Chords for WIMMIE - DE RING DIE JIJ DRAAGT
Tempo:
102.25 bpm
Chords used:
Eb
Ab
Db
Fm
Bbm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Ab]
En toen ik ging, [Db] zij zei nog ik [Eb] wacht hier op jou, waar je ook bent, ik blijf je [Ab] trouw.
[Eb] [Fm] Ik schreef haar vaak, maar toch een [Db] brief kwam nooit van [Bbm] haar, maar [Ab] geloof me dit had ik [Cm] van [Eb] jou niet [Ab] verwacht.
[Eb] [Ab] Jij was mijn vriend, [Fm] jij leerde [Eb] haar kennen door mij, jij weet hoeveel ik van [Ab] haar hou.
[Eb] [Fm] En nu kom ik thuis, en daar voor [Db] haar deur sta jij [Bbm] dan, en [Ab] direct zie ik aan [Eb] jouw hand, jij draagt [Ab] haar ring, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan jouw hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen,
[Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis [Eb] en de plaats is [Ab]
bezet, ik [Db] [Eb] herkende meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij ooit [Db]
[Eb] gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb] leven, [Fm] [Db] iedereen weet we [Eb] zijn uit [Ab] elkaar, want [Db] de ring die jij [Ab] draagt is van haar.
[Db] [Eb]
[Ab] Als jij haar ziet, zeg haar dan [Eb] dat ik er weer ben,
[Ab] [Eb] en zeg dan dat ik haar [Ab] wel ben,
[Eb] [Fm] maar zeg niet dat ik veel [Db] verdriet om haar [Bbm]
had,
[Ab] ook al begrijp ik niet [Fm] wat [Eb] er met ons is [Ab] gebeurd, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan jouw hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen, [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis en [Eb] de plaats [Ab] is bezet, [Db] ik herkende [Eb] meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven, [Fm] [Db] iedereen weet [Eb] we zijn [Ab] uit elkaar,
[Db] want de ring die [Eb] jij [Ab] draagt aan jouw hand, heb ik [Db] ooit [Eb] gedragen, [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
[Db] Ik kom thuis en [Eb] de plaats [Ab] is bezet, [Db] ik herkende [Eb] meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven, [Fm] [Db] iedereen weet [Eb] we zijn [Ab] uit elkaar, [Db] want de ring die [Eb] jij draagt [Ab] is van haar.
[Db] [Eb] [Ab]
En toen ik ging, [Db] zij zei nog ik [Eb] wacht hier op jou, waar je ook bent, ik blijf je [Ab] trouw.
[Eb] [Fm] Ik schreef haar vaak, maar toch een [Db] brief kwam nooit van [Bbm] haar, maar [Ab] geloof me dit had ik [Cm] van [Eb] jou niet [Ab] verwacht.
[Eb] [Ab] Jij was mijn vriend, [Fm] jij leerde [Eb] haar kennen door mij, jij weet hoeveel ik van [Ab] haar hou.
[Eb] [Fm] En nu kom ik thuis, en daar voor [Db] haar deur sta jij [Bbm] dan, en [Ab] direct zie ik aan [Eb] jouw hand, jij draagt [Ab] haar ring, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan jouw hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen,
[Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis [Eb] en de plaats is [Ab]
bezet, ik [Db] [Eb] herkende meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij ooit [Db]
[Eb] gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb] leven, [Fm] [Db] iedereen weet we [Eb] zijn uit [Ab] elkaar, want [Db] de ring die jij [Ab] draagt is van haar.
[Db] [Eb]
[Ab] Als jij haar ziet, zeg haar dan [Eb] dat ik er weer ben,
[Ab] [Eb] en zeg dan dat ik haar [Ab] wel ben,
[Eb] [Fm] maar zeg niet dat ik veel [Db] verdriet om haar [Bbm]
had,
[Ab] ook al begrijp ik niet [Fm] wat [Eb] er met ons is [Ab] gebeurd, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan jouw hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen, [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis en [Eb] de plaats [Ab] is bezet, [Db] ik herkende [Eb] meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven, [Fm] [Db] iedereen weet [Eb] we zijn [Ab] uit elkaar,
[Db] want de ring die [Eb] jij [Ab] draagt aan jouw hand, heb ik [Db] ooit [Eb] gedragen, [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
[Db] Ik kom thuis en [Eb] de plaats [Ab] is bezet, [Db] ik herkende [Eb] meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven, [Fm] [Db] iedereen weet [Eb] we zijn [Ab] uit elkaar, [Db] want de ring die [Eb] jij draagt [Ab] is van haar.
[Db] [Eb] [Ab]
Key:
Eb
Ab
Db
Fm
Bbm
Eb
Ab
Db
_ [Ab] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ En toen ik ging, [Db] zij zei nog ik [Eb] wacht hier op jou, _ _ waar je ook bent, ik blijf je [Ab] _ trouw. _
_ [Eb] [Fm] Ik schreef haar vaak, maar toch een [Db] brief kwam nooit van [Bbm] haar, _ maar [Ab] geloof me dit had ik [Cm] van [Eb] jou niet [Ab] _ verwacht. _
[Eb] _ [Ab] Jij was mijn vriend, [Fm] jij leerde [Eb] haar kennen door mij, _ _ jij weet hoeveel _ ik van [Ab] haar hou. _
_ [Eb] [Fm] En nu kom ik thuis, en daar voor [Db] haar deur sta jij [Bbm] dan, en [Ab] direct zie ik aan [Eb] jouw hand, jij draagt [Ab] haar ring, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan jouw hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen, _
_ [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis [Eb] en de plaats is [Ab]
bezet, ik [Db] [Eb] herkende meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij ooit [Db] _
[Eb] gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb] leven, [Fm] _ _ [Db] iedereen weet we [Eb] zijn uit [Ab] elkaar, want [Db] de ring die jij [Ab] draagt is van haar. _ _
_ _ [Db] _ [Eb] _ _ _
_ [Ab] Als jij haar ziet, zeg haar dan [Eb] dat ik er weer ben, _
_ [Ab] [Eb] en zeg dan dat _ ik haar [Ab] wel ben, _
_ [Eb] [Fm] maar zeg niet dat ik veel [Db] verdriet om haar [Bbm]
had,
[Ab] ook al begrijp ik niet [Fm] wat [Eb] er met ons is [Ab] gebeurd, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan jouw hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen, _ _ [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis en [Eb] de plaats [Ab] is bezet, [Db] ik herkende [Eb] meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij [Db] ooit _ [Eb] gegeven.
_ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven, [Fm] _ _ [Db] iedereen weet [Eb] we zijn [Ab] uit elkaar,
[Db] want de ring die [Eb] jij [Ab] draagt _ aan jouw hand, heb ik [Db] ooit [Eb] gedragen, _ _ [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
_ [Db] Ik kom thuis en [Eb] de plaats [Ab] is bezet, [Db] ik herkende [Eb] meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven, [Fm] _ _ [Db] iedereen weet [Eb] we zijn [Ab] uit elkaar, [Db] want de ring die [Eb] jij draagt [Ab] is van haar. _ _
_ _ [Db] _ _ [Eb] _ [Ab] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ En toen ik ging, [Db] zij zei nog ik [Eb] wacht hier op jou, _ _ waar je ook bent, ik blijf je [Ab] _ trouw. _
_ [Eb] [Fm] Ik schreef haar vaak, maar toch een [Db] brief kwam nooit van [Bbm] haar, _ maar [Ab] geloof me dit had ik [Cm] van [Eb] jou niet [Ab] _ verwacht. _
[Eb] _ [Ab] Jij was mijn vriend, [Fm] jij leerde [Eb] haar kennen door mij, _ _ jij weet hoeveel _ ik van [Ab] haar hou. _
_ [Eb] [Fm] En nu kom ik thuis, en daar voor [Db] haar deur sta jij [Bbm] dan, en [Ab] direct zie ik aan [Eb] jouw hand, jij draagt [Ab] haar ring, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan jouw hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen, _
_ [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis [Eb] en de plaats is [Ab]
bezet, ik [Db] [Eb] herkende meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij ooit [Db] _
[Eb] gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb] leven, [Fm] _ _ [Db] iedereen weet we [Eb] zijn uit [Ab] elkaar, want [Db] de ring die jij [Ab] draagt is van haar. _ _
_ _ [Db] _ [Eb] _ _ _
_ [Ab] Als jij haar ziet, zeg haar dan [Eb] dat ik er weer ben, _
_ [Ab] [Eb] en zeg dan dat _ ik haar [Ab] wel ben, _
_ [Eb] [Fm] maar zeg niet dat ik veel [Db] verdriet om haar [Bbm]
had,
[Ab] ook al begrijp ik niet [Fm] wat [Eb] er met ons is [Ab] gebeurd, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan jouw hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen, _ _ [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis en [Eb] de plaats [Ab] is bezet, [Db] ik herkende [Eb] meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij [Db] ooit _ [Eb] gegeven.
_ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven, [Fm] _ _ [Db] iedereen weet [Eb] we zijn [Ab] uit elkaar,
[Db] want de ring die [Eb] jij [Ab] draagt _ aan jouw hand, heb ik [Db] ooit [Eb] gedragen, _ _ [Ab] de ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
_ [Db] Ik kom thuis en [Eb] de plaats [Ab] is bezet, [Db] ik herkende [Eb] meteen, [Ab] de ring die jij draagt, die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven, [Fm] _ _ [Db] iedereen weet [Eb] we zijn [Ab] uit elkaar, [Db] want de ring die [Eb] jij draagt [Ab] is van haar. _ _
_ _ [Db] _ _ [Eb] _ [Ab] _
_ _ _ _ _ _