De Dag Dat Het Zonlicht Niet Meer Scheen Chords by John Terra
Tempo:
108 bpm
Chords used:
D
A
G
F
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
[C]
[Bm]
[D]
[A] Op een avond stond hij daar, zoveel en ander, en vertelde mij hoe zwaar [D] het noodlot van kon.
[A] Want mijn job die ben ik uit, en ik denk vol bitterheid.
Ik stond altijd klaar, en ik heb [Bb] gebloederd.
[F] Ik heb gebloederd voor twee, [Eb] en hij hield [D] niet mee.
En ik [Bb] weet nog,
[F] [Eb] want ze gingen van door.
Toen [A] ik nog zie, [G] de dag dat het zonlicht niet [D] eens schijnt.
[A]
[G]
[D] Betekent mee, [G] de dag dat het zonlicht niet [D] eens schijnt.
Stond ik helemaal [A]
[G] zelfs, gebroed me [D] niet mee.
[A] Hij bedrong zich in die groep, van mensen had hij echt genoeg.
En zijn vrienden lieten hem,
[D] meteen in die steek.
[A] Niemand hielp hem met de daad, niemand gaf hem goede raad.
Tien ik weg aan wilde, riep hij, [Bb] vreemde, [F]
[Eb] want ik heb niemand meer die me [D] wacht.
[Bb] Vreemde, laat ook jij [F] me niet alleen, [Eb] anders zie ik misschien, de machtelijk [A] meer.
[D] [G] De dag dat het zonlicht niet meer [D] schijnt, mijn gelukkig
[A] leven
[G] betekent iets [D] meer.
De [G] dag dat het zonlicht niet [D] meer schijnt, stond ik helemaal
[A] alleen, zelfs [G] gebroed me niet [D] mee.
De [G] dag dat het zonlicht niet meer [D] schijnt, mijn gelukkig leven betekent
[A] iets meer.
Had het leven geen [G] betekenis [D] meer.
De [G] dag dat het zonlicht niet [D] meer schijnt, stond ik helemaal
[A] alleen.
En toen bloeide [G] zelfs, gebroed me [D] niet mee.
[F]
[Bm]
[D]
[C]
[Bm]
[D]
[A] Op een avond stond hij daar, zoveel en ander, en vertelde mij hoe zwaar [D] het noodlot van kon.
[A] Want mijn job die ben ik uit, en ik denk vol bitterheid.
Ik stond altijd klaar, en ik heb [Bb] gebloederd.
[F] Ik heb gebloederd voor twee, [Eb] en hij hield [D] niet mee.
En ik [Bb] weet nog,
[F] [Eb] want ze gingen van door.
Toen [A] ik nog zie, [G] de dag dat het zonlicht niet [D] eens schijnt.
[A]
[G]
[D] Betekent mee, [G] de dag dat het zonlicht niet [D] eens schijnt.
Stond ik helemaal [A]
[G] zelfs, gebroed me [D] niet mee.
[A] Hij bedrong zich in die groep, van mensen had hij echt genoeg.
En zijn vrienden lieten hem,
[D] meteen in die steek.
[A] Niemand hielp hem met de daad, niemand gaf hem goede raad.
Tien ik weg aan wilde, riep hij, [Bb] vreemde, [F]
[Eb] want ik heb niemand meer die me [D] wacht.
[Bb] Vreemde, laat ook jij [F] me niet alleen, [Eb] anders zie ik misschien, de machtelijk [A] meer.
[D] [G] De dag dat het zonlicht niet meer [D] schijnt, mijn gelukkig
[A] leven
[G] betekent iets [D] meer.
De [G] dag dat het zonlicht niet [D] meer schijnt, stond ik helemaal
[A] alleen, zelfs [G] gebroed me niet [D] mee.
De [G] dag dat het zonlicht niet meer [D] schijnt, mijn gelukkig leven betekent
[A] iets meer.
Had het leven geen [G] betekenis [D] meer.
De [G] dag dat het zonlicht niet [D] meer schijnt, stond ik helemaal
[A] alleen.
En toen bloeide [G] zelfs, gebroed me [D] niet mee.
[F]
[Bm]
[D]
Key:
D
A
G
F
Bb
D
A
G
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ [Bm] _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [A] _ Op een avond stond hij daar, _ zoveel en ander, _ _ en vertelde mij hoe zwaar [D] het _ noodlot van kon.
_ _ _ [A] _ Want mijn job die ben ik uit, _ en ik denk vol _ bitterheid.
_ Ik stond altijd klaar, en ik heb [Bb] gebloederd. _
[F] Ik heb gebloederd voor twee, _ [Eb] en hij hield [D] niet mee.
_ En ik [Bb] weet nog, _
_ [F] _ _ [Eb] want ze gingen van door. _
_ _ Toen [A] ik nog _ zie, _ _ _ [G] de dag dat het zonlicht niet [D] eens schijnt. _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _
[D] Betekent mee, [G] de dag dat het zonlicht niet [D] eens schijnt.
Stond ik helemaal _ [A] _ _ _ _
_ _ _ [G] zelfs, _ gebroed me [D] niet mee. _ _ _ _ _
_ [A] Hij bedrong zich in die groep, _ van mensen had hij echt genoeg. _
En zijn vrienden lieten hem, _
[D] _ meteen in die steek. _ _ _
[A] _ Niemand hielp hem met de daad, _ niemand gaf hem goede raad.
_ Tien ik weg aan wilde, riep hij, [Bb] vreemde, _ _ [F] _ _ _
[Eb] want ik heb niemand meer die me [D] wacht. _ _ _
[Bb] Vreemde, laat ook jij [F] me niet alleen, [Eb] anders zie ik _ misschien, de machtelijk [A] _ meer.
_ _ [D] _ [G] De dag dat het zonlicht niet meer [D] schijnt, mijn gelukkig _ _
[A] _ _ _ leven _ _ _
[G] _ _ betekent iets [D] meer.
De [G] dag dat het zonlicht niet [D] meer schijnt, stond ik helemaal _
[A] alleen, _ _ _ _ zelfs [G] gebroed me niet [D] mee.
De [G] dag dat het zonlicht niet meer [D] schijnt, mijn gelukkig leven betekent _
[A] iets meer.
Had het _ leven geen [G] _ _ betekenis [D] meer.
De [G] dag dat het zonlicht niet [D] meer schijnt, stond ik helemaal _
[A] alleen. _ _ _ _ _ _
_ _ En toen bloeide [G] zelfs, gebroed me _ _ _ [D] niet mee. _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ _ _ _ _ _
[Bm] _ _ _ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ [Bm] _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [A] _ Op een avond stond hij daar, _ zoveel en ander, _ _ en vertelde mij hoe zwaar [D] het _ noodlot van kon.
_ _ _ [A] _ Want mijn job die ben ik uit, _ en ik denk vol _ bitterheid.
_ Ik stond altijd klaar, en ik heb [Bb] gebloederd. _
[F] Ik heb gebloederd voor twee, _ [Eb] en hij hield [D] niet mee.
_ En ik [Bb] weet nog, _
_ [F] _ _ [Eb] want ze gingen van door. _
_ _ Toen [A] ik nog _ zie, _ _ _ [G] de dag dat het zonlicht niet [D] eens schijnt. _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _
[D] Betekent mee, [G] de dag dat het zonlicht niet [D] eens schijnt.
Stond ik helemaal _ [A] _ _ _ _
_ _ _ [G] zelfs, _ gebroed me [D] niet mee. _ _ _ _ _
_ [A] Hij bedrong zich in die groep, _ van mensen had hij echt genoeg. _
En zijn vrienden lieten hem, _
[D] _ meteen in die steek. _ _ _
[A] _ Niemand hielp hem met de daad, _ niemand gaf hem goede raad.
_ Tien ik weg aan wilde, riep hij, [Bb] vreemde, _ _ [F] _ _ _
[Eb] want ik heb niemand meer die me [D] wacht. _ _ _
[Bb] Vreemde, laat ook jij [F] me niet alleen, [Eb] anders zie ik _ misschien, de machtelijk [A] _ meer.
_ _ [D] _ [G] De dag dat het zonlicht niet meer [D] schijnt, mijn gelukkig _ _
[A] _ _ _ leven _ _ _
[G] _ _ betekent iets [D] meer.
De [G] dag dat het zonlicht niet [D] meer schijnt, stond ik helemaal _
[A] alleen, _ _ _ _ zelfs [G] gebroed me niet [D] mee.
De [G] dag dat het zonlicht niet meer [D] schijnt, mijn gelukkig leven betekent _
[A] iets meer.
Had het _ leven geen [G] _ _ betekenis [D] meer.
De [G] dag dat het zonlicht niet [D] meer schijnt, stond ik helemaal _
[A] alleen. _ _ _ _ _ _
_ _ En toen bloeide [G] zelfs, gebroed me _ _ _ [D] niet mee. _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ _ _ _ _ _
[Bm] _ _ _ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _