Chords for Samson & Gert - Het kasteel van koning Samson
Tempo:
113.95 bpm
Chords used:
F
Eb
Bb
Gm
Gb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[N] [F]
[Bb] Kijk nou Samson, [Cm] ligt te dromen [F] van dat, die nu en dat.
[Eb] Ach, het zal er [F] nooit van komen, [Bb] maar ik heb een [F] prachtig plan.
Ik [Bb] zou koning willen worden [F] van een middeleeuws kasteel.
[Eb] Een kasteel met [F] gouden borden [Bb] en met kussens van vuil.
[Gm] Voor de poort dan twee soldaten, twee [Dm] soldaten met een dron.
[Gm] Krijgen die jou in de gaten, [Dm] doen ze ron-bon-bon-bon-bon.
[Gm] Dus dan zeg je, mannen stoppen!
[Dm] En dan stoppen ze, nu niet.
En [C] dan moet je heel hard kloppen, [F] want de bel, die doet het niet.
In het [Bb] kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In het kasteel van [C] koning Samson, [F] is dat doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
[Eb] [F] In [Bb] de keuken [Eb] wordt gebraden, de spaghetti is al gaar.
En de glazen [F] limonade, staan [Bb] voor alle [F] gasten klaar.
Er [Bb] zijn graven en [Eb] graafinnen, [F] en een hofnaar en een veen.
Maar [Eb] je stapt gewoon [F] naar binnen, en [Bb] je doet maar vrolijk mee.
[Gm] Ik ben ridder Gert de Grote, [Dm] en ik heb een mooie taak.
[Gm] Ja, de koning heeft besloten, [Dm] jij moet vechten met een draak.
[Gm] Met een draak, maar beste koning, [Dm] dat durf ik niet misschien.
[C] Nou, dan krijg je geen beloning, en [F] ik wil jou nooit meer zien!
In het [Bb] kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In [Gm] het kasteel van [C] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
In het kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In [Gm] het kasteel van [C] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
[E] [Gb]
[B] Gert de Grote pakt zijn harnas [Gb] en zijn zwaard.
[E] Gert de Grote [Gb] legt zijn zadel [B] op zijn paard.
[Gb]
[B] Hij moet vechten [E] voor de [Gb] koninklijke zaad.
[E] Hij moet vechten, [Gb] hij moet vechten met [B] een draak.
[Abm] Gert de Grote zwaait zijn zadel [Ebm] door de lucht.
[Abm] Gert de Grote jaagt het monster [Ebm] de vlucht.
[Abm] En de koning zegt fantastisch, [Ebm] want hij moet bereid en trouw.
[Db] Ik vraag jun vrouw Marijne, [Gb] of ze trouwen wil met jou.
In het [B] kasteel van [E] koning Samson, [Gb] staat een mandje [B] op de troon.
In [Abm] het kasteel van [Db] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Abm] is het [E] palerigste plekje, [Eb] waar jij ooit [Abm] bent geweest.
[E] In het kasteel van [Gb] koning Samson, [B] is het feest.
In het kasteel van [E] koning Samson, [Gb] staat een mandje [B] op de troon.
In het kasteel van [Db] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Abm] is het [E] palerigste plekje, [Eb] waar jij ooit [Abm] bent geweest.
[E] In het kasteel van [Gb] koning Samson, [B] is het feest.
In het [Dbm] kasteel van [Gb] koning Samson, is [B] het feest.
[Db] [Gb]
[Bb] Kijk nou Samson, [Cm] ligt te dromen [F] van dat, die nu en dat.
[Eb] Ach, het zal er [F] nooit van komen, [Bb] maar ik heb een [F] prachtig plan.
Ik [Bb] zou koning willen worden [F] van een middeleeuws kasteel.
[Eb] Een kasteel met [F] gouden borden [Bb] en met kussens van vuil.
[Gm] Voor de poort dan twee soldaten, twee [Dm] soldaten met een dron.
[Gm] Krijgen die jou in de gaten, [Dm] doen ze ron-bon-bon-bon-bon.
[Gm] Dus dan zeg je, mannen stoppen!
[Dm] En dan stoppen ze, nu niet.
En [C] dan moet je heel hard kloppen, [F] want de bel, die doet het niet.
In het [Bb] kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In het kasteel van [C] koning Samson, [F] is dat doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
[Eb] [F] In [Bb] de keuken [Eb] wordt gebraden, de spaghetti is al gaar.
En de glazen [F] limonade, staan [Bb] voor alle [F] gasten klaar.
Er [Bb] zijn graven en [Eb] graafinnen, [F] en een hofnaar en een veen.
Maar [Eb] je stapt gewoon [F] naar binnen, en [Bb] je doet maar vrolijk mee.
[Gm] Ik ben ridder Gert de Grote, [Dm] en ik heb een mooie taak.
[Gm] Ja, de koning heeft besloten, [Dm] jij moet vechten met een draak.
[Gm] Met een draak, maar beste koning, [Dm] dat durf ik niet misschien.
[C] Nou, dan krijg je geen beloning, en [F] ik wil jou nooit meer zien!
In het [Bb] kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In [Gm] het kasteel van [C] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
In het kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In [Gm] het kasteel van [C] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
[E] [Gb]
[B] Gert de Grote pakt zijn harnas [Gb] en zijn zwaard.
[E] Gert de Grote [Gb] legt zijn zadel [B] op zijn paard.
[Gb]
[B] Hij moet vechten [E] voor de [Gb] koninklijke zaad.
[E] Hij moet vechten, [Gb] hij moet vechten met [B] een draak.
[Abm] Gert de Grote zwaait zijn zadel [Ebm] door de lucht.
[Abm] Gert de Grote jaagt het monster [Ebm] de vlucht.
[Abm] En de koning zegt fantastisch, [Ebm] want hij moet bereid en trouw.
[Db] Ik vraag jun vrouw Marijne, [Gb] of ze trouwen wil met jou.
In het [B] kasteel van [E] koning Samson, [Gb] staat een mandje [B] op de troon.
In [Abm] het kasteel van [Db] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Abm] is het [E] palerigste plekje, [Eb] waar jij ooit [Abm] bent geweest.
[E] In het kasteel van [Gb] koning Samson, [B] is het feest.
In het kasteel van [E] koning Samson, [Gb] staat een mandje [B] op de troon.
In het kasteel van [Db] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Abm] is het [E] palerigste plekje, [Eb] waar jij ooit [Abm] bent geweest.
[E] In het kasteel van [Gb] koning Samson, [B] is het feest.
In het [Dbm] kasteel van [Gb] koning Samson, is [B] het feest.
[Db] [Gb]
Key:
F
Eb
Bb
Gm
Gb
F
Eb
Bb
[N] _ _ _ _ _ _ [F] _
[Bb] Kijk nou Samson, [Cm] ligt te dromen [F] van dat, die nu en dat.
[Eb] Ach, het zal er [F] nooit van komen, [Bb] maar ik heb een [F] prachtig plan.
Ik [Bb] zou koning willen worden [F] van een middeleeuws kasteel.
[Eb] Een kasteel met [F] gouden borden [Bb] en met kussens van vuil.
[Gm] Voor de poort dan twee soldaten, twee [Dm] soldaten met een dron.
[Gm] Krijgen die jou in de gaten, [Dm] doen ze ron-bon-bon-bon-bon.
[Gm] Dus dan zeg je, mannen stoppen!
[Dm] En dan stoppen ze, nu niet.
En [C] dan moet je heel hard kloppen, [F] want de bel, die doet het niet.
_ _ In het [Bb] kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In het kasteel van [C] koning Samson, [F] is dat _ doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
_ _ [Eb] _ _ [F] In [Bb] de keuken [Eb] wordt gebraden, de spaghetti is al gaar.
En de glazen [F] limonade, staan [Bb] voor alle [F] gasten klaar.
Er [Bb] zijn graven en [Eb] graafinnen, [F] en een hofnaar en een veen.
Maar [Eb] je stapt gewoon [F] naar binnen, en [Bb] je doet maar vrolijk mee.
[Gm] Ik ben ridder Gert de Grote, [Dm] en ik heb een mooie taak.
[Gm] Ja, de koning heeft besloten, [Dm] jij moet vechten met een draak.
[Gm] Met een draak, maar beste koning, [Dm] dat durf ik niet misschien.
[C] Nou, dan krijg je geen beloning, en [F] ik wil jou nooit meer zien!
_ _ In het [Bb] kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In [Gm] het kasteel van [C] koning Samson, is dat _ doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
In het kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In [Gm] het kasteel van [C] koning Samson, is dat _ doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
_ _ [E] _ _ [Gb] _
[B] Gert de Grote pakt zijn harnas [Gb] en zijn zwaard. _
[E] Gert de Grote [Gb] legt zijn zadel [B] op zijn paard.
[Gb] _
[B] Hij moet vechten [E] voor de [Gb] koninklijke zaad. _
[E] Hij moet vechten, [Gb] hij moet vechten met [B] een draak. _
[Abm] Gert de Grote zwaait zijn zadel [Ebm] door de lucht. _ _
[Abm] Gert de Grote jaagt het monster [Ebm] de vlucht. _ _
[Abm] En de koning zegt fantastisch, [Ebm] want hij moet bereid en trouw.
[Db] Ik vraag jun vrouw Marijne, [Gb] of ze trouwen wil met jou.
_ _ In het [B] kasteel van [E] koning Samson, [Gb] staat een mandje [B] op de troon.
In [Abm] het kasteel van [Db] koning Samson, is dat _ doodgebond.
Het [Abm] is het [E] palerigste plekje, [Eb] waar jij ooit [Abm] bent geweest.
[E] In het kasteel van [Gb] koning Samson, [B] is het feest.
In het kasteel van [E] koning Samson, [Gb] staat een mandje [B] op de troon.
In het kasteel van [Db] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Abm] is het [E] palerigste plekje, [Eb] waar jij ooit [Abm] bent geweest.
[E] In het kasteel van [Gb] koning Samson, [B] is het feest.
In het [Dbm] _ kasteel van [Gb] koning Samson, is [B] het feest. _ _
_ _ _ _ [Db] _ _ [Gb] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Bb] Kijk nou Samson, [Cm] ligt te dromen [F] van dat, die nu en dat.
[Eb] Ach, het zal er [F] nooit van komen, [Bb] maar ik heb een [F] prachtig plan.
Ik [Bb] zou koning willen worden [F] van een middeleeuws kasteel.
[Eb] Een kasteel met [F] gouden borden [Bb] en met kussens van vuil.
[Gm] Voor de poort dan twee soldaten, twee [Dm] soldaten met een dron.
[Gm] Krijgen die jou in de gaten, [Dm] doen ze ron-bon-bon-bon-bon.
[Gm] Dus dan zeg je, mannen stoppen!
[Dm] En dan stoppen ze, nu niet.
En [C] dan moet je heel hard kloppen, [F] want de bel, die doet het niet.
_ _ In het [Bb] kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In het kasteel van [C] koning Samson, [F] is dat _ doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
_ _ [Eb] _ _ [F] In [Bb] de keuken [Eb] wordt gebraden, de spaghetti is al gaar.
En de glazen [F] limonade, staan [Bb] voor alle [F] gasten klaar.
Er [Bb] zijn graven en [Eb] graafinnen, [F] en een hofnaar en een veen.
Maar [Eb] je stapt gewoon [F] naar binnen, en [Bb] je doet maar vrolijk mee.
[Gm] Ik ben ridder Gert de Grote, [Dm] en ik heb een mooie taak.
[Gm] Ja, de koning heeft besloten, [Dm] jij moet vechten met een draak.
[Gm] Met een draak, maar beste koning, [Dm] dat durf ik niet misschien.
[C] Nou, dan krijg je geen beloning, en [F] ik wil jou nooit meer zien!
_ _ In het [Bb] kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In [Gm] het kasteel van [C] koning Samson, is dat _ doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
In het kasteel van [Eb] koning Samson, [F] staat een mandje [Bb] op de troon.
In [Gm] het kasteel van [C] koning Samson, is dat _ doodgebond.
Het [Gm] is het [Eb] palerigste plekje, [D] waar jij ooit [Gm] bent geweest.
[Eb] In het kasteel van [F] koning Samson, [Bb] is het feest.
_ _ [E] _ _ [Gb] _
[B] Gert de Grote pakt zijn harnas [Gb] en zijn zwaard. _
[E] Gert de Grote [Gb] legt zijn zadel [B] op zijn paard.
[Gb] _
[B] Hij moet vechten [E] voor de [Gb] koninklijke zaad. _
[E] Hij moet vechten, [Gb] hij moet vechten met [B] een draak. _
[Abm] Gert de Grote zwaait zijn zadel [Ebm] door de lucht. _ _
[Abm] Gert de Grote jaagt het monster [Ebm] de vlucht. _ _
[Abm] En de koning zegt fantastisch, [Ebm] want hij moet bereid en trouw.
[Db] Ik vraag jun vrouw Marijne, [Gb] of ze trouwen wil met jou.
_ _ In het [B] kasteel van [E] koning Samson, [Gb] staat een mandje [B] op de troon.
In [Abm] het kasteel van [Db] koning Samson, is dat _ doodgebond.
Het [Abm] is het [E] palerigste plekje, [Eb] waar jij ooit [Abm] bent geweest.
[E] In het kasteel van [Gb] koning Samson, [B] is het feest.
In het kasteel van [E] koning Samson, [Gb] staat een mandje [B] op de troon.
In het kasteel van [Db] koning Samson, is dat doodgebond.
Het [Abm] is het [E] palerigste plekje, [Eb] waar jij ooit [Abm] bent geweest.
[E] In het kasteel van [Gb] koning Samson, [B] is het feest.
In het [Dbm] _ kasteel van [Gb] koning Samson, is [B] het feest. _ _
_ _ _ _ [Db] _ _ [Gb] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _