Chords for K3 - Trouwen
Tempo:
132.05 bpm
Chords used:
C
Bb
G
F
Eb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F] [Eb]
[Ab] [Eb] [Fm] [Eb]
[Ab] [Bb] [Eb]
[Ab] [Eb] [Fm] [Eb]
[Ab] [Bb] [Eb] Ik wil met [Bb] je trouwen, [Db] zo [Ab] eenvoudig is het gezegd.
Ah, [Eb] altijd van [Bb] je houden, [Db] zo snel is [Ab] alles uitgelegd.
[Gm] Nee, ik ben niet [C] op zoek naar een pers in [Fm] een boek,
van een dichter [Bb] die jou [Gm] niet kent.
Want ik roep maar [C] één woord om te weten [Fm] dat jij [Eb]
[Ab] [Bb] me hoort.
[F] En op een [Bb] dagstukje daar, [F] [Gm] in [F] ons
[Bb] roepkantje is [C] [F] geblijfd.
En ik verzwijg [Bb] waar ik sta, [F] [Gm] al [F] mijn [Bb] dromen [C] volgen uit.
[Eb] Ik wil met [Bb] je trouwen, [Db] wil je dat [Ab] ik het voor je spel.
Ah, [Eb] altijd van [Bb] je houden, [Db] weet jij wel [Ab] wat ik jou vertel.
[Gm] Nee, ik hoef geen [C] verhaal in een moeilijke [Fm] taal.
Om te weten [Bb] dat jij [Gm] het bent, want met J en [C] met A weet je dat ik [Fm] voel.
[Eb] En [Ab] [Bb] [F] op een [Bb] dagstukje daar, [F] [Gm] in [F] ons
[Bb] roepkantje is [C] geblijfd.
[F] En ik verzwijg [Bb] waar ik sta, [F] [Gm] al [F] mijn [Bb] dromen [C] volgen uit.
[G] Op een [C] dagstukje daar, [G] [Am] in [G] ons
[C] roepkantje is [D] geblijfd.
[G] En ik verzwijg [C] waar ik sta, [G] al [Am] mijn [G]
[C] dromen [D] volgen uit.
[Am] Als [D] het moet maak ik [Am] voor jou een [D] papierring.
[Gm] En [C] verklaar ons man [Gm] en vrouw.
[A]
[G] [Dm] [C] [F]
[Bb] [F] [Gm] [F]
[Bb] [C] [F]
[Bb] [F] [C] [F]
[Bb] [C] [G] Op een [C] dagstukje [G] [C] [G]
[C] daar, in ons [D] roepkantje is [G] geblijfd.
En ik verzwijg [C] waar ik sta, [G] [Am] [G]
[C] al [D] mijn dromen volgen uit.
[G] Op een [C] dagstukje daar, [G] [Am] [G]
[C] in ons roepkantje is [D] geblijfd.
[G] En ik verzwijg waar [C] ik sta, [G] al [Am] [G] mijn
[C] dromen [D] volgen uit.
[G]
[Ab] [Eb] [Fm] [Eb]
[Ab] [Bb] [Eb]
[Ab] [Eb] [Fm] [Eb]
[Ab] [Bb] [Eb] Ik wil met [Bb] je trouwen, [Db] zo [Ab] eenvoudig is het gezegd.
Ah, [Eb] altijd van [Bb] je houden, [Db] zo snel is [Ab] alles uitgelegd.
[Gm] Nee, ik ben niet [C] op zoek naar een pers in [Fm] een boek,
van een dichter [Bb] die jou [Gm] niet kent.
Want ik roep maar [C] één woord om te weten [Fm] dat jij [Eb]
[Ab] [Bb] me hoort.
[F] En op een [Bb] dagstukje daar, [F] [Gm] in [F] ons
[Bb] roepkantje is [C] [F] geblijfd.
En ik verzwijg [Bb] waar ik sta, [F] [Gm] al [F] mijn [Bb] dromen [C] volgen uit.
[Eb] Ik wil met [Bb] je trouwen, [Db] wil je dat [Ab] ik het voor je spel.
Ah, [Eb] altijd van [Bb] je houden, [Db] weet jij wel [Ab] wat ik jou vertel.
[Gm] Nee, ik hoef geen [C] verhaal in een moeilijke [Fm] taal.
Om te weten [Bb] dat jij [Gm] het bent, want met J en [C] met A weet je dat ik [Fm] voel.
[Eb] En [Ab] [Bb] [F] op een [Bb] dagstukje daar, [F] [Gm] in [F] ons
[Bb] roepkantje is [C] geblijfd.
[F] En ik verzwijg [Bb] waar ik sta, [F] [Gm] al [F] mijn [Bb] dromen [C] volgen uit.
[G] Op een [C] dagstukje daar, [G] [Am] in [G] ons
[C] roepkantje is [D] geblijfd.
[G] En ik verzwijg [C] waar ik sta, [G] al [Am] mijn [G]
[C] dromen [D] volgen uit.
[Am] Als [D] het moet maak ik [Am] voor jou een [D] papierring.
[Gm] En [C] verklaar ons man [Gm] en vrouw.
[A]
[G] [Dm] [C] [F]
[Bb] [F] [Gm] [F]
[Bb] [C] [F]
[Bb] [F] [C] [F]
[Bb] [C] [G] Op een [C] dagstukje [G] [C] [G]
[C] daar, in ons [D] roepkantje is [G] geblijfd.
En ik verzwijg [C] waar ik sta, [G] [Am] [G]
[C] al [D] mijn dromen volgen uit.
[G] Op een [C] dagstukje daar, [G] [Am] [G]
[C] in ons roepkantje is [D] geblijfd.
[G] En ik verzwijg waar [C] ik sta, [G] al [Am] [G] mijn
[C] dromen [D] volgen uit.
[G]
Key:
C
Bb
G
F
Eb
C
Bb
G
[F] _ _ _ [Eb] _ _ _ _ _
[Ab] _ _ [Eb] _ _ [Fm] _ _ [Eb] _ _
[Ab] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ _ _
[Ab] _ _ [Eb] _ _ [Fm] _ _ [Eb] _ _
[Ab] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ Ik wil met [Bb] je trouwen, _ _ [Db] zo _ [Ab] eenvoudig is het gezegd.
Ah, [Eb] _ _ altijd van [Bb] je houden, _ _ [Db] zo snel is [Ab] alles _ uitgelegd.
[Gm] _ Nee, ik ben niet [C] op zoek naar een pers in [Fm] een boek,
van een dichter [Bb] die jou [Gm] niet kent.
_ Want ik roep maar [C] één woord om te weten [Fm] dat jij [Eb] _ _
[Ab] _ [Bb] me hoort.
[F] En op een [Bb] dagstukje daar, [F] _ _ [Gm] in [F] ons _
[Bb] roepkantje is [C] _ [F] geblijfd.
En ik verzwijg [Bb] waar ik sta, [F] _ _ [Gm] al [F] mijn [Bb] dromen [C] volgen uit.
_ [Eb] _ Ik wil met [Bb] je trouwen, _ _ [Db] wil je dat [Ab] ik het voor je spel.
Ah, [Eb] _ _ altijd van [Bb] je houden, _ [Db] weet jij wel [Ab] wat ik jou vertel.
[Gm] _ Nee, ik hoef geen [C] verhaal in een moeilijke [Fm] taal.
Om te weten [Bb] dat jij [Gm] het bent, _ want met J en [C] met A weet je dat ik [Fm] voel.
_ [Eb] En [Ab] _ _ [Bb] _ _ [F] _ op een [Bb] dagstukje daar, [F] _ _ [Gm] in [F] ons _
[Bb] roepkantje is [C] geblijfd.
[F] _ En ik verzwijg [Bb] waar ik sta, [F] _ _ [Gm] al [F] mijn [Bb] dromen [C] volgen uit.
[G] _ Op een [C] dagstukje daar, [G] _ _ [Am] in [G] ons _
[C] roepkantje is [D] geblijfd.
[G] _ En ik verzwijg [C] waar ik sta, [G] al _ [Am] mijn [G] _
[C] dromen [D] volgen uit.
[Am] _ _ Als [D] het moet maak ik [Am] voor jou een [D] _ _ papierring.
[Gm] _ _ En [C] verklaar ons man [Gm] en vrouw.
[A] _ _
[G] _ [Dm] _ [C] _ _ [F] _ _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [Gm] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [C] _ _ [F] _ _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ _ [F] _
[Bb] _ _ [C] _ _ [G] _ Op een [C] dagstukje _ [G] _ _ [C] _ _ [G] _
[C] daar, in ons [D] roepkantje is [G] geblijfd.
En ik verzwijg [C] waar ik sta, [G] _ _ [Am] _ _ [G] _ _
[C] al [D] mijn dromen volgen uit.
[G] _ Op een [C] dagstukje daar, [G] _ _ [Am] _ _ [G] _ _
[C] in ons roepkantje is [D] geblijfd.
[G] En ik verzwijg waar [C] ik sta, [G] al _ [Am] _ [G] mijn _
[C] dromen [D] volgen uit.
_ [G] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ [Eb] _ _ [Fm] _ _ [Eb] _ _
[Ab] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ _ _
[Ab] _ _ [Eb] _ _ [Fm] _ _ [Eb] _ _
[Ab] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ Ik wil met [Bb] je trouwen, _ _ [Db] zo _ [Ab] eenvoudig is het gezegd.
Ah, [Eb] _ _ altijd van [Bb] je houden, _ _ [Db] zo snel is [Ab] alles _ uitgelegd.
[Gm] _ Nee, ik ben niet [C] op zoek naar een pers in [Fm] een boek,
van een dichter [Bb] die jou [Gm] niet kent.
_ Want ik roep maar [C] één woord om te weten [Fm] dat jij [Eb] _ _
[Ab] _ [Bb] me hoort.
[F] En op een [Bb] dagstukje daar, [F] _ _ [Gm] in [F] ons _
[Bb] roepkantje is [C] _ [F] geblijfd.
En ik verzwijg [Bb] waar ik sta, [F] _ _ [Gm] al [F] mijn [Bb] dromen [C] volgen uit.
_ [Eb] _ Ik wil met [Bb] je trouwen, _ _ [Db] wil je dat [Ab] ik het voor je spel.
Ah, [Eb] _ _ altijd van [Bb] je houden, _ [Db] weet jij wel [Ab] wat ik jou vertel.
[Gm] _ Nee, ik hoef geen [C] verhaal in een moeilijke [Fm] taal.
Om te weten [Bb] dat jij [Gm] het bent, _ want met J en [C] met A weet je dat ik [Fm] voel.
_ [Eb] En [Ab] _ _ [Bb] _ _ [F] _ op een [Bb] dagstukje daar, [F] _ _ [Gm] in [F] ons _
[Bb] roepkantje is [C] geblijfd.
[F] _ En ik verzwijg [Bb] waar ik sta, [F] _ _ [Gm] al [F] mijn [Bb] dromen [C] volgen uit.
[G] _ Op een [C] dagstukje daar, [G] _ _ [Am] in [G] ons _
[C] roepkantje is [D] geblijfd.
[G] _ En ik verzwijg [C] waar ik sta, [G] al _ [Am] mijn [G] _
[C] dromen [D] volgen uit.
[Am] _ _ Als [D] het moet maak ik [Am] voor jou een [D] _ _ papierring.
[Gm] _ _ En [C] verklaar ons man [Gm] en vrouw.
[A] _ _
[G] _ [Dm] _ [C] _ _ [F] _ _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [Gm] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [C] _ _ [F] _ _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ _ [F] _
[Bb] _ _ [C] _ _ [G] _ Op een [C] dagstukje _ [G] _ _ [C] _ _ [G] _
[C] daar, in ons [D] roepkantje is [G] geblijfd.
En ik verzwijg [C] waar ik sta, [G] _ _ [Am] _ _ [G] _ _
[C] al [D] mijn dromen volgen uit.
[G] _ Op een [C] dagstukje daar, [G] _ _ [Am] _ _ [G] _ _
[C] in ons roepkantje is [D] geblijfd.
[G] En ik verzwijg waar [C] ik sta, [G] al _ [Am] _ [G] mijn _
[C] dromen [D] volgen uit.
_ [G] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _