Foto Van Vroeger Chords by Rob De Nijs
Tempo:
88.95 bpm
Chords used:
C
F
G
Am
Dm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Key:
C
F
G
Am
Dm
C
F
G
[Am] [F] .
[Dm] [E] .
[Am] [F] .
[Dm] [E] .
[Am] Hier heb ik nog een foto [Dm] van heel lang geleden, [G] maar als ik blijf kijken [C] dan wordt het [Bm] weer [E] reden.
[Am] Hoe maakt op de ochtend [F] van mijn vijfde verjaardag [Dm] de kamer vol [E] slingers [Am] cadeau dat al klaar lag.
Het schippersklaviertje, [Dm] de wens van mijn dromen heb [G] ik sniddags nog bij naar het [C] circus [E] genomen.
[F] En brandweerman [C] worden was [F] het doel van het [C] leven.
[F] Die dromen [C] zijn over, [Dm] z'n hoed is [G] gebleven.
[C] Hier in [G] mijn hart [Am] verlang ik [Gb] [G] vaak naar [C] dat kind [F] gebeur.
[Am] [Dm] Kinderen willen [E] groot [Am] zijn, [G] nou dat [D] gaat [G] .
slecht.
[C] Als [G] het leven [Am] tegen [D] zit, [G] denk [C] ik aan die [F] .
tijd.
[Dm] Al werd ik nooit [E] die [Am] brandweerman, [Dm] raakte [G] het kind niet [C] .
[E] kwijt.
[Am] Toen leek alles zo simpel, [Dm] geen zorgen, geen [G] twijfel.
Van God kwam het boede [C] en het kwaad [E] van de duivel.
[Am] De klok aan de muur hing [F] daar duur [Dm] voor het mooie.
[B] Ik had [E] alle tijd [Am] in de buurt room te spooien.
Een zee was een [Dm] slootje, een klomp was een bootje.
[G] En de dood was zoiets [C] als de poes nam [E] een grootje.
[F] De wereld [C] was niet groter [F] dan de vlobe [C] van vader.
[F] Ik kon hem [C] met mijn pijn [Dm] om z'n as [G] laten draaien.
[C] [Em] Hier in mijn hart [Am] verlang [Gbm] ik [G] vaak [C] naar dat kind [F] gebeur.
[Dm] Kinderen willen [E] groot zijn, [Am] [D] nou dat [G] gaat slecht.
[C] [G] Als het leven [Am] tegen [D] [G] zit, [C] denk ik aan [F] die tijd.
[Dm] Al werd ik nooit [E] die [Am] kapitein, [Dm] [G] raakte het kind [C] niet [F] kwijt.
[Bbm] Alleen zijn op [Ebm] eenzaam, hoe kon ik dat kennen?.
[Ab] Ik hoefde alleen [Db] maar naar huis [Bb] goed te [F] remmen.
[Gb] Met een gat [Db] in mijn kop [Gb] en een broek [Db] vol met scheuren.
[Gb] Mijn [Db] moeder was [Ebm] thuis, dus wat kon [Db] er [Ab] gebeuren?.
[Db] .
[Ab] [Bbm] [Eb] [Ab] .
[Db] [Gb] [Ebm] .
[C] [F] [Bbm] .
[Eb] [Ab] [Db] Als [Ab] het leven [Bbm] tegen [Eb] [Ab] zit, [Db] denk ik aan [Gb] die [Bbm] tijd.
[Ebm] Al werd ik nooit [F] een eigen [Bbm] [Ebm] brood, raakte [F] het kind [Bbm] niet kwijt.
[Gb] [Ebm] [Bbm] .
[F] [Bbm] .
.
[Dm] [E] .
[Am] [F] .
[Dm] [E] .
[Am] Hier heb ik nog een foto [Dm] van heel lang geleden, [G] maar als ik blijf kijken [C] dan wordt het [Bm] weer [E] reden.
[Am] Hoe maakt op de ochtend [F] van mijn vijfde verjaardag [Dm] de kamer vol [E] slingers [Am] cadeau dat al klaar lag.
Het schippersklaviertje, [Dm] de wens van mijn dromen heb [G] ik sniddags nog bij naar het [C] circus [E] genomen.
[F] En brandweerman [C] worden was [F] het doel van het [C] leven.
[F] Die dromen [C] zijn over, [Dm] z'n hoed is [G] gebleven.
[C] Hier in [G] mijn hart [Am] verlang ik [Gb] [G] vaak naar [C] dat kind [F] gebeur.
[Am] [Dm] Kinderen willen [E] groot [Am] zijn, [G] nou dat [D] gaat [G] .
slecht.
[C] Als [G] het leven [Am] tegen [D] zit, [G] denk [C] ik aan die [F] .
tijd.
[Dm] Al werd ik nooit [E] die [Am] brandweerman, [Dm] raakte [G] het kind niet [C] .
[E] kwijt.
[Am] Toen leek alles zo simpel, [Dm] geen zorgen, geen [G] twijfel.
Van God kwam het boede [C] en het kwaad [E] van de duivel.
[Am] De klok aan de muur hing [F] daar duur [Dm] voor het mooie.
[B] Ik had [E] alle tijd [Am] in de buurt room te spooien.
Een zee was een [Dm] slootje, een klomp was een bootje.
[G] En de dood was zoiets [C] als de poes nam [E] een grootje.
[F] De wereld [C] was niet groter [F] dan de vlobe [C] van vader.
[F] Ik kon hem [C] met mijn pijn [Dm] om z'n as [G] laten draaien.
[C] [Em] Hier in mijn hart [Am] verlang [Gbm] ik [G] vaak [C] naar dat kind [F] gebeur.
[Dm] Kinderen willen [E] groot zijn, [Am] [D] nou dat [G] gaat slecht.
[C] [G] Als het leven [Am] tegen [D] [G] zit, [C] denk ik aan [F] die tijd.
[Dm] Al werd ik nooit [E] die [Am] kapitein, [Dm] [G] raakte het kind [C] niet [F] kwijt.
[Bbm] Alleen zijn op [Ebm] eenzaam, hoe kon ik dat kennen?.
[Ab] Ik hoefde alleen [Db] maar naar huis [Bb] goed te [F] remmen.
[Gb] Met een gat [Db] in mijn kop [Gb] en een broek [Db] vol met scheuren.
[Gb] Mijn [Db] moeder was [Ebm] thuis, dus wat kon [Db] er [Ab] gebeuren?.
[Db] .
[Ab] [Bbm] [Eb] [Ab] .
[Db] [Gb] [Ebm] .
[C] [F] [Bbm] .
[Eb] [Ab] [Db] Als [Ab] het leven [Bbm] tegen [Eb] [Ab] zit, [Db] denk ik aan [Gb] die [Bbm] tijd.
[Ebm] Al werd ik nooit [F] een eigen [Bbm] [Ebm] brood, raakte [F] het kind [Bbm] niet kwijt.
[Gb] [Ebm] [Bbm] .
[F] [Bbm] .
.