Mo Ba Nin Chords by Flip Kowlier
Tempo:
78.15 bpm
Chords used:
Eb
Gm
D
Dm
G
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret

Start Jamming...
Als je vloog op zit, wil ik van je.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] [Gm]
Is iets aan je hap zijn misschien?
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Kan nu je op andere gedagen brengen?
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Iets dat je wel of zelfs nog aan bedingt.
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Er is al een eerdere geweten,
kan dat wat niet veel aan doen?
[Eb] Hè dat is al wel te zien,
te [Dm] lippen maar te [Gm] lang misselen.
Ga je niet vragen, krijg je niet weer,
enpert dan kennisjeslat.
[Eb] Van het einde naar het laatste, [Dm] met de auto [Gm] door de nacht.
Ze zei dat was voor haar te tief.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm]
[Gm] Je houdt aan niemand anders geniet.
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Ze vloog eens tot de sprake brek.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] Riep ik misschien op mijn nek.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] [Eb] [D]
[Gm] [Eb] [D] [Gm] Ik eet te veel last.
Ik ben te weinig last.
De [Eb] nacht is mijn lap.
[Dm] Ik ben een super gast.
[Gm] Het is te veel bad.
Het is te weinig bad.
[Eb] Het is zo ongezond.
[D] Ik ben met allen a's.
[Gm] Ik ben geen melobo.
Het is te melopieus.
[Eb] Het is een praatboek.
[D] Het is echt afreus.
[Gm] Het is te veel bed.
Het is te weinig bad.
[Eb] Ik heb het geheel gehad.
[Dm] Ik houd ook aan dat.
[Gm] Er is een oongeschreven bed.
Daar riem je het pak aan de vrouw.
[Eb] Ik heb alles.
Ik wil [D] helemaal niks.
Dat je het uit je houdt.
[Gm] Ik kom niet zien in de rampen.
En ik sta ook stiekem uit.
[Eb] Ik heb alles.
Ik wil [Bb] helemaal niks.
Dat je het uit je [Gm] houdt.
Ze gaat ook niet te goed vlogen.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] [Gm]
Wat is dat nou iets nodig he?
[Eb] Maar wanneer?
[Dm]
[G] Vind je me misschien een beetje dom?
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Ik kan in het water nog in orde komen.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Eb] [Gbm] [G]
[Eb] [D]
[G] [Eb] [D]
[Gm] [Eb] [D]
[Gm] Zo veel hoek zit er redelijk vol.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm]
[Gm] Het is iets aan die hoek zijn misschien.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] Ik kan me nu op andere gedagen brengen.
[Eb] Maar wanneer? Maar [D] wanneer?
[Gm] Ik sta ook wel op zaak om het aan te doen.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] [Eb] [Dm]
[Gm] [Eb] [Dm]
[Gm] [Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] [Eb] Maar wanneer?
[Dm]
[Gm] [Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm] [Eb] [D] [Gm]
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] [Gm]
Is iets aan je hap zijn misschien?
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Kan nu je op andere gedagen brengen?
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Iets dat je wel of zelfs nog aan bedingt.
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Er is al een eerdere geweten,
kan dat wat niet veel aan doen?
[Eb] Hè dat is al wel te zien,
te [Dm] lippen maar te [Gm] lang misselen.
Ga je niet vragen, krijg je niet weer,
enpert dan kennisjeslat.
[Eb] Van het einde naar het laatste, [Dm] met de auto [Gm] door de nacht.
Ze zei dat was voor haar te tief.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm]
[Gm] Je houdt aan niemand anders geniet.
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Ze vloog eens tot de sprake brek.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] Riep ik misschien op mijn nek.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] [Eb] [D]
[Gm] [Eb] [D] [Gm] Ik eet te veel last.
Ik ben te weinig last.
De [Eb] nacht is mijn lap.
[Dm] Ik ben een super gast.
[Gm] Het is te veel bad.
Het is te weinig bad.
[Eb] Het is zo ongezond.
[D] Ik ben met allen a's.
[Gm] Ik ben geen melobo.
Het is te melopieus.
[Eb] Het is een praatboek.
[D] Het is echt afreus.
[Gm] Het is te veel bed.
Het is te weinig bad.
[Eb] Ik heb het geheel gehad.
[Dm] Ik houd ook aan dat.
[Gm] Er is een oongeschreven bed.
Daar riem je het pak aan de vrouw.
[Eb] Ik heb alles.
Ik wil [D] helemaal niks.
Dat je het uit je houdt.
[Gm] Ik kom niet zien in de rampen.
En ik sta ook stiekem uit.
[Eb] Ik heb alles.
Ik wil [Bb] helemaal niks.
Dat je het uit je [Gm] houdt.
Ze gaat ook niet te goed vlogen.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] [Gm]
Wat is dat nou iets nodig he?
[Eb] Maar wanneer?
[Dm]
[G] Vind je me misschien een beetje dom?
[Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm]
Ik kan in het water nog in orde komen.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Eb] [Gbm] [G]
[Eb] [D]
[G] [Eb] [D]
[Gm] [Eb] [D]
[Gm] Zo veel hoek zit er redelijk vol.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm]
[Gm] Het is iets aan die hoek zijn misschien.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] Ik kan me nu op andere gedagen brengen.
[Eb] Maar wanneer? Maar [D] wanneer?
[Gm] Ik sta ook wel op zaak om het aan te doen.
[Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] [Eb] [Dm]
[Gm] [Eb] [Dm]
[Gm] [Eb] Maar wanneer?
[D]
[Gm] [Eb] Maar wanneer?
[Dm]
[Gm] [Eb] Maar wanneer?
[D] [Gm] [Eb] [D] [Gm]
Key:
Eb
Gm
D
Dm
G
Eb
Gm
D
Als je vloog op zit, wil ik van je.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ [Gm] _
Is iets aan je hap zijn misschien?
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm] _
Kan nu je op andere gedagen brengen?
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm] _
Iets dat je wel of zelfs nog aan bedingt.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm]
Er is al een eerdere geweten,
kan dat wat niet veel aan doen?
[Eb] Hè dat is al wel te zien,
te [Dm] lippen maar te [Gm] lang misselen.
Ga je niet vragen, krijg je niet weer,
enpert dan kennisjeslat.
[Eb] Van het einde naar het laatste, [Dm] met de auto [Gm] door de nacht.
Ze zei dat was voor haar te tief.
[Eb] Maar wanneer?
_ [Dm] _ _
[Gm] Je houdt aan niemand anders geniet.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm] _
Ze vloog eens tot de sprake brek.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] Riep ik misschien op mijn nek.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] [Gm] Ik eet te veel last.
Ik ben te weinig last.
De [Eb] nacht is mijn lap.
[Dm] Ik ben een super gast.
[Gm] Het is te veel bad.
Het is te weinig bad.
[Eb] Het is zo ongezond.
[D] Ik ben met allen a's.
[Gm] Ik ben geen melobo.
Het is te melopieus.
[Eb] Het is een praatboek.
[D] Het is echt afreus.
[Gm] Het is te veel bed.
Het is te weinig bad.
[Eb] Ik heb het geheel gehad.
[Dm] Ik houd ook aan dat.
[Gm] Er is een oongeschreven bed.
Daar riem je het pak aan de vrouw.
[Eb] Ik heb alles.
Ik wil [D] helemaal niks.
Dat je het uit je houdt.
[Gm] Ik kom niet zien in de rampen.
En ik sta ook stiekem uit.
[Eb] Ik heb alles.
Ik wil [Bb] helemaal niks.
Dat je het uit je [Gm] houdt.
Ze gaat ook niet te goed vlogen.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ [Gm] _
Wat is dat nou iets nodig he?
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ _
[G] Vind je me misschien een beetje dom?
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm] _
Ik kan in het water nog in orde komen.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _ [Gbm] _ [G] _
_ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ _
[G] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ _
[Gm] Zo veel hoek zit er redelijk vol.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ _
[Gm] Het is iets aan die hoek zijn misschien.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] Ik kan me nu op andere gedagen brengen.
[Eb] Maar wanneer? Maar [D] wanneer?
[Gm] Ik sta ook wel op zaak om het aan te doen.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [Dm] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [Dm] _ _
[Gm] _ _ _ [Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] _ _ _ [Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ _
[Gm] _ _ _ [Eb] Maar wanneer?
[D] _ _ [Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ [Gm] _
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ [Gm] _
Is iets aan je hap zijn misschien?
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm] _
Kan nu je op andere gedagen brengen?
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm] _
Iets dat je wel of zelfs nog aan bedingt.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm]
Er is al een eerdere geweten,
kan dat wat niet veel aan doen?
[Eb] Hè dat is al wel te zien,
te [Dm] lippen maar te [Gm] lang misselen.
Ga je niet vragen, krijg je niet weer,
enpert dan kennisjeslat.
[Eb] Van het einde naar het laatste, [Dm] met de auto [Gm] door de nacht.
Ze zei dat was voor haar te tief.
[Eb] Maar wanneer?
_ [Dm] _ _
[Gm] Je houdt aan niemand anders geniet.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm] _
Ze vloog eens tot de sprake brek.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] Riep ik misschien op mijn nek.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] [Gm] Ik eet te veel last.
Ik ben te weinig last.
De [Eb] nacht is mijn lap.
[Dm] Ik ben een super gast.
[Gm] Het is te veel bad.
Het is te weinig bad.
[Eb] Het is zo ongezond.
[D] Ik ben met allen a's.
[Gm] Ik ben geen melobo.
Het is te melopieus.
[Eb] Het is een praatboek.
[D] Het is echt afreus.
[Gm] Het is te veel bed.
Het is te weinig bad.
[Eb] Ik heb het geheel gehad.
[Dm] Ik houd ook aan dat.
[Gm] Er is een oongeschreven bed.
Daar riem je het pak aan de vrouw.
[Eb] Ik heb alles.
Ik wil [D] helemaal niks.
Dat je het uit je houdt.
[Gm] Ik kom niet zien in de rampen.
En ik sta ook stiekem uit.
[Eb] Ik heb alles.
Ik wil [Bb] helemaal niks.
Dat je het uit je [Gm] houdt.
Ze gaat ook niet te goed vlogen.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ [Gm] _
Wat is dat nou iets nodig he?
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ _
[G] Vind je me misschien een beetje dom?
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ [Gm] _
Ik kan in het water nog in orde komen.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _ [Gbm] _ [G] _
_ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ _
[G] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ _
[Gm] Zo veel hoek zit er redelijk vol.
[Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ _
[Gm] Het is iets aan die hoek zijn misschien.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] Ik kan me nu op andere gedagen brengen.
[Eb] Maar wanneer? Maar [D] wanneer?
[Gm] Ik sta ook wel op zaak om het aan te doen.
[Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [Dm] _ _
[Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [Dm] _ _
[Gm] _ _ _ [Eb] Maar wanneer?
[D] _ _
[Gm] _ _ _ [Eb] Maar wanneer?
[Dm] _ _
[Gm] _ _ _ [Eb] Maar wanneer?
[D] _ _ [Gm] _ _ _ _ [Eb] _ _ [D] _ [Gm] _