Chords for Piet Piraat - Storm op zee
Tempo:
109.8 bpm
Chords used:
Cm
G
Fm
Eb
Ab
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Cm]
Hoge golven, windkracht 10, storm [Ab] op zee, storm [G] op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Fm] storm [G] op zee.
[Eb] Maar voor ons is storm weer [Bb] echt geen [Fm] reden [G] tot paniek.
Want we [Cm] laten [F] worden [Ab] valen, storm op [G] zee [Cm] niet ziek.
Hoge golven, windkracht 10, storm [Fm] op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm [Fm] op zee, storm [G] op zee.
[Eb] Maar voor ons [Bb] is storm weer echt geen [Cm] reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten [Ab] worden valen, [G] storm op zee niet ziek.
[D] [G] [Cm]
[G] Zee was eerst nog rustig bij het kriekten [Cm] van de dag.
[Fm] Maar niet [C] veel later wist ik toen ik [Fm] donderwolken zag.
[G] Er is een [Cm] grote storm [Ab] op ons, dus [G] kom uit [Cm] je kajuit.
[Bb] Het [C] worden [Fm] harde tijden [Eb] voor mijn [D] schip, de [G] scheef is schuik.
[Cm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op [D] zee, storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt geen [C] reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet ziek.
Stietjes [G] truis de stuurvrouw [Cm] blijft de hele dag op post.
[Fm] Ze geeft niet [C] op totdat we [Bb] van die storm [Fm] zijn verlost.
[G] Stevig [Cm] stil is want hij [Dm] loopt te gillen [Eb] en wordt meld.
[Bb] Maar [C] dat is [Fm] geen probleem, want [Eb] je hoort [D] toch niks [G] als hij [Cm] kreeg.
Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op [D] zee, [G] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [F] geen reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten [Ab] worden valen, [Cm] storm op zee niet ziek.
Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [Gm] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Gm] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [Cm] geen reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet [G] ziek.
Het eten vliegt [Cm] van hier [G] naar daar in [F] Peren [Eb] zijn [G] kampuis.
De brokke band [Ab] ligt [G] op de grond, de band [Fm] viel [Cm] van [G] voor nuis.
[C] Dit [Fm] is de [Cm] grootste [D] puinhoop [Cm] sinds die [Fm] raten [G] hun genis.
[C] Maar poetsen doen we straks [Fm] pas [Cm] als de [Dm] zee weer [G] rustig is.
[Cm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op [Cm] zee.
Nergens is de zon te zien, storm op zee, [G] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [Cm] geen reden tot [G] paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet ziek.
[Dbm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [Ab] storm op [Dbm] zee.
Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Ab] storm op [E] zee.
Maar voor ons is [B] storm weer echt [Dbm] geen reden tot [Ab] paniek.
[Dbm] Want we laten worden valen,
Hoge golven, windkracht 10, storm [Ab] op zee, storm [G] op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Fm] storm [G] op zee.
[Eb] Maar voor ons is storm weer [Bb] echt geen [Fm] reden [G] tot paniek.
Want we [Cm] laten [F] worden [Ab] valen, storm op [G] zee [Cm] niet ziek.
Hoge golven, windkracht 10, storm [Fm] op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm [Fm] op zee, storm [G] op zee.
[Eb] Maar voor ons [Bb] is storm weer echt geen [Cm] reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten [Ab] worden valen, [G] storm op zee niet ziek.
[D] [G] [Cm]
[G] Zee was eerst nog rustig bij het kriekten [Cm] van de dag.
[Fm] Maar niet [C] veel later wist ik toen ik [Fm] donderwolken zag.
[G] Er is een [Cm] grote storm [Ab] op ons, dus [G] kom uit [Cm] je kajuit.
[Bb] Het [C] worden [Fm] harde tijden [Eb] voor mijn [D] schip, de [G] scheef is schuik.
[Cm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op [D] zee, storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt geen [C] reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet ziek.
Stietjes [G] truis de stuurvrouw [Cm] blijft de hele dag op post.
[Fm] Ze geeft niet [C] op totdat we [Bb] van die storm [Fm] zijn verlost.
[G] Stevig [Cm] stil is want hij [Dm] loopt te gillen [Eb] en wordt meld.
[Bb] Maar [C] dat is [Fm] geen probleem, want [Eb] je hoort [D] toch niks [G] als hij [Cm] kreeg.
Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op [D] zee, [G] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [F] geen reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten [Ab] worden valen, [Cm] storm op zee niet ziek.
Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [Gm] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Gm] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [Cm] geen reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet [G] ziek.
Het eten vliegt [Cm] van hier [G] naar daar in [F] Peren [Eb] zijn [G] kampuis.
De brokke band [Ab] ligt [G] op de grond, de band [Fm] viel [Cm] van [G] voor nuis.
[C] Dit [Fm] is de [Cm] grootste [D] puinhoop [Cm] sinds die [Fm] raten [G] hun genis.
[C] Maar poetsen doen we straks [Fm] pas [Cm] als de [Dm] zee weer [G] rustig is.
[Cm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op [Cm] zee.
Nergens is de zon te zien, storm op zee, [G] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [Cm] geen reden tot [G] paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet ziek.
[Dbm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [Ab] storm op [Dbm] zee.
Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Ab] storm op [E] zee.
Maar voor ons is [B] storm weer echt [Dbm] geen reden tot [Ab] paniek.
[Dbm] Want we laten worden valen,
Key:
Cm
G
Fm
Eb
Ab
Cm
G
Fm
[Cm] _ _ _ _ _ _ _ _
Hoge golven, windkracht 10, storm [Ab] op zee, storm [G] op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Fm] storm [G] op zee.
[Eb] Maar voor ons is storm weer [Bb] echt geen [Fm] reden [G] tot paniek.
Want we [Cm] laten [F] worden [Ab] valen, storm op [G] zee [Cm] niet ziek.
Hoge golven, windkracht 10, storm [Fm] op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm [Fm] op zee, storm [G] op zee.
[Eb] Maar voor ons [Bb] is storm weer echt geen [Cm] reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten [Ab] worden valen, [G] storm op zee niet ziek.
[D] _ _ _ [G] _ _ _ [Cm] _ _
[G] Zee was eerst nog rustig bij het kriekten [Cm] van de dag.
[Fm] Maar niet [C] veel later wist ik toen ik [Fm] donderwolken zag.
[G] Er is een [Cm] grote storm [Ab] op ons, dus [G] kom uit [Cm] je kajuit.
[Bb] Het [C] worden [Fm] harde tijden [Eb] voor mijn [D] schip, de [G] scheef is schuik.
[Cm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op [D] zee, storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt geen [C] reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet ziek.
_ _ _ _ Stietjes [G] truis de stuurvrouw [Cm] blijft de hele dag op post.
[Fm] Ze geeft niet [C] op totdat we [Bb] van die storm [Fm] zijn verlost.
[G] Stevig [Cm] stil is want hij [Dm] loopt te gillen [Eb] en wordt meld.
[Bb] Maar [C] dat is [Fm] geen probleem, want [Eb] je hoort [D] toch niks [G] als hij [Cm] kreeg.
Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op [D] zee, [G] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [F] geen reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten [Ab] worden valen, [Cm] storm op zee niet ziek.
Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [Gm] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Gm] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [Cm] geen reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet [G] ziek. _ _ _
_ _ _ Het eten vliegt [Cm] van hier [G] naar daar in [F] Peren [Eb] zijn [G] kampuis.
_ _ _ De brokke band [Ab] ligt [G] op de grond, de band [Fm] viel [Cm] van [G] voor nuis.
_ [C] Dit [Fm] is de [Cm] grootste [D] puinhoop [Cm] sinds die [Fm] raten [G] hun genis.
[C] Maar poetsen doen we straks [Fm] pas [Cm] als de [Dm] zee weer [G] rustig is.
[Cm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op [Cm] zee.
Nergens is de zon te zien, storm op zee, [G] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [Cm] geen reden tot [G] paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet ziek.
[Dbm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [Ab] storm op [Dbm] zee.
Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Ab] storm op [E] zee.
Maar voor ons is [B] storm weer echt [Dbm] geen reden tot [Ab] paniek.
[Dbm] Want we laten worden valen,
Hoge golven, windkracht 10, storm [Ab] op zee, storm [G] op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Fm] storm [G] op zee.
[Eb] Maar voor ons is storm weer [Bb] echt geen [Fm] reden [G] tot paniek.
Want we [Cm] laten [F] worden [Ab] valen, storm op [G] zee [Cm] niet ziek.
Hoge golven, windkracht 10, storm [Fm] op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm [Fm] op zee, storm [G] op zee.
[Eb] Maar voor ons [Bb] is storm weer echt geen [Cm] reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten [Ab] worden valen, [G] storm op zee niet ziek.
[D] _ _ _ [G] _ _ _ [Cm] _ _
[G] Zee was eerst nog rustig bij het kriekten [Cm] van de dag.
[Fm] Maar niet [C] veel later wist ik toen ik [Fm] donderwolken zag.
[G] Er is een [Cm] grote storm [Ab] op ons, dus [G] kom uit [Cm] je kajuit.
[Bb] Het [C] worden [Fm] harde tijden [Eb] voor mijn [D] schip, de [G] scheef is schuik.
[Cm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op [D] zee, storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt geen [C] reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet ziek.
_ _ _ _ Stietjes [G] truis de stuurvrouw [Cm] blijft de hele dag op post.
[Fm] Ze geeft niet [C] op totdat we [Bb] van die storm [Fm] zijn verlost.
[G] Stevig [Cm] stil is want hij [Dm] loopt te gillen [Eb] en wordt meld.
[Bb] Maar [C] dat is [Fm] geen probleem, want [Eb] je hoort [D] toch niks [G] als hij [Cm] kreeg.
Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op [D] zee, [G] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [F] geen reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten [Ab] worden valen, [Cm] storm op zee niet ziek.
Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [Gm] storm op zee.
[Cm] Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Gm] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [Cm] geen reden [G] tot paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet [G] ziek. _ _ _
_ _ _ Het eten vliegt [Cm] van hier [G] naar daar in [F] Peren [Eb] zijn [G] kampuis.
_ _ _ De brokke band [Ab] ligt [G] op de grond, de band [Fm] viel [Cm] van [G] voor nuis.
_ [C] Dit [Fm] is de [Cm] grootste [D] puinhoop [Cm] sinds die [Fm] raten [G] hun genis.
[C] Maar poetsen doen we straks [Fm] pas [Cm] als de [Dm] zee weer [G] rustig is.
[Cm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [G] storm op [Cm] zee.
Nergens is de zon te zien, storm op zee, [G] storm op zee.
[Eb] Maar voor ons is [Bb] storm weer echt [Cm] geen reden tot [G] paniek.
[Cm] Want we laten worden valen, storm op zee niet ziek.
[Dbm] Hoge golven, windkracht 10, storm op zee, [Ab] storm op [Dbm] zee.
Nergens is de zon te zien, storm op zee, [Ab] storm op [E] zee.
Maar voor ons is [B] storm weer echt [Dbm] geen reden tot [Ab] paniek.
[Dbm] Want we laten worden valen,