Chords for De Zevende Hemel Cast - Avond
Tempo:
103 bpm
Chords used:
F
C
G
Am
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F] [Am] Hier heb je niets meer aan te trekken en te hopen [C] dat je iets verdient.
[Am] Laat buiten de stormwind nu maar razen in het [F] onderwoud,
want binnen hier wordt het warm, [G] het bleek te voelen.
[C] Onze land ziet het, [Em] kijken waar de regen valt, [F] ik zie het vuur van je lucht.
[Em] [G] En het [E] einde zit dan,
[Am] want je kunt het niet zeker [C] weten [F] en alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik [C] geloof, [F] ik geloof, [C] in jou.
En [Am] als je smorgens opstaat, dan ik bij je, en misschien [C] heb ik dan tegenzet.
[Am] En als de zon schijnt buiten, gaan we loppen door de [F] heuvels, en over het regen.
[G]
[C] De langzaam pakkerwanden zweven door de tuin, [F] ik zie het licht door de gordijnen,
[G] en ik weet, [E] verleden geeft geen zekerheid.
[Am] Want je kunt het niet zeker weten, [F] en alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
Ik geloof, [G] ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
[F]
[Em] [Dm]
[C] [F]
[Em] [Dm]
[C] [B] [F]
[E] [B] [F]
[E] [B] [F]
[E] [Dm] [F]
[E]
[Am] [G]
[Am] Ik doe de lichten uit, en de kamer wordt nu donker, en straatland daar in buiten [G] geeft wat licht.
[Am] En de dingen in de kamer, voor de vrienden die gaan slapen, de stoelen staan te wachten [G] op ton bij.
[Am] En morgen word ik makker, met de geur van brood en poos, [G] de glans van het gouden zonlicht [E] in jouw haar.
[Am] Alle kozen in de kamer, ik zeg goedenavond, [C] vanavond gaat het bed, [G] morgen [E] zullen we zien.
[A] Maar die dingen in de kamer, [E] zouden levenloze dingen [D] zijn, [A] zonder jou.
[Am] En je kunt het niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, [C] in jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
[Am] En je kunt het niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in jou en [C] mij.
[Am] Laat buiten de stormwind nu maar razen in het [F] onderwoud,
want binnen hier wordt het warm, [G] het bleek te voelen.
[C] Onze land ziet het, [Em] kijken waar de regen valt, [F] ik zie het vuur van je lucht.
[Em] [G] En het [E] einde zit dan,
[Am] want je kunt het niet zeker [C] weten [F] en alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik [C] geloof, [F] ik geloof, [C] in jou.
En [Am] als je smorgens opstaat, dan ik bij je, en misschien [C] heb ik dan tegenzet.
[Am] En als de zon schijnt buiten, gaan we loppen door de [F] heuvels, en over het regen.
[G]
[C] De langzaam pakkerwanden zweven door de tuin, [F] ik zie het licht door de gordijnen,
[G] en ik weet, [E] verleden geeft geen zekerheid.
[Am] Want je kunt het niet zeker weten, [F] en alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
Ik geloof, [G] ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
[F]
[Em] [Dm]
[C] [F]
[Em] [Dm]
[C] [B] [F]
[E] [B] [F]
[E] [B] [F]
[E] [Dm] [F]
[E]
[Am] [G]
[Am] Ik doe de lichten uit, en de kamer wordt nu donker, en straatland daar in buiten [G] geeft wat licht.
[Am] En de dingen in de kamer, voor de vrienden die gaan slapen, de stoelen staan te wachten [G] op ton bij.
[Am] En morgen word ik makker, met de geur van brood en poos, [G] de glans van het gouden zonlicht [E] in jouw haar.
[Am] Alle kozen in de kamer, ik zeg goedenavond, [C] vanavond gaat het bed, [G] morgen [E] zullen we zien.
[A] Maar die dingen in de kamer, [E] zouden levenloze dingen [D] zijn, [A] zonder jou.
[Am] En je kunt het niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, [C] in jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
[Am] En je kunt het niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in jou en [C] mij.
Key:
F
C
G
Am
E
F
C
G
[F] _ _ _ _ [Am] Hier heb je niets meer aan te trekken en te hopen [C] dat je iets verdient.
_ _ _ _ [Am] Laat buiten de stormwind nu maar razen in het [F] onderwoud,
want binnen hier wordt het warm, [G] het bleek te voelen.
[C] Onze land ziet het, [Em] kijken waar de regen valt, [F] ik zie het vuur van je lucht.
[Em] _ [G] _ En het [E] einde zit dan,
_ _ _ _ [Am] want je kunt het niet zeker [C] weten [F] en alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik [C] geloof, [F] ik geloof, [C] in jou. _ _ _ _ _
En [Am] als je smorgens opstaat, dan ik bij je, en misschien [C] heb ik dan tegenzet. _ _ _ _
[Am] En als de zon schijnt buiten, gaan we loppen door de [F] heuvels, en over het regen.
_ [G] _ _ _
_ [C] De langzaam pakkerwanden zweven door de tuin, [F] ik zie het licht door de gordijnen,
[G] en ik weet, _ [E] verleden geeft geen zekerheid. _ _ _
[Am] Want je kunt het niet zeker weten, [F] en alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
Ik geloof, _ _ [G] _ ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij. _
_ _ _ _ _ [F] _ _ _
_ [Em] _ _ _ _ [Dm] _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [F] _ _ _
_ [Em] _ _ _ _ [Dm] _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [B] _ _ [F] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [F] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [F] _
_ [E] _ _ _ _ [Dm] _ _ [F] _
_ [E] _ _ _ _ _ _ _
[Am] _ _ _ _ _ _ _ [G] _
[Am] Ik doe de lichten uit, en de kamer wordt nu donker, en straatland daar in buiten [G] geeft wat licht. _
[Am] En de dingen in de kamer, voor de vrienden die gaan slapen, de stoelen staan te wachten [G] op ton bij. _
[Am] En morgen word ik makker, met de geur van brood en poos, [G] de glans van het gouden zonlicht [E] in jouw haar.
[Am] Alle kozen in de kamer, ik zeg goedenavond, [C] vanavond gaat het bed, [G] morgen [E] zullen we zien.
[A] Maar die dingen in de kamer, [E] zouden levenloze dingen [D] zijn, _ _ [A] zonder jou. _
[Am] En je kunt het niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, [C] in jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
[Am] En je kunt het niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, _ in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in jou en [C] mij.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Am] Laat buiten de stormwind nu maar razen in het [F] onderwoud,
want binnen hier wordt het warm, [G] het bleek te voelen.
[C] Onze land ziet het, [Em] kijken waar de regen valt, [F] ik zie het vuur van je lucht.
[Em] _ [G] _ En het [E] einde zit dan,
_ _ _ _ [Am] want je kunt het niet zeker [C] weten [F] en alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik [C] geloof, [F] ik geloof, [C] in jou. _ _ _ _ _
En [Am] als je smorgens opstaat, dan ik bij je, en misschien [C] heb ik dan tegenzet. _ _ _ _
[Am] En als de zon schijnt buiten, gaan we loppen door de [F] heuvels, en over het regen.
_ [G] _ _ _
_ [C] De langzaam pakkerwanden zweven door de tuin, [F] ik zie het licht door de gordijnen,
[G] en ik weet, _ [E] verleden geeft geen zekerheid. _ _ _
[Am] Want je kunt het niet zeker weten, [F] en alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
Ik geloof, _ _ [G] _ ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij. _
_ _ _ _ _ [F] _ _ _
_ [Em] _ _ _ _ [Dm] _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [F] _ _ _
_ [Em] _ _ _ _ [Dm] _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [B] _ _ [F] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [F] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [F] _
_ [E] _ _ _ _ [Dm] _ _ [F] _
_ [E] _ _ _ _ _ _ _
[Am] _ _ _ _ _ _ _ [G] _
[Am] Ik doe de lichten uit, en de kamer wordt nu donker, en straatland daar in buiten [G] geeft wat licht. _
[Am] En de dingen in de kamer, voor de vrienden die gaan slapen, de stoelen staan te wachten [G] op ton bij. _
[Am] En morgen word ik makker, met de geur van brood en poos, [G] de glans van het gouden zonlicht [E] in jouw haar.
[Am] Alle kozen in de kamer, ik zeg goedenavond, [C] vanavond gaat het bed, [G] morgen [E] zullen we zien.
[A] Maar die dingen in de kamer, [E] zouden levenloze dingen [D] zijn, _ _ [A] zonder jou. _
[Am] En je kunt het niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, [C] in jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in [C] jou en mij.
[Am] En je kunt het niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij,
maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, _ in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof, in jou en [C] mij.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _