Jan Klaassen De Trompetter Chords by Rob De Nijs

_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Jan Blaas [Bb] was [Eb] trompetter in het leger [Bb] van de prins.
[Eb] Hij marcheerde [Ab] van ten helder tot ten [Bb] bril.
[Ab] Hij had geen [Bb] geld en hij was geen [Eb] held.
En hij loopt niet van het vijfste [Ab] wel.
Maar hoe vechter [Bb] was hij wel in [Eb] hart en ziel.
_ [D] _ _ [G] _
Het leger sloeg zijn tenten [Bb] op voor altmaar in het veld.
[Cm] Zolang geen vijand zich liet [G] zien was iedereen een held.
[Cm] De kroeg werd [Bb] als strategisch [Ab] punt door het [G] hoofdkwartier bezet.
[Eb] De officieren brulde [F] Jan kom [G] speel op je trompet.
_ _ _ _ _ [C] Ze werden [Bb] wakker in de goot in de morgen keel en koud.
Maar Jan Klaasen [Eb] sliep in de armen [Ab] van de dochter [F] van de [Bb] _
schoud.
_ _ _ [Eb] Jan [Bb] Klaasen was trompetter [Eb] in het leger [Bb] van de prins.
[Eb] Hij marcheerde [Ab] van ten helder [Bb] tot ten bril.
[Fm] Hij had geen [Bb] geld en hij was geen [Eb] held.
En hij loopt niet [Cm] van het vijfste [Ab] wel.
Maar hoe vechter was hij [Bb] wel in [Eb] hart en ziel.
_ [D] _ _ [G] _
De prins sprak op inspectie tot de [Bb] majoor van de compagnie.
[Cm] Ik zag hier alle stukken [G] wel van mijn artillerie.
[C] Ja, [Cm] zelfs dat [Bb] kleine in uw [Ab] kraag en dat blonde [G] in uw bed.
[Eb] Maar waar zit dat stuk [F] ongeluk van een [D] Jan met [G] zijn trompet?
_ _ _ _ _ [C] En niemand die Jan [Bb] Klaasen zag die bij de stadspoort zat.
En honderd [Eb] liedjes speelde [Ab] voor de kinderen [Bb] van de stad. _
_ _ _ _ [Eb] Jan [Bb] Klaasen was trompetter [Eb] in het leger [Bb] van de prins.
[Eb] Hij marcheerde [Ab] van ten helder [Bb] tot ten bril.
_ [Ab] Hij had geen [Bb] geld en hij was geen [Eb] held.
En hij loopt niet [Cm] van het vijfste wel.
[Ab] Maar hoe vechter was [Bb] hij wel in hart [Eb] en ziel.
_ _ [D] _ [G] _ _
Jan Klaasen zei, varewel mijn lief, [F] ik zie je [Bb] volgend jaar.
[Cm] Wanneer de lente terugkomt, dan [G] zijn wij weer bij elkaar.
[Cm] De winter ging, [Bb] de zomer [Ab] kwam, de oorlog was [G]
voorbij.
[Eb] Maar het leger is nooit [F] teruggekeerd [C] van de [G] _
mokerij.
_ _ _ _ [Cm] Geen mens die van [D] Jan Klaasen [Bb] ooit iets [F] teruggevonden [Eb] heeft.
Maar alle kinderen kennen hem.
[Ab] Hij [A] is niet [Bb] dood, hij _ leeft!
_ _ _ Jan Klaasen was trompetter in het leger van de prins.
[Eb] Hij marcheerde van [Ab] ten helder tot [Bb] ten bril.
_ [Ab] Hij had geen geld [Bb] en hij was [Eb] geen held.
En hij loopt niet van [Ab] het vijfste wel.
Maar hoe vechter was [Bb] hij wel in hart [Eb] en ziel.
[Ab] Hij had geen geld [Bb] en hij was [Fm] geen [Gm] held.
En hij loopt niet [Cm] van het vijfste [Fm] wel.
Maar hoe vechter was hij [Eb] wel in hart en ziel. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _