Vrijgezel Chords by Boudewijn De Groot
Tempo:
149.45 bpm
Chords used:
D
A
G
Bm
F#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
Er was een [A] tijd voor ik jou kende, dat [D] ik leeg maar [Bm] vol ellende vloekend op de hele bende, in een kroeg te [F#m] wachten zat, [D] tot het meisje van mijn dromen op een dag [Bm] voorbij zou komen, [F#] en ik liet mijn [B] tranen [D] stromen als ik weer een kater had,
[A] en dat mijn [D] geliefde vrienden [G] waarmee ik te [A] muzen diende, en geen rode [D] cent verdiende, [E] ook al had ik nee gezegd,
[D] z'avond zijn we aan hem gelopen om een kraantje [G] aan te knopen, [F#] en als mooie [Bm] ganstaal bezopen [Em] op de [D] stoep werd hem verlegd.
Er was een tijd [A] dat ik het meeste [D] te vertellen [G] had op feesten, [F#] waar ik met [Bm] verlichte geesten [E] vaak de [A] politiek besprak,
[D] waarin bij ons nooit vergisten mensen die het [G] beter wisten, [F#] waren [Bm] allemaal fascisten die het [D] aan verstand opbrak.
[F#m] Toen ik naar mijn [D] navel staarde [G] en mijn communist [A] verklaarde, en met alle [D] andere waarden [E] op de bom te [A] wachten zat,
[D] toen die man niet wilde vallen, hoorde men als [G] goede gelallen, [F#] en we lagen [Bm] met zijn alle [G] wereld [D] vredig op de mat.
In die tijd kon ik de vrouwen met een [G] kernhoofd beschouwen, [F#] en ik wilde [Bm] niet meer trouwen, [E] want het kwam me niet [A] van pas,
[D] wilde enkel [A] samenwonen [D] met een [G] zwartgeklede schone, [F#] om de [Bm] burgerij te tonen [G] hoe [D] randenkend ik wel was.
[A] Maar het was niet [D] te vermijden [G] dat ik eenzaam [A] was bij tijden, zodat ik [D] vertwijfeld vrijde [A] met een meisje van palet,
[D] welke schoonheid [A] snel verdorde, [D] smorgend bij het [G] wakker worden, [F#] met de peuken [Bm] op de borden [G] en de kruimels [D] in het wet.
[G] [A]
[D] Op een dag kwam ik jou [A] tegen, lief en [D] klein en zo [G] verlegen,
[F#] druipend in de lente [Bm]
regen, in de [E] grote vreemde [A] stad.
Jij [D] wist niets van [A] provoceren, en je [D] wilde me [G] bekeren, [F#] en ik liet me [Bm] alles leren als [G] ik [A] maar jouw [D] liefde had.
[A] Nu zit ik de [D] krant te lezen [G] en een [A] burgerman te wezen, ik hoef geen honger [D] meer te vrezen, [E] maar toch denk ik [F#m] soms wel eens mee.
[D] En de tijd [A] voel ik jou dan, de [D]
[G] antrofieke ellende [F#] aan de [Bm] artistieke bende [G] van de goede [A] oude [D] tijd.
[G] [A] [D]
Er was een [A] tijd voor ik jou kende, dat [D] ik leeg maar [Bm] vol ellende vloekend op de hele bende, in een kroeg te [F#m] wachten zat, [D] tot het meisje van mijn dromen op een dag [Bm] voorbij zou komen, [F#] en ik liet mijn [B] tranen [D] stromen als ik weer een kater had,
[A] en dat mijn [D] geliefde vrienden [G] waarmee ik te [A] muzen diende, en geen rode [D] cent verdiende, [E] ook al had ik nee gezegd,
[D] z'avond zijn we aan hem gelopen om een kraantje [G] aan te knopen, [F#] en als mooie [Bm] ganstaal bezopen [Em] op de [D] stoep werd hem verlegd.
Er was een tijd [A] dat ik het meeste [D] te vertellen [G] had op feesten, [F#] waar ik met [Bm] verlichte geesten [E] vaak de [A] politiek besprak,
[D] waarin bij ons nooit vergisten mensen die het [G] beter wisten, [F#] waren [Bm] allemaal fascisten die het [D] aan verstand opbrak.
[F#m] Toen ik naar mijn [D] navel staarde [G] en mijn communist [A] verklaarde, en met alle [D] andere waarden [E] op de bom te [A] wachten zat,
[D] toen die man niet wilde vallen, hoorde men als [G] goede gelallen, [F#] en we lagen [Bm] met zijn alle [G] wereld [D] vredig op de mat.
In die tijd kon ik de vrouwen met een [G] kernhoofd beschouwen, [F#] en ik wilde [Bm] niet meer trouwen, [E] want het kwam me niet [A] van pas,
[D] wilde enkel [A] samenwonen [D] met een [G] zwartgeklede schone, [F#] om de [Bm] burgerij te tonen [G] hoe [D] randenkend ik wel was.
[A] Maar het was niet [D] te vermijden [G] dat ik eenzaam [A] was bij tijden, zodat ik [D] vertwijfeld vrijde [A] met een meisje van palet,
[D] welke schoonheid [A] snel verdorde, [D] smorgend bij het [G] wakker worden, [F#] met de peuken [Bm] op de borden [G] en de kruimels [D] in het wet.
[G] [A]
[D] Op een dag kwam ik jou [A] tegen, lief en [D] klein en zo [G] verlegen,
[F#] druipend in de lente [Bm]
regen, in de [E] grote vreemde [A] stad.
Jij [D] wist niets van [A] provoceren, en je [D] wilde me [G] bekeren, [F#] en ik liet me [Bm] alles leren als [G] ik [A] maar jouw [D] liefde had.
[A] Nu zit ik de [D] krant te lezen [G] en een [A] burgerman te wezen, ik hoef geen honger [D] meer te vrezen, [E] maar toch denk ik [F#m] soms wel eens mee.
[D] En de tijd [A] voel ik jou dan, de [D]
[G] antrofieke ellende [F#] aan de [Bm] artistieke bende [G] van de goede [A] oude [D] tijd.
[G] [A] [D]
Key:
D
A
G
Bm
F#
D
A
G
[D] _ _ _ _ _ _
_ _ _ Er was een [A] tijd voor ik jou kende, dat [D] ik leeg maar [Bm] vol ellende vloekend op de hele bende, in een kroeg te [F#m] wachten zat, [D] tot het meisje van mijn dromen op een dag [Bm] voorbij zou komen, [F#] en ik liet mijn [B] tranen [D] stromen als ik weer een kater had,
[A] en dat mijn [D] geliefde vrienden [G] waarmee ik te [A] muzen diende, en geen rode [D] cent verdiende, [E] ook al had ik nee gezegd,
[D] z'avond zijn we aan hem gelopen om een kraantje [G] aan te knopen, [F#] en als mooie [Bm] ganstaal bezopen [Em] op de [D] stoep werd hem _ _ verlegd.
_ _ _ _ Er was een tijd [A] dat ik het meeste [D] te vertellen [G] had op feesten, [F#] waar ik met [Bm] verlichte geesten [E] vaak de [A] politiek besprak,
[D] waarin bij ons nooit vergisten mensen die het [G] beter wisten, [F#] waren [Bm] allemaal fascisten die het [D] aan verstand opbrak.
[F#m] Toen ik naar mijn [D] navel staarde [G] en mijn communist [A] verklaarde, en met alle [D] andere waarden [E] op de bom te [A] wachten zat,
[D] toen die man niet wilde vallen, hoorde men als [G] goede gelallen, [F#] en we lagen [Bm] met zijn alle [G] wereld [D] vredig op de mat. _ _ _
_ _ _ _ In die tijd kon ik de vrouwen met een [G] kernhoofd beschouwen, [F#] en ik wilde [Bm] niet meer trouwen, [E] want het kwam me niet [A] van pas,
[D] wilde enkel [A] samenwonen [D] met een [G] zwartgeklede schone, [F#] om de [Bm] burgerij te tonen [G] hoe [D] randenkend ik wel was.
[A] Maar het was niet [D] te vermijden [G] dat ik eenzaam [A] was bij tijden, zodat ik [D] vertwijfeld vrijde [A] met een meisje van palet,
[D] welke schoonheid [A] snel verdorde, [D] smorgend bij het [G] wakker worden, [F#] met de peuken [Bm] op de borden [G] en de kruimels [D] in het wet. _ _ _
_ _ _ _ _ _
[G] _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _
_ [D] Op een dag _ kwam ik jou [A] tegen, _ lief en [D] klein en zo [G] verlegen, _
_ [F#] druipend in de lente [Bm]
regen, in de [E] grote vreemde [A] stad.
_ _ Jij [D] wist niets van _ [A] provoceren, _ en je [D] wilde me [G] bekeren, [F#] en ik liet me [Bm] alles leren als [G] ik [A] maar jouw [D] liefde had. _
[A] Nu zit ik de [D] krant te lezen [G] en een [A] burgerman te wezen, ik hoef geen honger [D] meer te vrezen, [E] maar toch denk ik [F#m] soms wel eens mee. _
[D] En de tijd [A] voel ik jou dan, de [D] _
[G] antrofieke ellende [F#] aan de [Bm] artistieke bende _ [G] van de goede _ [A] _ oude [D] tijd.
_ [G] _ _ [A] _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ Er was een [A] tijd voor ik jou kende, dat [D] ik leeg maar [Bm] vol ellende vloekend op de hele bende, in een kroeg te [F#m] wachten zat, [D] tot het meisje van mijn dromen op een dag [Bm] voorbij zou komen, [F#] en ik liet mijn [B] tranen [D] stromen als ik weer een kater had,
[A] en dat mijn [D] geliefde vrienden [G] waarmee ik te [A] muzen diende, en geen rode [D] cent verdiende, [E] ook al had ik nee gezegd,
[D] z'avond zijn we aan hem gelopen om een kraantje [G] aan te knopen, [F#] en als mooie [Bm] ganstaal bezopen [Em] op de [D] stoep werd hem _ _ verlegd.
_ _ _ _ Er was een tijd [A] dat ik het meeste [D] te vertellen [G] had op feesten, [F#] waar ik met [Bm] verlichte geesten [E] vaak de [A] politiek besprak,
[D] waarin bij ons nooit vergisten mensen die het [G] beter wisten, [F#] waren [Bm] allemaal fascisten die het [D] aan verstand opbrak.
[F#m] Toen ik naar mijn [D] navel staarde [G] en mijn communist [A] verklaarde, en met alle [D] andere waarden [E] op de bom te [A] wachten zat,
[D] toen die man niet wilde vallen, hoorde men als [G] goede gelallen, [F#] en we lagen [Bm] met zijn alle [G] wereld [D] vredig op de mat. _ _ _
_ _ _ _ In die tijd kon ik de vrouwen met een [G] kernhoofd beschouwen, [F#] en ik wilde [Bm] niet meer trouwen, [E] want het kwam me niet [A] van pas,
[D] wilde enkel [A] samenwonen [D] met een [G] zwartgeklede schone, [F#] om de [Bm] burgerij te tonen [G] hoe [D] randenkend ik wel was.
[A] Maar het was niet [D] te vermijden [G] dat ik eenzaam [A] was bij tijden, zodat ik [D] vertwijfeld vrijde [A] met een meisje van palet,
[D] welke schoonheid [A] snel verdorde, [D] smorgend bij het [G] wakker worden, [F#] met de peuken [Bm] op de borden [G] en de kruimels [D] in het wet. _ _ _
_ _ _ _ _ _
[G] _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _
_ [D] Op een dag _ kwam ik jou [A] tegen, _ lief en [D] klein en zo [G] verlegen, _
_ [F#] druipend in de lente [Bm]
regen, in de [E] grote vreemde [A] stad.
_ _ Jij [D] wist niets van _ [A] provoceren, _ en je [D] wilde me [G] bekeren, [F#] en ik liet me [Bm] alles leren als [G] ik [A] maar jouw [D] liefde had. _
[A] Nu zit ik de [D] krant te lezen [G] en een [A] burgerman te wezen, ik hoef geen honger [D] meer te vrezen, [E] maar toch denk ik [F#m] soms wel eens mee. _
[D] En de tijd [A] voel ik jou dan, de [D] _
[G] antrofieke ellende [F#] aan de [Bm] artistieke bende _ [G] van de goede _ [A] _ oude [D] tijd.
_ [G] _ _ [A] _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _