Chords for Gebrouwe in Limburg: Rowwen Hèze samen met bijna 500 muzikanten
Tempo:
154.2 bpm
Chords used:
D
G
A
Em
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
[G]
[A] [D] [G]
[A] [D]
[G] [A] [Bm]
[G] [D] [Am]
[F#m] Verdaad ge [D] het [Em] wel, [D]
het is echt waar, is water [A] veranderd in bier.
[D] Verdaad ge het wel, [A] [G] dan is het kloon, dan is de [D] groote [A] dag hier.
[D] [F#m] [G] [A]
[D] [G] [A]
[D] En dan [G]
ineens [A] [D] zal het vogel staan, [G] glaas dat geet nou [A] de mooie.
[D] Straks [G] als het weer, [A] dan [Bm] weer is [G] gedoomd, maken [D] we hem op [A] de grond.
Want [Am] zullen we [F] hem doen, en [G] een stevige [C] [G] mooie [Am] groei hem bij.
[F] In de zon [E] achter in [Am] de wijn, de donkere [F] brug, en [G] in
[C] iedere [G] nooi in de [Am] eerste stroom, [G] dat kan ik [F] al [E]
in u.
[A]
[D] Het lief en [G] het vrij, [A] [D] dadelijk gebrug, doen [G] alles op ons [A]
gemaakt.
[D] De [G] volle [A] maand, tegen [Bm] het [G] liefgevuld, [D] alles naar [A] eigen smaak.
[D] Het aroma [G]
van heem, [A] het [D] is wassen, zoet eigen [G] tuin, [A] alles mooi.
[D] Alles [G] vandaag, [A] de [Bm] natuur ons [G] geber, we hebben [D] van alles [A]
genoemd.
[F#] [F] [D]
[A]
[Em] [G]
[A] [G]
[D] [Em] [D] [A] [G] [A] [D]
Wat een [F#m] regis, [G]
hop en [D] bop mouw, [G]
en op [D] een rente, [G] wat zullen onze [A] eigen [D] houden.
Met heel [F#m] veel liefde, [G]
[D] in een groot vak, [G]
dan [D] gaan we drijven, [G]
straks van [D] de [A] daken aan.
[G]
[Em] [D] [A] [G] [A] Laat [D] hier de deksel eraf, de [Bm] hupten, de blinden, [D]
vervrouwen.
Echt gedrukte vanaf, [Bm] dit is in [D] Limburg het waar.
[G]
[Em] [D] [A] [G] [A] [D]
Gaat [G] zullen zien, [A]
het verhaal [G] heeft [D] zichzelf geschreven.
En [G] het zij zoek, [A] dat moet [D] erover in.
[Bm] En [G] al die, [A]
ik ben [G] [Bm] jezelf gebleven, vanaf het [A] begin.
[Em]
[G] [A]
[D] De [F#m] eerste hap, [G] vol [D] in het schoen, [G] de [D] pakken verslaan [G] we.
Van ons, dat [A] er nooit meer [D] was.
Na [F#m] diere moment, [G] de [D] eerste kip, [G] dat [D] stroomde naar binnen.
[G] Ach, [Em] we [Bm] geven weer [A] en weer.
[G] [D] [Em] [D] [A]
[G] [A] [D] Laat hier de deksel eraf, [Bm] de hupten, de [D] blinden, vervrouwen.
Echt gedrukte [Bm] vanaf, dit is in [D] Limburg het waar.
[G] [D] [Em] [D] [A]
[D] Gaat [G] zullen zien, [A] het [D] verhaal heeft zichzelf geschreven.
En [G] het zij zoek, [A] dat moet [D] erover in.
En [G] al die, [A] ik [G] ben jezelf gebleven, vanaf [A] het begin.
[Gm] [F#] [E] [D]
[G] [A]
[G]
[A] [Em]
[G] [A]
Je hebt [D] een deksel, je hebt een blind
[Bm] opgegroeid.
[D]
[Bm] Dit is in [D] Limburg het waar.
[Bm] [G] Oh, dat doet de [A] allereerste vlinder aan.
[G]
[A]
[G] En [D] [Em] ik pruik [D] [A] het smaak, [G] [D] heb [Em] ik zelf [D] [A] gemaakt.
[G] [Em] Koelbruikluur, [D] [A] en een [D] eitje [A] vuur.
[D] Gaat [G] zullen zien, [A] het verhaal heeft [D]
zichzelf geschreven.
En het [G] zij zoek, [A] dat moet erover in.
[Em] [D] En al [G] die, [A] ik ben [D] jezelf gebleven, [G] elke [D]
[G] dag [A] of nee.
Leven [G] in de [A] brouwerij.
Hier zet zich [C#m] weer een buitje weer met schoenen onderhand.
[A] Leuk nodig dat in eigen hoofd zoek in het plattelouw.
Je maakt zich daar weer op baas en zet de bloemen boete.
Met zon of zin en toek, je hebt hier voorzichtig nodig.
Je bent in het zondoel meteen in het gouden zand.
En drink hier weer zo'n buitje weer met schoenen onderhand.
Dit is de vlinder, de vlinder met beer.
Dit is de vlinder, de geer.
Dit is maar eenkele [D] [A] regies, dit [D] weer [A] Limburgs.
Dat is wat ik nu afrood, maak nooit meer.
Geef mij toch geen gewaarde op.
Lekkerer, ik zeg het tegen al zoveel [D] [A] gevulde mensen dat je de beste [D] bent.
Laat [G] ze het zien, [A] het verhaal [G] heeft [D] zichzelf beschreven.
En als [G] zij zoeken, [A] laat dem ook [D] er overheen.
En [G] aan de dieren, [A] die [Em]
tezelfdruk [D] [G] leven [A] [D] elke [Em] maand [A] een dier.
Leef [G] met die [Bm] lieve [G] [A] vrouwenleen.
[G]
[D]
[Bm] [Em] [A]
[G]
[D]
[N]
[G]
[A] [D] [G]
[A] [D]
[G] [A] [Bm]
[G] [D] [Am]
[F#m] Verdaad ge [D] het [Em] wel, [D]
het is echt waar, is water [A] veranderd in bier.
[D] Verdaad ge het wel, [A] [G] dan is het kloon, dan is de [D] groote [A] dag hier.
[D] [F#m] [G] [A]
[D] [G] [A]
[D] En dan [G]
ineens [A] [D] zal het vogel staan, [G] glaas dat geet nou [A] de mooie.
[D] Straks [G] als het weer, [A] dan [Bm] weer is [G] gedoomd, maken [D] we hem op [A] de grond.
Want [Am] zullen we [F] hem doen, en [G] een stevige [C] [G] mooie [Am] groei hem bij.
[F] In de zon [E] achter in [Am] de wijn, de donkere [F] brug, en [G] in
[C] iedere [G] nooi in de [Am] eerste stroom, [G] dat kan ik [F] al [E]
in u.
[A]
[D] Het lief en [G] het vrij, [A] [D] dadelijk gebrug, doen [G] alles op ons [A]
gemaakt.
[D] De [G] volle [A] maand, tegen [Bm] het [G] liefgevuld, [D] alles naar [A] eigen smaak.
[D] Het aroma [G]
van heem, [A] het [D] is wassen, zoet eigen [G] tuin, [A] alles mooi.
[D] Alles [G] vandaag, [A] de [Bm] natuur ons [G] geber, we hebben [D] van alles [A]
genoemd.
[F#] [F] [D]
[A]
[Em] [G]
[A] [G]
[D] [Em] [D] [A] [G] [A] [D]
Wat een [F#m] regis, [G]
hop en [D] bop mouw, [G]
en op [D] een rente, [G] wat zullen onze [A] eigen [D] houden.
Met heel [F#m] veel liefde, [G]
[D] in een groot vak, [G]
dan [D] gaan we drijven, [G]
straks van [D] de [A] daken aan.
[G]
[Em] [D] [A] [G] [A] Laat [D] hier de deksel eraf, de [Bm] hupten, de blinden, [D]
vervrouwen.
Echt gedrukte vanaf, [Bm] dit is in [D] Limburg het waar.
[G]
[Em] [D] [A] [G] [A] [D]
Gaat [G] zullen zien, [A]
het verhaal [G] heeft [D] zichzelf geschreven.
En [G] het zij zoek, [A] dat moet [D] erover in.
[Bm] En [G] al die, [A]
ik ben [G] [Bm] jezelf gebleven, vanaf het [A] begin.
[Em]
[G] [A]
[D] De [F#m] eerste hap, [G] vol [D] in het schoen, [G] de [D] pakken verslaan [G] we.
Van ons, dat [A] er nooit meer [D] was.
Na [F#m] diere moment, [G] de [D] eerste kip, [G] dat [D] stroomde naar binnen.
[G] Ach, [Em] we [Bm] geven weer [A] en weer.
[G] [D] [Em] [D] [A]
[G] [A] [D] Laat hier de deksel eraf, [Bm] de hupten, de [D] blinden, vervrouwen.
Echt gedrukte [Bm] vanaf, dit is in [D] Limburg het waar.
[G] [D] [Em] [D] [A]
[D] Gaat [G] zullen zien, [A] het [D] verhaal heeft zichzelf geschreven.
En [G] het zij zoek, [A] dat moet [D] erover in.
En [G] al die, [A] ik [G] ben jezelf gebleven, vanaf [A] het begin.
[Gm] [F#] [E] [D]
[G] [A]
[G]
[A] [Em]
[G] [A]
Je hebt [D] een deksel, je hebt een blind
[Bm] opgegroeid.
[D]
[Bm] Dit is in [D] Limburg het waar.
[Bm] [G] Oh, dat doet de [A] allereerste vlinder aan.
[G]
[A]
[G] En [D] [Em] ik pruik [D] [A] het smaak, [G] [D] heb [Em] ik zelf [D] [A] gemaakt.
[G] [Em] Koelbruikluur, [D] [A] en een [D] eitje [A] vuur.
[D] Gaat [G] zullen zien, [A] het verhaal heeft [D]
zichzelf geschreven.
En het [G] zij zoek, [A] dat moet erover in.
[Em] [D] En al [G] die, [A] ik ben [D] jezelf gebleven, [G] elke [D]
[G] dag [A] of nee.
Leven [G] in de [A] brouwerij.
Hier zet zich [C#m] weer een buitje weer met schoenen onderhand.
[A] Leuk nodig dat in eigen hoofd zoek in het plattelouw.
Je maakt zich daar weer op baas en zet de bloemen boete.
Met zon of zin en toek, je hebt hier voorzichtig nodig.
Je bent in het zondoel meteen in het gouden zand.
En drink hier weer zo'n buitje weer met schoenen onderhand.
Dit is de vlinder, de vlinder met beer.
Dit is de vlinder, de geer.
Dit is maar eenkele [D] [A] regies, dit [D] weer [A] Limburgs.
Dat is wat ik nu afrood, maak nooit meer.
Geef mij toch geen gewaarde op.
Lekkerer, ik zeg het tegen al zoveel [D] [A] gevulde mensen dat je de beste [D] bent.
Laat [G] ze het zien, [A] het verhaal [G] heeft [D] zichzelf beschreven.
En als [G] zij zoeken, [A] laat dem ook [D] er overheen.
En [G] aan de dieren, [A] die [Em]
tezelfdruk [D] [G] leven [A] [D] elke [Em] maand [A] een dier.
Leef [G] met die [Bm] lieve [G] [A] vrouwenleen.
[G]
[D]
[Bm] [Em] [A]
[G]
[D]
[N]
Key:
D
G
A
Em
Bm
D
G
A
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
[A] _ _ [D] _ _ _ _ _ [G] _
_ [A] _ _ _ _ _ [D] _ _
_ [G] _ _ [A] _ _ _ [Bm] _ _
[G] _ _ [D] _ _ _ [Am] _ _ _
_ [F#m] _ Verdaad ge [D] het [Em] wel, _ [D] _
het is echt waar, is water _ [A] veranderd in bier.
_ _ [D] _ Verdaad ge het wel, [A] _ _ [G] dan is het kloon, dan is de [D] groote [A] dag hier. _ _
[D] _ _ [F#m] _ [G] _ _ [A] _ _ _
[D] _ _ _ _ _ [G] _ _ [A] _
_ _ _ _ [D] En dan [G]
ineens [A] _ [D] zal het vogel staan, [G] glaas dat geet nou [A] de mooie. _ _ _
[D] Straks [G] als het weer, [A] _ dan [Bm] weer is [G] gedoomd, maken [D] we hem op [A] de _ grond.
Want _ [Am] zullen we [F] hem doen, en [G] een _ _ stevige [C] _ _ [G] mooie [Am] groei hem bij.
_ [F] In de zon _ [E] achter _ in [Am] de wijn, _ de _ _ donkere [F] brug, _ _ en [G] in _ _ _
[C] iedere [G] nooi in de [Am] eerste stroom, [G] dat kan ik [F] al _ [E]
in _ u.
[A] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [D] Het lief en [G] het vrij, [A] _ _ [D] dadelijk gebrug, doen [G] alles op ons [A] _ _ _
gemaakt.
[D] De [G] volle [A] maand, tegen [Bm] het [G] liefgevuld, [D] alles naar [A] eigen smaak.
_ [D] Het aroma [G]
van heem, [A] het [D] is wassen, _ zoet eigen [G] tuin, [A] alles mooi. _ _ _
[D] _ Alles [G] vandaag, [A] de [Bm] natuur ons [G] geber, we hebben [D] van alles [A] _
genoemd. _ _ _ _ _ _
_ [F#] _ _ [F] _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ [A] _ _ _ _ [G] _
[D] _ [Em] _ [D] _ [A] _ [G] _ [A] _ _ [D] _
_ Wat een [F#m] regis, _ _ [G]
hop en [D] bop mouw, _ [G] _
_ en op [D] een rente, _ [G] wat zullen onze [A] eigen _ [D] houden.
_ Met heel [F#m] veel liefde, _ [G] _
_ [D] in een groot vak, _ [G] _
_ dan [D] gaan we drijven, _ [G]
straks van [D] de _ [A] daken aan.
[G] _
_ [Em] _ [D] _ [A] _ [G] _ [A] Laat [D] hier de deksel eraf, de [Bm] hupten, de blinden, [D] _
_ _ _ vervrouwen.
_ Echt gedrukte vanaf, [Bm] dit is in [D] Limburg het waar.
_ _ _ _ _ [G] _
_ [Em] _ [D] _ [A] _ [G] _ [A] _ _ [D] _
_ Gaat [G] zullen zien, _ _ [A] _
het verhaal [G] heeft [D] zichzelf _ geschreven.
_ En [G] het zij zoek, [A] dat moet [D] erover in. _ _ _ _
[Bm] _ En [G] al die, _ _ _ [A] _
_ ik ben [G] [Bm] jezelf _ gebleven, _ vanaf het [A] begin.
_ _ [Em] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [D] _ _ De [F#m] eerste hap, _ [G] _ _ vol [D] in het schoen, _ [G] _ de [D] pakken verslaan [G] we.
Van ons, dat [A] er nooit meer [D] was.
Na [F#m] diere moment, _ _ [G] _ _ de [D] eerste kip, _ _ [G] _ dat [D] stroomde naar binnen.
_ [G] Ach, [Em] we [Bm] geven weer [A] en weer.
[G] _ [D] _ [Em] _ [D] _ [A] _
[G] _ [A] _ [D] Laat hier de deksel eraf, [Bm] de hupten, de [D] blinden, _ _ _ vervrouwen.
_ Echt gedrukte [Bm] vanaf, dit is in [D] Limburg het waar. _ _
_ _ _ [G] _ [D] _ [Em] _ [D] _ [A] _
_ _ _ [D] _ _ Gaat [G] zullen _ zien, [A] _ het [D] verhaal heeft zichzelf _ geschreven.
_ En [G] het zij zoek, [A] dat moet _ [D] erover in.
_ _ _ En [G] al die, _ _ [A] _ _ ik [G] ben jezelf gebleven, _ vanaf [A] het begin.
_ _ _ [Gm] _ [F#] _ [E] _ [D] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [A] _
_ _ Je hebt [D] een deksel, _ je hebt een blind _ _ _ _
[Bm] opgegroeid.
_ [D] _ _ _ _ _
[Bm] Dit is in [D] Limburg het waar. _
[Bm] _ _ _ [G] _ Oh, _ _ dat doet de [A] _ allereerste vlinder _ aan.
_ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ [G] En [D] [Em] ik pruik [D] [A] het smaak, [G] [D] heb [Em] ik zelf [D] _ [A] gemaakt.
[G] _ _ [Em] _ Koelbruikluur, [D] [A] en een [D] eitje [A] _ vuur. _ _
_ _ _ [D] _ _ Gaat [G] zullen zien, _ _ [A] _ het verhaal heeft [D]
zichzelf geschreven.
_ _ En het [G] zij zoek, [A] dat moet erover in. _
[Em] _ _ _ [D] _ En al [G] die, _ _ _ [A] ik ben [D] jezelf gebleven, [G] _ _ elke [D] _
_ [G] dag [A] of nee. _ _ _
_ Leven [G] _ in de _ _ _ [A] _ brouwerij. _ _
_ _ Hier zet zich [C#m] weer een buitje weer met schoenen onderhand.
[A] Leuk nodig dat in eigen hoofd zoek in het plattelouw.
Je maakt zich daar weer op baas en zet de bloemen boete.
Met zon of zin en toek, je hebt hier voorzichtig nodig.
Je bent in het zondoel meteen in het gouden zand.
En drink hier weer zo'n buitje weer met schoenen onderhand.
Dit is de vlinder, de vlinder met beer.
Dit is de vlinder, de geer.
Dit is maar eenkele [D] [A] regies, dit [D] weer [A] _ Limburgs.
_ _ Dat is wat ik nu afrood, maak nooit meer.
Geef mij toch geen gewaarde op. _ _ _ _
Lekkerer, ik zeg het tegen al zoveel [D] [A] gevulde mensen dat je de beste [D] bent.
_ Laat [G] ze het zien, _ [A] het verhaal [G] heeft [D] zichzelf _ beschreven.
En als [G] zij _ zoeken, [A] laat dem ook [D] er _ _ overheen.
_ _ _ En [G] aan de dieren, _ [A] _ _ die [Em] _
tezelfdruk [D] [G] leven _ _ [A] [D] elke _ [Em] maand [A] een dier. _ _
_ Leef [G] met die _ [Bm] lieve _ _ [G] _ [A] _ vrouwenleen. _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
[Bm] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
[A] _ _ [D] _ _ _ _ _ [G] _
_ [A] _ _ _ _ _ [D] _ _
_ [G] _ _ [A] _ _ _ [Bm] _ _
[G] _ _ [D] _ _ _ [Am] _ _ _
_ [F#m] _ Verdaad ge [D] het [Em] wel, _ [D] _
het is echt waar, is water _ [A] veranderd in bier.
_ _ [D] _ Verdaad ge het wel, [A] _ _ [G] dan is het kloon, dan is de [D] groote [A] dag hier. _ _
[D] _ _ [F#m] _ [G] _ _ [A] _ _ _
[D] _ _ _ _ _ [G] _ _ [A] _
_ _ _ _ [D] En dan [G]
ineens [A] _ [D] zal het vogel staan, [G] glaas dat geet nou [A] de mooie. _ _ _
[D] Straks [G] als het weer, [A] _ dan [Bm] weer is [G] gedoomd, maken [D] we hem op [A] de _ grond.
Want _ [Am] zullen we [F] hem doen, en [G] een _ _ stevige [C] _ _ [G] mooie [Am] groei hem bij.
_ [F] In de zon _ [E] achter _ in [Am] de wijn, _ de _ _ donkere [F] brug, _ _ en [G] in _ _ _
[C] iedere [G] nooi in de [Am] eerste stroom, [G] dat kan ik [F] al _ [E]
in _ u.
[A] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [D] Het lief en [G] het vrij, [A] _ _ [D] dadelijk gebrug, doen [G] alles op ons [A] _ _ _
gemaakt.
[D] De [G] volle [A] maand, tegen [Bm] het [G] liefgevuld, [D] alles naar [A] eigen smaak.
_ [D] Het aroma [G]
van heem, [A] het [D] is wassen, _ zoet eigen [G] tuin, [A] alles mooi. _ _ _
[D] _ Alles [G] vandaag, [A] de [Bm] natuur ons [G] geber, we hebben [D] van alles [A] _
genoemd. _ _ _ _ _ _
_ [F#] _ _ [F] _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ [A] _ _ _ _ [G] _
[D] _ [Em] _ [D] _ [A] _ [G] _ [A] _ _ [D] _
_ Wat een [F#m] regis, _ _ [G]
hop en [D] bop mouw, _ [G] _
_ en op [D] een rente, _ [G] wat zullen onze [A] eigen _ [D] houden.
_ Met heel [F#m] veel liefde, _ [G] _
_ [D] in een groot vak, _ [G] _
_ dan [D] gaan we drijven, _ [G]
straks van [D] de _ [A] daken aan.
[G] _
_ [Em] _ [D] _ [A] _ [G] _ [A] Laat [D] hier de deksel eraf, de [Bm] hupten, de blinden, [D] _
_ _ _ vervrouwen.
_ Echt gedrukte vanaf, [Bm] dit is in [D] Limburg het waar.
_ _ _ _ _ [G] _
_ [Em] _ [D] _ [A] _ [G] _ [A] _ _ [D] _
_ Gaat [G] zullen zien, _ _ [A] _
het verhaal [G] heeft [D] zichzelf _ geschreven.
_ En [G] het zij zoek, [A] dat moet [D] erover in. _ _ _ _
[Bm] _ En [G] al die, _ _ _ [A] _
_ ik ben [G] [Bm] jezelf _ gebleven, _ vanaf het [A] begin.
_ _ [Em] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [D] _ _ De [F#m] eerste hap, _ [G] _ _ vol [D] in het schoen, _ [G] _ de [D] pakken verslaan [G] we.
Van ons, dat [A] er nooit meer [D] was.
Na [F#m] diere moment, _ _ [G] _ _ de [D] eerste kip, _ _ [G] _ dat [D] stroomde naar binnen.
_ [G] Ach, [Em] we [Bm] geven weer [A] en weer.
[G] _ [D] _ [Em] _ [D] _ [A] _
[G] _ [A] _ [D] Laat hier de deksel eraf, [Bm] de hupten, de [D] blinden, _ _ _ vervrouwen.
_ Echt gedrukte [Bm] vanaf, dit is in [D] Limburg het waar. _ _
_ _ _ [G] _ [D] _ [Em] _ [D] _ [A] _
_ _ _ [D] _ _ Gaat [G] zullen _ zien, [A] _ het [D] verhaal heeft zichzelf _ geschreven.
_ En [G] het zij zoek, [A] dat moet _ [D] erover in.
_ _ _ En [G] al die, _ _ [A] _ _ ik [G] ben jezelf gebleven, _ vanaf [A] het begin.
_ _ _ [Gm] _ [F#] _ [E] _ [D] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [A] _
_ _ Je hebt [D] een deksel, _ je hebt een blind _ _ _ _
[Bm] opgegroeid.
_ [D] _ _ _ _ _
[Bm] Dit is in [D] Limburg het waar. _
[Bm] _ _ _ [G] _ Oh, _ _ dat doet de [A] _ allereerste vlinder _ aan.
_ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ [G] En [D] [Em] ik pruik [D] [A] het smaak, [G] [D] heb [Em] ik zelf [D] _ [A] gemaakt.
[G] _ _ [Em] _ Koelbruikluur, [D] [A] en een [D] eitje [A] _ vuur. _ _
_ _ _ [D] _ _ Gaat [G] zullen zien, _ _ [A] _ het verhaal heeft [D]
zichzelf geschreven.
_ _ En het [G] zij zoek, [A] dat moet erover in. _
[Em] _ _ _ [D] _ En al [G] die, _ _ _ [A] ik ben [D] jezelf gebleven, [G] _ _ elke [D] _
_ [G] dag [A] of nee. _ _ _
_ Leven [G] _ in de _ _ _ [A] _ brouwerij. _ _
_ _ Hier zet zich [C#m] weer een buitje weer met schoenen onderhand.
[A] Leuk nodig dat in eigen hoofd zoek in het plattelouw.
Je maakt zich daar weer op baas en zet de bloemen boete.
Met zon of zin en toek, je hebt hier voorzichtig nodig.
Je bent in het zondoel meteen in het gouden zand.
En drink hier weer zo'n buitje weer met schoenen onderhand.
Dit is de vlinder, de vlinder met beer.
Dit is de vlinder, de geer.
Dit is maar eenkele [D] [A] regies, dit [D] weer [A] _ Limburgs.
_ _ Dat is wat ik nu afrood, maak nooit meer.
Geef mij toch geen gewaarde op. _ _ _ _
Lekkerer, ik zeg het tegen al zoveel [D] [A] gevulde mensen dat je de beste [D] bent.
_ Laat [G] ze het zien, _ [A] het verhaal [G] heeft [D] zichzelf _ beschreven.
En als [G] zij _ zoeken, [A] laat dem ook [D] er _ _ overheen.
_ _ _ En [G] aan de dieren, _ [A] _ _ die [Em] _
tezelfdruk [D] [G] leven _ _ [A] [D] elke _ [Em] maand [A] een dier. _ _
_ Leef [G] met die _ [Bm] lieve _ _ [G] _ [A] _ vrouwenleen. _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
[Bm] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _