogen
[C] Oh ze was een kleine [Am] meermin die maar net van [G] liever leef
Was ons [C] tegenaan bezig _ _ _ _ _ _
Samen in het ochtendgloren wandelden ze langs het koor
[F] Mild en zonder ze te storen [C] scheen het zonlicht [Em] naar beneden
[C] En onder de roze stralen kuste hij [Gm] haar [F] lippendralend
En hij zei haar wonderwoorden [Ab] zelfs het [G] gras [C] luisterde mee _ _
_ _ _ [Em] Op het horen van die [F] woorden leek voor hem gedweerd koor
[C] En het lispelde wees [Am] welkom en goed [F] doorgang aan de twee
_ [C] _ [Dm] _ _ [G] _
[F] Zoals [G] de eekste [C] rode zee _ _
_ _ _ _ _ _ _ [Gm] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ [C] _ _ _ _ [Gm] _
_ _ _ [F] _ _ _ [Ab] _ [G] _
[C] _ _ _ _ _ _ [Bb] _ _
[F] Toen hij opgeblaf van [Bb] honden dagen later werd [F] gevonden
Lag de blanke prins [Bb] geschonden in het koor [Gm] een zonder vee
[C] Met [Gm] zijn dode grote [C] ogen keek hij roerloos [F] naar omhoog
En langzaam ritzelde zijn [Bb] bloed nog uit een [C] gruwelijke snee
[F] _ _
[Bb] Niemand _ [F] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ [C] wist meer te vertellen hoe zeer klein Annabelle
Had [F]
gehouden van haar engel [Fm] uit het zielig [G] _ balmaskeer
_ Maar [F] nog [G] altijd ruist [C]
de zee
_ _ _ [E] _ _ _ _ [F] _ _ _ _ _ [Fm] _ [G] _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
GEJUICH _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ FLUITENDE _ _ _ [Bb] _
_ _ GELUIDEN _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Eb] _ _ [F] _ [Bb] ZO _ _ _ _ _ _ _ _
TE [Eb] STELVEN OP HET WATER [F] MET JE [Bb] VLEUGELS VAN PAPIER
_ _ _ _ _ _ _ _
ZOMAAR [Eb] DRIJVEN NAAR [F] VLIEGEN IN DE WOLKEN [Bb] DRIJF JE HIER
_ [Gm] MET JE KLEUREN DIE VERVAGEN [Eb] ZONDER ZOEKEN ZONDER [F] VRAGEN EINDELIJK VOOR ALTIJD RUSTEN
EN DE BLOEMEN DIE JE KUSTEN [Bb] GEUREN DIE JE HEBT GEWETEN
[Gm] ALLES KAN JE NU VERGETEN [Eb] OP HET WATER [F] VLIEG [Bb] JE HEEN EN WEER
ZO TE [F] STELVEN OP HET WATER [Eb] MET JE [Bb] VLEUGELS VAN PAPIER
[Eb] _ [Bb] _ _ _ _ _
Als een vlinder die [Eb] toch [F] vliegen kan tot in [Bb] de blauwe lucht _
_ _ Als een vlinder [Gm] altijd vrij en [F] voor het leven [Bb] op de vlucht
[Gm] Wil ik sterven op het water [Eb] maar er is een zorg van later
[Cm] Ik wil nu als vlinder [F] vliegen op de bloemen blaarwiegen
[Bb] Maar zo hoog kan ik niet komen [Gm] dus ik vlieg maar in mijn dromen
[Eb] Altijd ben ik [F] voor het leven [Bb] op de vlucht
_ Als een vlinder die [F] toch [Eb] vliegen kan tot in [Bb] de blauwe lucht
_ _ _ [Eb] _ _ [F] _
_ [Bb] _ _ [Eb] _ [Bb] _ _ _ _
_ Om te leven [Eb] dacht ik je [F] zou een [Bb] vlinder moeten zijn
_ _ Om te vliegen [Eb] heel ver weg van [F] alle [Bb] leven, alle pijn
[Gm] Maar ik heb niet langer hinder [Eb] van jaloers zijn op een vlinder
Als [Cm] zelfs [Eb] vlinders moeten [F] sterven laat ik niet mijn vreugde delven
Als [Bb] ik al zonder vliegen leef wat [Gm] zal ik nog langer geven
Om [Eb] een vlinder [Cm] die [Bb] verdronken is in mij
Om te [F] leven en of ik echt [Eb] geen vlinder [Bb] meer te zijn
_ _ _ _ [Eb] _
_ [F] _ [Bb] _ _ _ [Eb] _ [Bb] _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ [C] _
[G] _ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ Hij was twaalf had rappeleden jong en uit de hof van Ede
[Bb] [F] Als hij lachte lachte luid keel zal [G] alleen hoor ik hem mee
[C] Met zijn marmerbleken handen met zijn blikkering van tanden
[F] Leek hij op een terengel uit een [G] sierlijk [C] _
balmaskeet
Hij kon [Em] klaterhelder zingen [F] en zijn haar ook naar zijn ring
[C] Oh hij was een waterprins die [Am] in zijn pak van [G] goud laat mee
_ Was [Dm] ons [G] tegenaan [C]
bezig
Zij _ _ _ _ _ _ _ was dertien een gezelle [E] en haar naam was Annabelle
_ [Dm] [F] Annabelle noemden haar [C] zowel de hinder als [G] het vrij
[C] Met haar helder rode wangen met [Gm] haar glinsterende spangen
Leek [F] zij in haar gaas en bruidje [Fm] het meest [G] nog op een [C] tovervee
_ [Em] Blauw waren haar vreemde ogen [F] blauw maar zonder mededogen
[C] Oh ze was een kleine [Am] meermin die maar net van [G] liever leef
Was ons [C] tegenaan bezig _ _ _ _ _ _
Samen in het ochtendgloren wandelden ze langs het koor
[F] Mild en zonder ze te storen [C] scheen het zonlicht [Em] naar beneden
[C] En onder de roze stralen kuste hij [Gm] haar [F] lippendralend
En hij zei haar wonderwoorden [Ab] zelfs het [G] gras [C] luisterde mee _ _
_ _ _ [Em] Op het horen van die [F] woorden leek voor hem gedweerd koor
[C] En het lispelde wees [Am] welkom en goed [F] doorgang aan de twee
_ [C] _ [Dm] _ _ [G] _
[F] Zoals [G] de eekste [C] rode zee _ _
_ _ _ _ _ _ _ [Gm] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ [C] _ _ _ _ [Gm] _
_ _ _ [F] _ _ _ [Ab] _ [G] _
[C] _ _ _ _ _ _ [Bb] _ _
[F] Toen hij opgeblaf van [Bb] honden dagen later werd [F] gevonden
Lag de blanke prins [Bb] geschonden in het koor [Gm] een zonder vee
[C] Met [Gm] zijn dode grote [C] ogen keek hij roerloos [F] naar omhoog
En langzaam ritzelde zijn [Bb] bloed nog uit een [C] gruwelijke snee
[F] _ _
[Bb] Niemand _ [F] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ [C] wist meer te vertellen hoe zeer klein Annabelle
Had [F]
gehouden van haar engel [Fm] uit het zielig [G] _ balmaskeer
_ Maar [F] nog [G] altijd ruist [C]
de zee
_ _ _ [E] _ _ _ _ [F] _ _ _ _ _ [Fm] _ [G] _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _