Chords for Jasperina de Jong | Het is over
Tempo:
106.1 bpm
Chords used:
G
Bb
C
D
Ab
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Dm] Het is over, [Bb] hij zegt me niks meer, ik ben [C]
vrij, het is [Bb] over, hij [Gb] doet me niks meer.
En ik ben [Ab] blij, hij is voor mij [E]
zomaar een heer.
[Bb] En al die toestanden, [A] dat hoeft niet meer.
Die man die [Dm] thuis kwam, s'avonds slaapt, zo moedeloos en prikkelbaar.
Dat alles is mijn [D] zorg niet meer, dat [Dm] is nu allemaal voor haar.
[A] Ze mag mij het wachten in het grote bed, dat was het ergste, o mijn god.
Het al doorwachten op z'n [E] tred en op de sleutel in het slot.
Ze [Dm] mag hem hebben, z'n leugens en z'n draaierij.
Z'n minderwaardigheidscomplex, z'n sympathie voor Feyenoord.
Z'n bril, z'n sokken en z'n seks, ze mag hem hebben.
Z'n auto en z'n fotohoer, z'n rothumeur, z'n romantiek.
Z'n dia's en z'n schuldgevoel, en ook z'n whisky erotiek.
Ze mag hem [D] hebben, z'n politiek, z'n Elsevier.
Z'n status en z'n overwerk, z'n moffen over Cappelaans.
Z'n overheden en z'n kerk, ze [G] mag hem hebben.
[Em]
En al [E] die reisjes naar [A]
Parijs, [D] [G]
[Em] ach, lang
[C] [Em] was het zo.
Maar [Am] ja, toen waren [Em] we nog oud, [C] alleen wat [Em] stokbrood en wat wijn.
[C] We liepen zorgeloos en [Em]
vrij, [Dm] [G] centrum op [Dm] Montparnasse.
[G] Maar [D] later ging hij [G] zonder mij, van [D] thuis met lipstick [G] op z'n das.
[Fm] Ze mag hem hebben, [G] hij drinkt te [Fm] veel, dat is [G] haar zorg.
Al drinkt [Ab] hier hele Emmers Breun, [G] ik trek mijn [D] handen ervan af.
Dan maar een fijn delimiaan, ze [G] mag hem hebben.
Al [C] die meid, [Bb] oeps, [Ab] je hebt er d [F]'r, meid.
Nu [Bb] leef je in een roze roes, maar [Eb] dan moet [C] je tonen wat.
Dat wordt [Fm] een hele zware fest, [Bb] het is niet eenvoudig met die man.
Ik [G] hoop maar [C] dat je, [G]
[D] [G] waarom zeg ik dit?
Wil [Cm] ik hem terug?
Voor geen miljoen, ik hoef [D] niet meer, zij wou [G] zo graag.
Nou goed, [C] dan [Cm] laat ze het dan doen, ze mag hem [G] hebben.
[D] [G] Zing mee, hoor [Bb] een mooie poes.
Ik [Ab] weet niet of ze [F] van hem houdt, nu [Bb] wel, maar op een lange duur.
Ook [Eb] als hij ziek zou zijn en al [G] zijn [Cm] kwetsbare figuur.
Zoals [Fm] je er maar weinig vindt, nu [Bb] geef ik niet als in mijn jeugd.
Mijn speelgoed aan een ander kerel.
[G]
[Cm] [Eb] [Ab] Je mag hem hebben, [Fm] het is [Bb] voor jou.
[Ab] Pak aan dan, je [E] mag het hebben.
[A] Want het is nou niet meer van mij, [D] een veelgenoot.
[E] Maar één ding vraag ik je, [G]
maak het niet stil.
[C] [Cm] [Bb] [Ab]
[Fm] [Bb]
[Cm] [G]
[Cm] [C] [B]
vrij, het is [Bb] over, hij [Gb] doet me niks meer.
En ik ben [Ab] blij, hij is voor mij [E]
zomaar een heer.
[Bb] En al die toestanden, [A] dat hoeft niet meer.
Die man die [Dm] thuis kwam, s'avonds slaapt, zo moedeloos en prikkelbaar.
Dat alles is mijn [D] zorg niet meer, dat [Dm] is nu allemaal voor haar.
[A] Ze mag mij het wachten in het grote bed, dat was het ergste, o mijn god.
Het al doorwachten op z'n [E] tred en op de sleutel in het slot.
Ze [Dm] mag hem hebben, z'n leugens en z'n draaierij.
Z'n minderwaardigheidscomplex, z'n sympathie voor Feyenoord.
Z'n bril, z'n sokken en z'n seks, ze mag hem hebben.
Z'n auto en z'n fotohoer, z'n rothumeur, z'n romantiek.
Z'n dia's en z'n schuldgevoel, en ook z'n whisky erotiek.
Ze mag hem [D] hebben, z'n politiek, z'n Elsevier.
Z'n status en z'n overwerk, z'n moffen over Cappelaans.
Z'n overheden en z'n kerk, ze [G] mag hem hebben.
[Em]
En al [E] die reisjes naar [A]
Parijs, [D] [G]
[Em] ach, lang
[C] [Em] was het zo.
Maar [Am] ja, toen waren [Em] we nog oud, [C] alleen wat [Em] stokbrood en wat wijn.
[C] We liepen zorgeloos en [Em]
vrij, [Dm] [G] centrum op [Dm] Montparnasse.
[G] Maar [D] later ging hij [G] zonder mij, van [D] thuis met lipstick [G] op z'n das.
[Fm] Ze mag hem hebben, [G] hij drinkt te [Fm] veel, dat is [G] haar zorg.
Al drinkt [Ab] hier hele Emmers Breun, [G] ik trek mijn [D] handen ervan af.
Dan maar een fijn delimiaan, ze [G] mag hem hebben.
Al [C] die meid, [Bb] oeps, [Ab] je hebt er d [F]'r, meid.
Nu [Bb] leef je in een roze roes, maar [Eb] dan moet [C] je tonen wat.
Dat wordt [Fm] een hele zware fest, [Bb] het is niet eenvoudig met die man.
Ik [G] hoop maar [C] dat je, [G]
[D] [G] waarom zeg ik dit?
Wil [Cm] ik hem terug?
Voor geen miljoen, ik hoef [D] niet meer, zij wou [G] zo graag.
Nou goed, [C] dan [Cm] laat ze het dan doen, ze mag hem [G] hebben.
[D] [G] Zing mee, hoor [Bb] een mooie poes.
Ik [Ab] weet niet of ze [F] van hem houdt, nu [Bb] wel, maar op een lange duur.
Ook [Eb] als hij ziek zou zijn en al [G] zijn [Cm] kwetsbare figuur.
Zoals [Fm] je er maar weinig vindt, nu [Bb] geef ik niet als in mijn jeugd.
Mijn speelgoed aan een ander kerel.
[G]
[Cm] [Eb] [Ab] Je mag hem hebben, [Fm] het is [Bb] voor jou.
[Ab] Pak aan dan, je [E] mag het hebben.
[A] Want het is nou niet meer van mij, [D] een veelgenoot.
[E] Maar één ding vraag ik je, [G]
maak het niet stil.
[C] [Cm] [Bb] [Ab]
[Fm] [Bb]
[Cm] [G]
[Cm] [C] [B]
Key:
G
Bb
C
D
Ab
G
Bb
C
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Dm] _ _ _ Het is over, _ [Bb] _ hij zegt me niks meer, ik ben [C]
vrij, het is [Bb] over, hij [Gb] doet me niks meer.
En ik ben [Ab] blij, hij is voor mij [E]
zomaar een heer.
_ [Bb] En al die toestanden, _ _ [A] dat hoeft niet meer. _
_ Die man die [Dm] thuis kwam, s'avonds slaapt, zo moedeloos en prikkelbaar.
Dat alles is mijn [D] zorg niet meer, dat [Dm] is nu allemaal voor haar.
[A] Ze mag mij _ _ _ _ _ het wachten in het grote bed, dat was het ergste, o mijn god.
Het al doorwachten op z'n [E] tred en op de sleutel in het slot.
Ze [Dm] mag hem hebben, _ _ _ _ _ z'n leugens en z'n draaierij.
Z'n _ _ minderwaardigheidscomplex, z'n sympathie voor Feyenoord.
Z'n bril, z'n sokken en z'n seks, ze mag hem hebben. _ _ _ _ _
Z'n auto en z'n fotohoer, z'n rothumeur, z'n romantiek.
Z'n dia's en z'n schuldgevoel, en ook z'n whisky erotiek.
Ze mag hem [D] hebben, _ _ _ _ _ z'n politiek, z'n Elsevier.
Z'n status en z'n overwerk, z'n moffen over Cappelaans.
Z'n overheden en z'n kerk, ze [G] mag hem hebben.
_ _ _ _ [Em] _
_ En al [E] die reisjes naar [A]
Parijs, _ [D] _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ [Em] ach, lang _ _
[C] _ _ [Em] was het zo.
Maar [Am] ja, toen waren [Em] we nog oud, [C] alleen wat [Em] stokbrood en wat wijn.
[C] We liepen zorgeloos en [Em]
vrij, _ [Dm] _ _ _ [G] centrum op [Dm] _ Montparnasse.
[G] _ _ Maar [D] later ging hij [G] zonder mij, van [D] thuis met lipstick [G] op z'n das.
[Fm] Ze mag hem hebben, _ [G] hij drinkt te [Fm] veel, dat is [G] haar zorg.
Al drinkt [Ab] hier hele Emmers Breun, [G] ik trek mijn [D] handen ervan af.
Dan maar een fijn _ _ delimiaan, ze [G] mag hem hebben.
_ _ _ _ Al [C] die meid, _ [Bb] oeps, [Ab] je hebt er d [F]'r, meid.
Nu [Bb] leef je in een roze roes, maar _ [Eb] _ _ dan moet [C] je tonen wat.
_ Dat wordt [Fm] een hele zware fest, [Bb] het is niet _ eenvoudig met die man.
Ik [G] hoop maar [C] dat je, _ _ _ [G] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ [G] waarom zeg ik dit?
Wil [Cm] ik hem terug?
Voor geen miljoen, ik hoef [D] niet meer, zij wou [G] zo graag.
Nou goed, [C] dan [Cm] laat ze het dan doen, ze mag hem [G] hebben. _ _ _ _
[D] _ [G] Zing mee, hoor [Bb] een mooie poes.
Ik [Ab] weet niet of ze [F] van hem houdt, nu [Bb] wel, maar op een lange duur.
Ook [Eb] als hij ziek zou zijn en al _ [G] zijn [Cm] kwetsbare figuur.
_ Zoals [Fm] je er maar weinig vindt, nu [Bb] geef ik niet als in mijn jeugd.
Mijn speelgoed aan een ander kerel.
_ _ _ _ [G] _ _ _
[Cm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [Ab] Je mag hem hebben, _ [Fm] _ _ het is [Bb] voor jou.
_ [Ab] Pak aan dan, je [E] mag het hebben.
_ _ _ _ [A] Want het is nou niet meer van mij, [D] een _ _ veelgenoot.
_ _ _ [E] Maar één ding vraag ik je, [G] _ _ _ _ _ _
_ maak het niet stil. _
[C] _ _ [Cm] _ _ [Bb] _ _ _ [Ab] _
_ _ [Fm] _ _ _ [Bb] _ _ _
_ _ [Cm] _ _ _ [G] _ _ _
_ [Cm] _ _ [C] _ _ [B] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Dm] _ _ _ Het is over, _ [Bb] _ hij zegt me niks meer, ik ben [C]
vrij, het is [Bb] over, hij [Gb] doet me niks meer.
En ik ben [Ab] blij, hij is voor mij [E]
zomaar een heer.
_ [Bb] En al die toestanden, _ _ [A] dat hoeft niet meer. _
_ Die man die [Dm] thuis kwam, s'avonds slaapt, zo moedeloos en prikkelbaar.
Dat alles is mijn [D] zorg niet meer, dat [Dm] is nu allemaal voor haar.
[A] Ze mag mij _ _ _ _ _ het wachten in het grote bed, dat was het ergste, o mijn god.
Het al doorwachten op z'n [E] tred en op de sleutel in het slot.
Ze [Dm] mag hem hebben, _ _ _ _ _ z'n leugens en z'n draaierij.
Z'n _ _ minderwaardigheidscomplex, z'n sympathie voor Feyenoord.
Z'n bril, z'n sokken en z'n seks, ze mag hem hebben. _ _ _ _ _
Z'n auto en z'n fotohoer, z'n rothumeur, z'n romantiek.
Z'n dia's en z'n schuldgevoel, en ook z'n whisky erotiek.
Ze mag hem [D] hebben, _ _ _ _ _ z'n politiek, z'n Elsevier.
Z'n status en z'n overwerk, z'n moffen over Cappelaans.
Z'n overheden en z'n kerk, ze [G] mag hem hebben.
_ _ _ _ [Em] _
_ En al [E] die reisjes naar [A]
Parijs, _ [D] _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ [Em] ach, lang _ _
[C] _ _ [Em] was het zo.
Maar [Am] ja, toen waren [Em] we nog oud, [C] alleen wat [Em] stokbrood en wat wijn.
[C] We liepen zorgeloos en [Em]
vrij, _ [Dm] _ _ _ [G] centrum op [Dm] _ Montparnasse.
[G] _ _ Maar [D] later ging hij [G] zonder mij, van [D] thuis met lipstick [G] op z'n das.
[Fm] Ze mag hem hebben, _ [G] hij drinkt te [Fm] veel, dat is [G] haar zorg.
Al drinkt [Ab] hier hele Emmers Breun, [G] ik trek mijn [D] handen ervan af.
Dan maar een fijn _ _ delimiaan, ze [G] mag hem hebben.
_ _ _ _ Al [C] die meid, _ [Bb] oeps, [Ab] je hebt er d [F]'r, meid.
Nu [Bb] leef je in een roze roes, maar _ [Eb] _ _ dan moet [C] je tonen wat.
_ Dat wordt [Fm] een hele zware fest, [Bb] het is niet _ eenvoudig met die man.
Ik [G] hoop maar [C] dat je, _ _ _ [G] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ [G] waarom zeg ik dit?
Wil [Cm] ik hem terug?
Voor geen miljoen, ik hoef [D] niet meer, zij wou [G] zo graag.
Nou goed, [C] dan [Cm] laat ze het dan doen, ze mag hem [G] hebben. _ _ _ _
[D] _ [G] Zing mee, hoor [Bb] een mooie poes.
Ik [Ab] weet niet of ze [F] van hem houdt, nu [Bb] wel, maar op een lange duur.
Ook [Eb] als hij ziek zou zijn en al _ [G] zijn [Cm] kwetsbare figuur.
_ Zoals [Fm] je er maar weinig vindt, nu [Bb] geef ik niet als in mijn jeugd.
Mijn speelgoed aan een ander kerel.
_ _ _ _ [G] _ _ _
[Cm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [Ab] Je mag hem hebben, _ [Fm] _ _ het is [Bb] voor jou.
_ [Ab] Pak aan dan, je [E] mag het hebben.
_ _ _ _ [A] Want het is nou niet meer van mij, [D] een _ _ veelgenoot.
_ _ _ [E] Maar één ding vraag ik je, [G] _ _ _ _ _ _
_ maak het niet stil. _
[C] _ _ [Cm] _ _ [Bb] _ _ _ [Ab] _
_ _ [Fm] _ _ _ [Bb] _ _ _
_ _ [Cm] _ _ _ [G] _ _ _
_ [Cm] _ _ [C] _ _ [B] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _