Chords for Piet Piraat - Eind Goed, Al Goed | Het geheim van de verzonken stad
Tempo:
115.85 bpm
Chords used:
D
G
C
Em
Eb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[N]
Eindgoed, al [D] goed, de show is weer [G] gedaan.
Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al [G] die avonturen, die mogen [D] blijven [Em] duren.
Als lossen in de zee [D] blijven wij staan.
Wat is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[D] En morgen gaan we er weer [G] tegenaan.
Eindgoed, al [D] goed, de show is [G] weer gedaan.
Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al die [G]
avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee [D] blijven wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, is het al [Am] goed.
[D] En morgen gaan we er weer [G] tegenaan.
Berend [B] vond een reuze [E] ei, wat hadden we een pret.
[Am] Berend [D] zocht naar eieren voor een [G] amelent.
[C] Spil, wie [D] liet het vallen?
[G] Dat ei, dat was er aan.
En toen zagen we daar een [D] baby dino staan.
[G] Eindgoed, al [D] goed, de show is weer [G] gedaan.
Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al die [G] avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee blijven [D] wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[A] En morgen [D] gaan we er weer [G] tegenaan.
[Em] Dino [B] had geen moeder, dus wij moesten [Em] weer op zoek.
[C] En Piet maakte [D] een horen [G] uit de Dino'saurusboek.
[C] Die werkte [D] niet, maar Steven blies [G] toen op een schelpenvlug.
[Em] Kwam de [C] mama van de [D] kleine dino terug.
[G] Eindgoed, al [D] goed, de show is [G] weer gedaan.
Eindgoed, al goed, de schuif is niet vergaan.
[C] Al die [G] avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee blijven [D] wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[A] En morgen [D] gaan we er weer [G] tegenaan.
[C] Dus wees [G] niet bang en behoud je heldenmoed.
[B] Het duurt [Em] niet lang, [A] dan komt alles wel [D] weer goed.
Schippehooi!
Schippehooi!
[Eb] Schippehooi!
[Ab] Eindgoed, al goed, [Eb] de show is weer gedaan.
[Ab] Eindgoed, al goed, [Eb] de schuif is niet [Ab] vergaan.
[Db] Al die [Ab] avonturen, die mogen [Eb] blijven duren.
[Fm] Als lossen [Eb] in de zee blijven wij staan.
Wat is het eindgoed?
Ja, [Db] is het al goed.
[Bb] En morgen [Eb] gaan we er weer [Ab]
tegenaan.
[Db] En morgen [Eb] gaan we er weer [Ab]
tegenaan.
[Bbm] En morgen gaan we [Eb] er weer tegenaan.
Eindgoed, al [D] goed, de show is weer [G] gedaan.
Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al [G] die avonturen, die mogen [D] blijven [Em] duren.
Als lossen in de zee [D] blijven wij staan.
Wat is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[D] En morgen gaan we er weer [G] tegenaan.
Eindgoed, al [D] goed, de show is [G] weer gedaan.
Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al die [G]
avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee [D] blijven wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, is het al [Am] goed.
[D] En morgen gaan we er weer [G] tegenaan.
Berend [B] vond een reuze [E] ei, wat hadden we een pret.
[Am] Berend [D] zocht naar eieren voor een [G] amelent.
[C] Spil, wie [D] liet het vallen?
[G] Dat ei, dat was er aan.
En toen zagen we daar een [D] baby dino staan.
[G] Eindgoed, al [D] goed, de show is weer [G] gedaan.
Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al die [G] avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee blijven [D] wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[A] En morgen [D] gaan we er weer [G] tegenaan.
[Em] Dino [B] had geen moeder, dus wij moesten [Em] weer op zoek.
[C] En Piet maakte [D] een horen [G] uit de Dino'saurusboek.
[C] Die werkte [D] niet, maar Steven blies [G] toen op een schelpenvlug.
[Em] Kwam de [C] mama van de [D] kleine dino terug.
[G] Eindgoed, al [D] goed, de show is [G] weer gedaan.
Eindgoed, al goed, de schuif is niet vergaan.
[C] Al die [G] avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee blijven [D] wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[A] En morgen [D] gaan we er weer [G] tegenaan.
[C] Dus wees [G] niet bang en behoud je heldenmoed.
[B] Het duurt [Em] niet lang, [A] dan komt alles wel [D] weer goed.
Schippehooi!
Schippehooi!
[Eb] Schippehooi!
[Ab] Eindgoed, al goed, [Eb] de show is weer gedaan.
[Ab] Eindgoed, al goed, [Eb] de schuif is niet [Ab] vergaan.
[Db] Al die [Ab] avonturen, die mogen [Eb] blijven duren.
[Fm] Als lossen [Eb] in de zee blijven wij staan.
Wat is het eindgoed?
Ja, [Db] is het al goed.
[Bb] En morgen [Eb] gaan we er weer [Ab]
tegenaan.
[Db] En morgen [Eb] gaan we er weer [Ab]
tegenaan.
[Bbm] En morgen gaan we [Eb] er weer tegenaan.
Key:
D
G
C
Em
Eb
D
G
C
[N] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Eindgoed, al [D] goed, de show is weer [G] gedaan.
_ Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al [G] die avonturen, die mogen [D] blijven [Em] duren.
Als lossen in de zee [D] blijven wij staan.
Wat is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[D] En morgen gaan we er weer [G] _ tegenaan.
_ _ Eindgoed, al [D] goed, de show is [G] weer gedaan.
_ Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al die [G] _
avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee [D] blijven wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, is het al [Am] goed.
[D] En morgen gaan we er weer [G] _ tegenaan.
_ Berend [B] vond een reuze [E] ei, wat hadden we een pret.
[Am] Berend [D] zocht naar eieren voor een [G] amelent.
[C] Spil, wie [D] liet het vallen?
[G] Dat ei, dat was er aan.
En toen zagen we daar een [D] baby dino staan.
[G] _ Eindgoed, al [D] goed, de show is weer [G] gedaan.
_ Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al die [G] avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee blijven [D] wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[A] En morgen [D] gaan we er weer [G] _ _ tegenaan.
[Em] Dino [B] had geen moeder, dus wij moesten [Em] weer op zoek.
[C] En Piet maakte [D] een horen [G] uit de _ Dino'saurusboek.
[C] Die werkte [D] niet, maar Steven blies [G] toen op een schelpenvlug.
[Em] Kwam de [C] mama van de [D] kleine dino terug.
[G] _ Eindgoed, al [D] goed, de show is [G] weer gedaan.
_ Eindgoed, al goed, de schuif is niet vergaan.
[C] Al die [G] avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee blijven [D] wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[A] En morgen [D] gaan we er weer [G] _ tegenaan.
[C] Dus wees [G] niet bang en behoud je heldenmoed.
[B] Het duurt [Em] niet lang, [A] dan komt alles wel [D] weer goed.
_ _ Schippehooi!
_ _ _ _ _ _ Schippehooi!
_ _ _ _ _ _ [Eb] Schippehooi!
_ _ [Ab] _ Eindgoed, al goed, [Eb] de show is weer gedaan.
[Ab] _ Eindgoed, al goed, [Eb] de schuif is niet [Ab] vergaan.
[Db] Al die [Ab] avonturen, die mogen [Eb] blijven duren.
[Fm] Als lossen [Eb] in de zee blijven wij staan.
Wat is het eindgoed?
Ja, [Db] is het al goed.
[Bb] En morgen [Eb] gaan we er weer [Ab] _
tegenaan.
[Db] En morgen [Eb] gaan we er weer [Ab] _
tegenaan.
[Bbm] En morgen gaan we [Eb] er weer _ _ _ tegenaan. _ _
_ _ _ _ _ Eindgoed, al [D] goed, de show is weer [G] gedaan.
_ Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al [G] die avonturen, die mogen [D] blijven [Em] duren.
Als lossen in de zee [D] blijven wij staan.
Wat is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[D] En morgen gaan we er weer [G] _ tegenaan.
_ _ Eindgoed, al [D] goed, de show is [G] weer gedaan.
_ Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al die [G] _
avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee [D] blijven wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, is het al [Am] goed.
[D] En morgen gaan we er weer [G] _ tegenaan.
_ Berend [B] vond een reuze [E] ei, wat hadden we een pret.
[Am] Berend [D] zocht naar eieren voor een [G] amelent.
[C] Spil, wie [D] liet het vallen?
[G] Dat ei, dat was er aan.
En toen zagen we daar een [D] baby dino staan.
[G] _ Eindgoed, al [D] goed, de show is weer [G] gedaan.
_ Eindgoed, al [D] goed, de schuif is [G] niet vergaan.
[C] Al die [G] avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee blijven [D] wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[A] En morgen [D] gaan we er weer [G] _ _ tegenaan.
[Em] Dino [B] had geen moeder, dus wij moesten [Em] weer op zoek.
[C] En Piet maakte [D] een horen [G] uit de _ Dino'saurusboek.
[C] Die werkte [D] niet, maar Steven blies [G] toen op een schelpenvlug.
[Em] Kwam de [C] mama van de [D] kleine dino terug.
[G] _ Eindgoed, al [D] goed, de show is [G] weer gedaan.
_ Eindgoed, al goed, de schuif is niet vergaan.
[C] Al die [G] avonturen, die mogen [D] blijven duren.
[Em] Als lossen in de zee blijven [D] wij staan.
Wat [G] is het eindgoed?
Ja, [C] is het al goed.
[A] En morgen [D] gaan we er weer [G] _ tegenaan.
[C] Dus wees [G] niet bang en behoud je heldenmoed.
[B] Het duurt [Em] niet lang, [A] dan komt alles wel [D] weer goed.
_ _ Schippehooi!
_ _ _ _ _ _ Schippehooi!
_ _ _ _ _ _ [Eb] Schippehooi!
_ _ [Ab] _ Eindgoed, al goed, [Eb] de show is weer gedaan.
[Ab] _ Eindgoed, al goed, [Eb] de schuif is niet [Ab] vergaan.
[Db] Al die [Ab] avonturen, die mogen [Eb] blijven duren.
[Fm] Als lossen [Eb] in de zee blijven wij staan.
Wat is het eindgoed?
Ja, [Db] is het al goed.
[Bb] En morgen [Eb] gaan we er weer [Ab] _
tegenaan.
[Db] En morgen [Eb] gaan we er weer [Ab] _
tegenaan.
[Bbm] En morgen gaan we [Eb] er weer _ _ _ tegenaan. _ _