Alles Is Vrij Chords by Elly & Rikkert
Tempo:
136.85 bpm
Chords used:
B
E
F#
G#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[B]
Hey, ga je mee, [E] want ik [F#] weet een hele [B] fijne speeltuin.
[E] [F#] Het is een [B] pimpelpaarse speeltuin.
[E] [F#] En hij is [B] voor iedereen.
[E] [F#] Waarom gaan we [B] er heen?
Je [E] kunt er zwieren en [B] zwaaien, [E] en [B] wippen en [E] draaien.
En [B] hoog op de [E] glijbaan zie je [B] alles voorbij [E] gaan.
En [B] je hoeft nooit in [F#] de rij.
Want je kunt er aan!
[B] Alles [E] is fijn.
[B] [E]
[B] Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat werk je?
[F#] [E] [B] [E]
[F#] [B] [E]
[F#] [B] Hey, ga je [E] mee, want ik [F#] weet een hele [B] grote kermis.
[E] [F#] Het is een [B] kakelbonte kermis.
[E] [F#] En hij is [B] voor iedereen.
[F#] Waarom gaan we [B] er heen?
[E] Met toeters [B] en wellen, [E] in twee [B] karousellen.
[E] Met spekjes [B] en paardjes, [E] of blinkende [B] paardjes.
[E] En je [B] mag [F#] overal in.
[B] Alles [E] is fijn.
[B]
[E] [B] Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat [B] werk je?
[F#] [E]
[F#]
[B] [E] [F#]
[B] Hey, ga je [E] mee, want ik weet [F#] een [B] hele mooie wereld.
[E] [F#] Het is een [B] wonderlijke wereld.
[E] [F#] En hij is [B] voor iedereen.
[E] [F#] Daarom gaan we [B] er heen.
[E] Over [B] zeeën en landen, [E] naar [B] zilveren [E] stranden.
En grote [B] rivieren [E] en bossen [B] vol dieren.
[E] Tijd om [G#m] te spelen [E] en alles [B] te delen.
[E] Want niets is [B] van jou of [F#] van mij.
Hoe kom je [B]
erbij?
Alles [E] is fijn.
[B] [E] Alles is fijn.
[B] Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat werk je?
[F#] [E] Alles [F#] [B]
[E] is fijn.
[B]
[E] Kom [B] [F#] er toch [E] bij.
Wat werk je?
[F#] [E] [B] [E] [F#]
[B] [E] [B]
Hey, ga je mee, [E] want ik [F#] weet een hele [B] fijne speeltuin.
[E] [F#] Het is een [B] pimpelpaarse speeltuin.
[E] [F#] En hij is [B] voor iedereen.
[E] [F#] Waarom gaan we [B] er heen?
Je [E] kunt er zwieren en [B] zwaaien, [E] en [B] wippen en [E] draaien.
En [B] hoog op de [E] glijbaan zie je [B] alles voorbij [E] gaan.
En [B] je hoeft nooit in [F#] de rij.
Want je kunt er aan!
[B] Alles [E] is fijn.
[B] [E]
[B] Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat werk je?
[F#] [E] [B] [E]
[F#] [B] [E]
[F#] [B] Hey, ga je [E] mee, want ik [F#] weet een hele [B] grote kermis.
[E] [F#] Het is een [B] kakelbonte kermis.
[E] [F#] En hij is [B] voor iedereen.
[F#] Waarom gaan we [B] er heen?
[E] Met toeters [B] en wellen, [E] in twee [B] karousellen.
[E] Met spekjes [B] en paardjes, [E] of blinkende [B] paardjes.
[E] En je [B] mag [F#] overal in.
[B] Alles [E] is fijn.
[B]
[E] [B] Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat [B] werk je?
[F#] [E]
[F#]
[B] [E] [F#]
[B] Hey, ga je [E] mee, want ik weet [F#] een [B] hele mooie wereld.
[E] [F#] Het is een [B] wonderlijke wereld.
[E] [F#] En hij is [B] voor iedereen.
[E] [F#] Daarom gaan we [B] er heen.
[E] Over [B] zeeën en landen, [E] naar [B] zilveren [E] stranden.
En grote [B] rivieren [E] en bossen [B] vol dieren.
[E] Tijd om [G#m] te spelen [E] en alles [B] te delen.
[E] Want niets is [B] van jou of [F#] van mij.
Hoe kom je [B]
erbij?
Alles [E] is fijn.
[B] [E] Alles is fijn.
[B] Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat werk je?
[F#] [E] Alles [F#] [B]
[E] is fijn.
[B]
[E] Kom [B] [F#] er toch [E] bij.
Wat werk je?
[F#] [E] [B] [E] [F#]
[B] [E] [B]
Key:
B
E
F#
G#m
B
E
F#
G#m
[B] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Hey, ga je mee, [E] want ik [F#] weet een hele [B] fijne _ speeltuin.
[E] _ [F#] Het is een [B] pimpelpaarse _ speeltuin.
[E] _ [F#] En hij is [B] voor iedereen.
_ [E] _ [F#] Waarom gaan we [B] er heen?
Je [E] kunt er zwieren en [B] zwaaien, [E] en [B] wippen en [E] draaien.
En [B] hoog op de [E] glijbaan zie je [B] alles voorbij [E] gaan.
En [B] je hoeft nooit in [F#] de rij.
Want je kunt er aan! _ _ _
[B] _ _ Alles [E] is fijn. _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat werk je?
[F#] _ [E] _ _ [B] _ _ [E] _ _
[F#] _ _ _ _ [B] _ _ [E] _ _
[F#] _ _ _ _ [B] Hey, ga je [E] mee, want ik [F#] weet een hele [B] grote _ kermis.
[E] _ [F#] Het is een [B] kakelbonte _ kermis.
[E] _ [F#] En hij is [B] voor _ iedereen.
_ [F#] Waarom gaan we [B] er heen?
[E] Met toeters [B] en wellen, [E] in twee [B] karousellen.
[E] Met spekjes [B] en paardjes, [E] of blinkende [B] paardjes.
[E] En je [B] mag [F#] overal in. _ _
_ _ _ [B] _ _ _ Alles [E] is fijn.
_ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ [B] Kom _ er [F#] toch bij.
[E] Wat [B] werk je?
[F#] _ _ [E] _
_ _ _ _ [F#] _ _ _ _
[B] _ _ [E] _ _ [F#] _ _ _ _
[B] Hey, ga je [E] mee, want ik weet [F#] een [B] hele mooie wereld.
_ [E] [F#] Het is een [B] wonderlijke _ wereld.
_ [E] [F#] En hij is [B] voor _ iedereen.
[E] _ [F#] Daarom gaan we [B] er heen.
[E] Over [B] zeeën en landen, [E] naar [B] zilveren [E] stranden.
En grote [B] rivieren [E] en bossen [B] vol dieren.
[E] Tijd om [G#m] te spelen [E] en alles [B] te delen.
[E] Want niets is [B] van jou of [F#] van mij.
Hoe kom je _ [B]
erbij?
_ Alles [E] is fijn. _
[B] _ _ _ [E] Alles is fijn. _
[B] _ _ Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat werk je?
[F#] _ _ [E] _ _ _ Alles [F#] _ _ _ _ [B] _ _ _
[E] is fijn.
_ [B] _ _ _ _
[E] _ _ Kom [B] _ _ [F#] er toch [E] bij.
Wat werk je?
[F#] _ [E] _ _ [B] _ _ [E] _ _ [F#] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ [B] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Hey, ga je mee, [E] want ik [F#] weet een hele [B] fijne _ speeltuin.
[E] _ [F#] Het is een [B] pimpelpaarse _ speeltuin.
[E] _ [F#] En hij is [B] voor iedereen.
_ [E] _ [F#] Waarom gaan we [B] er heen?
Je [E] kunt er zwieren en [B] zwaaien, [E] en [B] wippen en [E] draaien.
En [B] hoog op de [E] glijbaan zie je [B] alles voorbij [E] gaan.
En [B] je hoeft nooit in [F#] de rij.
Want je kunt er aan! _ _ _
[B] _ _ Alles [E] is fijn. _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat werk je?
[F#] _ [E] _ _ [B] _ _ [E] _ _
[F#] _ _ _ _ [B] _ _ [E] _ _
[F#] _ _ _ _ [B] Hey, ga je [E] mee, want ik [F#] weet een hele [B] grote _ kermis.
[E] _ [F#] Het is een [B] kakelbonte _ kermis.
[E] _ [F#] En hij is [B] voor _ iedereen.
_ [F#] Waarom gaan we [B] er heen?
[E] Met toeters [B] en wellen, [E] in twee [B] karousellen.
[E] Met spekjes [B] en paardjes, [E] of blinkende [B] paardjes.
[E] En je [B] mag [F#] overal in. _ _
_ _ _ [B] _ _ _ Alles [E] is fijn.
_ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ [B] Kom _ er [F#] toch bij.
[E] Wat [B] werk je?
[F#] _ _ [E] _
_ _ _ _ [F#] _ _ _ _
[B] _ _ [E] _ _ [F#] _ _ _ _
[B] Hey, ga je [E] mee, want ik weet [F#] een [B] hele mooie wereld.
_ [E] [F#] Het is een [B] wonderlijke _ wereld.
_ [E] [F#] En hij is [B] voor _ iedereen.
[E] _ [F#] Daarom gaan we [B] er heen.
[E] Over [B] zeeën en landen, [E] naar [B] zilveren [E] stranden.
En grote [B] rivieren [E] en bossen [B] vol dieren.
[E] Tijd om [G#m] te spelen [E] en alles [B] te delen.
[E] Want niets is [B] van jou of [F#] van mij.
Hoe kom je _ [B]
erbij?
_ Alles [E] is fijn. _
[B] _ _ _ [E] Alles is fijn. _
[B] _ _ Kom er [F#] toch bij.
[E] Wat werk je?
[F#] _ _ [E] _ _ _ Alles [F#] _ _ _ _ [B] _ _ _
[E] is fijn.
_ [B] _ _ _ _
[E] _ _ Kom [B] _ _ [F#] er toch [E] bij.
Wat werk je?
[F#] _ [E] _ _ [B] _ _ [E] _ _ [F#] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ [B] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _