Chords for Gerald Troost - Hoop krijgt een gezicht
Tempo:
84.1 bpm
Chords used:
G
C
D
F
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
[C] [G] [D] [Gm]
[F] [C] [G] Zo krijgt een gezicht, [C] midden in de [G] langste nacht,
Zond uit God [D] en licht uit licht, [Dm] toch [G] zo anders dan [C] verwacht.
Zonder macht [D] of heerlijkheid, zonder pracht [Em] en [Am] prouw,
Weerloos in een kleine [D] stal,
Zit [G] de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
Is [G] dit de Redder die [D] ons altijd is [C] beloofd?
[G] Is dit [Am] de grote God die [G] overwint,
[D] De kleine [G] Kind?
[C] [G]
[C] [G] Godsvollheid woont in hem, [F] nog [C] verborgen tot de tijd,
[G] Dat hij spreekt en met zijn stem, [C] doden uit het graf bevrijdt.
Zonder [D] zonden draagt hij weg, als Gods [Em] opverlang,
[Am] Hij die van de Vader [D] kwam.
[G] Hij is de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
[G] Hij is de Redder die ons altijd is [C] beloofd.
[G] Hij [Am] is de grote God die [G] overwint,
[D] Het [G] vredeskind,
Zo [Eb] wilt [F] u zijn,
[Bb] God in ons bieden,
[Eb] U [F] draagt de wereld [D] aan een kruis,
[Eb] U [F] besteelt de pijn,
[Cm] U [Bb] hoort ons bieden,
[Eb] U [F] draagt het wapen [G] weer op zijn [D] lijf.
U [G] bent de Koning die als [Bb] mensenzoon heel de wereld zal [C] bevrijden.
[G] U bent de Redder die [D] ons altijd is [C] beloofd.
U [Am] bent de grote [G] God die ons [D] verlooft.
U [G] bent de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
[G] U bent de Redder die ons altijd is [C] beloofd.
[G] U [Am] bent de grote God in [D] onze hoop.
U [Am] bent de grote God die ons [D] verlooft.
[G] Vredeskondig.
[C] [G] [F] [C]
[G]
[C] [G] [D] [Gm]
[F] [C] [G] Zo krijgt een gezicht, [C] midden in de [G] langste nacht,
Zond uit God [D] en licht uit licht, [Dm] toch [G] zo anders dan [C] verwacht.
Zonder macht [D] of heerlijkheid, zonder pracht [Em] en [Am] prouw,
Weerloos in een kleine [D] stal,
Zit [G] de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
Is [G] dit de Redder die [D] ons altijd is [C] beloofd?
[G] Is dit [Am] de grote God die [G] overwint,
[D] De kleine [G] Kind?
[C] [G]
[C] [G] Godsvollheid woont in hem, [F] nog [C] verborgen tot de tijd,
[G] Dat hij spreekt en met zijn stem, [C] doden uit het graf bevrijdt.
Zonder [D] zonden draagt hij weg, als Gods [Em] opverlang,
[Am] Hij die van de Vader [D] kwam.
[G] Hij is de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
[G] Hij is de Redder die ons altijd is [C] beloofd.
[G] Hij [Am] is de grote God die [G] overwint,
[D] Het [G] vredeskind,
Zo [Eb] wilt [F] u zijn,
[Bb] God in ons bieden,
[Eb] U [F] draagt de wereld [D] aan een kruis,
[Eb] U [F] besteelt de pijn,
[Cm] U [Bb] hoort ons bieden,
[Eb] U [F] draagt het wapen [G] weer op zijn [D] lijf.
U [G] bent de Koning die als [Bb] mensenzoon heel de wereld zal [C] bevrijden.
[G] U bent de Redder die [D] ons altijd is [C] beloofd.
U [Am] bent de grote [G] God die ons [D] verlooft.
U [G] bent de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
[G] U bent de Redder die ons altijd is [C] beloofd.
[G] U [Am] bent de grote God in [D] onze hoop.
U [Am] bent de grote God die ons [D] verlooft.
[G] Vredeskondig.
[C] [G] [F] [C]
[G]
Key:
G
C
D
F
Am
G
C
D
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ [D] _ _ [Gm] _
[F] _ [C] _ _ _ [G] Zo krijgt een gezicht, [C] midden in de [G] langste nacht,
Zond uit God [D] en licht uit licht, [Dm] toch [G] zo anders dan [C] verwacht.
Zonder macht [D] of heerlijkheid, zonder pracht [Em] en [Am] prouw,
Weerloos in een kleine [D] stal,
Zit [G] de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
Is [G] dit de Redder die [D] ons altijd is [C] beloofd?
[G] Is dit [Am] de grote God die [G] overwint,
[D] De kleine [G] _ Kind? _
[C] _ _ _ [G] _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [G] _ Godsvollheid woont in hem, [F] nog [C] verborgen tot de tijd,
[G] Dat hij spreekt en met zijn stem, [C] doden uit het graf bevrijdt.
Zonder [D] zonden draagt hij weg, als Gods [Em] opverlang,
_ [Am] Hij die van de Vader [D] kwam.
[G] Hij is de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
[G] Hij is de Redder die ons altijd is [C] beloofd.
[G] Hij [Am] is de grote God die [G] overwint,
[D] Het [G] vredeskind,
_ Zo [Eb] wilt [F] u zijn,
[Bb] God in ons bieden,
[Eb] U [F] draagt de wereld [D] aan een kruis, _ _
[Eb] U [F] besteelt de pijn,
_ [Cm] U [Bb] hoort ons bieden,
[Eb] U [F] draagt het wapen [G] weer op zijn [D] lijf.
U [G] bent de Koning die als [Bb] mensenzoon heel de wereld zal [C] bevrijden.
[G] U bent de Redder die [D] ons altijd is [C] beloofd.
U [Am] bent de grote [G] God die ons [D] verlooft.
U [G] bent de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
[G] U bent de Redder die ons altijd is [C] _ beloofd.
[G] U [Am] bent de grote God in [D] onze hoop.
U [Am] bent de grote God die ons [D] _ verlooft. _
[G] Vredeskondig.
_ _ [C] _ _ _ _ [G] _ _ _ _ [F] _ [C] _ _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ [D] _ _ [Gm] _
[F] _ [C] _ _ _ [G] Zo krijgt een gezicht, [C] midden in de [G] langste nacht,
Zond uit God [D] en licht uit licht, [Dm] toch [G] zo anders dan [C] verwacht.
Zonder macht [D] of heerlijkheid, zonder pracht [Em] en [Am] prouw,
Weerloos in een kleine [D] stal,
Zit [G] de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
Is [G] dit de Redder die [D] ons altijd is [C] beloofd?
[G] Is dit [Am] de grote God die [G] overwint,
[D] De kleine [G] _ Kind? _
[C] _ _ _ [G] _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [G] _ Godsvollheid woont in hem, [F] nog [C] verborgen tot de tijd,
[G] Dat hij spreekt en met zijn stem, [C] doden uit het graf bevrijdt.
Zonder [D] zonden draagt hij weg, als Gods [Em] opverlang,
_ [Am] Hij die van de Vader [D] kwam.
[G] Hij is de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
[G] Hij is de Redder die ons altijd is [C] beloofd.
[G] Hij [Am] is de grote God die [G] overwint,
[D] Het [G] vredeskind,
_ Zo [Eb] wilt [F] u zijn,
[Bb] God in ons bieden,
[Eb] U [F] draagt de wereld [D] aan een kruis, _ _
[Eb] U [F] besteelt de pijn,
_ [Cm] U [Bb] hoort ons bieden,
[Eb] U [F] draagt het wapen [G] weer op zijn [D] lijf.
U [G] bent de Koning die als [Bb] mensenzoon heel de wereld zal [C] bevrijden.
[G] U bent de Redder die [D] ons altijd is [C] beloofd.
U [Am] bent de grote [G] God die ons [D] verlooft.
U [G] bent de Koning die als mensenzoon [C] heel de wereld zal bevrijden.
[G] U bent de Redder die ons altijd is [C] _ beloofd.
[G] U [Am] bent de grote God in [D] onze hoop.
U [Am] bent de grote God die ons [D] _ verlooft. _
[G] Vredeskondig.
_ _ [C] _ _ _ _ [G] _ _ _ _ [F] _ [C] _ _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _