Chords for Louis Neefs - Zondagmiddag Lilian
Tempo:
74.9 bpm
Chords used:
A
D
E
F#m
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
Op een luie zondagmorgen [D] kom ik heel laat uit mijn bed, mijn [A] hoofd doet pijn.
[A]
De lege flessen op de tafel [F#m] geuren bitter naar het bier van het [E] festijn.
[A] Naast de overvolle asbak [D] ligt een briefje met een nummer en [A] een naam.
[F#m]
[D] Lilian lees ik en weet, dat [B] is het meisje dat het laatst is [E] weggegaan.
[A] De ochtend na een feest is [D] altijd triest, maar door dit briefje ga ik [A] zweven.
[D] [A]
Lilian gaf mij haar nummer, [F#m] dat verandert straks mijn zondag [E] en mijn leven.
De [A] dag heeft nu ineens een doel [D] en geeft me het gevoel ik word [A] haar man.
[F#m]
[D] Ineens is alles [Bm] anders, [D] want vandaag wordt [E] het een dag met [A] Lilian.
[Bm] [A]
Lilian dit [D] wordt een zondag met een zon die [A] nooit verdwijnt.
Lilian dit wordt [E] een zondag met een zon die [A] altijd schijnt.
Als we later [D] zullen praten, weet je wat we [A] zondag doen.
Dan kan ik het vast [E] niet laten, jou te zeggen net [A] als toen.
We [D] [A]
lopen hand in hand, het kleine [D]
stadspark is gevuld met [A] duizend bloemen.
[Bm] [A]
En de vogels die er fluiten [F#m] lijken allemaal haar lief na [E] te noemen.
[A] En de wind speelt door haar haren en [D] haar ogen lachen, het is nog [A] altijd feest.
[F#m]
En ik [Bm] neem haar in mijn armen, zo [D] gelukkig [E] als ik nimmer [A] ben geweest.
Lilian dit [D] wordt een zondag met een zon die [A] nooit verdwijnt.
Lilian dit [E] wordt een zondag met een zon die [A] altijd schijnt.
Als we later zullen [D] praten, weet je wat we [A] zondag doen.
Dan kan ik het [E] vast niet laten, jou te zeggen [A] net als toen.
[D]
[A]
[E]
[A]
[D]
Op een luie zondagmorgen [D] kom ik heel laat uit mijn bed, mijn [A] hoofd doet pijn.
[A]
De lege flessen op de tafel [F#m] geuren bitter naar het bier van het [E] festijn.
[A] Naast de overvolle asbak [D] ligt een briefje met een nummer en [A] een naam.
[F#m]
[D] Lilian lees ik en weet, dat [B] is het meisje dat het laatst is [E] weggegaan.
[A] De ochtend na een feest is [D] altijd triest, maar door dit briefje ga ik [A] zweven.
[D] [A]
Lilian gaf mij haar nummer, [F#m] dat verandert straks mijn zondag [E] en mijn leven.
De [A] dag heeft nu ineens een doel [D] en geeft me het gevoel ik word [A] haar man.
[F#m]
[D] Ineens is alles [Bm] anders, [D] want vandaag wordt [E] het een dag met [A] Lilian.
[Bm] [A]
Lilian dit [D] wordt een zondag met een zon die [A] nooit verdwijnt.
Lilian dit wordt [E] een zondag met een zon die [A] altijd schijnt.
Als we later [D] zullen praten, weet je wat we [A] zondag doen.
Dan kan ik het vast [E] niet laten, jou te zeggen net [A] als toen.
We [D] [A]
lopen hand in hand, het kleine [D]
stadspark is gevuld met [A] duizend bloemen.
[Bm] [A]
En de vogels die er fluiten [F#m] lijken allemaal haar lief na [E] te noemen.
[A] En de wind speelt door haar haren en [D] haar ogen lachen, het is nog [A] altijd feest.
[F#m]
En ik [Bm] neem haar in mijn armen, zo [D] gelukkig [E] als ik nimmer [A] ben geweest.
Lilian dit [D] wordt een zondag met een zon die [A] nooit verdwijnt.
Lilian dit [E] wordt een zondag met een zon die [A] altijd schijnt.
Als we later zullen [D] praten, weet je wat we [A] zondag doen.
Dan kan ik het [E] vast niet laten, jou te zeggen [A] net als toen.
[D]
[A]
[E]
[A]
[D]
Key:
A
D
E
F#m
Bm
A
D
E
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ Op een luie zondagmorgen [D] kom ik heel laat uit mijn bed, mijn [A] hoofd doet pijn.
_ [A] _ _
_ De lege flessen op de tafel [F#m] geuren bitter naar het bier van het [E] festijn. _ _ _ _
_ _ [A] Naast de overvolle asbak [D] ligt een briefje met een nummer en [A] een naam.
_ _ [F#m] _
_ _ [D] Lilian lees ik en weet, dat [B] is het meisje dat het laatst is [E] weggegaan. _ _ _ _
_ _ [A] De ochtend na een feest is [D] altijd triest, maar door dit briefje ga ik [A] zweven.
_ [D] _ [A] _
_ _ Lilian gaf mij haar nummer, [F#m] dat verandert straks mijn zondag [E] en mijn leven.
De _ _ _ _ [A] dag heeft nu ineens een doel [D] en geeft me het gevoel ik word [A] haar man.
_ _ [F#m] _
_ _ _ [D] Ineens is alles [Bm] anders, [D] want vandaag wordt [E] het een dag met [A] Lilian.
_ _ [Bm] _ [A] _
Lilian dit [D] wordt een zondag _ _ met een zon die [A] nooit verdwijnt. _ _
Lilian dit wordt [E] een zondag _ _ _ met een zon die [A] altijd schijnt. _
Als we later [D] zullen praten, _ _ weet je wat we [A] zondag doen. _ _
Dan kan ik het vast [E] niet laten, _ _ jou te zeggen net [A] als toen.
We [D] _ [A] _
_ _ lopen hand in hand, het kleine [D]
stadspark is gevuld met [A] duizend bloemen.
_ [Bm] _ [A] _
_ _ En de vogels die er fluiten [F#m] lijken allemaal haar lief na [E] te noemen. _ _ _ _
_ _ [A] En de wind speelt door haar haren en [D] haar ogen lachen, het is nog [A] altijd feest.
_ _ [F#m] _
_ En ik [Bm] neem haar in mijn armen, zo [D] gelukkig [E] als ik nimmer [A] ben geweest. _ _ _
Lilian dit [D] wordt een zondag _ _ _ met een zon die [A] nooit _ verdwijnt. _ _
Lilian dit [E] wordt een zondag _ _ met een zon die [A] altijd schijnt.
_ Als we later zullen [D] praten, _ _ weet je wat we [A] zondag doen.
_ _ _ Dan kan ik het [E] vast niet laten, _ _ _ jou te zeggen [A] net als toen. _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ _ _ _ _
_ [E] _ _ _ _ _ _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ Op een luie zondagmorgen [D] kom ik heel laat uit mijn bed, mijn [A] hoofd doet pijn.
_ [A] _ _
_ De lege flessen op de tafel [F#m] geuren bitter naar het bier van het [E] festijn. _ _ _ _
_ _ [A] Naast de overvolle asbak [D] ligt een briefje met een nummer en [A] een naam.
_ _ [F#m] _
_ _ [D] Lilian lees ik en weet, dat [B] is het meisje dat het laatst is [E] weggegaan. _ _ _ _
_ _ [A] De ochtend na een feest is [D] altijd triest, maar door dit briefje ga ik [A] zweven.
_ [D] _ [A] _
_ _ Lilian gaf mij haar nummer, [F#m] dat verandert straks mijn zondag [E] en mijn leven.
De _ _ _ _ [A] dag heeft nu ineens een doel [D] en geeft me het gevoel ik word [A] haar man.
_ _ [F#m] _
_ _ _ [D] Ineens is alles [Bm] anders, [D] want vandaag wordt [E] het een dag met [A] Lilian.
_ _ [Bm] _ [A] _
Lilian dit [D] wordt een zondag _ _ met een zon die [A] nooit verdwijnt. _ _
Lilian dit wordt [E] een zondag _ _ _ met een zon die [A] altijd schijnt. _
Als we later [D] zullen praten, _ _ weet je wat we [A] zondag doen. _ _
Dan kan ik het vast [E] niet laten, _ _ jou te zeggen net [A] als toen.
We [D] _ [A] _
_ _ lopen hand in hand, het kleine [D]
stadspark is gevuld met [A] duizend bloemen.
_ [Bm] _ [A] _
_ _ En de vogels die er fluiten [F#m] lijken allemaal haar lief na [E] te noemen. _ _ _ _
_ _ [A] En de wind speelt door haar haren en [D] haar ogen lachen, het is nog [A] altijd feest.
_ _ [F#m] _
_ En ik [Bm] neem haar in mijn armen, zo [D] gelukkig [E] als ik nimmer [A] ben geweest. _ _ _
Lilian dit [D] wordt een zondag _ _ _ met een zon die [A] nooit _ verdwijnt. _ _
Lilian dit [E] wordt een zondag _ _ met een zon die [A] altijd schijnt.
_ Als we later zullen [D] praten, _ _ weet je wat we [A] zondag doen.
_ _ _ Dan kan ik het [E] vast niet laten, _ _ _ jou te zeggen [A] net als toen. _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ _ _ _ _
_ [E] _ _ _ _ _ _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _