Chords for Kabouter Plop - De Kabouterkoning
Tempo:
120.05 bpm
Chords used:
B
F#
E
D#m
C#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C] [F] [G]
Oh, kwebbelde, kwebbelde, [N] kwebbelde.
Ik vind het reuze spannend dat de Kabouterkoning bij ons op bezoek komt.
Ah ja, want ik zal eens iets zeggen, hè.
Dat gebeurt niet elke dag.
En dan zal ik nog eens iets zeggen.
Kwebbel!
O, praat weer te veel, zeker?
Inderdaad, ja.
Ja, straks staat de Kabouterkoning hier.
En dan zijn we nog niet klaar met onze versieringen.
De Kabouterkoning, poepsie poepsie.
Wel eerst nog een beetje mooi maken.
Maar nee, Smalletje, je bent al mooi genoeg.
Doe nu maar gewoon verder, net zoals ik.
Ja, maar waar blijft Luu nu toch met de rest van onze versieringen?
[C]
Luu, [G] [F#] [G#] [Fm]
[D#] [C] [G] wakker worden!
Ah, Plopje.
[D#] Wat gebeurt er?
Kom aan, Luu.
Meekomen, we moeten het bos versieren voor de [C#] Kabouterkoning komt.
Laaie de laai.
[Cm] Kabouterkoning, ik word daar zo moe van, van Kabouterkoning.
[A#m]
[G] [C] [B]
Plopperdeplopperdeplop!
Daar is hij!
De koning!
Vandaag kwam de Kabouterkoning bij ons op [F#] bezoek.
Hij had een [B]
zeilenmantel aan [C#] en ook nu wel [F#] een broek.
Iedereen had [B] een [E]
geschenkje [C#] [F#] voor de [B] koning bij.
Een kust, een sjaal, twee [D#m] wanden en [Fm] een [C#] prachtig [F#] schilderij.
[E] [D#m] [F#] [B]
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B]
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [E] ik heb het [B] hoera [E] in [F#] de [B] gloria.
[A#] Lang [B] leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B]
Lang leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [E] ik heb [D#m] het [E] hoera in [F#] de [B] gloria.
Waarde Kabouteromberdame, ik vind deze geschenkjes maar niets.
Geef me liever wat te eten, want mijn buikje is zo leeg.
De koning was niet blij met alles wat hij van [F#] ons kreeg.
Hij wilde [B] liever eten, want [C#] zijn buikje [G#m] was [F#] zo leeg.
[C#] [F#m] Bak [B] maar [E] onder taarten, het is een
[F#] feestelijke [B] dag.
Ik snelde naar mijn keukentje [C#] en ging lucht aan [F#] boslag.
[E] [Cm]
[F#] [B] [A#] Lang [D#m] leefde [E] de
[B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] [C#m] Lang [D#m] leefde [E] de
[B] Kabouterkoning, [C#m] ik heb het [B] [C#m] hoera [F#] in de [B] gloria.
Lang [D#m] leefde [E] de
[B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] Lang [A#] [D#m] leefde [E] de
[D#m] Kabouterkoning, [E] ik heb [D#m] het [E] hoera [F#] in de
[B] gloria.
Maar toen zei de Kabouterkoning plots, smulder de [F#] smulder de smulder.
Ik ben toch zo [B]
gelukkig, [C#] wanneer ik mijn [F#] buikje vul.
[C#] [F#m] Wat krijg, [B] dat is [E]
Kabouters [D#] mul, [E] hij heeft [F#] ons [B] opgelicht.
Poot en bijtien taarten in [C#] zijn koninklijk [F#] gezicht.
[E] Hij zegt [Cm] niet [F#] doen hé.
[B]
[E] Lang [D#] leefde [E] de [B] [C#m] Kabouterkoning, hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B]
[C#m] Lang [D#m] leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [C#m] ik heb [B] het [C#m] hoera [F#] in de [B] gloria.
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de [B] [C#m] Kabouterkoning, hij zit [F#] op zijn koon en draagt een wouden kroon.
[N]
Oh, kwebbelde, kwebbelde, [N] kwebbelde.
Ik vind het reuze spannend dat de Kabouterkoning bij ons op bezoek komt.
Ah ja, want ik zal eens iets zeggen, hè.
Dat gebeurt niet elke dag.
En dan zal ik nog eens iets zeggen.
Kwebbel!
O, praat weer te veel, zeker?
Inderdaad, ja.
Ja, straks staat de Kabouterkoning hier.
En dan zijn we nog niet klaar met onze versieringen.
De Kabouterkoning, poepsie poepsie.
Wel eerst nog een beetje mooi maken.
Maar nee, Smalletje, je bent al mooi genoeg.
Doe nu maar gewoon verder, net zoals ik.
Ja, maar waar blijft Luu nu toch met de rest van onze versieringen?
[C]
Luu, [G] [F#] [G#] [Fm]
[D#] [C] [G] wakker worden!
Ah, Plopje.
[D#] Wat gebeurt er?
Kom aan, Luu.
Meekomen, we moeten het bos versieren voor de [C#] Kabouterkoning komt.
Laaie de laai.
[Cm] Kabouterkoning, ik word daar zo moe van, van Kabouterkoning.
[A#m]
[G] [C] [B]
Plopperdeplopperdeplop!
Daar is hij!
De koning!
Vandaag kwam de Kabouterkoning bij ons op [F#] bezoek.
Hij had een [B]
zeilenmantel aan [C#] en ook nu wel [F#] een broek.
Iedereen had [B] een [E]
geschenkje [C#] [F#] voor de [B] koning bij.
Een kust, een sjaal, twee [D#m] wanden en [Fm] een [C#] prachtig [F#] schilderij.
[E] [D#m] [F#] [B]
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B]
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [E] ik heb het [B] hoera [E] in [F#] de [B] gloria.
[A#] Lang [B] leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B]
Lang leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [E] ik heb [D#m] het [E] hoera in [F#] de [B] gloria.
Waarde Kabouteromberdame, ik vind deze geschenkjes maar niets.
Geef me liever wat te eten, want mijn buikje is zo leeg.
De koning was niet blij met alles wat hij van [F#] ons kreeg.
Hij wilde [B] liever eten, want [C#] zijn buikje [G#m] was [F#] zo leeg.
[C#] [F#m] Bak [B] maar [E] onder taarten, het is een
[F#] feestelijke [B] dag.
Ik snelde naar mijn keukentje [C#] en ging lucht aan [F#] boslag.
[E] [Cm]
[F#] [B] [A#] Lang [D#m] leefde [E] de
[B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] [C#m] Lang [D#m] leefde [E] de
[B] Kabouterkoning, [C#m] ik heb het [B] [C#m] hoera [F#] in de [B] gloria.
Lang [D#m] leefde [E] de
[B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] Lang [A#] [D#m] leefde [E] de
[D#m] Kabouterkoning, [E] ik heb [D#m] het [E] hoera [F#] in de
[B] gloria.
Maar toen zei de Kabouterkoning plots, smulder de [F#] smulder de smulder.
Ik ben toch zo [B]
gelukkig, [C#] wanneer ik mijn [F#] buikje vul.
[C#] [F#m] Wat krijg, [B] dat is [E]
Kabouters [D#] mul, [E] hij heeft [F#] ons [B] opgelicht.
Poot en bijtien taarten in [C#] zijn koninklijk [F#] gezicht.
[E] Hij zegt [Cm] niet [F#] doen hé.
[B]
[E] Lang [D#] leefde [E] de [B] [C#m] Kabouterkoning, hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B]
[C#m] Lang [D#m] leefde [E] de [B] Kabouterkoning, [C#m] ik heb [B] het [C#m] hoera [F#] in de [B] gloria.
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de [B] [C#m] Kabouterkoning, hij zit [F#] op zijn koon en draagt een wouden kroon.
[N]
Key:
B
F#
E
D#m
C#m
B
F#
E
[C] _ _ _ _ _ _ [F] _ [G]
Oh, kwebbelde, kwebbelde, [N] kwebbelde.
Ik vind het reuze spannend dat de Kabouterkoning bij ons op bezoek komt.
Ah ja, want ik zal eens iets zeggen, hè.
Dat gebeurt niet elke dag. _
En dan zal ik nog eens iets zeggen.
Kwebbel! _
O, _ _ _ praat weer te veel, zeker?
Inderdaad, ja.
Ja, straks staat de Kabouterkoning hier.
En dan zijn we nog niet klaar met onze versieringen.
De Kabouterkoning, _ _ poepsie poepsie.
Wel eerst nog een beetje mooi maken.
Maar nee, Smalletje, je bent al mooi genoeg.
Doe nu maar gewoon verder, net zoals ik. _ _ _
_ _ _ Ja, maar waar blijft Luu nu toch met de rest van onze versieringen? _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [C]
Luu, _ [G] _ [F#] _ _ _ [G#] _ [Fm] _
[D#] _ _ [C] _ [G] wakker worden! _
Ah, Plopje.
_ [D#] Wat gebeurt er?
Kom aan, Luu. _
Meekomen, we moeten het bos versieren voor de [C#] Kabouterkoning komt.
_ Laaie de laai. _ _ _
[Cm] Kabouterkoning, ik word daar zo moe van, van _ Kabouterkoning.
_ _ _ [A#m] _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ [C] _ [B] _
Plopperdeplopperdeplop!
Daar _ _ is hij!
_ De koning! _ _ _
_ _ Vandaag kwam de _ _ _ Kabouterkoning bij ons op [F#] bezoek.
_ Hij had een _ [B] _
zeilenmantel aan [C#] en ook nu wel [F#] een broek.
_ Iedereen had [B] een [E] _
geschenkje _ [C#] [F#] voor de [B] koning bij.
_ Een kust, een sjaal, twee [D#m] wanden en [Fm] een [C#] prachtig _ [F#] schilderij.
[E] _ _ [D#m] _ _ [F#] _ _ [B] _
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] _
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [E] ik heb het [B] hoera [E] in [F#] de [B] gloria. _ _
[A#] Lang [B] leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] _
Lang leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [E] ik heb [D#m] het [E] hoera in [F#] de [B] gloria.
_ Waarde Kabouteromberdame, ik vind deze geschenkjes maar niets.
Geef me liever wat te eten, want mijn buikje is zo leeg.
De koning was niet blij met alles wat hij van [F#] ons kreeg.
_ Hij wilde [B] liever eten, want [C#] zijn buikje [G#m] was [F#] zo leeg.
[C#] _ [F#m] Bak [B] maar [E] onder taarten, het is een _
[F#] feestelijke [B] dag.
_ Ik snelde naar mijn keukentje [C#] en ging lucht aan [F#] boslag.
[E] _ _ [Cm] _ _
[F#] _ _ [B] _ [A#] Lang [D#m] leefde [E] de _
[B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] _ [C#m] Lang [D#m] leefde [E] de _
[B] Kabouterkoning, [C#m] ik heb het [B] [C#m] hoera [F#] in de [B] gloria.
_ Lang [D#m] leefde [E] de _
[B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] Lang [A#] [D#m] leefde [E] de _
[D#m] Kabouterkoning, [E] ik heb [D#m] het [E] hoera [F#] in de _
[B] gloria.
_ _ Maar _ _ _ _ toen zei de _ _ Kabouterkoning plots, smulder de [F#] smulder de smulder.
_ Ik ben toch zo [B] _
gelukkig, [C#] wanneer ik mijn [F#] buikje vul.
_ [C#] [F#m] Wat krijg, [B] dat is [E] _
Kabouters [D#] mul, [E] hij heeft [F#] ons _ [B] opgelicht.
_ _ _ Poot en bijtien taarten in [C#] zijn _ koninklijk [F#] gezicht.
[E] Hij zegt [Cm] niet [F#] doen hé.
[B] _
[E] Lang [D#] leefde [E] de _ [B] _ [C#m] Kabouterkoning, hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] _
[C#m] Lang [D#m] leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [C#m] ik heb [B] het [C#m] hoera [F#] in de [B] gloria. _ _
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de _ [B] _ [C#m] Kabouterkoning, hij zit [F#] op zijn koon en draagt een wouden kroon.
_ _ _ [N] _
Oh, kwebbelde, kwebbelde, [N] kwebbelde.
Ik vind het reuze spannend dat de Kabouterkoning bij ons op bezoek komt.
Ah ja, want ik zal eens iets zeggen, hè.
Dat gebeurt niet elke dag. _
En dan zal ik nog eens iets zeggen.
Kwebbel! _
O, _ _ _ praat weer te veel, zeker?
Inderdaad, ja.
Ja, straks staat de Kabouterkoning hier.
En dan zijn we nog niet klaar met onze versieringen.
De Kabouterkoning, _ _ poepsie poepsie.
Wel eerst nog een beetje mooi maken.
Maar nee, Smalletje, je bent al mooi genoeg.
Doe nu maar gewoon verder, net zoals ik. _ _ _
_ _ _ Ja, maar waar blijft Luu nu toch met de rest van onze versieringen? _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [C]
Luu, _ [G] _ [F#] _ _ _ [G#] _ [Fm] _
[D#] _ _ [C] _ [G] wakker worden! _
Ah, Plopje.
_ [D#] Wat gebeurt er?
Kom aan, Luu. _
Meekomen, we moeten het bos versieren voor de [C#] Kabouterkoning komt.
_ Laaie de laai. _ _ _
[Cm] Kabouterkoning, ik word daar zo moe van, van _ Kabouterkoning.
_ _ _ [A#m] _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ [C] _ [B] _
Plopperdeplopperdeplop!
Daar _ _ is hij!
_ De koning! _ _ _
_ _ Vandaag kwam de _ _ _ Kabouterkoning bij ons op [F#] bezoek.
_ Hij had een _ [B] _
zeilenmantel aan [C#] en ook nu wel [F#] een broek.
_ Iedereen had [B] een [E] _
geschenkje _ [C#] [F#] voor de [B] koning bij.
_ Een kust, een sjaal, twee [D#m] wanden en [Fm] een [C#] prachtig _ [F#] schilderij.
[E] _ _ [D#m] _ _ [F#] _ _ [B] _
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] _
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [E] ik heb het [B] hoera [E] in [F#] de [B] gloria. _ _
[A#] Lang [B] leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] _
Lang leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [E] ik heb [D#m] het [E] hoera in [F#] de [B] gloria.
_ Waarde Kabouteromberdame, ik vind deze geschenkjes maar niets.
Geef me liever wat te eten, want mijn buikje is zo leeg.
De koning was niet blij met alles wat hij van [F#] ons kreeg.
_ Hij wilde [B] liever eten, want [C#] zijn buikje [G#m] was [F#] zo leeg.
[C#] _ [F#m] Bak [B] maar [E] onder taarten, het is een _
[F#] feestelijke [B] dag.
_ Ik snelde naar mijn keukentje [C#] en ging lucht aan [F#] boslag.
[E] _ _ [Cm] _ _
[F#] _ _ [B] _ [A#] Lang [D#m] leefde [E] de _
[B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] _ [C#m] Lang [D#m] leefde [E] de _
[B] Kabouterkoning, [C#m] ik heb het [B] [C#m] hoera [F#] in de [B] gloria.
_ Lang [D#m] leefde [E] de _
[B] Kabouterkoning, [C#m] hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] Lang [A#] [D#m] leefde [E] de _
[D#m] Kabouterkoning, [E] ik heb [D#m] het [E] hoera [F#] in de _
[B] gloria.
_ _ Maar _ _ _ _ toen zei de _ _ Kabouterkoning plots, smulder de [F#] smulder de smulder.
_ Ik ben toch zo [B] _
gelukkig, [C#] wanneer ik mijn [F#] buikje vul.
_ [C#] [F#m] Wat krijg, [B] dat is [E] _
Kabouters [D#] mul, [E] hij heeft [F#] ons _ [B] opgelicht.
_ _ _ Poot en bijtien taarten in [C#] zijn _ koninklijk [F#] gezicht.
[E] Hij zegt [Cm] niet [F#] doen hé.
[B] _
[E] Lang [D#] leefde [E] de _ [B] _ [C#m] Kabouterkoning, hij zit [F#] op zijn koon [B] en draagt een [F#] wouden kroon.
[B] _
[C#m] Lang [D#m] leefde [E] de _ [B] Kabouterkoning, [C#m] ik heb [B] het [C#m] hoera [F#] in de [B] gloria. _ _
[A#] Lang [D#m] leefde [E] de _ [B] _ [C#m] Kabouterkoning, hij zit [F#] op zijn koon en draagt een wouden kroon.
_ _ _ [N] _