Avond-Boudewijn De Groot. songtekst Chords
Tempo:
98.25 bpm
Chords used:
C
G
F
Am
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C]
[G] [C]
[G] [Am] Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken [Em] en te [C] hopen dat je lichten doet.
[G] [Am] Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker, [F] want binnen is het warm en [G] licht en goed.
[C]
Hand in [G] hand naar buiten kijken waar de regen [F] valt, ik zie het vuur van hoop en [G] twijfel in je ogen.
En ik ken [E] je diepste angst, [F#] [E] [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij.
Maar [C] ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in [C] jou en mij.
[G] [Am] En als je smorgens opstaat ben ik bij je en [C] misschien heb ik al tegenzet.
[Am] En als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen [F] en als het regent gaan we [G] terug in bed.
[Em] Uren langzaam wakker worden, zweven door de tijd, [F] ik zie het licht door de gordijnen en [G] ik weet, verleden [E] geeft geen zekerheid.
[Am] Want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij.
Maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof in jou [C] en mij.
Ik [Am]
[Em] [Dm]
[Am] [D] [C] [Am]
[Em] [F]
[C]
[B] [Dm] [E]
[B] [Dm] [E]
[B] [F] [E]
[B] [F] [E]
[Am]
doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker en straatlantaarn buiten [G] geeft wat licht.
[Am] En de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen, de stoelen staan te wachten [G] op de ontwijp.
[Am] En morgen word ik wakker met de geur van brood en honing, [G] de glans van het gouden zonlicht [E] in jouw haar.
En [Am] de dingen in [C] de kamer, [F#] ik zet ze wel [F] te rusten, [C] vanavond gaan we slapen [G] en morgen zien [E] we wel.
[A] Maar de dingen in de kamer [E] zouden levenloze dingen [D] zijn zonder [A] jou.
[Am] En je kunt niet zeker weten [F] want alles gaat voorbij.
[C] Maar ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, ik [F] geloof [C] in jou en mij.
[Am] En je kunt niet zeker weten [F] want alles gaat voorbij.
[C] Maar ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik geloof, ik [F] geloof in [C] jou en mij.
[G] [C]
[G] [Am] Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken [Em] en te [C] hopen dat je lichten doet.
[G] [Am] Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker, [F] want binnen is het warm en [G] licht en goed.
[C]
Hand in [G] hand naar buiten kijken waar de regen [F] valt, ik zie het vuur van hoop en [G] twijfel in je ogen.
En ik ken [E] je diepste angst, [F#] [E] [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij.
Maar [C] ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in [C] jou en mij.
[G] [Am] En als je smorgens opstaat ben ik bij je en [C] misschien heb ik al tegenzet.
[Am] En als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen [F] en als het regent gaan we [G] terug in bed.
[Em] Uren langzaam wakker worden, zweven door de tijd, [F] ik zie het licht door de gordijnen en [G] ik weet, verleden [E] geeft geen zekerheid.
[Am] Want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij.
Maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof in jou [C] en mij.
Ik [Am]
[Em] [Dm]
[Am] [D] [C] [Am]
[Em] [F]
[C]
[B] [Dm] [E]
[B] [Dm] [E]
[B] [F] [E]
[B] [F] [E]
[Am]
doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker en straatlantaarn buiten [G] geeft wat licht.
[Am] En de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen, de stoelen staan te wachten [G] op de ontwijp.
[Am] En morgen word ik wakker met de geur van brood en honing, [G] de glans van het gouden zonlicht [E] in jouw haar.
En [Am] de dingen in [C] de kamer, [F#] ik zet ze wel [F] te rusten, [C] vanavond gaan we slapen [G] en morgen zien [E] we wel.
[A] Maar de dingen in de kamer [E] zouden levenloze dingen [D] zijn zonder [A] jou.
[Am] En je kunt niet zeker weten [F] want alles gaat voorbij.
[C] Maar ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, ik [F] geloof [C] in jou en mij.
[Am] En je kunt niet zeker weten [F] want alles gaat voorbij.
[C] Maar ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik geloof, ik [F] geloof in [C] jou en mij.
Key:
C
G
F
Am
E
C
G
F
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[G] _ [C] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] [Am] Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken [Em] en te [C] hopen dat je lichten doet.
_ _ _ _ _ [G] [Am] Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker, [F] want binnen is het warm en [G] licht en goed.
