Chords for Samson & Gert - Bowlen
Tempo:
110.05 bpm
Chords used:
F
C
G
Am
C#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[N] [D#m]
[C]
[F] Een bal, een bal met [Gm] drie gaten [C] En iedereen goed [F]
gehuurd
We bowlen en bowlen En bowlen en bowlen [C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
Een bal, een bal met [C] drie gaten En iedereen goed [F]
gehuurd
We bolen en bolen En boulen en bolen [C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
[C] Ik dacht bij mezelf ik moet wap laten zien
[Am] Ik ga [G] ongelofelijk strunten.
Ik gooide de bal, maar hij liep van de baan.
En iedereen lachte, want alles bleef staan.
Oh, zee!
Hier staat onderaan met nul punten
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
De burgemeester [C] deed prima zijn best,
[Am] maar moet nog wat [G] steviger trainen.
Hij zei, ga opzij, anders lukt het niet goed.
Hij had ook wat last van zijn sherp en zijn hoed.
En toen viel de bal op zijn teentje.
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F]
gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu [F] aan de beurt?
Neer de raaf, [G] kijk en klik en kijk en klik.
Het duurde veel uren.
Hij zei, dat is toevallig mijn specialiteit.
Toen gooide hij raak, dat is waar, dat is een feit.
Ja, maar wel op de baan van de buurt.
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu [F] aan de beurt?
Meneer Spaghetti was [C] echt niet in vorm.
[Am] En wist ook niet veel van [G] de regels.
Hij pakte de bal en hij viel op zijn snuit.
[Am] Hij kreeg zijn drie [G] dikke vingers niet uit.
En [F] schoof op zijn buik naar de keegels.
Een baan en een bal [C] met drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen [A#] en bowlen en bowlen.
En [C] wie is er nu [F] aan de beurt?
[G]
Ik had mijn kracht tot het laatst bewaard.
En had ook een trucje verzonnen.
Ik duwde de bal voor me uit met mijn neus.
Toen [A] vielen ze om [G] alle tien echt serieus.
[C] En ik had de wedstrijd gewonnen.
[F] Een baan en een bal met drie [C] gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en [C#] bowlen en bowlen.
En wie is er nu [F] aan de beurt?
Een baan en een bal met drie [C] gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en [C#] bowlen en bowlen.
[F] En wie is er nu aan de beurt?
[C]
[C]
[F] Een bal, een bal met [Gm] drie gaten [C] En iedereen goed [F]
gehuurd
We bowlen en bowlen En bowlen en bowlen [C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
Een bal, een bal met [C] drie gaten En iedereen goed [F]
gehuurd
We bolen en bolen En boulen en bolen [C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
[C] Ik dacht bij mezelf ik moet wap laten zien
[Am] Ik ga [G] ongelofelijk strunten.
Ik gooide de bal, maar hij liep van de baan.
En iedereen lachte, want alles bleef staan.
Oh, zee!
Hier staat onderaan met nul punten
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
De burgemeester [C] deed prima zijn best,
[Am] maar moet nog wat [G] steviger trainen.
Hij zei, ga opzij, anders lukt het niet goed.
Hij had ook wat last van zijn sherp en zijn hoed.
En toen viel de bal op zijn teentje.
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F]
gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu [F] aan de beurt?
Neer de raaf, [G] kijk en klik en kijk en klik.
Het duurde veel uren.
Hij zei, dat is toevallig mijn specialiteit.
Toen gooide hij raak, dat is waar, dat is een feit.
Ja, maar wel op de baan van de buurt.
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu [F] aan de beurt?
Meneer Spaghetti was [C] echt niet in vorm.
[Am] En wist ook niet veel van [G] de regels.
Hij pakte de bal en hij viel op zijn snuit.
[Am] Hij kreeg zijn drie [G] dikke vingers niet uit.
En [F] schoof op zijn buik naar de keegels.
Een baan en een bal [C] met drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen [A#] en bowlen en bowlen.
En [C] wie is er nu [F] aan de beurt?
[G]
Ik had mijn kracht tot het laatst bewaard.
En had ook een trucje verzonnen.
Ik duwde de bal voor me uit met mijn neus.
Toen [A] vielen ze om [G] alle tien echt serieus.
[C] En ik had de wedstrijd gewonnen.
[F] Een baan en een bal met drie [C] gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en [C#] bowlen en bowlen.
En wie is er nu [F] aan de beurt?
Een baan en een bal met drie [C] gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en [C#] bowlen en bowlen.
[F] En wie is er nu aan de beurt?
[C]
Key:
F
C
G
Am
C#
F
C
G
[N] _ _ [D#m] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _
_ [F] Een bal, een bal met [Gm] drie gaten [C] En iedereen goed [F]
gehuurd
We bowlen en bowlen En bowlen en bowlen [C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
Een bal, een bal met [C] drie gaten En iedereen goed [F]
gehuurd
We bolen en bolen En boulen en bolen [C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
[C] Ik dacht bij mezelf ik moet wap laten zien
[Am] Ik ga _ [G] ongelofelijk strunten.
Ik gooide de bal, maar hij liep van de baan.
En iedereen lachte, want alles bleef staan.
Oh, zee!
Hier staat onderaan met nul punten
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
De burgemeester [C] deed prima zijn best,
[Am] maar moet nog wat [G] steviger trainen.
_ Hij zei, ga opzij, anders lukt het niet goed.
Hij had ook wat last van zijn sherp en zijn hoed. _
_ En toen viel de bal op zijn teentje.
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] _
gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu [F] aan de beurt?
_ Neer de raaf, [G] kijk en klik en kijk en klik.
Het duurde veel uren.
Hij zei, dat is toevallig mijn specialiteit.
Toen gooide hij raak, dat is waar, dat is een feit.
Ja, _ maar wel op de baan van de buurt.
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] _ gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu [F] aan de beurt? _
Meneer Spaghetti was [C] echt niet in vorm.
[Am] En wist ook niet veel van [G] de regels.
Hij pakte de bal en hij viel op zijn snuit.
[Am] Hij kreeg zijn drie [G] dikke vingers niet uit.
_ En [F] schoof op zijn buik naar de keegels.
Een baan en een bal [C] met drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
_ We bowlen en bowlen [A#] en bowlen en bowlen.
En [C] wie is er nu [F] aan de beurt?
_ [G] _ _ _ _
_ Ik had mijn kracht tot het laatst bewaard.
En had ook een trucje verzonnen.
Ik duwde de bal voor me uit met mijn neus.
Toen [A] vielen ze om [G] alle tien echt serieus.
_ [C] En ik had de wedstrijd gewonnen.
[F] Een baan en een bal met drie [C] gaten.
En iedereen goed [F] _ gehumeurd.
We bowlen en bowlen en [C#] bowlen en bowlen.
En wie is er nu [F] aan de beurt?
Een baan en een bal met drie [C] gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en [C#] bowlen en bowlen.
[F] En wie is er nu aan de beurt? _
_ [C] _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _
_ [F] Een bal, een bal met [Gm] drie gaten [C] En iedereen goed [F]
gehuurd
We bowlen en bowlen En bowlen en bowlen [C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
Een bal, een bal met [C] drie gaten En iedereen goed [F]
gehuurd
We bolen en bolen En boulen en bolen [C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
[C] Ik dacht bij mezelf ik moet wap laten zien
[Am] Ik ga _ [G] ongelofelijk strunten.
Ik gooide de bal, maar hij liep van de baan.
En iedereen lachte, want alles bleef staan.
Oh, zee!
Hier staat onderaan met nul punten
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu aan [F] de beurt?
De burgemeester [C] deed prima zijn best,
[Am] maar moet nog wat [G] steviger trainen.
_ Hij zei, ga opzij, anders lukt het niet goed.
Hij had ook wat last van zijn sherp en zijn hoed. _
_ En toen viel de bal op zijn teentje.
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] _
gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu [F] aan de beurt?
_ Neer de raaf, [G] kijk en klik en kijk en klik.
Het duurde veel uren.
Hij zei, dat is toevallig mijn specialiteit.
Toen gooide hij raak, dat is waar, dat is een feit.
Ja, _ maar wel op de baan van de buurt.
[F] Een baan en een bal met [C] drie gaten.
En iedereen goed [F] _ gehumeurd.
We bowlen en bowlen en bowlen en bowlen.
[C] En wie is er nu [F] aan de beurt? _
Meneer Spaghetti was [C] echt niet in vorm.
[Am] En wist ook niet veel van [G] de regels.
Hij pakte de bal en hij viel op zijn snuit.
[Am] Hij kreeg zijn drie [G] dikke vingers niet uit.
_ En [F] schoof op zijn buik naar de keegels.
Een baan en een bal [C] met drie gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
_ We bowlen en bowlen [A#] en bowlen en bowlen.
En [C] wie is er nu [F] aan de beurt?
_ [G] _ _ _ _
_ Ik had mijn kracht tot het laatst bewaard.
En had ook een trucje verzonnen.
Ik duwde de bal voor me uit met mijn neus.
Toen [A] vielen ze om [G] alle tien echt serieus.
_ [C] En ik had de wedstrijd gewonnen.
[F] Een baan en een bal met drie [C] gaten.
En iedereen goed [F] _ gehumeurd.
We bowlen en bowlen en [C#] bowlen en bowlen.
En wie is er nu [F] aan de beurt?
Een baan en een bal met drie [C] gaten.
En iedereen goed [F] gehumeurd.
We bowlen en bowlen en [C#] bowlen en bowlen.
[F] En wie is er nu aan de beurt? _
_ [C] _ _ _ _ _