Chords for DRS. P - Dodenrit
Tempo:
156.1 bpm
Chords used:
Dm
Gm
A
G#
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G] [Em]
Ik ben [Bm] een kogel, [A#] [B]
[Em] [Bm] ik ben een [F#] kogel, [Bm] ik ben een kogel.
We rijden met de trojka door het eindeloze wood.
Het vriest een graad of [G#] dertig, het is winter en [D#] vrij koud.
[E] De paarden hoeven [B] knersen in de pas gevallen sneeuw.
[C#m] Het is avond in Sibirië en nergens is [G#] een leeuw.
We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jong.
Door het eindeloze wood waarover ik zo even [D#m] zong.
[E]
Een lommerijk en [B] zeer onoverzichtelijk terrein.
[G#]
Waarin men zich [F#] gelukkig prijst dat er geen [Bm] leeuwen zijn.
We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is lang.
En daarom vullen wij de tijd met feestelijk [B] gezang.
[E] Intussen gaat zich iets [B] bewegen in [Em] de achtergrond.
[G#] Iets donkers en iets stalrijks [C#m] en dat lijkt me [Bm] ongezond.
Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel.
Het is een hele massa [F#] en ze lopen [B] nogal snel.
[Em] Door ons achter te [B] laten lopen halen ze [Em] ons in.
[F#] Wat onvoordelig uit kan pakken voor [Bm] een jong gezin.
[Cm]
Het [G#] donkerige daanden zijn bijzonder vluchterbeen.
Ze lopen op vier poten en ze kijken heel [Am] gemeen.
[Fm] Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien.
[D] Het zijn waarschijnlijk wolven en kwadraden [Cm] bovendien.
Al is de toestand zorgelijk, [Dm] ik raak [Cm] niet in paniek.
Ik hou de moed erin door [Gm] [Cm] [E] muziek.
We [Fm] kennen ons en we zingen heel wat af.
[G] Terwijl de wolven nader komen in [Cm] gestrekte draf.
Het is van hier [D#] naar Omsk nog een kleine [Cm] honderd verst.
Het is prettig dat de paarden [G] net vanmiddag [C] zijn ververst.
[Fm] Maar jammer dat de wolven ons toch hebben ingehaald.
[G] Men ziet de flinke etelus die hen uit de [Cm] ogen straalt.
We doen heel onbekommerd en we zingen continu.
Er moet iets gebeuren om de moeders te vervangen.
[C] [Fm] Zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw.
Die [G] moeder en geloven vraag ik toe, [Cm] bedenk in strouw.
[C#m]
Moet Igor het maar wezen?
Nee, want Igor speelt viool.
Wat vind je van Natasja?
[G#] Maar die leert zo goed op [C#] school.
[F#m] En Sonja dan?
Nee, Sonja niet.
[C#] Zij heeft een [F#m] mooie oog.
[G#] Zodat de keus ten slotte op de kleine [C#m] pjotter valt.
Dus onder het gezang pak [G#] ik het ventje [C#m]
hamburgpink.
Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreep.
[C#] [F#m] De wolven hebben alle [G#] aandacht voor die lekkere nij.
Nog 84 worst en oh wat zijn [C#m] wij heden blij.
We mogen pjotter wel waarderen om zijn eetbaarheid.
Want daardoor raken wij die troep [G#] voorlopig [C#m] even [C#] kwijt.
[F#m] Zo jaren wij maar voort als [C#] in een [F#m] gruwelijke droom.
[G#] Ajoe, ajoe, ajoe, al in die hoge [C#m] klappere boom.
Er klinkt weer dat gehuil en onze hoofd is weer verscheurd.
De wolven zijn terug en nu [G#] is [C#m] Sonja aan de [C#] beurt.
[F#m] Daar gaat het arme kind, zij [G#] was zo vrolijk en zo [F#m] braaf.
[G#] Nog 68 worst en in Den Haag, daar [C#m] woont een graaf.
[Dm]
Ik zit nog na te pijnsen [A] en mijn vrouw stort [Dm] mien getraan.
En kijk, daar komen [A] achter ons die wolven [Dm] alweer aan.
[D] [Gm] Dus Igor, het is wel spijtig, [D] maar jij wordt [Gm] geen verduos.
[A] Nog 52 worst en daar was laatst [Dm] een meisje loos.
Nu Igor is verwijderd, [A] hebben wij weer [Dm] even rust.
Maar nee, daar zijn de wolven [A] weer op, nog [D] een port belust.
[Gm] De doodskreep van Natasja snijdt ons pijnlijk door de ziel.
[A] Nog 36 worst en in een blauw kruid te [Dm] keel.
Mijn vrouw en ik zijn over, [A] dus we zingen een [Dm] duet.
En als het even mee [A] wil zitten, [Dm] halen we het net.
[Gm] Helaas, ik moet verafstaan aan de hongerig getroop.
[A] Nu nog maar 20 worst en hoeker de poepzak op de [Dm] stoep.
Ik zing nu weer wat rustiger, [A] want Omsk [Dm] komt in zicht.
Ik maak een sprong op blijdschap [A] en verlies mijn [Dm] evenwicht.
[G]
[Gm] Terwijl de wolven mij verslinden, denk ik dat is pech.
[A] Ja, Omsk is geen mooie stad, maar net iets te [D] ver weg.
[Gm] [Dm] [A] Ja, je ziet [Dm] er veel dit [Gm] jaar.
[Dm] Overal [D] zit [Gm] paardenhaar.
[Dm] Steeds uit voerhand [D] [Gm] leverbaar.
[Dm] [A] Zachtjes [Dm] door de [Gm] Samovar.
[Dm] [A] [D]
Met islamisch handgebaar.
[Gm] [Dm] Doe het zelf met [Gm] naald en schaar.
[Dm] [Am] Is dat nu [D] niet [Gm] wonderbaar?
[Dm] Twee halvemen [D] één per [Gm] taart.
[Dm] [A] Een [Dm] liefdadigheid [Gm] bazaar.
[Dm] Wilde aan het [Gm] Koudenpark.
[Dm] Doe Joosef een [G] staartgenaar.
[Dm] [A] Moeder [Dm] is de koffie [Gm] klaar.
[Dm] [A] Kijk, daar [D] loopt een [Gm] adelaar.
[Dm] [A] Is hier ook [D] een [Gm] [Dm] abattoir?
Pas gitaar [D] en [Gm] klapsiker.
[Dm] Blinkgebouwde [Gm] weduwenaar.
[Dm] [G] Leve onze goede [A#] tijd!
[Dm] [D#]
[N]
Ik ben [Bm] een kogel, [A#] [B]
[Em] [Bm] ik ben een [F#] kogel, [Bm] ik ben een kogel.
We rijden met de trojka door het eindeloze wood.
Het vriest een graad of [G#] dertig, het is winter en [D#] vrij koud.
[E] De paarden hoeven [B] knersen in de pas gevallen sneeuw.
[C#m] Het is avond in Sibirië en nergens is [G#] een leeuw.
We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jong.
Door het eindeloze wood waarover ik zo even [D#m] zong.
[E]
Een lommerijk en [B] zeer onoverzichtelijk terrein.
[G#]
Waarin men zich [F#] gelukkig prijst dat er geen [Bm] leeuwen zijn.
We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is lang.
En daarom vullen wij de tijd met feestelijk [B] gezang.
[E] Intussen gaat zich iets [B] bewegen in [Em] de achtergrond.
[G#] Iets donkers en iets stalrijks [C#m] en dat lijkt me [Bm] ongezond.
Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel.
Het is een hele massa [F#] en ze lopen [B] nogal snel.
[Em] Door ons achter te [B] laten lopen halen ze [Em] ons in.
[F#] Wat onvoordelig uit kan pakken voor [Bm] een jong gezin.
[Cm]
Het [G#] donkerige daanden zijn bijzonder vluchterbeen.
Ze lopen op vier poten en ze kijken heel [Am] gemeen.
[Fm] Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien.
[D] Het zijn waarschijnlijk wolven en kwadraden [Cm] bovendien.
Al is de toestand zorgelijk, [Dm] ik raak [Cm] niet in paniek.
Ik hou de moed erin door [Gm] [Cm] [E] muziek.
We [Fm] kennen ons en we zingen heel wat af.
[G] Terwijl de wolven nader komen in [Cm] gestrekte draf.
Het is van hier [D#] naar Omsk nog een kleine [Cm] honderd verst.
Het is prettig dat de paarden [G] net vanmiddag [C] zijn ververst.
[Fm] Maar jammer dat de wolven ons toch hebben ingehaald.
[G] Men ziet de flinke etelus die hen uit de [Cm] ogen straalt.
We doen heel onbekommerd en we zingen continu.
Er moet iets gebeuren om de moeders te vervangen.
[C] [Fm] Zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw.
Die [G] moeder en geloven vraag ik toe, [Cm] bedenk in strouw.
[C#m]
Moet Igor het maar wezen?
Nee, want Igor speelt viool.
Wat vind je van Natasja?
[G#] Maar die leert zo goed op [C#] school.
[F#m] En Sonja dan?
Nee, Sonja niet.
[C#] Zij heeft een [F#m] mooie oog.
[G#] Zodat de keus ten slotte op de kleine [C#m] pjotter valt.
Dus onder het gezang pak [G#] ik het ventje [C#m]
hamburgpink.
Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreep.
[C#] [F#m] De wolven hebben alle [G#] aandacht voor die lekkere nij.
Nog 84 worst en oh wat zijn [C#m] wij heden blij.
We mogen pjotter wel waarderen om zijn eetbaarheid.
Want daardoor raken wij die troep [G#] voorlopig [C#m] even [C#] kwijt.
[F#m] Zo jaren wij maar voort als [C#] in een [F#m] gruwelijke droom.
[G#] Ajoe, ajoe, ajoe, al in die hoge [C#m] klappere boom.
Er klinkt weer dat gehuil en onze hoofd is weer verscheurd.
De wolven zijn terug en nu [G#] is [C#m] Sonja aan de [C#] beurt.
[F#m] Daar gaat het arme kind, zij [G#] was zo vrolijk en zo [F#m] braaf.
[G#] Nog 68 worst en in Den Haag, daar [C#m] woont een graaf.
[Dm]
Ik zit nog na te pijnsen [A] en mijn vrouw stort [Dm] mien getraan.
En kijk, daar komen [A] achter ons die wolven [Dm] alweer aan.
[D] [Gm] Dus Igor, het is wel spijtig, [D] maar jij wordt [Gm] geen verduos.
[A] Nog 52 worst en daar was laatst [Dm] een meisje loos.
Nu Igor is verwijderd, [A] hebben wij weer [Dm] even rust.
Maar nee, daar zijn de wolven [A] weer op, nog [D] een port belust.
[Gm] De doodskreep van Natasja snijdt ons pijnlijk door de ziel.
[A] Nog 36 worst en in een blauw kruid te [Dm] keel.
Mijn vrouw en ik zijn over, [A] dus we zingen een [Dm] duet.
En als het even mee [A] wil zitten, [Dm] halen we het net.
[Gm] Helaas, ik moet verafstaan aan de hongerig getroop.
[A] Nu nog maar 20 worst en hoeker de poepzak op de [Dm] stoep.
Ik zing nu weer wat rustiger, [A] want Omsk [Dm] komt in zicht.
Ik maak een sprong op blijdschap [A] en verlies mijn [Dm] evenwicht.
[G]
[Gm] Terwijl de wolven mij verslinden, denk ik dat is pech.
[A] Ja, Omsk is geen mooie stad, maar net iets te [D] ver weg.
[Gm] [Dm] [A] Ja, je ziet [Dm] er veel dit [Gm] jaar.
[Dm] Overal [D] zit [Gm] paardenhaar.
[Dm] Steeds uit voerhand [D] [Gm] leverbaar.
[Dm] [A] Zachtjes [Dm] door de [Gm] Samovar.
[Dm] [A] [D]
Met islamisch handgebaar.
[Gm] [Dm] Doe het zelf met [Gm] naald en schaar.
[Dm] [Am] Is dat nu [D] niet [Gm] wonderbaar?
[Dm] Twee halvemen [D] één per [Gm] taart.
[Dm] [A] Een [Dm] liefdadigheid [Gm] bazaar.
[Dm] Wilde aan het [Gm] Koudenpark.
[Dm] Doe Joosef een [G] staartgenaar.
[Dm] [A] Moeder [Dm] is de koffie [Gm] klaar.
[Dm] [A] Kijk, daar [D] loopt een [Gm] adelaar.
[Dm] [A] Is hier ook [D] een [Gm] [Dm] abattoir?
Pas gitaar [D] en [Gm] klapsiker.
[Dm] Blinkgebouwde [Gm] weduwenaar.
[Dm] [G] Leve onze goede [A#] tijd!
[Dm] [D#]
[N]
Key:
Dm
Gm
A
G#
D
Dm
Gm
A
[G] _ _ _ _ _ _ _ [Em] _
Ik ben [Bm] een kogel, [A#] _ _ [B] _ _
[Em] _ [Bm] ik ben een [F#] kogel, [Bm] ik ben een kogel.
_ _ _ _ We rijden met de trojka door het eindeloze wood.
Het vriest een graad of [G#] dertig, het is winter en [D#] vrij koud.
[E] De paarden hoeven [B] knersen in de pas gevallen sneeuw.
[C#m] Het is avond in Sibirië en nergens is [G#] een leeuw.
_ _ _ _ We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jong.
Door het eindeloze wood waarover ik zo even [D#m] zong.
[E]
Een lommerijk en [B] zeer _ onoverzichtelijk terrein.
[G#]
Waarin men zich [F#] gelukkig prijst dat er geen [Bm] leeuwen zijn.
_ _ _ We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is lang.
En daarom vullen wij de tijd met feestelijk [B] gezang.
[E] Intussen gaat zich iets [B] bewegen in [Em] de achtergrond.
[G#] Iets donkers en iets stalrijks [C#m] en dat lijkt me [Bm] ongezond. _ _
_ _ Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel.
Het is een hele massa [F#] en ze lopen [B] nogal snel.
[Em] Door ons achter te [B] laten lopen halen ze [Em] ons in.
[F#] Wat onvoordelig uit kan pakken voor [Bm] een jong gezin. _ _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
Het [G#] donkerige daanden zijn bijzonder vluchterbeen.
Ze lopen op vier poten en ze kijken heel [Am] gemeen.
[Fm] Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien.
[D] Het zijn waarschijnlijk wolven en kwadraden [Cm] bovendien. _ _ _ _
Al is de toestand zorgelijk, [Dm] ik raak [Cm] niet in paniek.
Ik hou de moed erin door [Gm] _ _ [Cm] [E] muziek.
We [Fm] kennen ons en we zingen heel wat af.
[G] Terwijl de wolven nader komen in [Cm] gestrekte draf.
_ _ _ _ Het is van hier [D#] naar Omsk nog een kleine [Cm] honderd verst.
Het is prettig dat de paarden [G] net vanmiddag [C] zijn ververst.
[Fm] Maar jammer dat de wolven ons toch hebben ingehaald.
[G] Men ziet de flinke etelus die hen uit de [Cm] ogen straalt. _
_ _ _ We doen heel onbekommerd en we zingen continu.
Er moet iets gebeuren om de moeders te vervangen.
[C] _ [Fm] Zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw.
Die [G] moeder en geloven vraag ik toe, [Cm] bedenk in strouw. _ _
_ _ [C#m] _ _ _ _ _ _
_ _ Moet Igor het maar wezen?
Nee, want Igor speelt viool.
Wat vind je van Natasja?
[G#] Maar die leert zo goed op [C#] school.
[F#m] En Sonja dan?
Nee, Sonja niet.
[C#] Zij heeft een [F#m] mooie oog.
[G#] Zodat de keus ten slotte op de kleine [C#m] pjotter valt. _ _ _ _
Dus onder het gezang pak [G#] ik het ventje [C#m]
hamburgpink.
Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreep.
[C#] [F#m] De wolven hebben alle [G#] aandacht voor die lekkere nij.
Nog 84 worst en oh wat zijn [C#m] wij heden blij.
_ _ _ _ We mogen pjotter wel waarderen om zijn eetbaarheid.
Want daardoor raken wij die troep [G#] voorlopig [C#m] even [C#] kwijt.
[F#m] Zo jaren wij maar voort als [C#] in een [F#m] gruwelijke droom.
[G#] Ajoe, ajoe, ajoe, al in die hoge [C#m] klappere boom.
_ _ _ _ Er klinkt weer dat gehuil en onze hoofd is weer verscheurd.
De wolven zijn terug en nu [G#] is [C#m] Sonja aan de [C#] beurt.
[F#m] Daar gaat het arme kind, zij [G#] was zo vrolijk en zo [F#m] braaf.
[G#] Nog 68 worst en in Den Haag, daar [C#m] woont een graaf. _
_ _ _ _ [Dm] _ _ _ _
_ _ _ Ik zit nog na te pijnsen [A] en mijn vrouw stort [Dm] mien getraan.
En kijk, daar komen [A] achter ons die wolven [Dm] alweer aan.
[D] [Gm] Dus Igor, het is wel spijtig, [D] maar jij wordt [Gm] geen verduos.
[A] Nog 52 worst en daar was laatst [Dm] een meisje loos. _ _ _
_ Nu Igor is verwijderd, [A] hebben wij weer [Dm] even rust.
Maar nee, daar zijn de wolven [A] weer op, nog [D] een port belust.
[Gm] De doodskreep van Natasja snijdt ons pijnlijk door de ziel.
[A] Nog 36 worst en in een blauw kruid te [Dm] keel. _ _ _ _
Mijn vrouw en ik zijn over, [A] dus we zingen een [Dm] duet.
En als het even mee [A] wil zitten, [Dm] halen we het net.
[Gm] Helaas, ik moet verafstaan aan de hongerig getroop.
[A] Nu nog maar 20 worst en hoeker de poepzak op de [Dm] stoep.
_ _ _ _ Ik zing nu weer wat rustiger, [A] want Omsk [Dm] komt in zicht.
Ik maak een sprong op blijdschap [A] en verlies mijn [Dm] evenwicht.
[G] _
[Gm] Terwijl de wolven mij verslinden, denk ik dat is pech.
[A] Ja, Omsk is geen mooie stad, maar net iets te [D] ver weg. _
[Gm] _ _ [Dm] _ [A] Ja, je ziet [Dm] er veel dit [Gm] jaar.
_ [Dm] _ _ _ Overal [D] zit [Gm] paardenhaar.
_ [Dm] _ _ Steeds uit voerhand [D] [Gm] leverbaar.
_ [Dm] _ _ [A] Zachtjes [Dm] door de [Gm] Samovar.
_ [Dm] _ _ [A] _ _ [D]
Met islamisch handgebaar.
[Gm] _ _ [Dm] _ Doe het zelf met [Gm] naald en schaar.
_ [Dm] _ [Am] Is dat nu [D] niet [Gm] wonderbaar?
_ _ [Dm] _ Twee halvemen [D] één per [Gm] taart.
_ [Dm] _ _ [A] Een [Dm] liefdadigheid [Gm] bazaar.
_ [Dm] _ _ Wilde aan het [Gm] Koudenpark.
_ [Dm] _ _ Doe Joosef een [G] staartgenaar.
_ [Dm] _ _ [A] Moeder [Dm] is de koffie [Gm] klaar.
_ [Dm] _ _ [A] Kijk, daar [D] loopt een [Gm] adelaar.
_ [Dm] _ [A] Is hier ook [D] een _ [Gm] _ _ [Dm] abattoir?
Pas gitaar [D] en [Gm] klapsiker.
_ [Dm] _ _ _ Blinkgebouwde [Gm] weduwenaar.
_ [Dm] _ _ _ [G] Leve onze goede [A#] tijd!
_ [Dm] _ _ _ [D#] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
Ik ben [Bm] een kogel, [A#] _ _ [B] _ _
[Em] _ [Bm] ik ben een [F#] kogel, [Bm] ik ben een kogel.
_ _ _ _ We rijden met de trojka door het eindeloze wood.
Het vriest een graad of [G#] dertig, het is winter en [D#] vrij koud.
[E] De paarden hoeven [B] knersen in de pas gevallen sneeuw.
[C#m] Het is avond in Sibirië en nergens is [G#] een leeuw.
_ _ _ _ We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jong.
Door het eindeloze wood waarover ik zo even [D#m] zong.
[E]
Een lommerijk en [B] zeer _ onoverzichtelijk terrein.
[G#]
Waarin men zich [F#] gelukkig prijst dat er geen [Bm] leeuwen zijn.
_ _ _ We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is lang.
En daarom vullen wij de tijd met feestelijk [B] gezang.
[E] Intussen gaat zich iets [B] bewegen in [Em] de achtergrond.
[G#] Iets donkers en iets stalrijks [C#m] en dat lijkt me [Bm] ongezond. _ _
_ _ Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel.
Het is een hele massa [F#] en ze lopen [B] nogal snel.
[Em] Door ons achter te [B] laten lopen halen ze [Em] ons in.
[F#] Wat onvoordelig uit kan pakken voor [Bm] een jong gezin. _ _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
Het [G#] donkerige daanden zijn bijzonder vluchterbeen.
Ze lopen op vier poten en ze kijken heel [Am] gemeen.
[Fm] Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien.
[D] Het zijn waarschijnlijk wolven en kwadraden [Cm] bovendien. _ _ _ _
Al is de toestand zorgelijk, [Dm] ik raak [Cm] niet in paniek.
Ik hou de moed erin door [Gm] _ _ [Cm] [E] muziek.
We [Fm] kennen ons en we zingen heel wat af.
[G] Terwijl de wolven nader komen in [Cm] gestrekte draf.
_ _ _ _ Het is van hier [D#] naar Omsk nog een kleine [Cm] honderd verst.
Het is prettig dat de paarden [G] net vanmiddag [C] zijn ververst.
[Fm] Maar jammer dat de wolven ons toch hebben ingehaald.
[G] Men ziet de flinke etelus die hen uit de [Cm] ogen straalt. _
_ _ _ We doen heel onbekommerd en we zingen continu.
Er moet iets gebeuren om de moeders te vervangen.
[C] _ [Fm] Zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw.
Die [G] moeder en geloven vraag ik toe, [Cm] bedenk in strouw. _ _
_ _ [C#m] _ _ _ _ _ _
_ _ Moet Igor het maar wezen?
Nee, want Igor speelt viool.
Wat vind je van Natasja?
[G#] Maar die leert zo goed op [C#] school.
[F#m] En Sonja dan?
Nee, Sonja niet.
[C#] Zij heeft een [F#m] mooie oog.
[G#] Zodat de keus ten slotte op de kleine [C#m] pjotter valt. _ _ _ _
Dus onder het gezang pak [G#] ik het ventje [C#m]
hamburgpink.
Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreep.
[C#] [F#m] De wolven hebben alle [G#] aandacht voor die lekkere nij.
Nog 84 worst en oh wat zijn [C#m] wij heden blij.
_ _ _ _ We mogen pjotter wel waarderen om zijn eetbaarheid.
Want daardoor raken wij die troep [G#] voorlopig [C#m] even [C#] kwijt.
[F#m] Zo jaren wij maar voort als [C#] in een [F#m] gruwelijke droom.
[G#] Ajoe, ajoe, ajoe, al in die hoge [C#m] klappere boom.
_ _ _ _ Er klinkt weer dat gehuil en onze hoofd is weer verscheurd.
De wolven zijn terug en nu [G#] is [C#m] Sonja aan de [C#] beurt.
[F#m] Daar gaat het arme kind, zij [G#] was zo vrolijk en zo [F#m] braaf.
[G#] Nog 68 worst en in Den Haag, daar [C#m] woont een graaf. _
_ _ _ _ [Dm] _ _ _ _
_ _ _ Ik zit nog na te pijnsen [A] en mijn vrouw stort [Dm] mien getraan.
En kijk, daar komen [A] achter ons die wolven [Dm] alweer aan.
[D] [Gm] Dus Igor, het is wel spijtig, [D] maar jij wordt [Gm] geen verduos.
[A] Nog 52 worst en daar was laatst [Dm] een meisje loos. _ _ _
_ Nu Igor is verwijderd, [A] hebben wij weer [Dm] even rust.
Maar nee, daar zijn de wolven [A] weer op, nog [D] een port belust.
[Gm] De doodskreep van Natasja snijdt ons pijnlijk door de ziel.
[A] Nog 36 worst en in een blauw kruid te [Dm] keel. _ _ _ _
Mijn vrouw en ik zijn over, [A] dus we zingen een [Dm] duet.
En als het even mee [A] wil zitten, [Dm] halen we het net.
[Gm] Helaas, ik moet verafstaan aan de hongerig getroop.
[A] Nu nog maar 20 worst en hoeker de poepzak op de [Dm] stoep.
_ _ _ _ Ik zing nu weer wat rustiger, [A] want Omsk [Dm] komt in zicht.
Ik maak een sprong op blijdschap [A] en verlies mijn [Dm] evenwicht.
[G] _
[Gm] Terwijl de wolven mij verslinden, denk ik dat is pech.
[A] Ja, Omsk is geen mooie stad, maar net iets te [D] ver weg. _
[Gm] _ _ [Dm] _ [A] Ja, je ziet [Dm] er veel dit [Gm] jaar.
_ [Dm] _ _ _ Overal [D] zit [Gm] paardenhaar.
_ [Dm] _ _ Steeds uit voerhand [D] [Gm] leverbaar.
_ [Dm] _ _ [A] Zachtjes [Dm] door de [Gm] Samovar.
_ [Dm] _ _ [A] _ _ [D]
Met islamisch handgebaar.
[Gm] _ _ [Dm] _ Doe het zelf met [Gm] naald en schaar.
_ [Dm] _ [Am] Is dat nu [D] niet [Gm] wonderbaar?
_ _ [Dm] _ Twee halvemen [D] één per [Gm] taart.
_ [Dm] _ _ [A] Een [Dm] liefdadigheid [Gm] bazaar.
_ [Dm] _ _ Wilde aan het [Gm] Koudenpark.
_ [Dm] _ _ Doe Joosef een [G] staartgenaar.
_ [Dm] _ _ [A] Moeder [Dm] is de koffie [Gm] klaar.
_ [Dm] _ _ [A] Kijk, daar [D] loopt een [Gm] adelaar.
_ [Dm] _ [A] Is hier ook [D] een _ [Gm] _ _ [Dm] abattoir?
Pas gitaar [D] en [Gm] klapsiker.
_ [Dm] _ _ _ Blinkgebouwde [Gm] weduwenaar.
_ [Dm] _ _ _ [G] Leve onze goede [A#] tijd!
_ [Dm] _ _ _ [D#] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _