Chords for Samson & Gert - De pruikentijd
Tempo:
150 bpm
Chords used:
Bb
Eb
Gm
Ab
Cm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Eb]
Ik heb een boek gevonden op de zolder Eenenhoek.
Een boek met chique [Gm] dametjes en [Bb] heren.
Het staat vol oude [Eb] prentjes uit de pruikentijd, dat boek.
Wat [F] droegen toen de mensen rare [Eb] [Bb] kleren?
Laat eens kijken, Gert.
Ik denk dat je je ogen niet [Eb] gelooft.
Toen hadden zelfs de [Gm] hondjes nog een pruikje op [Eb] hun hoofd.
Dat had [Ab] ik graag beleefd, zo'n [Eb] pruikje op m'n oren.
[Gm] Ach, Samson, wij zijn veel te laat [Cm]
[Bb] geboren.
[Eb] De pruikentijd, de [Bb] pruikentijd, dat [Cm] was een tijd van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke buiting en een [F] vriendelijke [Bb] lach.
[Eb] De pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, dat [Cm] was een tijd van [Gm]
deftigheid.
[Ab] Ik wens u [Eb] welte ruste en ik wens u goede nacht.
De pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Een [Ab] vriendelijke [Gm] buiting en [F] een [Bb] vriendelijke lach.
De [Eb] pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te [Eb]
rusten en ik wens u goede dag.
Ik ben begraafd van Stam, zonder niks [Bb] meer op het [Eb] spinnet.
[Ab] De spitte is vol kaarsen en [Bb] makijen.
[Eb] Ik ben Baron van Gertenschmeijn, ik dans een menuet.
Ik [F] dans met de prinses van [Bb]
Lombardije.
Prinses, wat is uw hoek, hoor ook een bijldaad [Eb] voor het oog.
Ja, [Ab] ja, maar als [Bb] ze loopt, dan moet die erk wel [Eb] wat omhoog.
Ik breng haar naar haar [Cm] koets, gelukkig en [Ab] tevreden.
O, Gertje, man, is dat toch lang [Bb] geleden?
De [Eb] bruikende, [Bb] de bruikende, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Een [Ab] vriendelijke [Eb] buiting en een [Bb] vriendelijke lach.
De [Eb] bruikende, de [Bb]
bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te [Eb] rusten en ik wens u goede dag.
De bruikende, de [Bb] bruikende, dat [Cm] was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke buiting [Eb] en een vriendelijke [Bb] lach.
[Eb] De bruikende, [Bb] de bruikende, dat [Cm] was een tijd van [Gm]
deftigheid.
[Ab] Ik wens u wel [Gm] te rusten en ik wens u goede [Eb] dag.
[Bb] Ik heb een spitsen [Eb] tegen en een [Ab] gesp op elke [Bb] schoen.
Mijn vriend, wil jij [Cm] een slavion?
Ja, [F] ja, laat ik dat maar [Bb] doen.
[Gm] [Bb] De [Eb] bruikende, de [Bb] bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke [Eb] buiting en een vriendelijke [Bb] lach.
De bruikende, de bruikende, dat [Cm] was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Ik wens u wel [Eb] te rusten en ik wens u goede dag.
De bruikende, [Bb] de bruikende, dat [Cm] was een tijd van [Gm] deftigheid.
[Ab] Een [Eb] vriendelijke buiting en een vriendelijke [Bb] lach.
De bruikende, de bruikende, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te rusten en [Bb] ik wens u [Eb] goede dag.
De bruikende, de [Bb]
bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te rusten en ik wens u goede dag.
Ik heb een boek gevonden op de zolder Eenenhoek.
Een boek met chique [Gm] dametjes en [Bb] heren.
Het staat vol oude [Eb] prentjes uit de pruikentijd, dat boek.
Wat [F] droegen toen de mensen rare [Eb] [Bb] kleren?
Laat eens kijken, Gert.
Ik denk dat je je ogen niet [Eb] gelooft.
Toen hadden zelfs de [Gm] hondjes nog een pruikje op [Eb] hun hoofd.
Dat had [Ab] ik graag beleefd, zo'n [Eb] pruikje op m'n oren.
[Gm] Ach, Samson, wij zijn veel te laat [Cm]
[Bb] geboren.
[Eb] De pruikentijd, de [Bb] pruikentijd, dat [Cm] was een tijd van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke buiting en een [F] vriendelijke [Bb] lach.
[Eb] De pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, dat [Cm] was een tijd van [Gm]
deftigheid.
[Ab] Ik wens u [Eb] welte ruste en ik wens u goede nacht.
De pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Een [Ab] vriendelijke [Gm] buiting en [F] een [Bb] vriendelijke lach.
De [Eb] pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te [Eb]
rusten en ik wens u goede dag.
Ik ben begraafd van Stam, zonder niks [Bb] meer op het [Eb] spinnet.
[Ab] De spitte is vol kaarsen en [Bb] makijen.
[Eb] Ik ben Baron van Gertenschmeijn, ik dans een menuet.
Ik [F] dans met de prinses van [Bb]
Lombardije.
Prinses, wat is uw hoek, hoor ook een bijldaad [Eb] voor het oog.
Ja, [Ab] ja, maar als [Bb] ze loopt, dan moet die erk wel [Eb] wat omhoog.
Ik breng haar naar haar [Cm] koets, gelukkig en [Ab] tevreden.
O, Gertje, man, is dat toch lang [Bb] geleden?
De [Eb] bruikende, [Bb] de bruikende, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Een [Ab] vriendelijke [Eb] buiting en een [Bb] vriendelijke lach.
De [Eb] bruikende, de [Bb]
bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te [Eb] rusten en ik wens u goede dag.
De bruikende, de [Bb] bruikende, dat [Cm] was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke buiting [Eb] en een vriendelijke [Bb] lach.
[Eb] De bruikende, [Bb] de bruikende, dat [Cm] was een tijd van [Gm]
deftigheid.
[Ab] Ik wens u wel [Gm] te rusten en ik wens u goede [Eb] dag.
[Bb] Ik heb een spitsen [Eb] tegen en een [Ab] gesp op elke [Bb] schoen.
Mijn vriend, wil jij [Cm] een slavion?
Ja, [F] ja, laat ik dat maar [Bb] doen.
[Gm] [Bb] De [Eb] bruikende, de [Bb] bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke [Eb] buiting en een vriendelijke [Bb] lach.
De bruikende, de bruikende, dat [Cm] was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Ik wens u wel [Eb] te rusten en ik wens u goede dag.
De bruikende, [Bb] de bruikende, dat [Cm] was een tijd van [Gm] deftigheid.
[Ab] Een [Eb] vriendelijke buiting en een vriendelijke [Bb] lach.
De bruikende, de bruikende, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te rusten en [Bb] ik wens u [Eb] goede dag.
De bruikende, de [Bb]
bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te rusten en ik wens u goede dag.
Key:
Bb
Eb
Gm
Ab
Cm
Bb
Eb
Gm
[Eb] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Ik heb een boek gevonden op de zolder Eenenhoek.
Een boek met chique [Gm] dametjes en _ [Bb] heren.
Het staat vol oude [Eb] prentjes uit de pruikentijd, dat boek.
Wat [F] droegen toen de mensen rare [Eb] _ [Bb] kleren?
Laat eens kijken, Gert.
Ik denk dat je je ogen niet [Eb] gelooft.
Toen hadden zelfs de [Gm] hondjes nog een pruikje op [Eb] hun hoofd.
Dat had [Ab] ik graag beleefd, zo'n [Eb] pruikje op m'n oren.
[Gm] Ach, Samson, wij zijn veel te laat [Cm] _ _
_ [Bb] geboren.
_ _ [Eb] De pruikentijd, de [Bb] pruikentijd, dat [Cm] was een tijd van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke buiting en een [F] vriendelijke [Bb] lach.
[Eb] De pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, dat [Cm] was een tijd van [Gm]
deftigheid.
[Ab] Ik wens u [Eb] welte ruste en ik wens u goede nacht.
De pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Een [Ab] vriendelijke [Gm] buiting en [F] een [Bb] vriendelijke lach.
De [Eb] pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te [Eb]
rusten en ik wens u goede dag. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Ik ben begraafd van Stam, zonder niks [Bb] meer op het [Eb] spinnet.
[Ab] De spitte is vol kaarsen en _ [Bb] makijen.
[Eb] Ik ben Baron van Gertenschmeijn, ik dans een menuet.
Ik [F] dans met de prinses van [Bb] _
Lombardije.
_ Prinses, wat is uw hoek, hoor ook een bijldaad [Eb] voor het oog.
Ja, [Ab] ja, maar als [Bb] ze loopt, dan moet die erk wel [Eb] wat omhoog.
Ik breng haar naar haar [Cm] koets, _ gelukkig en [Ab] _ tevreden.
O, Gertje, man, is dat toch lang [Bb] _ _ _ geleden? _
_ De [Eb] bruikende, [Bb] de bruikende, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Een [Ab] vriendelijke [Eb] buiting en een [Bb] vriendelijke lach.
De [Eb] bruikende, de [Bb]
bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te [Eb] rusten en ik wens u goede dag.
De bruikende, de [Bb] bruikende, dat [Cm] was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke buiting [Eb] en een vriendelijke [Bb] lach.
[Eb] De bruikende, [Bb] de bruikende, dat [Cm] was een tijd van [Gm]
deftigheid.
[Ab] Ik wens u wel [Gm] te rusten en ik wens u goede [Eb] dag.
[Bb] Ik heb een spitsen [Eb] tegen _ en een [Ab] gesp op elke [Bb] _ _ schoen. _
_ _ Mijn vriend, wil jij [Cm] een slavion?
Ja, [F] ja, laat ik dat maar [Bb] doen. _ _
_ [Gm] _ _ [Bb] _ De [Eb] bruikende, de [Bb] bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke [Eb] buiting en een vriendelijke [Bb] lach.
De bruikende, de bruikende, dat [Cm] was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Ik wens u wel [Eb] te rusten en ik wens u goede dag.
De bruikende, [Bb] de bruikende, dat [Cm] was een tijd van [Gm] deftigheid.
[Ab] Een [Eb] vriendelijke buiting en een vriendelijke [Bb] lach.
De bruikende, de bruikende, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te rusten en [Bb] ik wens u [Eb] goede dag.
De bruikende, de [Bb]
bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te rusten en ik wens u goede dag. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Ik heb een boek gevonden op de zolder Eenenhoek.
Een boek met chique [Gm] dametjes en _ [Bb] heren.
Het staat vol oude [Eb] prentjes uit de pruikentijd, dat boek.
Wat [F] droegen toen de mensen rare [Eb] _ [Bb] kleren?
Laat eens kijken, Gert.
Ik denk dat je je ogen niet [Eb] gelooft.
Toen hadden zelfs de [Gm] hondjes nog een pruikje op [Eb] hun hoofd.
Dat had [Ab] ik graag beleefd, zo'n [Eb] pruikje op m'n oren.
[Gm] Ach, Samson, wij zijn veel te laat [Cm] _ _
_ [Bb] geboren.
_ _ [Eb] De pruikentijd, de [Bb] pruikentijd, dat [Cm] was een tijd van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke buiting en een [F] vriendelijke [Bb] lach.
[Eb] De pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, dat [Cm] was een tijd van [Gm]
deftigheid.
[Ab] Ik wens u [Eb] welte ruste en ik wens u goede nacht.
De pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Een [Ab] vriendelijke [Gm] buiting en [F] een [Bb] vriendelijke lach.
De [Eb] pruikentijd, [Bb] de pruikentijd, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te [Eb]
rusten en ik wens u goede dag. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Ik ben begraafd van Stam, zonder niks [Bb] meer op het [Eb] spinnet.
[Ab] De spitte is vol kaarsen en _ [Bb] makijen.
[Eb] Ik ben Baron van Gertenschmeijn, ik dans een menuet.
Ik [F] dans met de prinses van [Bb] _
Lombardije.
_ Prinses, wat is uw hoek, hoor ook een bijldaad [Eb] voor het oog.
Ja, [Ab] ja, maar als [Bb] ze loopt, dan moet die erk wel [Eb] wat omhoog.
Ik breng haar naar haar [Cm] koets, _ gelukkig en [Ab] _ tevreden.
O, Gertje, man, is dat toch lang [Bb] _ _ _ geleden? _
_ De [Eb] bruikende, [Bb] de bruikende, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Een [Ab] vriendelijke [Eb] buiting en een [Bb] vriendelijke lach.
De [Eb] bruikende, de [Bb]
bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te [Eb] rusten en ik wens u goede dag.
De bruikende, de [Bb] bruikende, dat [Cm] was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke buiting [Eb] en een vriendelijke [Bb] lach.
[Eb] De bruikende, [Bb] de bruikende, dat [Cm] was een tijd van [Gm]
deftigheid.
[Ab] Ik wens u wel [Gm] te rusten en ik wens u goede [Eb] dag.
[Bb] Ik heb een spitsen [Eb] tegen _ en een [Ab] gesp op elke [Bb] _ _ schoen. _
_ _ Mijn vriend, wil jij [Cm] een slavion?
Ja, [F] ja, laat ik dat maar [Bb] doen. _ _
_ [Gm] _ _ [Bb] _ De [Eb] bruikende, de [Bb] bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Een vriendelijke [Eb] buiting en een vriendelijke [Bb] lach.
De bruikende, de bruikende, dat [Cm] was een tijd [Gm] van deftigheid.
[Ab] Ik wens u wel [Eb] te rusten en ik wens u goede dag.
De bruikende, [Bb] de bruikende, dat [Cm] was een tijd van [Gm] deftigheid.
[Ab] Een [Eb] vriendelijke buiting en een vriendelijke [Bb] lach.
De bruikende, de bruikende, [Cm] dat was een tijd van [Gm] deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te rusten en [Bb] ik wens u [Eb] goede dag.
De bruikende, de [Bb]
bruikende, [Cm] dat was een tijd [Gm] van deftigheid.
Ik [Ab] wens u wel te rusten en ik wens u goede dag. _ _