Onderweg Chords by Willem Vermandere
Tempo:
114.95 bpm
Chords used:
A
Dm
C
Gm
F
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[C] [F] [A]
[Dm] [Gm]
[C] [A] [Dm]
[D] [Bb] [A]
[Dm]
waterkant.
Onderweg daar zit je veilig, [C] onder uw blikken [F] autodak,
[A] je mag jodelen en zingen in uw rammelende [Dm] rammelbak.
[Gm]
Onderweg leer je vergeten, [C] gesten ligt daar [A] achter u,
en [Dm] voor morgen nog [D] geen zorgen, [Bb] onderweg is het [A] altijd nu.
Voor morgen nog geen zorgen, onderweg is het [Dm] altijd nu.
Je passeert langs kathedralen en [Am] je duizelt [F] keer op keer
[A] van die stotmoedige dromen van die bouwers [Dm] van welleer.
[Gm] En zo leer je blind vertrouwen, [C] vorderen ondanks [A] broed op weg,
[Dm] wou je veel liever dan [Gm] te vloeken [Bb] naar de kinders [A] langs de weg.
Wou je veel liever dan te vloeken naar de kinders [Dm] langs de weg.
En je loopt door de paleizen met uw [C] hoofd vol [F] romantiek,
maar [A] uit krotten en ruïnes klinkt er klaaglijke [Dm]
muziek.
[Gm] Deel uw brood met lotgenoten, [C] zoveel zwervers [A] grouw van vel,
langs [Dm] de gloeiend hete [Gm] wegen, [Bb] steden volkomer [A] en kwel.
Langs de gloeiend hete wegen, steden [Dm] volkomer en kwel.
[A] Onderweg op markten en pleinen [C] vindt je volk mild en [F] gastvrij,
dat [A] schijnt u met handen en voeten, zoete vruchten [Dm] allerlei.
En [Gm] zo vindt u ook uw geliefde met [C] nog jaren voor de [A] boeg,
van [Dm] uw tederzacht [Gm] bemende, [Bb] daarvan krijg je nooit [A] genoeg.
Van uw tederzacht bemende, [Db] daarvan krijg je nooit [A] genoeg.
[Dm]
[A] [Dm]
Onderweg met je nomaden, soepel [C] plooiend [F] speels van geest,
[A] geef die over aan de genade, je wordt vrij en [Dm] onbevreesd.
Want [Gm] je botst met tegenstrijvers, elke [C] den zacht z'n [A] zacht,
leer [Dm]
geduldig in [Gm] kasseren van [Bb] tegenliggers [A] onderweg.
Geduldig in kasseren van tegenliggers [Dm] onderweg.
Los van vastgeroest ideeën, [C] onderweg pluk je de [F] dag,
[A] pelgrim ben je heel je leven, vorderen doe je liefst zich [Dm] zag.
Haast [Gm] u, haast u uiterst langzaam, [C] want het einddoel is [A] bekend,
daar [Dm] valt weinig van te [Gm] zijn, niet [Bb] bepaald een happy [A] end.
[Dm]
[A]
Ooit als [D] kind ben ik vertrokken, zonder [C] route, [F] kaart of plan,
[A] onderweg al heel mijn leven, wat is daar de zin toch.
[Dm] [Gm] Onderweg stel je geen vragen, [C] voor hoe lang nog en [A] waarom.
[Dm]
Onderweg met je [Gm] zinghuiner, je reist voordat [A] je ziet Nederland.
Onderweg met je zinghuiner, [E] je reist voordat je [Dm] ziet Nederland.
Ziet Nederland, ziet Nederland, ziet Nederland, ziet Nederland, [A] ziet Nederland.
[C] [F] [A]
[Dm] [Gm]
[C] [A] [Dm]
[D] [Bb] [A]
[Dm]
waterkant.
Onderweg daar zit je veilig, [C] onder uw blikken [F] autodak,
[A] je mag jodelen en zingen in uw rammelende [Dm] rammelbak.
[Gm]
Onderweg leer je vergeten, [C] gesten ligt daar [A] achter u,
en [Dm] voor morgen nog [D] geen zorgen, [Bb] onderweg is het [A] altijd nu.
Voor morgen nog geen zorgen, onderweg is het [Dm] altijd nu.
Je passeert langs kathedralen en [Am] je duizelt [F] keer op keer
[A] van die stotmoedige dromen van die bouwers [Dm] van welleer.
[Gm] En zo leer je blind vertrouwen, [C] vorderen ondanks [A] broed op weg,
[Dm] wou je veel liever dan [Gm] te vloeken [Bb] naar de kinders [A] langs de weg.
Wou je veel liever dan te vloeken naar de kinders [Dm] langs de weg.
En je loopt door de paleizen met uw [C] hoofd vol [F] romantiek,
maar [A] uit krotten en ruïnes klinkt er klaaglijke [Dm]
muziek.
[Gm] Deel uw brood met lotgenoten, [C] zoveel zwervers [A] grouw van vel,
langs [Dm] de gloeiend hete [Gm] wegen, [Bb] steden volkomer [A] en kwel.
Langs de gloeiend hete wegen, steden [Dm] volkomer en kwel.
[A] Onderweg op markten en pleinen [C] vindt je volk mild en [F] gastvrij,
dat [A] schijnt u met handen en voeten, zoete vruchten [Dm] allerlei.
En [Gm] zo vindt u ook uw geliefde met [C] nog jaren voor de [A] boeg,
van [Dm] uw tederzacht [Gm] bemende, [Bb] daarvan krijg je nooit [A] genoeg.
Van uw tederzacht bemende, [Db] daarvan krijg je nooit [A] genoeg.
[Dm]
[A] [Dm]
Onderweg met je nomaden, soepel [C] plooiend [F] speels van geest,
[A] geef die over aan de genade, je wordt vrij en [Dm] onbevreesd.
Want [Gm] je botst met tegenstrijvers, elke [C] den zacht z'n [A] zacht,
leer [Dm]
geduldig in [Gm] kasseren van [Bb] tegenliggers [A] onderweg.
Geduldig in kasseren van tegenliggers [Dm] onderweg.
Los van vastgeroest ideeën, [C] onderweg pluk je de [F] dag,
[A] pelgrim ben je heel je leven, vorderen doe je liefst zich [Dm] zag.
Haast [Gm] u, haast u uiterst langzaam, [C] want het einddoel is [A] bekend,
daar [Dm] valt weinig van te [Gm] zijn, niet [Bb] bepaald een happy [A] end.
[Dm]
[A]
Ooit als [D] kind ben ik vertrokken, zonder [C] route, [F] kaart of plan,
[A] onderweg al heel mijn leven, wat is daar de zin toch.
[Dm] [Gm] Onderweg stel je geen vragen, [C] voor hoe lang nog en [A] waarom.
[Dm]
Onderweg met je [Gm] zinghuiner, je reist voordat [A] je ziet Nederland.
Onderweg met je zinghuiner, [E] je reist voordat je [Dm] ziet Nederland.
Ziet Nederland, ziet Nederland, ziet Nederland, ziet Nederland, [A] ziet Nederland.
Key:
A
Dm
C
Gm
F
A
Dm
C
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ [C] _ _ [F] _ _ [A] _
_ _ _ _ _ [Dm] _ _ [Gm] _
_ _ _ [C] _ _ [A] _ _ [Dm] _
_ [D] _ _ [Bb] _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [Dm]
waterkant. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Onderweg daar zit je veilig, [C] onder uw blikken [F] autodak,
[A] je mag jodelen en zingen in uw rammelende [Dm] rammelbak.
_ [Gm]
Onderweg leer je vergeten, [C] gesten ligt daar [A] achter u,
en [Dm] voor morgen nog [D] geen zorgen, [Bb] onderweg is het [A] altijd nu.
Voor morgen nog geen zorgen, onderweg is het [Dm] altijd nu.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Je passeert langs kathedralen en [Am] je duizelt [F] keer op keer
[A] van die stotmoedige dromen van die bouwers [Dm] van welleer.
[Gm] En zo leer je blind vertrouwen, [C] vorderen ondanks [A] broed op weg,
[Dm] wou je veel liever dan [Gm] te vloeken [Bb] naar de kinders [A] langs de weg.
Wou je veel liever dan te vloeken naar de kinders [Dm] langs de weg. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
En je loopt door de paleizen met uw [C] hoofd vol [F] romantiek,
maar [A] uit krotten en ruïnes klinkt er klaaglijke [Dm]
muziek.
[Gm] Deel uw brood met lotgenoten, [C] zoveel zwervers [A] grouw van vel,
langs [Dm] de gloeiend hete [Gm] wegen, [Bb] steden volkomer [A] en kwel.
Langs de gloeiend hete wegen, steden [Dm] volkomer en kwel. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[A] _ _ _ _ _ Onderweg op markten en pleinen [C] vindt je volk mild en [F] gastvrij,
dat [A] schijnt u met handen en voeten, zoete vruchten [Dm] allerlei.
En [Gm] zo vindt u ook uw geliefde met [C] nog jaren voor de [A] boeg,
van [Dm] uw tederzacht [Gm] bemende, [Bb] daarvan krijg je nooit [A] genoeg.
Van uw tederzacht bemende, [Db] daarvan krijg je nooit [A] _ genoeg.
[Dm] _ _
_ _ _ [A] _ _ [Dm] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Onderweg met je nomaden, soepel [C] plooiend [F] speels van geest,
[A] geef die over aan de genade, je wordt vrij en [Dm] onbevreesd.
Want [Gm] je botst met tegenstrijvers, elke [C] den zacht z'n [A] zacht,
leer [Dm]
geduldig in [Gm] kasseren van [Bb] tegenliggers [A] onderweg. _
Geduldig in kasseren van tegenliggers _ [Dm] onderweg.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Los van vastgeroest ideeën, [C] onderweg pluk je de [F] dag,
[A] pelgrim ben je heel je leven, vorderen doe je liefst zich [Dm] zag.
Haast [Gm] u, haast u uiterst langzaam, [C] want het einddoel is [A] bekend,
daar [Dm] valt weinig van te [Gm] zijn, niet [Bb] bepaald een happy [A] end.
_ _ _ _ [Dm] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ _ _ _ Ooit als [D] kind ben ik vertrokken, zonder [C] route, [F] kaart of plan,
_ _ [A] onderweg al heel mijn leven, wat is daar de zin toch.
[Dm] _ _ _ [Gm] Onderweg stel je geen vragen, [C] voor hoe lang nog en [A] waarom.
_ [Dm]
Onderweg met je [Gm] zinghuiner, je reist voordat [A] je ziet Nederland.
Onderweg met je zinghuiner, [E] je reist voordat je [Dm] ziet Nederland.
Ziet Nederland, _ _ _ _ _ ziet Nederland, _ _ _ _ _ ziet Nederland, _ ziet Nederland, _ [A] ziet Nederland. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ [C] _ _ [F] _ _ [A] _
_ _ _ _ _ [Dm] _ _ [Gm] _
_ _ _ [C] _ _ [A] _ _ [Dm] _
_ [D] _ _ [Bb] _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [Dm]
waterkant. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Onderweg daar zit je veilig, [C] onder uw blikken [F] autodak,
[A] je mag jodelen en zingen in uw rammelende [Dm] rammelbak.
_ [Gm]
Onderweg leer je vergeten, [C] gesten ligt daar [A] achter u,
en [Dm] voor morgen nog [D] geen zorgen, [Bb] onderweg is het [A] altijd nu.
Voor morgen nog geen zorgen, onderweg is het [Dm] altijd nu.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Je passeert langs kathedralen en [Am] je duizelt [F] keer op keer
[A] van die stotmoedige dromen van die bouwers [Dm] van welleer.
[Gm] En zo leer je blind vertrouwen, [C] vorderen ondanks [A] broed op weg,
[Dm] wou je veel liever dan [Gm] te vloeken [Bb] naar de kinders [A] langs de weg.
Wou je veel liever dan te vloeken naar de kinders [Dm] langs de weg. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
En je loopt door de paleizen met uw [C] hoofd vol [F] romantiek,
maar [A] uit krotten en ruïnes klinkt er klaaglijke [Dm]
muziek.
[Gm] Deel uw brood met lotgenoten, [C] zoveel zwervers [A] grouw van vel,
langs [Dm] de gloeiend hete [Gm] wegen, [Bb] steden volkomer [A] en kwel.
Langs de gloeiend hete wegen, steden [Dm] volkomer en kwel. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[A] _ _ _ _ _ Onderweg op markten en pleinen [C] vindt je volk mild en [F] gastvrij,
dat [A] schijnt u met handen en voeten, zoete vruchten [Dm] allerlei.
En [Gm] zo vindt u ook uw geliefde met [C] nog jaren voor de [A] boeg,
van [Dm] uw tederzacht [Gm] bemende, [Bb] daarvan krijg je nooit [A] genoeg.
Van uw tederzacht bemende, [Db] daarvan krijg je nooit [A] _ genoeg.
[Dm] _ _
_ _ _ [A] _ _ [Dm] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Onderweg met je nomaden, soepel [C] plooiend [F] speels van geest,
[A] geef die over aan de genade, je wordt vrij en [Dm] onbevreesd.
Want [Gm] je botst met tegenstrijvers, elke [C] den zacht z'n [A] zacht,
leer [Dm]
geduldig in [Gm] kasseren van [Bb] tegenliggers [A] onderweg. _
Geduldig in kasseren van tegenliggers _ [Dm] onderweg.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Los van vastgeroest ideeën, [C] onderweg pluk je de [F] dag,
[A] pelgrim ben je heel je leven, vorderen doe je liefst zich [Dm] zag.
Haast [Gm] u, haast u uiterst langzaam, [C] want het einddoel is [A] bekend,
daar [Dm] valt weinig van te [Gm] zijn, niet [Bb] bepaald een happy [A] end.
_ _ _ _ [Dm] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ _ _ _ Ooit als [D] kind ben ik vertrokken, zonder [C] route, [F] kaart of plan,
_ _ [A] onderweg al heel mijn leven, wat is daar de zin toch.
[Dm] _ _ _ [Gm] Onderweg stel je geen vragen, [C] voor hoe lang nog en [A] waarom.
_ [Dm]
Onderweg met je [Gm] zinghuiner, je reist voordat [A] je ziet Nederland.
Onderweg met je zinghuiner, [E] je reist voordat je [Dm] ziet Nederland.
Ziet Nederland, _ _ _ _ _ ziet Nederland, _ _ _ _ _ ziet Nederland, _ ziet Nederland, _ [A] ziet Nederland. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _