Opzij Chords by Herman Van Veen
Tempo:
157.35 bpm
Chords used:
Cm
Eb
C
Fm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C]
[Cm]
We hebben [Fm] ongelooflijke haast, want wij zijn haast te laat.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer doorgaan.
We kunnen [Eb] nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven staan.
We hebben dan misschien onze twee.
En de lont die praten, nodig tot ziens, adieu, je gaatje.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer doorgaan.
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven [Cm] staan.
Een andere keer misschien, maar blijven dus maar sprakels.
Wij hebben ongelooflijke haast.
Wij zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer doorgaan.
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer [Cm] blijven staan.
Zijn ook zes uur zes maal, en we geven ongelooflijke haast.
Wij hebben ongelooflijke haast.
Zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer [Cm] doorgaan.
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen
[Cm]
nu niet langer blijven staan.
Zijn ook zes uur zes maal, en we geven ongelooflijke haast.
Zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer doorgaan.
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer [Cm]
blijven staan.
Een andere keer misschien, dan blijven we wel slapen, en kunnen dan misschien als het er moet.
Wat over koetjesvoetbal, en de lottopaten, nou dacht dat ziens adieu het gaatje.
[Eb] We rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer doorgaan.
Opzij, opzij, opzij, [Eb] opzij, opzij, opzij, opzij, opzij.
We [Cm] blijven staan, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij.
Maak pas, maak pas, maak pas.
Wij hebben ongelooflijke [Cm] haast.
Opzij, opzij, opzij, want wij zijn hartgelacht.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer doorgaan.
[Eb] We kunnen hier niet blijven,
[Cm]
een andere keer misschien.
[Cm]
We hebben [Fm] ongelooflijke haast, want wij zijn haast te laat.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer doorgaan.
We kunnen [Eb] nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven staan.
We hebben dan misschien onze twee.
En de lont die praten, nodig tot ziens, adieu, je gaatje.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer doorgaan.
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven [Cm] staan.
Een andere keer misschien, maar blijven dus maar sprakels.
Wij hebben ongelooflijke haast.
Wij zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer doorgaan.
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer [Cm] blijven staan.
Zijn ook zes uur zes maal, en we geven ongelooflijke haast.
Wij hebben ongelooflijke haast.
Zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer [Cm] doorgaan.
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen
[Cm]
nu niet langer blijven staan.
Zijn ook zes uur zes maal, en we geven ongelooflijke haast.
Zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer doorgaan.
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer [Cm]
blijven staan.
Een andere keer misschien, dan blijven we wel slapen, en kunnen dan misschien als het er moet.
Wat over koetjesvoetbal, en de lottopaten, nou dacht dat ziens adieu het gaatje.
[Eb] We rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer doorgaan.
Opzij, opzij, opzij, [Eb] opzij, opzij, opzij, opzij, opzij.
We [Cm] blijven staan, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij.
Maak pas, maak pas, maak pas.
Wij hebben ongelooflijke [Cm] haast.
Opzij, opzij, opzij, want wij zijn hartgelacht.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer doorgaan.
[Eb] We kunnen hier niet blijven,
[Cm]
een andere keer misschien.
Key:
Cm
Eb
C
Fm
Cm
Eb
C
Fm
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
[Cm] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ We hebben _ [Fm] ongelooflijke haast, _ _ _ _ _ want wij zijn haast te laat.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
_ [Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer _ doorgaan. _ _
_ We kunnen [Eb] nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven staan.
_ _ We _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ hebben dan misschien onze twee. _
_ _ _ _ _ En de lont die praten, nodig tot ziens, adieu, je gaatje. _ _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer _ doorgaan. _ _ _
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven [Cm] staan. _ _ _ _ _
Een andere keer misschien, maar blijven dus maar sprakels.
Wij hebben ongelooflijke haast. _
Wij zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd. _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer _ doorgaan. _ _ _
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer [Cm] blijven staan. _ _ _ _
_ Zijn ook zes uur zes maal, en we geven ongelooflijke haast.
Wij hebben _ ongelooflijke haast. _
_ Zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd. _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer [Cm] _ doorgaan. _ _ _
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen _
[Cm] _ _ _ _ _ _ _
nu niet langer blijven staan.
Zijn ook zes uur zes maal, en we geven _ _ _ _ _ ongelooflijke haast. _
_ Zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd. _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer _ _ doorgaan. _ _
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer [Cm] _ _ _ _ _ _
blijven staan.
Een andere keer misschien, dan blijven we wel slapen, en kunnen dan misschien als het er moet. _
Wat over koetjesvoetbal, en de lottopaten, nou dacht dat ziens adieu het gaatje. _ _
_ [Eb] We rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer doorgaan.
_ Opzij, opzij, opzij, [Eb] opzij, opzij, opzij, opzij, opzij. _ _
We [Cm] blijven staan, opzij, opzij, opzij, _ opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij.
Maak pas, maak pas, maak pas.
Wij hebben ongelooflijke [Cm] haast. _
Opzij, opzij, opzij, want wij zijn hartgelacht.
Wij hebben maar een paar minuten tijd. _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer _ _ doorgaan. _ _
[Eb] We kunnen hier niet blijven, _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
een andere keer misschien. _ _ _ _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
[Cm] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ We hebben _ [Fm] ongelooflijke haast, _ _ _ _ _ want wij zijn haast te laat.
Wij hebben maar een paar minuten tijd.
_ [Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer _ doorgaan. _ _
_ We kunnen [Eb] nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven staan.
_ _ We _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ hebben dan misschien onze twee. _
_ _ _ _ _ En de lont die praten, nodig tot ziens, adieu, je gaatje. _ _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer _ doorgaan. _ _ _
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven [Cm] staan. _ _ _ _ _
Een andere keer misschien, maar blijven dus maar sprakels.
Wij hebben ongelooflijke haast. _
Wij zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd. _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer _ doorgaan. _ _ _
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer [Cm] blijven staan. _ _ _ _
_ Zijn ook zes uur zes maal, en we geven ongelooflijke haast.
Wij hebben _ ongelooflijke haast. _
_ Zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd. _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer [Cm] _ doorgaan. _ _ _
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen _
[Cm] _ _ _ _ _ _ _
nu niet langer blijven staan.
Zijn ook zes uur zes maal, en we geven _ _ _ _ _ ongelooflijke haast. _
_ Zijn ook zes uur zes maal, want wij zijn haast van later.
Wij hebben maar een paar minuten tijd. _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan [Cm] en weer _ _ doorgaan. _ _
[Eb] We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer [Cm] _ _ _ _ _ _
blijven staan.
Een andere keer misschien, dan blijven we wel slapen, en kunnen dan misschien als het er moet. _
Wat over koetjesvoetbal, en de lottopaten, nou dacht dat ziens adieu het gaatje. _ _
_ [Eb] We rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer doorgaan.
_ Opzij, opzij, opzij, [Eb] opzij, opzij, opzij, opzij, opzij. _ _
We [Cm] blijven staan, opzij, opzij, opzij, _ opzij, opzij, opzij, opzij, opzij, opzij.
Maak pas, maak pas, maak pas.
Wij hebben ongelooflijke [Cm] haast. _
Opzij, opzij, opzij, want wij zijn hartgelacht.
Wij hebben maar een paar minuten tijd. _
[Eb] We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en [Cm] weer _ _ doorgaan. _ _
[Eb] We kunnen hier niet blijven, _ _ _
_ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
een andere keer misschien. _ _ _ _