Chords for Walter Grootaerts & Mozaiek LEEF
Tempo:
100.85 bpm
Chords used:
G
F
C
A
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F]
Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn.
Niemand is alleen maar zwart of wit.
Iedereen is [Bb] anders, anders dan [C] je verwacht.
[F] Niemand die alleen maar gaat of nu de voet.
We zijn allemaal een mens van vrees en dood.
En we kunnen niet perfect [Eb] zijn, want niemand weet [C] hoe dat moet.
[G]
[Bb] Leef met je eigen [Eb] talent.
[F] Iedereen [G] is [Bb] mooi en je bent [F] wie je bent.
[C]
Leef met jezelf [Eb] en elkaar.
[F] Iedereen [G] is [Bb] blij met het [F] enige waar.
[Eb]
[F] Deze man kan alleen maar mooi of slecht zijn.
En niemand heeft de waarheid voor hun beeld.
[Bb] Maar het voordeel van de [Eb] twijfel maakt ons nu niet [C] meer bedeeld.
[G] [Bb] Leef met je eigen [Eb] talent.
[F] Iedereen [G] is [Bb] mooi als je bent wie [F] je bent.
[G] [Bb] Leef met jezelf [Eb] en elkaar.
[F] Iedereen [G] is [Bb] blij met het [F] enige waar.
[Eb]
[F] We zoeken de verschillen [Gm] waar we bruggen [C] moeten [Am] bouwen.
En we plakken etiketten [G] op het hart van [C] iedereen.
[F] Maar het leven is je leven [G] als je het van je wil houden.
[Am] Dus we moeten bruggen bouwen.
[G] Onder alle toren.
[A]
[C] [F] [G] [A]
[C] [G] [A]
[C] [F] [G] [A]
[C] [G] [A] Leef [C] met je eigen [F] talent.
[G] Iedereen [A] is mooi [C] als je bent wie [G] je bent.
[A] Leef [C] met jezelf en [F] elkaar.
[G] Iedereen [A] is blij [C] met het enige [G] waar.
[F] [A] Leef [C] met je eigen [F] talent.
[G] Iedereen [A] is mooi [C] als je bent wie [G] je bent.
[A] Leef [C] met jezelf en [F] elkaar.
[G] Iedereen [A] is blij [C] met het enige [G] waar.
[F] Niemand [C]
[Em] hoeft alleen [G] maar goed of slecht te zijn.
Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn.
Niemand is alleen maar zwart of wit.
Iedereen is [Bb] anders, anders dan [C] je verwacht.
[F] Niemand die alleen maar gaat of nu de voet.
We zijn allemaal een mens van vrees en dood.
En we kunnen niet perfect [Eb] zijn, want niemand weet [C] hoe dat moet.
[G]
[Bb] Leef met je eigen [Eb] talent.
[F] Iedereen [G] is [Bb] mooi en je bent [F] wie je bent.
[C]
Leef met jezelf [Eb] en elkaar.
[F] Iedereen [G] is [Bb] blij met het [F] enige waar.
[Eb]
[F] Deze man kan alleen maar mooi of slecht zijn.
En niemand heeft de waarheid voor hun beeld.
[Bb] Maar het voordeel van de [Eb] twijfel maakt ons nu niet [C] meer bedeeld.
[G] [Bb] Leef met je eigen [Eb] talent.
[F] Iedereen [G] is [Bb] mooi als je bent wie [F] je bent.
[G] [Bb] Leef met jezelf [Eb] en elkaar.
[F] Iedereen [G] is [Bb] blij met het [F] enige waar.
[Eb]
[F] We zoeken de verschillen [Gm] waar we bruggen [C] moeten [Am] bouwen.
En we plakken etiketten [G] op het hart van [C] iedereen.
[F] Maar het leven is je leven [G] als je het van je wil houden.
[Am] Dus we moeten bruggen bouwen.
[G] Onder alle toren.
[A]
[C] [F] [G] [A]
[C] [G] [A]
[C] [F] [G] [A]
[C] [G] [A] Leef [C] met je eigen [F] talent.
[G] Iedereen [A] is mooi [C] als je bent wie [G] je bent.
[A] Leef [C] met jezelf en [F] elkaar.
[G] Iedereen [A] is blij [C] met het enige [G] waar.
[F] [A] Leef [C] met je eigen [F] talent.
[G] Iedereen [A] is mooi [C] als je bent wie [G] je bent.
[A] Leef [C] met jezelf en [F] elkaar.
[G] Iedereen [A] is blij [C] met het enige [G] waar.
[F] Niemand [C]
[Em] hoeft alleen [G] maar goed of slecht te zijn.
Key:
G
F
C
A
Bb
G
F
C
_ _ _ _ [F] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn.
_ Niemand is alleen maar zwart of wit.
_ _ Iedereen is [Bb] anders, anders dan [C] je verwacht. _ _ _
_ _ [F] Niemand die alleen maar gaat of nu de voet.
We zijn allemaal een mens van vrees en dood.
_ En we kunnen niet perfect [Eb] zijn, want niemand weet [C] hoe dat moet.
_ [G] _
[Bb] Leef met je eigen [Eb] talent.
[F] Iedereen [G] is [Bb] mooi en je bent [F] wie je bent.
_ [C] _
Leef met jezelf [Eb] en elkaar.
[F] Iedereen [G] is [Bb] blij met het [F] enige waar.
_ _ [Eb] _ _
_ _ _ _ _ _ [F] Deze man kan alleen maar mooi of slecht zijn.
_ En niemand heeft de waarheid voor hun beeld.
[Bb] Maar het voordeel van de [Eb] twijfel maakt ons nu niet [C] meer bedeeld.
_ _ [G] _ [Bb] Leef met je eigen [Eb] talent.
[F] Iedereen [G] is [Bb] mooi als je bent wie [F] je bent.
_ _ [G] _ [Bb] Leef met jezelf [Eb] en elkaar.
[F] Iedereen [G] is [Bb] blij met het [F] enige waar.
_ _ [Eb] _ _ _ _ _ _
_ [F] We zoeken de verschillen [Gm] waar we bruggen [C] moeten [Am] bouwen.
En we plakken etiketten [G] op het hart van [C] iedereen.
[F] Maar het leven is je leven [G] als je het van je wil houden.
[Am] Dus we moeten bruggen _ _ bouwen.
_ [G] Onder alle toren.
_ [A] _ _
[C] _ _ [F] _ _ [G] _ _ [A] _ _
[C] _ _ [G] _ _ _ _ [A] _ _
[C] _ _ [F] _ _ [G] _ _ [A] _ _
[C] _ _ [G] _ _ _ _ [A] Leef [C] met je eigen [F] talent.
[G] Iedereen [A] is mooi [C] als je bent wie [G] je bent.
_ [A] Leef [C] met jezelf en [F] elkaar.
[G] Iedereen [A] is blij [C] met het enige [G] waar.
[F] _ _ [A] Leef [C] met je eigen [F] talent.
_ [G] Iedereen [A] is mooi [C] als je bent wie [G] _ je bent.
[A] Leef [C] met jezelf en [F] elkaar.
_ [G] Iedereen [A] is blij [C] met het enige [G] waar.
_ _ [F] Niemand _ _ _ _ [C] _ _ _
[Em] hoeft alleen [G] maar goed of slecht te zijn.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn.
_ Niemand is alleen maar zwart of wit.
_ _ Iedereen is [Bb] anders, anders dan [C] je verwacht. _ _ _
_ _ [F] Niemand die alleen maar gaat of nu de voet.
We zijn allemaal een mens van vrees en dood.
_ En we kunnen niet perfect [Eb] zijn, want niemand weet [C] hoe dat moet.
_ [G] _
[Bb] Leef met je eigen [Eb] talent.
[F] Iedereen [G] is [Bb] mooi en je bent [F] wie je bent.
_ [C] _
Leef met jezelf [Eb] en elkaar.
[F] Iedereen [G] is [Bb] blij met het [F] enige waar.
_ _ [Eb] _ _
_ _ _ _ _ _ [F] Deze man kan alleen maar mooi of slecht zijn.
_ En niemand heeft de waarheid voor hun beeld.
[Bb] Maar het voordeel van de [Eb] twijfel maakt ons nu niet [C] meer bedeeld.
_ _ [G] _ [Bb] Leef met je eigen [Eb] talent.
[F] Iedereen [G] is [Bb] mooi als je bent wie [F] je bent.
_ _ [G] _ [Bb] Leef met jezelf [Eb] en elkaar.
[F] Iedereen [G] is [Bb] blij met het [F] enige waar.
_ _ [Eb] _ _ _ _ _ _
_ [F] We zoeken de verschillen [Gm] waar we bruggen [C] moeten [Am] bouwen.
En we plakken etiketten [G] op het hart van [C] iedereen.
[F] Maar het leven is je leven [G] als je het van je wil houden.
[Am] Dus we moeten bruggen _ _ bouwen.
_ [G] Onder alle toren.
_ [A] _ _
[C] _ _ [F] _ _ [G] _ _ [A] _ _
[C] _ _ [G] _ _ _ _ [A] _ _
[C] _ _ [F] _ _ [G] _ _ [A] _ _
[C] _ _ [G] _ _ _ _ [A] Leef [C] met je eigen [F] talent.
[G] Iedereen [A] is mooi [C] als je bent wie [G] je bent.
_ [A] Leef [C] met jezelf en [F] elkaar.
[G] Iedereen [A] is blij [C] met het enige [G] waar.
[F] _ _ [A] Leef [C] met je eigen [F] talent.
_ [G] Iedereen [A] is mooi [C] als je bent wie [G] _ je bent.
[A] Leef [C] met jezelf en [F] elkaar.
_ [G] Iedereen [A] is blij [C] met het enige [G] waar.
_ _ [F] Niemand _ _ _ _ [C] _ _ _
[Em] hoeft alleen [G] maar goed of slecht te zijn.
_ _ _ _ _ _ _ _