De Pieper Chords by Rob De Nijs
Tempo:
94 bpm
Chords used:
C
Am
G
Em
F
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Am] [Em]
[C] [G] [C]
[Am] Amsterdam op [G]
vrijdagavond, [F] Rosalie loopt [C] over straat.
[Am] Legt du tan achter [G] de roeren, [F] als ze naar de [C] afspraak gaat.
[E] Rosalie met [A] slanke heupen, [F] preuts verpakt in [C] Schotse ruit.
[A] Gaat vanavond voor [G] het eerst, met de man [C] van in koop uit.
Eerst een [Em] piltje bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie niet [G] jong [B] weer zijn.
Eerst een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[Am] Morgenochtend [C] vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] weer zijn.
[Am] Samen eerst een [G] hapje eten, [F] wil je nog een [C] glaasje wijn.
[Am] Rosalie [G] drogen stralen, [F] Rosalie vindt [C] uitgaan fijn.
[E] En de man van in [Am] koop glimlacht, [F] knipt zijn vingers [C] in de lucht.
[Am] Tweemaal van [G] hetzelfde ober, [F] terwijl Rosalie [C] blij zucht.
Straks een [D] piltje [Em] bij de pieper, en wat [D] sterkers op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie [G] geen [C] kind meer zijn.
[B] Straks een [C] piltje bij de pieper, [Am] en wat [Em] sterkers op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie geen [G] kind [C] meer zijn.
[Am] Amsterdam een [G] paar uur later, [F] het leven lijkt een [C] roze roes.
[Am] En de man van in [G] koop fluistert, [F] met zijn handen in [C] haar bloes.
[E] Op Rosalie der [A]
zolderkamer, [F] staat haar bed [C] onschuldig klaar.
[Am] Terwijl de man van in [G] koop mompelt.
[F] Met zijn lippen in [C] haar haar.
Nog een piltje bij [Em] de pieper, en wat [D] sterkers op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie [G] niet jong [C] meer zijn.
[Am] Nog een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[C] Morgenochtend [D] vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] meer zijn.
[Am] Nog een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers op [Em] het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] meer zijn.
Nog [Am] een piltje [Em] bij de pieper, en wat sterkers op het plein.
[D] Morgenochtend vroeg zal Rosalie geen [G] maag [C] meer zijn.
[C] [G] [C]
[Am] Amsterdam op [G]
vrijdagavond, [F] Rosalie loopt [C] over straat.
[Am] Legt du tan achter [G] de roeren, [F] als ze naar de [C] afspraak gaat.
[E] Rosalie met [A] slanke heupen, [F] preuts verpakt in [C] Schotse ruit.
[A] Gaat vanavond voor [G] het eerst, met de man [C] van in koop uit.
Eerst een [Em] piltje bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie niet [G] jong [B] weer zijn.
Eerst een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[Am] Morgenochtend [C] vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] weer zijn.
[Am] Samen eerst een [G] hapje eten, [F] wil je nog een [C] glaasje wijn.
[Am] Rosalie [G] drogen stralen, [F] Rosalie vindt [C] uitgaan fijn.
[E] En de man van in [Am] koop glimlacht, [F] knipt zijn vingers [C] in de lucht.
[Am] Tweemaal van [G] hetzelfde ober, [F] terwijl Rosalie [C] blij zucht.
Straks een [D] piltje [Em] bij de pieper, en wat [D] sterkers op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie [G] geen [C] kind meer zijn.
[B] Straks een [C] piltje bij de pieper, [Am] en wat [Em] sterkers op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie geen [G] kind [C] meer zijn.
[Am] Amsterdam een [G] paar uur later, [F] het leven lijkt een [C] roze roes.
[Am] En de man van in [G] koop fluistert, [F] met zijn handen in [C] haar bloes.
[E] Op Rosalie der [A]
zolderkamer, [F] staat haar bed [C] onschuldig klaar.
[Am] Terwijl de man van in [G] koop mompelt.
[F] Met zijn lippen in [C] haar haar.
Nog een piltje bij [Em] de pieper, en wat [D] sterkers op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie [G] niet jong [C] meer zijn.
[Am] Nog een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[C] Morgenochtend [D] vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] meer zijn.
[Am] Nog een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers op [Em] het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] meer zijn.
Nog [Am] een piltje [Em] bij de pieper, en wat sterkers op het plein.
[D] Morgenochtend vroeg zal Rosalie geen [G] maag [C] meer zijn.
Key:
C
Am
G
Em
F
C
Am
G
_ [Am] _ _ [Em] _ _ _ _ _
_ _ [C] _ _ _ _ [G] _ [C] _
_ _ _ [Am] _ _ Amsterdam op [G] _
vrijdagavond, _ [F] _ Rosalie loopt [C] over straat.
_ _ [Am] Legt du tan achter [G] de roeren, _ [F] _ als ze naar de [C] afspraak gaat.
_ [E] _ Rosalie met [A] slanke heupen, _ [F] _ preuts verpakt in [C] Schotse ruit.
_ [A] Gaat _ vanavond voor [G] het eerst, _ _ met de man [C] van in koop uit.
Eerst een [Em] piltje bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie niet [G] jong [B] weer zijn.
Eerst een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[Am] Morgenochtend [C] vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] weer zijn.
_ _ [Am] _ Samen eerst een [G] hapje eten, _ [F] _ wil je nog een [C] glaasje wijn.
_ _ [Am] _ Rosalie [G] drogen stralen, _ [F] _ Rosalie vindt [C] uitgaan fijn.
_ [E] En de man van in [Am] koop glimlacht, [F] _ knipt zijn vingers [C] in de lucht.
_ [Am] _ Tweemaal van [G] hetzelfde ober, _ _ [F] _ terwijl Rosalie [C] blij zucht.
Straks een [D] piltje [Em] bij de pieper, en wat [D] sterkers op het plein.
[C] _ Morgenochtend vroeg zal Rosalie [G] geen [C] kind meer zijn.
[B] Straks een [C] piltje bij de pieper, [Am] en wat [Em] sterkers op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie geen [G] kind [C] meer zijn.
_ [Am] Amsterdam _ een [G] paar uur later, _ [F] het leven lijkt een [C] roze roes.
_ [Am] _ En de man van in [G] koop fluistert, _ [F] met zijn handen in [C] haar bloes.
_ [E] Op Rosalie der _ [A]
zolderkamer, _ [F] _ staat haar bed [C] onschuldig klaar.
_ [Am] _ Terwijl de man van in [G] koop mompelt.
_ [F] Met zijn lippen in [C] haar haar.
Nog een piltje bij [Em] de pieper, en wat [D] sterkers op het plein.
[C] _ Morgenochtend vroeg zal Rosalie [G] niet jong [C] meer zijn.
[Am] Nog een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[C] Morgenochtend [D] vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] meer zijn.
[Am] Nog een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers op [Em] het plein.
_ [C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] meer zijn.
Nog [Am] een piltje [Em] bij de pieper, en wat sterkers op het plein.
_ [D] Morgenochtend vroeg zal Rosalie geen [G] maag [C] meer zijn. _ _ _ _ _ _ _
_ _ [C] _ _ _ _ [G] _ [C] _
_ _ _ [Am] _ _ Amsterdam op [G] _
vrijdagavond, _ [F] _ Rosalie loopt [C] over straat.
_ _ [Am] Legt du tan achter [G] de roeren, _ [F] _ als ze naar de [C] afspraak gaat.
_ [E] _ Rosalie met [A] slanke heupen, _ [F] _ preuts verpakt in [C] Schotse ruit.
_ [A] Gaat _ vanavond voor [G] het eerst, _ _ met de man [C] van in koop uit.
Eerst een [Em] piltje bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie niet [G] jong [B] weer zijn.
Eerst een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[Am] Morgenochtend [C] vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] weer zijn.
_ _ [Am] _ Samen eerst een [G] hapje eten, _ [F] _ wil je nog een [C] glaasje wijn.
_ _ [Am] _ Rosalie [G] drogen stralen, _ [F] _ Rosalie vindt [C] uitgaan fijn.
_ [E] En de man van in [Am] koop glimlacht, [F] _ knipt zijn vingers [C] in de lucht.
_ [Am] _ Tweemaal van [G] hetzelfde ober, _ _ [F] _ terwijl Rosalie [C] blij zucht.
Straks een [D] piltje [Em] bij de pieper, en wat [D] sterkers op het plein.
[C] _ Morgenochtend vroeg zal Rosalie [G] geen [C] kind meer zijn.
[B] Straks een [C] piltje bij de pieper, [Am] en wat [Em] sterkers op het plein.
[C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie geen [G] kind [C] meer zijn.
_ [Am] Amsterdam _ een [G] paar uur later, _ [F] het leven lijkt een [C] roze roes.
_ [Am] _ En de man van in [G] koop fluistert, _ [F] met zijn handen in [C] haar bloes.
_ [E] Op Rosalie der _ [A]
zolderkamer, _ [F] _ staat haar bed [C] onschuldig klaar.
_ [Am] _ Terwijl de man van in [G] koop mompelt.
_ [F] Met zijn lippen in [C] haar haar.
Nog een piltje bij [Em] de pieper, en wat [D] sterkers op het plein.
[C] _ Morgenochtend vroeg zal Rosalie [G] niet jong [C] meer zijn.
[Am] Nog een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers [Em] op het plein.
[C] Morgenochtend [D] vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] meer zijn.
[Am] Nog een piltje [Em] bij de pieper, [Am] en wat sterkers op [Em] het plein.
_ [C] Morgenochtend vroeg zal Rosalie niet [G] jong [C] meer zijn.
Nog [Am] een piltje [Em] bij de pieper, en wat sterkers op het plein.
_ [D] Morgenochtend vroeg zal Rosalie geen [G] maag [C] meer zijn. _ _ _ _ _ _ _