Chords for Opwekking 640 - Mijn hulp is van U Heer
Tempo:
87.45 bpm
Chords used:
G
D
C
Em
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G] Ik hef mijn ogen [G] op naar de [D] bergen, [E] waar [D] komt mijn [G] hulp vandaan?
Ik hef mijn ogen op naar U heer, [Am] die mij [Gm] bij zal [D] staan.
[G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
U zult [D] voorkomen dat ik wankel of val.
[Em] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij waait,
die [Am] niet sluimelen [G] of slapen [D] zal.
[G] Wat kan mij gebeuren, door zon of door maan?
[C] U bent mijn [G] schaduw, [D] U bent er altijd,
[C]
bewaart heel [D] mijn leven, [G] mijn komen [C] en gaan.
[Am] U beschermt mij [G] tot in [D] eeuwigheid.
[G]
Mijn hulp is van U heer.
[D] [Em] [C]
Ik hef mijn ogen [G] op naar de bergen, [Em] waar komt mijn hulp [G]
vandaan?
[C] Ik hef mijn ogen [G]
op naar U heer, [Am] die mij [D] bij zal staan.
[G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
[C] U zult [D] voorkomen dat ik wankel of val.
[C] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij [C] waait,
die niet sluimelen [G] of slapen [D]
zal.
[G] Wat kan mij gebeuren, door zon of door maan?
[C] U bent mijn [D] schaduw, U bent er altijd,
[C] [D] bewaart heel mijn leven, [G] mijn komen en [C] gaan.
U [G] beschermt mij tot in [D]
eeuwigheid.
[Em] [D] Mijn hulp is [C] van U [G] [D] heer,
[Bm] [C]
[Em] [D] [G] Mijn hulp [C] is van U [G] heer, die de hemel en aarde heeft [D] gemaakt.
[G] [D] [C]
[G] Mijn hulp is van U heer, [Em]
scherp van [D] alles wat leeft.
[G] [C] Die trouwt ons tot in [G] eeuwigheid, die vasthoudt wat U handelt [D] van.
U hulp is van U heer.
[G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
[Em]
U zult voorkomen dat [G] ik wankel [D] of val.
[Em] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij [C] waait,
die niet [G] sluimelen of slapen [D] zal.
Wat kan [G] mij gebeuren, door zon of door [Em] maan?
U bent mijn schaduw, [D] U bent er altijd, bewaart heel [C] mijn leven,
[D] [G] mijn komen [C] en gaan.
[Am] U beschermt mij [G] tot in [D] [Em] [D] eeuwigheid.
Mijn [G] hulp is van U heer.
[C] Mijn [D]
hulp [C] is van U heer.
Mijn hulp is van [D] U [G] heer.
[F]
Ik hef mijn ogen op naar U heer, [Am] die mij [Gm] bij zal [D] staan.
[G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
U zult [D] voorkomen dat ik wankel of val.
[Em] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij waait,
die [Am] niet sluimelen [G] of slapen [D] zal.
[G] Wat kan mij gebeuren, door zon of door maan?
[C] U bent mijn [G] schaduw, [D] U bent er altijd,
[C]
bewaart heel [D] mijn leven, [G] mijn komen [C] en gaan.
[Am] U beschermt mij [G] tot in [D] eeuwigheid.
[G]
Mijn hulp is van U heer.
[D] [Em] [C]
Ik hef mijn ogen [G] op naar de bergen, [Em] waar komt mijn hulp [G]
vandaan?
[C] Ik hef mijn ogen [G]
op naar U heer, [Am] die mij [D] bij zal staan.
[G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
[C] U zult [D] voorkomen dat ik wankel of val.
[C] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij [C] waait,
die niet sluimelen [G] of slapen [D]
zal.
[G] Wat kan mij gebeuren, door zon of door maan?
[C] U bent mijn [D] schaduw, U bent er altijd,
[C] [D] bewaart heel mijn leven, [G] mijn komen en [C] gaan.
U [G] beschermt mij tot in [D]
eeuwigheid.
[Em] [D] Mijn hulp is [C] van U [G] [D] heer,
[Bm] [C]
[Em] [D] [G] Mijn hulp [C] is van U [G] heer, die de hemel en aarde heeft [D] gemaakt.
[G] [D] [C]
[G] Mijn hulp is van U heer, [Em]
scherp van [D] alles wat leeft.
[G] [C] Die trouwt ons tot in [G] eeuwigheid, die vasthoudt wat U handelt [D] van.
U hulp is van U heer.
[G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
[Em]
U zult voorkomen dat [G] ik wankel [D] of val.
[Em] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij [C] waait,
die niet [G] sluimelen of slapen [D] zal.
Wat kan [G] mij gebeuren, door zon of door [Em] maan?
U bent mijn schaduw, [D] U bent er altijd, bewaart heel [C] mijn leven,
[D] [G] mijn komen [C] en gaan.
[Am] U beschermt mij [G] tot in [D] [Em] [D] eeuwigheid.
Mijn [G] hulp is van U heer.
[C] Mijn [D]
hulp [C] is van U heer.
Mijn hulp is van [D] U [G] heer.
[F]
Key:
G
D
C
Em
Am
G
D
C
[G] _ _ _ _ _ _ Ik hef mijn ogen [G] op naar de [D] bergen, [E] waar [D] komt mijn [G] hulp _ vandaan?
_ Ik hef mijn ogen op naar U heer, [Am] die mij [Gm] bij zal [D] staan.
_ [G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
U zult [D] voorkomen dat ik wankel of val.
[Em] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij waait,
die [Am] niet sluimelen [G] of slapen [D] zal.
_ _ [G] Wat kan mij gebeuren, door zon of door maan?
[C] U bent mijn [G] schaduw, [D] U bent er altijd,
[C]
bewaart heel [D] mijn leven, [G] mijn komen [C] en gaan.
[Am] U beschermt mij [G] tot in _ [D] _ _ eeuwigheid.
[G] _
Mijn hulp is van U heer. _
[D] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Ik hef mijn ogen [G] _ _ _ op naar de bergen, [Em] waar komt mijn hulp _ [G] _
vandaan?
_ [C] Ik hef mijn ogen [G]
op naar U heer, [Am] die mij [D] bij zal staan.
_ _ [G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
[C] U zult [D] voorkomen dat ik wankel of val.
[C] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij [C] waait,
die niet sluimelen [G] of slapen [D]
zal.
_ [G] Wat kan mij gebeuren, door zon of door maan?
[C] U bent mijn [D] schaduw, U bent er altijd,
_ [C] [D] bewaart heel mijn leven, [G] mijn komen en [C] gaan.
U [G] beschermt mij tot in [D] _
eeuwigheid.
[Em] _ _ [D] _ Mijn hulp is [C] van U [G] _ [D] heer,
_ [Bm] _ _ [C] _
_ [Em] _ _ [D] _ _ [G] Mijn hulp [C] is van U [G] heer, _ die de hemel en aarde heeft [D] gemaakt.
[G] _ _ [D] _ _ _ _ [C] _
_ [G] _ Mijn hulp is van U heer, _ [Em] _
_ scherp van [D] alles wat leeft.
[G] _ [C] Die trouwt ons tot in [G] eeuwigheid, die vasthoudt wat U handelt [D] van.
U hulp is van U heer.
_ [G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
[Em]
U zult voorkomen dat [G] ik wankel [D] of val.
[Em] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij [C] waait,
die niet [G] sluimelen of slapen [D] zal.
Wat kan [G] mij gebeuren, _ door zon of door [Em] maan?
U bent mijn schaduw, [D] U bent er altijd, bewaart heel [C] mijn leven, _
[D] _ [G] mijn komen [C] en gaan.
[Am] U beschermt mij [G] tot in _ [D] _ _ [Em] _ [D] eeuwigheid.
Mijn [G] hulp is van U heer. _ _ _ _
_ _ [C] Mijn _ _ [D] _
hulp [C] is van U heer.
Mijn hulp is van [D] U [G] heer.
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Ik hef mijn ogen op naar U heer, [Am] die mij [Gm] bij zal [D] staan.
_ [G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
U zult [D] voorkomen dat ik wankel of val.
[Em] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij waait,
die [Am] niet sluimelen [G] of slapen [D] zal.
_ _ [G] Wat kan mij gebeuren, door zon of door maan?
[C] U bent mijn [G] schaduw, [D] U bent er altijd,
[C]
bewaart heel [D] mijn leven, [G] mijn komen [C] en gaan.
[Am] U beschermt mij [G] tot in _ [D] _ _ eeuwigheid.
[G] _
Mijn hulp is van U heer. _
[D] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Ik hef mijn ogen [G] _ _ _ op naar de bergen, [Em] waar komt mijn hulp _ [G] _
vandaan?
_ [C] Ik hef mijn ogen [G]
op naar U heer, [Am] die mij [D] bij zal staan.
_ _ [G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
[C] U zult [D] voorkomen dat ik wankel of val.
[C] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij [C] waait,
die niet sluimelen [G] of slapen [D]
zal.
_ [G] Wat kan mij gebeuren, door zon of door maan?
[C] U bent mijn [D] schaduw, U bent er altijd,
_ [C] [D] bewaart heel mijn leven, [G] mijn komen en [C] gaan.
U [G] beschermt mij tot in [D] _
eeuwigheid.
[Em] _ _ [D] _ Mijn hulp is [C] van U [G] _ [D] heer,
_ [Bm] _ _ [C] _
_ [Em] _ _ [D] _ _ [G] Mijn hulp [C] is van U [G] heer, _ die de hemel en aarde heeft [D] gemaakt.
[G] _ _ [D] _ _ _ _ [C] _
_ [G] _ Mijn hulp is van U heer, _ [Em] _
_ scherp van [D] alles wat leeft.
[G] _ [C] Die trouwt ons tot in [G] eeuwigheid, die vasthoudt wat U handelt [D] van.
U hulp is van U heer.
_ [G] Mijn hulp is van U heer, die alles heeft gemaakt.
[Em]
U zult voorkomen dat [G] ik wankel [D] of val.
[Em] U bent mijn [D] beschermen, [G] die over mij [C] waait,
die niet [G] sluimelen of slapen [D] zal.
Wat kan [G] mij gebeuren, _ door zon of door [Em] maan?
U bent mijn schaduw, [D] U bent er altijd, bewaart heel [C] mijn leven, _
[D] _ [G] mijn komen [C] en gaan.
[Am] U beschermt mij [G] tot in _ [D] _ _ [Em] _ [D] eeuwigheid.
Mijn [G] hulp is van U heer. _ _ _ _
_ _ [C] Mijn _ _ [D] _
hulp [C] is van U heer.
Mijn hulp is van [D] U [G] heer.
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _