Chords for Jokiedokie – Jokie Muziekclip – Efteling
Tempo:
82.05 bpm
Chords used:
Bb
F
Eb
D
Cm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Eb] [Bb] [Cm] [F]
[Bb] Daar is draakje, draakje heeft verdriet.
[Cm] Waar is [F] mama?
Mama is er niet.
[D] Wie oh wie [Gm] heeft mama draak gezien?
[Eb] [Cm] Achter [F] deze struik misschien.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
Kijk maar achter de struik!
[Eb] Jokie [Bb] en Jet,
[F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] [Eb] Jokie [Bb] en Jet, [Bb]
[C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie mee?
[F] Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons mee.
[D] Want [Gm] dan is [Eb] alles weer [F] oké.
[Eb] Wie [Bb]
[D] [Cm] [Gb] [Bb] helpt, wie helpt op de boerderij?
[Cm] Wat heb je [F] nodig?
Meel, melk en ei.
[D] Waar oh waar moeten [Gm] we naartoe?
We [Cm] zoeken de [Gb] molen, de kim [F] en de koel.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
En wat maken we dan?
Pannenkoeken!
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [F] [F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen [F] jullie mee?
Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons mee.
[D] [Gm] Want dan is alles weer [F] [Eb] oké.
[Bb] [D] [Cm]
[Gb] [Fm] [Bb] Acrobaatje is ineens van [Cm] ziek.
In het [F] circus is er nu paniek.
[D] Wie oh wie durft op het [Gm] koord te staan?
[D] Zodat [Cm] de show [Gb] toch door [F] kan gaan.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
Eerst het koord.
Dan de hoepel.
[Bb] En [F] een zartel!
[Eb] [Eb] Jokie [Bb] en Jet, [Bb] [F] [F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie mee?
[F] Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons [D] mee.
Want [Gm] dan is [F] alles weer oké.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet,
[F] [F] helpen doen [Bb] ze [Eb] graag.
Jokie [Bb] en Jet,
[C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie [F] mee?
Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons [D] mee.
Want [Gm] dan is alles weer [F] oké.
[Eb] [Bb] [F] Jokie dokie!
[Bb] Doe met een [Dbm] Jokie!
[Bb] Daar is draakje, draakje heeft verdriet.
[Cm] Waar is [F] mama?
Mama is er niet.
[D] Wie oh wie [Gm] heeft mama draak gezien?
[Eb] [Cm] Achter [F] deze struik misschien.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
Kijk maar achter de struik!
[Eb] Jokie [Bb] en Jet,
[F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] [Eb] Jokie [Bb] en Jet, [Bb]
[C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie mee?
[F] Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons mee.
[D] Want [Gm] dan is [Eb] alles weer [F] oké.
[Eb] Wie [Bb]
[D] [Cm] [Gb] [Bb] helpt, wie helpt op de boerderij?
[Cm] Wat heb je [F] nodig?
Meel, melk en ei.
[D] Waar oh waar moeten [Gm] we naartoe?
We [Cm] zoeken de [Gb] molen, de kim [F] en de koel.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
En wat maken we dan?
Pannenkoeken!
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [F] [F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen [F] jullie mee?
Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons mee.
[D] [Gm] Want dan is alles weer [F] [Eb] oké.
[Bb] [D] [Cm]
[Gb] [Fm] [Bb] Acrobaatje is ineens van [Cm] ziek.
In het [F] circus is er nu paniek.
[D] Wie oh wie durft op het [Gm] koord te staan?
[D] Zodat [Cm] de show [Gb] toch door [F] kan gaan.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
Eerst het koord.
Dan de hoepel.
[Bb] En [F] een zartel!
[Eb] [Eb] Jokie [Bb] en Jet, [Bb] [F] [F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie mee?
[F] Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons [D] mee.
Want [Gm] dan is [F] alles weer oké.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet,
[F] [F] helpen doen [Bb] ze [Eb] graag.
Jokie [Bb] en Jet,
[C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie [F] mee?
Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons [D] mee.
Want [Gm] dan is alles weer [F] oké.
[Eb] [Bb] [F] Jokie dokie!
[Bb] Doe met een [Dbm] Jokie!
Key:
Bb
F
Eb
D
Cm
Bb
F
Eb
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [Cm] _ _ [F] _
[Bb] Daar is draakje, draakje heeft verdriet.
[Cm] Waar is [F] mama?
Mama is er niet.
[D] Wie oh wie [Gm] heeft mama draak gezien?
[Eb] [Cm] Achter [F] deze struik misschien.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
Kijk maar achter de struik!
_ [Eb] Jokie [Bb] en Jet, _
[F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] [Eb] Jokie [Bb] en Jet, [Bb]
[C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie mee?
[F] Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons mee.
[D] Want [Gm] dan is [Eb] alles weer [F] oké.
[Eb] Wie [Bb] _ _
[D] _ [Cm] _ [Gb] _ [Bb] _ helpt, wie helpt op de boerderij?
[Cm] Wat heb je [F] nodig?
Meel, melk en ei.
[D] Waar oh waar moeten [Gm] we naartoe?
We [Cm] zoeken de [Gb] molen, de kim [F] en de koel.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
En wat maken we dan?
Pannenkoeken!
_ _ [Eb] Jokie [Bb] en Jet, _ [F] [F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [C] wie helpen ze [F] vandaag?
_ [Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen [F] jullie mee?
Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons mee.
[D] _ [Gm] Want dan is alles weer [F] _ [Eb] oké.
_ [Bb] _ _ [D] _ [Cm] _
[Gb] _ [Fm] _ [Bb] _ Acrobaatje is ineens van [Cm] ziek.
In het [F] circus is er nu paniek.
[D] Wie oh wie durft op het [Gm] koord te staan?
[D] Zodat [Cm] de show [Gb] toch door [F] kan gaan.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
Eerst het koord.
Dan de hoepel.
[Bb] En [F] een zartel!
_ [Eb] [Eb] Jokie [Bb] en Jet, [Bb] _ [F] [F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [C] wie helpen ze [F] vandaag?
_ [Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie mee?
[F] Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons [D] mee.
Want [Gm] dan is [F] alles weer oké.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet,
_ [F] [F] helpen doen [Bb] ze [Eb] graag.
Jokie [Bb] en Jet,
[C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie [F] mee?
Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons [D] mee.
Want [Gm] dan is alles weer [F] oké.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] Jokie dokie!
[Bb] Doe met een [Dbm] Jokie! _ _ _ _ _
[Bb] Daar is draakje, draakje heeft verdriet.
[Cm] Waar is [F] mama?
Mama is er niet.
[D] Wie oh wie [Gm] heeft mama draak gezien?
[Eb] [Cm] Achter [F] deze struik misschien.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
Kijk maar achter de struik!
_ [Eb] Jokie [Bb] en Jet, _
[F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] [Eb] Jokie [Bb] en Jet, [Bb]
[C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie mee?
[F] Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons mee.
[D] Want [Gm] dan is [Eb] alles weer [F] oké.
[Eb] Wie [Bb] _ _
[D] _ [Cm] _ [Gb] _ [Bb] _ helpt, wie helpt op de boerderij?
[Cm] Wat heb je [F] nodig?
Meel, melk en ei.
[D] Waar oh waar moeten [Gm] we naartoe?
We [Cm] zoeken de [Gb] molen, de kim [F] en de koel.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
En wat maken we dan?
Pannenkoeken!
_ _ [Eb] Jokie [Bb] en Jet, _ [F] [F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [C] wie helpen ze [F] vandaag?
_ [Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen [F] jullie mee?
Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons mee.
[D] _ [Gm] Want dan is alles weer [F] _ [Eb] oké.
_ [Bb] _ _ [D] _ [Cm] _
[Gb] _ [Fm] _ [Bb] _ Acrobaatje is ineens van [Cm] ziek.
In het [F] circus is er nu paniek.
[D] Wie oh wie durft op het [Gm] koord te staan?
[D] Zodat [Cm] de show [Gb] toch door [F] kan gaan.
Helpen jullie Jokie?
Jokie dokie!
Dat kan harder!
Jokie dokie!
Eerst het koord.
Dan de hoepel.
[Bb] En [F] een zartel!
_ [Eb] [Eb] Jokie [Bb] en Jet, [Bb] _ [F] [F] helpen doen [Bb] ze graag.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet, [C] wie helpen ze [F] vandaag?
_ [Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie mee?
[F] Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons [D] mee.
Want [Gm] dan is [F] alles weer oké.
[Eb] Jokie [Bb] en Jet,
_ [F] [F] helpen doen [Bb] ze [Eb] graag.
Jokie [Bb] en Jet,
[C] wie helpen ze [F] vandaag?
[Eb] Jokie [Bb] dokie!
Helpen jullie [F] mee?
Jokie [Bb] dokie!
Doe maar met ons [D] mee.
Want [Gm] dan is alles weer [F] oké.
[Eb] _ _ [Bb] _ _ [F] Jokie dokie!
[Bb] Doe met een [Dbm] Jokie! _ _ _ _ _