Het Werd Zomer Chords by Rob De Nijs
Tempo:
68.1 bpm
Chords used:
D
G
Em
A
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D] [G]
[D] [G]
[D] Het leek al zomer, [G] toch was het pas eind mei.
[D] Zo'n dag waarvan je denkt, [G] die gaat niet meer voorbij.
[D] M'n vrienden kwamen langs, maar ik [G] wilde [D] alleen.
[G] Aan het strand [Em] wat wandelen, [A] zomaar nergens heen.
Toen [D] zag ik jou, [G] je riep me met [Em] je ogen.
[A] Ik keek [D] je aan [G] en kreeg een vreemd [Em]
gevoel.
[A] [D] Want ik begreep, wat jij me [G] wilde.
[Em] Kom [D] dichter bij me.
[Em]
[A] Ik [D] was zestien [G] en jij was [Em]
achtentwintig.
[A] En [D] van de liefde, [G] wist ik [A] nog niet veel.
Maar ik [D] begreep, wat jij me [G] wilde zeggen.
[Em] [D] Ik was geen kind meer, [Em]
[Am] [D] het werd zomer.
[G] [D] Je was zo vrij, ik vond [G] het eerst een beetje raar.
[D] Je droeg niet anders dan je lange [Am] [G] blonde [D] haar.
Ik was [A] verlegen [G] en wist niet wat te [D] doen.
[G] Ik stond er [Em] maar te kijken, [A] oh wat voelde ik me groen.
[D] Ik begrijp [G] het, hoorde ik je [Em] zeggen.
[A] Je bent zo [D] jong nog [G] en weet niet wat je [A] moet.
[D] Wees maar niet bang, de nacht zal [G] het je leren.
[Em] Kom [D] dichter bij me.
[Em] [A] We liepen [D]
samen, [G] verder langs [Em] het strand.
[A] En als [D] een jongen, [G] pakte ik je [A] hand.
Maar als [D] een man, zag ik de [G] zon weer.
[Em] En [D] het werd zomer.
[Em] [A] [D] Het werd zomer.
[A] Het [D] werd zomer, [G] voor het eerst in heel [Em] mijn leven.
[A] Het [D] werd zomer, [G] de [A] allereerste keer.
En ik [D] was er maar, de [G] zon weer op het water.
[Em] En [D] het werd zomer.
[Em] [A] [D] En het werd zomer, [G] toen [D] was ik zomer.
[D] [G]
[D] Het leek al zomer, [G] toch was het pas eind mei.
[D] Zo'n dag waarvan je denkt, [G] die gaat niet meer voorbij.
[D] M'n vrienden kwamen langs, maar ik [G] wilde [D] alleen.
[G] Aan het strand [Em] wat wandelen, [A] zomaar nergens heen.
Toen [D] zag ik jou, [G] je riep me met [Em] je ogen.
[A] Ik keek [D] je aan [G] en kreeg een vreemd [Em]
gevoel.
[A] [D] Want ik begreep, wat jij me [G] wilde.
[Em] Kom [D] dichter bij me.
[Em]
[A] Ik [D] was zestien [G] en jij was [Em]
achtentwintig.
[A] En [D] van de liefde, [G] wist ik [A] nog niet veel.
Maar ik [D] begreep, wat jij me [G] wilde zeggen.
[Em] [D] Ik was geen kind meer, [Em]
[Am] [D] het werd zomer.
[G] [D] Je was zo vrij, ik vond [G] het eerst een beetje raar.
[D] Je droeg niet anders dan je lange [Am] [G] blonde [D] haar.
Ik was [A] verlegen [G] en wist niet wat te [D] doen.
[G] Ik stond er [Em] maar te kijken, [A] oh wat voelde ik me groen.
[D] Ik begrijp [G] het, hoorde ik je [Em] zeggen.
[A] Je bent zo [D] jong nog [G] en weet niet wat je [A] moet.
[D] Wees maar niet bang, de nacht zal [G] het je leren.
[Em] Kom [D] dichter bij me.
[Em] [A] We liepen [D]
samen, [G] verder langs [Em] het strand.
[A] En als [D] een jongen, [G] pakte ik je [A] hand.
Maar als [D] een man, zag ik de [G] zon weer.
[Em] En [D] het werd zomer.
[Em] [A] [D] Het werd zomer.
[A] Het [D] werd zomer, [G] voor het eerst in heel [Em] mijn leven.
[A] Het [D] werd zomer, [G] de [A] allereerste keer.
En ik [D] was er maar, de [G] zon weer op het water.
[Em] En [D] het werd zomer.
[Em] [A] [D] En het werd zomer, [G] toen [D] was ik zomer.
Key:
D
G
Em
A
Am
D
G
Em
[D] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ [G] _ _ _
[D] Het leek al zomer, [G] toch was het pas eind mei.
[D] Zo'n dag waarvan je denkt, [G] die gaat niet meer voorbij.
_ [D] M'n vrienden kwamen langs, maar ik [G] wilde [D] alleen.
[G] Aan het strand [Em] wat wandelen, [A] zomaar nergens heen.
Toen [D] zag ik jou, [G] je riep me met [Em] je ogen.
_ [A] Ik keek [D] je aan [G] en kreeg een vreemd [Em]
gevoel.
[A] [D] Want ik begreep, wat jij me [G] wilde.
_ [Em] Kom [D] dichter bij me.
_ _ [Em] _
_ [A] Ik [D] was zestien [G] en jij was [Em]
achtentwintig.
[A] En [D] van de liefde, [G] wist ik [A] nog niet veel.
Maar ik [D] _ begreep, wat jij me [G] wilde zeggen.
[Em] _ [D] Ik was geen kind meer, [Em] _
_ [Am] [D] het werd zomer. _ _ _
[G] _ _ _ [D] _ Je was zo vrij, ik vond [G] het eerst een beetje raar.
_ [D] Je droeg niet anders dan je lange [Am] [G] blonde [D] haar.
Ik was [A] verlegen [G] en wist niet wat te [D] doen.
[G] Ik stond er [Em] maar te kijken, [A] oh wat voelde ik me groen.
[D] Ik begrijp [G] het, hoorde ik je [Em] zeggen.
_ [A] Je bent zo [D] jong nog [G] en weet niet wat je [A] moet.
_ [D] Wees maar niet bang, de nacht zal [G] het je leren.
[Em] Kom [D] dichter bij me.
_ _ [Em] _ _ [A] We liepen [D]
samen, [G] verder langs [Em] het strand.
[A] En als [D] een jongen, [G] pakte ik je [A] hand.
Maar als [D] een man, zag ik de [G] zon weer.
_ [Em] En [D] het werd zomer.
_ [Em] _ _ [A] _ [D] Het werd zomer.
_ [A] Het _ _ [D] werd zomer, [G] voor het eerst in heel [Em] mijn leven.
[A] Het [D] werd zomer, [G] de [A] allereerste keer.
En ik [D] was er maar, de [G] zon weer op het water.
[Em] En [D] het werd zomer.
_ [Em] _ _ [A] [D] En het werd zomer, _ _ _ [G] _ toen [D] was ik zomer. _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ [G] _ _ _
[D] Het leek al zomer, [G] toch was het pas eind mei.
[D] Zo'n dag waarvan je denkt, [G] die gaat niet meer voorbij.
_ [D] M'n vrienden kwamen langs, maar ik [G] wilde [D] alleen.
[G] Aan het strand [Em] wat wandelen, [A] zomaar nergens heen.
Toen [D] zag ik jou, [G] je riep me met [Em] je ogen.
_ [A] Ik keek [D] je aan [G] en kreeg een vreemd [Em]
gevoel.
[A] [D] Want ik begreep, wat jij me [G] wilde.
_ [Em] Kom [D] dichter bij me.
_ _ [Em] _
_ [A] Ik [D] was zestien [G] en jij was [Em]
achtentwintig.
[A] En [D] van de liefde, [G] wist ik [A] nog niet veel.
Maar ik [D] _ begreep, wat jij me [G] wilde zeggen.
[Em] _ [D] Ik was geen kind meer, [Em] _
_ [Am] [D] het werd zomer. _ _ _
[G] _ _ _ [D] _ Je was zo vrij, ik vond [G] het eerst een beetje raar.
_ [D] Je droeg niet anders dan je lange [Am] [G] blonde [D] haar.
Ik was [A] verlegen [G] en wist niet wat te [D] doen.
[G] Ik stond er [Em] maar te kijken, [A] oh wat voelde ik me groen.
[D] Ik begrijp [G] het, hoorde ik je [Em] zeggen.
_ [A] Je bent zo [D] jong nog [G] en weet niet wat je [A] moet.
_ [D] Wees maar niet bang, de nacht zal [G] het je leren.
[Em] Kom [D] dichter bij me.
_ _ [Em] _ _ [A] We liepen [D]
samen, [G] verder langs [Em] het strand.
[A] En als [D] een jongen, [G] pakte ik je [A] hand.
Maar als [D] een man, zag ik de [G] zon weer.
_ [Em] En [D] het werd zomer.
_ [Em] _ _ [A] _ [D] Het werd zomer.
_ [A] Het _ _ [D] werd zomer, [G] voor het eerst in heel [Em] mijn leven.
[A] Het [D] werd zomer, [G] de [A] allereerste keer.
En ik [D] was er maar, de [G] zon weer op het water.
[Em] En [D] het werd zomer.
_ [Em] _ _ [A] [D] En het werd zomer, _ _ _ [G] _ toen [D] was ik zomer. _ _ _ _ _ _ _