_ _ [C]
Hand in [G] hand naar buiten kijken waar de regen [F] valt, ik zie het vuur van hoop en [G] twijfel in je ogen.
En ik ken [E] je diepste angst, [F#] _ [E] _ _ [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij.
Maar [C] ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in [C] jou en mij. _ _ _
_ _ [G] [Am] En als je smorgens opstaat ben ik bij je en [C] misschien heb ik al tegenzet. _ _
_ _ [Am] En als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen [F] en als het regent gaan we [G] terug in bed.
_ _ [Em] Uren langzaam wakker worden, zweven door de tijd, [F] ik zie het licht door de gordijnen en [G] ik weet, verleden [E] geeft geen zekerheid. _ _
_ _ [Am] Want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij.
Maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof in jou [C] en mij.
Ik _ _ _ _ _ [Am] _
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [Dm] _
[Am] _ _ [D] _ [C] _ _ _ _ [Am] _
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [F] _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
[B] _ _ [Dm] _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ [Dm] _ _ [E] _ _ _ _
_ [B] _ _ [F] _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ [F] _ _ [E] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [Am] _ _ _
_ _ _ _ _ doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker en straatlantaarn buiten [G] geeft wat licht.
_ [Am] En de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen, de stoelen staan te wachten [G] op de ontwijp.
_ [Am] En morgen word ik wakker met de geur van brood en honing, [G] de glans van het gouden zonlicht [E] in jouw haar.
En [Am] de dingen in [C] de kamer, [F#] ik zet ze wel [F] te rusten, [C] vanavond gaan we slapen [G] en morgen zien [E] we wel.
[A] Maar de dingen in de kamer [E] zouden levenloze dingen [D] zijn _ _ zonder [A] jou.
[Am] En je kunt niet zeker weten [F] want alles gaat voorbij.
[C] Maar ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, ik [F] _ geloof [C] in jou en mij.
[Am] En je kunt niet zeker weten [F] want alles gaat voorbij.
[C] Maar ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik geloof, ik [F] geloof _ in [C] jou en mij. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[G] _ [C] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] [Am] Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken [Em] en te [C] hopen dat je lichten doet.
_ _ _ _ _ [G] [Am] Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker, [F] want binnen is het warm en [G] licht en goed.
_ _ [C]
Hand in [G] hand naar buiten kijken waar de regen [F] valt, ik zie het vuur van hoop en [G] twijfel in je ogen.
En ik ken [E] je diepste angst, [F#] _ [E] _ _ [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij.
Maar [C] ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in [C] jou en mij. _ _ _
_ _ [G] [Am] En als je smorgens opstaat ben ik bij je en [C] misschien heb ik al tegenzet. _ _
_ _ [Am] En als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen [F] en als het regent gaan we [G] terug in bed.
_ _ [Em] Uren langzaam wakker worden, zweven door de tijd, [F] ik zie het licht door de gordijnen en [G] ik weet, verleden [E] geeft geen zekerheid. _ _
_ _ [Am] Want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij.
Maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof in jou [C] en mij.
Ik _ _ _ _ _ [Am] _
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [Dm] _
[Am] _ _ [D] _ [C] _ _ _ _ [Am] _
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [F] _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
[B] _ _ [Dm] _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ [Dm] _ _ [E] _ _ _ _
_ [B] _ _ [F] _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ [F] _ _ [E] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [Am] _ _ _
_ _ _ _ _ doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker en straatlantaarn buiten [G] geeft wat licht.
_ [Am] En de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen, de stoelen staan te wachten [G] op de ontwijp.
_ [Am] En morgen word ik wakker met de geur van brood en honing, [G] de glans van het gouden zonlicht [E] in jouw haar.
En [Am] de dingen in [C] de kamer, [F#] ik zet ze wel [F] te rusten, [C] vanavond gaan we slapen [G] en morgen zien [E] we wel.
[A] Maar de dingen in de kamer [E] zouden levenloze dingen [D] zijn _ _ zonder [A] jou.
[Am] En je kunt niet zeker weten [F] want alles gaat voorbij.
[C] Maar ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, ik [F] _ geloof [C] in jou en mij.
[Am] En je kunt niet zeker weten [F] want alles gaat voorbij.
[C] Maar ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik geloof, ik [F] geloof _ in [C] jou en mij. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _