Chords for Gerard van Maasakkers, Janus Dekkers, Nederwetten
Tempo:
111.75 bpm
Chords used:
Bb
Eb
F
C
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D] [Eb] [Bb]
[F] [Bb] [Eb]
[Bb] [F] [Bb]
In het dorpje Nederwetten [Eb] op een [Bb] zaterdag in mei werd het [Eb] lentefeest [Bb] gehouden.
[C] Iedereen die [F] was erbij, [Bb] er was disco en fanfare en [Eb] de hele [Bb] middenstand.
Maar wat [C] zo mooi had kunnen wezen, [F] liep ontzettend uit de hand.
[Eb] Want dit grandioos festijn [Bb] werd verstoord door zure venijn.
[Eb] En dat kwam van [Bb] Janus Dekkers [C] van de [F] Soeterbeekseweg.
[Eb] Met zijn gierton en zijn trekker en zijn [Bb] lading zo gezond.
Van [C] minstens [F] 7000 liter [C] van de allerbeste [F] trond.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker [Bb] en zijn lekker.
Hij [Eb] heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij achterliep.
[Eb] [Bb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
[F] [Bb]
Toen Janus thuis de weg opdraaide, [Eb] gaf hij wat [Bb] extra gas.
[Eb] Hoewel zijn lading [Bb] hevig klotste, [C] dacht hij dat het zo [F] erg niet was.
[Bb] Zo'n kabaal en zo'n gegletter [Eb] van zijn trekker en zijn [Bb] ton.
[Gm] Dus hij zette Radio [F] Royale zo hard als het maar kon.
[Eb] Maar in de gat in de weg en [Bb] bots, schoot de klep van de gierton los.
[Eb] En de [Bb] inhouden vond een [B] [C] ongekende vrijheid [F] overal.
[Eb] Ja, het spul spoot alle kanten [Bb] uit als de veren van een pauw.
[C] Toen Janus bij café [F] het huxke [C] naar de dorp in [F] rijen wou.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, zijn [Eb] trekker [Bb] en zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor [F] spoor hij [Bb] achterliep.
[Eb] [Bb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
De opening van het lentefeest was [Eb] precies om half [Bb] twee.
De [Eb] burgemeester las [Bb] een speech en [C] preze het [F] Lentencomité.
[Bb] Maar midden in een volzin, viel [Eb] er een flats op zijn [Bb] betoog.
[C] Toen Janus trotse trekker waaierend [F] het feestterrein langs vloog.
Er [Eb] ontstond een boel paniek, [Bb] maar goedanker kwam muziek.
De [Eb] fanfare speelde [Bb] het leven is [C] goed in het [F] Brabantse land.
[Eb] Maar ook dat verliep niet vlekkeloos [Bb] en het werd zeer ongezond.
[E] Toen de tuba [F] spelen slikte, [C] waar hij beter [F] blazen kon.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker en [Bb] zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij [D] achterliep.
[Eb] [Bb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
[F] [Bb]
Toosje Hoeks, de lente koningin, [Eb] kneep haar [Bb] neusje dicht voor de stank.
[Eb] En ze was opeens veel [Bb] bruiner dan [C] alleen van de [F] zonnebank.
Nee, [Bb] de jonge kapiers zagen [Eb] haar nu niet meer [Bb] staan.
En [C] ze hadden nu voor niks die dure [F] gel in hun haren gedaan.
[Eb] Over heel het feestterrein [Bb] verduistte de zonneschijn.
En [Eb] de zult werd [Bb] echte boerenzult [C] en de pils leek [F] wel trappist.
[Eb] Er zat een bijsmaak aan de [Bb] peperkoek en de berg werd chocola.
[C] En je kreeg veel [F] meer als suiker, [C] als je zei twee [F] klontjes graag.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, zijn [Eb] trekker en zijn [Bb] lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij
[D] [Eb] achterliep.
[Bb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
[F] [Bb]
En zo reed Janus door het dorpje op [Eb] zijn trekker hoog [Bb] en droog.
En overal waar hij geweest is, [C] groeide het gras nu [F] metershoog.
Hij [Bb] reed fluitend over Hooijdonk [Eb] en spuitend [Bb] naar Kanaal.
[C] En niemand kent de waartoedracht van [F] het eind van dit verhaal.
Nam [Eb] hij de bocht soms iets te vlug, [Bb] gaf hij geen voorhong op de brug.
Afijn, [Eb] hij [Bb] vloog door de [G] leuning met [C] een [F] zonderend kabaal.
En [Ab] nou zit hij in de [Eb] hemel en [N] daar giert hij eeuwig door.
En de stront uit de ogen vegend, zingt het hele [Bb]
[F] engelenkoor.
Oh, [Bb]
daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker [Bb] en zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij [D] achterliep.
[Eb] [Bb] [F] [Bb]
[Eb] [Bb] [F] [Bb]
[F] [Bb] [Eb]
[Bb] [F] [Bb]
In het dorpje Nederwetten [Eb] op een [Bb] zaterdag in mei werd het [Eb] lentefeest [Bb] gehouden.
[C] Iedereen die [F] was erbij, [Bb] er was disco en fanfare en [Eb] de hele [Bb] middenstand.
Maar wat [C] zo mooi had kunnen wezen, [F] liep ontzettend uit de hand.
[Eb] Want dit grandioos festijn [Bb] werd verstoord door zure venijn.
[Eb] En dat kwam van [Bb] Janus Dekkers [C] van de [F] Soeterbeekseweg.
[Eb] Met zijn gierton en zijn trekker en zijn [Bb] lading zo gezond.
Van [C] minstens [F] 7000 liter [C] van de allerbeste [F] trond.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker [Bb] en zijn lekker.
Hij [Eb] heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij achterliep.
[Eb] [Bb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
[F] [Bb]
Toen Janus thuis de weg opdraaide, [Eb] gaf hij wat [Bb] extra gas.
[Eb] Hoewel zijn lading [Bb] hevig klotste, [C] dacht hij dat het zo [F] erg niet was.
[Bb] Zo'n kabaal en zo'n gegletter [Eb] van zijn trekker en zijn [Bb] ton.
[Gm] Dus hij zette Radio [F] Royale zo hard als het maar kon.
[Eb] Maar in de gat in de weg en [Bb] bots, schoot de klep van de gierton los.
[Eb] En de [Bb] inhouden vond een [B] [C] ongekende vrijheid [F] overal.
[Eb] Ja, het spul spoot alle kanten [Bb] uit als de veren van een pauw.
[C] Toen Janus bij café [F] het huxke [C] naar de dorp in [F] rijen wou.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, zijn [Eb] trekker [Bb] en zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor [F] spoor hij [Bb] achterliep.
[Eb] [Bb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
De opening van het lentefeest was [Eb] precies om half [Bb] twee.
De [Eb] burgemeester las [Bb] een speech en [C] preze het [F] Lentencomité.
[Bb] Maar midden in een volzin, viel [Eb] er een flats op zijn [Bb] betoog.
[C] Toen Janus trotse trekker waaierend [F] het feestterrein langs vloog.
Er [Eb] ontstond een boel paniek, [Bb] maar goedanker kwam muziek.
De [Eb] fanfare speelde [Bb] het leven is [C] goed in het [F] Brabantse land.
[Eb] Maar ook dat verliep niet vlekkeloos [Bb] en het werd zeer ongezond.
[E] Toen de tuba [F] spelen slikte, [C] waar hij beter [F] blazen kon.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker en [Bb] zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij [D] achterliep.
[Eb] [Bb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
[F] [Bb]
Toosje Hoeks, de lente koningin, [Eb] kneep haar [Bb] neusje dicht voor de stank.
[Eb] En ze was opeens veel [Bb] bruiner dan [C] alleen van de [F] zonnebank.
Nee, [Bb] de jonge kapiers zagen [Eb] haar nu niet meer [Bb] staan.
En [C] ze hadden nu voor niks die dure [F] gel in hun haren gedaan.
[Eb] Over heel het feestterrein [Bb] verduistte de zonneschijn.
En [Eb] de zult werd [Bb] echte boerenzult [C] en de pils leek [F] wel trappist.
[Eb] Er zat een bijsmaak aan de [Bb] peperkoek en de berg werd chocola.
[C] En je kreeg veel [F] meer als suiker, [C] als je zei twee [F] klontjes graag.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, zijn [Eb] trekker en zijn [Bb] lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij
[D] [Eb] achterliep.
[Bb] [F]
[Bb] [Eb] [Bb]
[F] [Bb]
En zo reed Janus door het dorpje op [Eb] zijn trekker hoog [Bb] en droog.
En overal waar hij geweest is, [C] groeide het gras nu [F] metershoog.
Hij [Bb] reed fluitend over Hooijdonk [Eb] en spuitend [Bb] naar Kanaal.
[C] En niemand kent de waartoedracht van [F] het eind van dit verhaal.
Nam [Eb] hij de bocht soms iets te vlug, [Bb] gaf hij geen voorhong op de brug.
Afijn, [Eb] hij [Bb] vloog door de [G] leuning met [C] een [F] zonderend kabaal.
En [Ab] nou zit hij in de [Eb] hemel en [N] daar giert hij eeuwig door.
En de stront uit de ogen vegend, zingt het hele [Bb]
[F] engelenkoor.
Oh, [Bb]
daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker [Bb] en zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij [D] achterliep.
[Eb] [Bb] [F] [Bb]
[Eb] [Bb] [F] [Bb]
Key:
Bb
Eb
F
C
D
Bb
Eb
F
[D] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _
[F] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [Bb] _ _
_ _ In het dorpje Nederwetten [Eb] op een [Bb] zaterdag in mei werd het [Eb] lentefeest [Bb] gehouden.
[C] Iedereen die [F] was erbij, [Bb] er was disco en fanfare en [Eb] de hele [Bb] middenstand.
Maar wat [C] zo mooi had kunnen wezen, [F] liep ontzettend uit de hand.
[Eb] Want dit grandioos festijn [Bb] werd verstoord door zure venijn.
[Eb] En dat kwam van [Bb] Janus Dekkers [C] van de _ [F] Soeterbeekseweg.
[Eb] Met zijn gierton en zijn trekker en zijn [Bb] lading zo gezond.
Van [C] minstens [F] 7000 liter [C] van de allerbeste [F] trond.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker [Bb] en zijn lekker.
Hij [Eb] heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij _ achterliep.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] _
[Bb] _ _ _ [Eb] _ [Bb] _ _
[F] _ _ [Bb] _ _ _ _
Toen Janus thuis de weg opdraaide, [Eb] gaf hij wat [Bb] extra gas.
[Eb] Hoewel zijn lading [Bb] hevig klotste, [C] dacht hij dat het zo [F] erg niet was.
[Bb] Zo'n kabaal en zo'n gegletter [Eb] van zijn trekker en zijn [Bb] ton.
[Gm] Dus hij zette Radio [F] Royale zo hard als het maar kon.
[Eb] Maar in de gat in de weg en [Bb] bots, schoot de klep van de gierton los.
[Eb] En de [Bb] inhouden vond een [B] [C] ongekende vrijheid [F] overal.
[Eb] Ja, het spul spoot alle kanten [Bb] uit als de veren van een pauw.
[C] Toen Janus bij café [F] het huxke [C] naar de dorp in [F] rijen wou.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, zijn [Eb] trekker [Bb] en zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor [F] spoor hij _ [Bb] achterliep.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _
_ _ _ _ _ _
_ De opening van het lentefeest was [Eb] precies om half [Bb] twee.
De [Eb] burgemeester las [Bb] een speech en [C] preze het [F] Lentencomité.
[Bb] Maar midden in een volzin, viel [Eb] er een flats op zijn [Bb] betoog.
[C] Toen Janus trotse trekker waaierend [F] het feestterrein langs vloog.
Er [Eb] ontstond een boel paniek, [Bb] maar goedanker kwam muziek.
De [Eb] fanfare speelde [Bb] het leven is [C] goed in het [F] Brabantse land.
[Eb] Maar ook dat verliep niet vlekkeloos [Bb] en het werd zeer ongezond.
[E] Toen de tuba [F] spelen slikte, [C] waar hij beter [F] blazen kon.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker en [Bb] zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij _ [D] achterliep.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _
[F] _ _ [Bb] _ _ _ _
_ Toosje Hoeks, de lente koningin, [Eb] kneep haar [Bb] neusje dicht voor de stank.
[Eb] En ze was opeens veel [Bb] bruiner dan [C] alleen van de [F] zonnebank.
Nee, [Bb] de jonge kapiers zagen [Eb] haar nu niet meer [Bb] staan.
En [C] ze hadden nu voor niks die dure [F] gel in hun haren gedaan.
[Eb] Over heel het feestterrein [Bb] verduistte de zonneschijn.
En [Eb] de zult werd [Bb] echte boerenzult [C] en de pils leek [F] wel trappist.
[Eb] Er zat een bijsmaak aan de [Bb] peperkoek en de berg werd chocola.
[C] En je kreeg veel [F] meer als suiker, [C] als je zei twee [F] klontjes graag.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, zijn [Eb] trekker en zijn [Bb] lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij _ _
[D] [Eb] achterliep.
[Bb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _
[F] _ _ [Bb] _ _ _ _
En zo reed Janus door het dorpje op [Eb] zijn trekker hoog [Bb] en droog.
En overal waar hij geweest is, [C] groeide het gras nu [F] metershoog.
Hij [Bb] reed fluitend over Hooijdonk [Eb] en spuitend [Bb] naar Kanaal.
[C] En niemand kent de waartoedracht van [F] het eind van dit verhaal.
Nam [Eb] hij de bocht soms iets te vlug, [Bb] gaf hij geen voorhong op de brug.
Afijn, [Eb] hij [Bb] vloog door de [G] leuning met [C] een [F] zonderend _ kabaal.
En [Ab] nou zit hij in de [Eb] hemel en [N] daar giert hij eeuwig door.
En de stront uit de ogen vegend, zingt het hele _ [Bb] _ _ _
[F] engelenkoor.
_ Oh, [Bb]
daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker [Bb] en zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij _ [D] achterliep.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] _ _ [Bb] _ _
[Eb] _ _ [Bb] _ [F] _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
[F] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [Bb] _ _
_ _ In het dorpje Nederwetten [Eb] op een [Bb] zaterdag in mei werd het [Eb] lentefeest [Bb] gehouden.
[C] Iedereen die [F] was erbij, [Bb] er was disco en fanfare en [Eb] de hele [Bb] middenstand.
Maar wat [C] zo mooi had kunnen wezen, [F] liep ontzettend uit de hand.
[Eb] Want dit grandioos festijn [Bb] werd verstoord door zure venijn.
[Eb] En dat kwam van [Bb] Janus Dekkers [C] van de _ [F] Soeterbeekseweg.
[Eb] Met zijn gierton en zijn trekker en zijn [Bb] lading zo gezond.
Van [C] minstens [F] 7000 liter [C] van de allerbeste [F] trond.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker [Bb] en zijn lekker.
Hij [Eb] heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij _ achterliep.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] _
[Bb] _ _ _ [Eb] _ [Bb] _ _
[F] _ _ [Bb] _ _ _ _
Toen Janus thuis de weg opdraaide, [Eb] gaf hij wat [Bb] extra gas.
[Eb] Hoewel zijn lading [Bb] hevig klotste, [C] dacht hij dat het zo [F] erg niet was.
[Bb] Zo'n kabaal en zo'n gegletter [Eb] van zijn trekker en zijn [Bb] ton.
[Gm] Dus hij zette Radio [F] Royale zo hard als het maar kon.
[Eb] Maar in de gat in de weg en [Bb] bots, schoot de klep van de gierton los.
[Eb] En de [Bb] inhouden vond een [B] [C] ongekende vrijheid [F] overal.
[Eb] Ja, het spul spoot alle kanten [Bb] uit als de veren van een pauw.
[C] Toen Janus bij café [F] het huxke [C] naar de dorp in [F] rijen wou.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, zijn [Eb] trekker [Bb] en zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor [F] spoor hij _ [Bb] achterliep.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _
_ _ _ _ _ _
_ De opening van het lentefeest was [Eb] precies om half [Bb] twee.
De [Eb] burgemeester las [Bb] een speech en [C] preze het [F] Lentencomité.
[Bb] Maar midden in een volzin, viel [Eb] er een flats op zijn [Bb] betoog.
[C] Toen Janus trotse trekker waaierend [F] het feestterrein langs vloog.
Er [Eb] ontstond een boel paniek, [Bb] maar goedanker kwam muziek.
De [Eb] fanfare speelde [Bb] het leven is [C] goed in het [F] Brabantse land.
[Eb] Maar ook dat verliep niet vlekkeloos [Bb] en het werd zeer ongezond.
[E] Toen de tuba [F] spelen slikte, [C] waar hij beter [F] blazen kon.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker en [Bb] zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij _ [D] achterliep.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _
[F] _ _ [Bb] _ _ _ _
_ Toosje Hoeks, de lente koningin, [Eb] kneep haar [Bb] neusje dicht voor de stank.
[Eb] En ze was opeens veel [Bb] bruiner dan [C] alleen van de [F] zonnebank.
Nee, [Bb] de jonge kapiers zagen [Eb] haar nu niet meer [Bb] staan.
En [C] ze hadden nu voor niks die dure [F] gel in hun haren gedaan.
[Eb] Over heel het feestterrein [Bb] verduistte de zonneschijn.
En [Eb] de zult werd [Bb] echte boerenzult [C] en de pils leek [F] wel trappist.
[Eb] Er zat een bijsmaak aan de [Bb] peperkoek en de berg werd chocola.
[C] En je kreeg veel [F] meer als suiker, [C] als je zei twee [F] klontjes graag.
[Bb] Oh, daar heb je Janus Dekker, zijn [Eb] trekker en zijn [Bb] lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij _ _
[D] [Eb] achterliep.
[Bb] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _
[F] _ _ [Bb] _ _ _ _
En zo reed Janus door het dorpje op [Eb] zijn trekker hoog [Bb] en droog.
En overal waar hij geweest is, [C] groeide het gras nu [F] metershoog.
Hij [Bb] reed fluitend over Hooijdonk [Eb] en spuitend [Bb] naar Kanaal.
[C] En niemand kent de waartoedracht van [F] het eind van dit verhaal.
Nam [Eb] hij de bocht soms iets te vlug, [Bb] gaf hij geen voorhong op de brug.
Afijn, [Eb] hij [Bb] vloog door de [G] leuning met [C] een [F] zonderend _ kabaal.
En [Ab] nou zit hij in de [Eb] hemel en [N] daar giert hij eeuwig door.
En de stront uit de ogen vegend, zingt het hele _ [Bb] _ _ _
[F] engelenkoor.
_ Oh, [Bb]
daar heb je Janus Dekker, [Eb] zijn trekker [Bb] en zijn lekker.
[Eb] Hij heeft nooit [Bb] geweten wat voor spoor hij _ [D] achterliep.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] _ _ [Bb] _ _
[Eb] _ _ [Bb] _ [F] _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _