T Kapelke Chords by Frits Rademacher
Tempo:
81.85 bpm
Chords used:
D
A
Em
G
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G] [D] [Bm] [G] [A] [D]
[A] [D] Ik zie in je gedachten nog, [Em] wie stoer lijkt je soms,
[A] Wie stoer [D] gelukkig lachend aan [E] dat oud vernieuwst [G] [A] gestomst.
[D] Of wie stoer langs de zandweg leeft, [Em] de Noordkapelke geeft,
[A] Wo het wenkske wo [D] do mich hebs [E] leren bij [A] je noe [D] nog steit.
[Bm] De wenksingen het koren [Em] en het wenkske dat [Bm] zingt met,
Tis of wie in [D] gedachten weir [E] bij het [A] Oudkapelke [E] zit.
[A]
[D] O, min moeder mich geleert het [Em] om te [G]
[A] bije,
[Em] Wie het leive dat [A] zo deks van mich [D] verlangt,
Auch al [F#m] kent ze mich, [B] haar leiv den [Em] eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk ich [Bm] deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes [A]
[D] bedankt.
[G] [D] [G] [A]
[D] [A] [D] En es de zomer [Em] ovensom, haar letste strol leidt schoon,
[A] Door rame [D] van het kapelke, [E] wo het [G] boterblumke [A] [D] stoom,
Vertelt het limbers leintje [Em] stil, een jeugdverhaal aan mich,
[A] Dan zeen [D] ich in die letste [E] strol, min [A] moeder, [D] haar gezicht,
[Bm] Dan ist es, of sie zeggen [Em] wil, vergeet dat [Bm] plekske neid,
Wo ich dich wiesteklein [E] woars op het wenkske [A] knijle [Em] [A] leidt.
[D] O, min moeder mich geleert [Em] het om te [G]
[A] bije,
[Em] Wie het leive [A] dat zo deks van [D] mich verlangt,
Auch al [F#m] kent ze [B] mich, haar leiv den [Em] eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk ich [Bm] deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes [A]
[G] bedankt.
[D] [Bm] [G] [A]
[D] [A] [D] En zal ich mit min kenner [Em] noch dat oud kapelke goon,
[A] Wo ich mit [D] schwartgevouwen [E] heing, mit [G] moederhok [A] gestoom,
[D] Dan zal ich auch min kenner [Em] leere bijen op die bank,
[A] Die bank, die [D] dor al jahre steed, [E] [A] michien al [D] ewe lang.
[Bm] Zo zeen der duzen plekskes, [Em] hier in oos [Bm] Limburgs land,
[D]
[E] [A] [Em] [A] O, [D] min moeder mich geleert het [G] om te bije,
[A] Wie [Em] het leive dat [A] zo deks van mich [D] verlangt,
Auch al kent ze [B] mich, haar leiv [Em] den eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk [Bm] ich deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes bedankt.
[G] [D] [Bm] [G] [A] [D]
Ondertitels ingediend door de Amara.org gemeenschap
[A] [D] Ik zie in je gedachten nog, [Em] wie stoer lijkt je soms,
[A] Wie stoer [D] gelukkig lachend aan [E] dat oud vernieuwst [G] [A] gestomst.
[D] Of wie stoer langs de zandweg leeft, [Em] de Noordkapelke geeft,
[A] Wo het wenkske wo [D] do mich hebs [E] leren bij [A] je noe [D] nog steit.
[Bm] De wenksingen het koren [Em] en het wenkske dat [Bm] zingt met,
Tis of wie in [D] gedachten weir [E] bij het [A] Oudkapelke [E] zit.
[A]
[D] O, min moeder mich geleert het [Em] om te [G]
[A] bije,
[Em] Wie het leive dat [A] zo deks van mich [D] verlangt,
Auch al [F#m] kent ze mich, [B] haar leiv den [Em] eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk ich [Bm] deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes [A]
[D] bedankt.
[G] [D] [G] [A]
[D] [A] [D] En es de zomer [Em] ovensom, haar letste strol leidt schoon,
[A] Door rame [D] van het kapelke, [E] wo het [G] boterblumke [A] [D] stoom,
Vertelt het limbers leintje [Em] stil, een jeugdverhaal aan mich,
[A] Dan zeen [D] ich in die letste [E] strol, min [A] moeder, [D] haar gezicht,
[Bm] Dan ist es, of sie zeggen [Em] wil, vergeet dat [Bm] plekske neid,
Wo ich dich wiesteklein [E] woars op het wenkske [A] knijle [Em] [A] leidt.
[D] O, min moeder mich geleert [Em] het om te [G]
[A] bije,
[Em] Wie het leive [A] dat zo deks van [D] mich verlangt,
Auch al [F#m] kent ze [B] mich, haar leiv den [Em] eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk ich [Bm] deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes [A]
[G] bedankt.
[D] [Bm] [G] [A]
[D] [A] [D] En zal ich mit min kenner [Em] noch dat oud kapelke goon,
[A] Wo ich mit [D] schwartgevouwen [E] heing, mit [G] moederhok [A] gestoom,
[D] Dan zal ich auch min kenner [Em] leere bijen op die bank,
[A] Die bank, die [D] dor al jahre steed, [E] [A] michien al [D] ewe lang.
[Bm] Zo zeen der duzen plekskes, [Em] hier in oos [Bm] Limburgs land,
[D]
[E] [A] [Em] [A] O, [D] min moeder mich geleert het [G] om te bije,
[A] Wie [Em] het leive dat [A] zo deks van mich [D] verlangt,
Auch al kent ze [B] mich, haar leiv [Em] den eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk [Bm] ich deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes bedankt.
[G] [D] [Bm] [G] [A] [D]
Ondertitels ingediend door de Amara.org gemeenschap
Key:
D
A
Em
G
Bm
D
A
Em
[G] _ [D] _ [Bm] _ [G] _ [A] _ [D] _
[A] _ [D] _ _ Ik zie in je gedachten nog, [Em] wie stoer lijkt je soms,
[A] Wie stoer [D] gelukkig lachend aan [E] dat oud vernieuwst [G] [A] gestomst.
[D] Of wie stoer langs de zandweg leeft, [Em] de Noordkapelke geeft,
[A] Wo het wenkske wo [D] do mich hebs [E] leren bij [A] je noe [D] nog steit.
[Bm] De wenksingen het koren [Em] en het wenkske dat [Bm] zingt met,
Tis of wie in [D] gedachten weir [E] bij het [A] Oudkapelke [E] zit.
[A] _
[D] O, min moeder mich geleert het [Em] om te [G]
[A] bije,
[Em] Wie het leive dat [A] zo deks van mich [D] _ verlangt,
Auch al [F#m] kent ze mich, [B] haar leiv den [Em] eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk ich [Bm] deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes [A]
[D] bedankt.
[G] _ [D] _ [G] _ _ [A] _
[D] _ [A] _ [D] _ _ En es de zomer [Em] ovensom, haar letste strol leidt schoon,
[A] Door rame [D] van het kapelke, [E] wo het [G] boterblumke [A] [D] stoom,
Vertelt het limbers leintje [Em] stil, een jeugdverhaal aan mich,
[A] Dan zeen [D] ich in die letste [E] strol, min [A] moeder, [D] haar gezicht,
[Bm] Dan ist es, of sie zeggen [Em] wil, vergeet dat [Bm] plekske neid,
Wo ich dich wiesteklein [E] woars op het wenkske [A] knijle [Em] _ [A] leidt.
[D] O, min moeder mich geleert [Em] het om te [G]
[A] bije,
[Em] Wie het leive [A] dat zo deks van [D] mich _ verlangt,
Auch al [F#m] kent ze [B] mich, haar leiv den [Em] eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk ich [Bm] deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes [A]
[G] bedankt.
_ [D] _ [Bm] _ [G] _ [A] _
[D] _ [A] _ [D] _ _ En zal ich mit min kenner [Em] noch dat oud kapelke goon,
[A] Wo ich mit [D] schwartgevouwen [E] heing, mit [G] moederhok [A] gestoom,
[D] Dan zal ich auch min kenner [Em] leere bijen op die bank,
[A] Die bank, die [D] dor al jahre steed, [E] [A] michien al [D] ewe lang.
[Bm] Zo zeen der duzen plekskes, [Em] hier in oos [Bm] Limburgs land,
_ _ _ [D] _
[E] _ _ [A] _ [Em] _ [A] O, [D] min moeder mich geleert het [G] om te bije,
[A] Wie [Em] het leive dat [A] zo deks van mich [D] verlangt,
Auch al kent ze [B] mich, haar leiv [Em] den eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk [Bm] ich deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes bedankt.
[G] _ [D] _ [Bm] _ [G] _ [A] _ [D] _
Ondertitels ingediend door de Amara.org gemeenschap _ _ _ _
[A] _ [D] _ _ Ik zie in je gedachten nog, [Em] wie stoer lijkt je soms,
[A] Wie stoer [D] gelukkig lachend aan [E] dat oud vernieuwst [G] [A] gestomst.
[D] Of wie stoer langs de zandweg leeft, [Em] de Noordkapelke geeft,
[A] Wo het wenkske wo [D] do mich hebs [E] leren bij [A] je noe [D] nog steit.
[Bm] De wenksingen het koren [Em] en het wenkske dat [Bm] zingt met,
Tis of wie in [D] gedachten weir [E] bij het [A] Oudkapelke [E] zit.
[A] _
[D] O, min moeder mich geleert het [Em] om te [G]
[A] bije,
[Em] Wie het leive dat [A] zo deks van mich [D] _ verlangt,
Auch al [F#m] kent ze mich, [B] haar leiv den [Em] eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk ich [Bm] deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes [A]
[D] bedankt.
[G] _ [D] _ [G] _ _ [A] _
[D] _ [A] _ [D] _ _ En es de zomer [Em] ovensom, haar letste strol leidt schoon,
[A] Door rame [D] van het kapelke, [E] wo het [G] boterblumke [A] [D] stoom,
Vertelt het limbers leintje [Em] stil, een jeugdverhaal aan mich,
[A] Dan zeen [D] ich in die letste [E] strol, min [A] moeder, [D] haar gezicht,
[Bm] Dan ist es, of sie zeggen [Em] wil, vergeet dat [Bm] plekske neid,
Wo ich dich wiesteklein [E] woars op het wenkske [A] knijle [Em] _ [A] leidt.
[D] O, min moeder mich geleert [Em] het om te [G]
[A] bije,
[Em] Wie het leive [A] dat zo deks van [D] mich _ verlangt,
Auch al [F#m] kent ze [B] mich, haar leiv den [Em] eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk ich [Bm] deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes [A]
[G] bedankt.
_ [D] _ [Bm] _ [G] _ [A] _
[D] _ [A] _ [D] _ _ En zal ich mit min kenner [Em] noch dat oud kapelke goon,
[A] Wo ich mit [D] schwartgevouwen [E] heing, mit [G] moederhok [A] gestoom,
[D] Dan zal ich auch min kenner [Em] leere bijen op die bank,
[A] Die bank, die [D] dor al jahre steed, [E] [A] michien al [D] ewe lang.
[Bm] Zo zeen der duzen plekskes, [Em] hier in oos [Bm] Limburgs land,
_ _ _ [D] _
[E] _ _ [A] _ [Em] _ [A] O, [D] min moeder mich geleert het [G] om te bije,
[A] Wie [Em] het leive dat [A] zo deks van mich [D] verlangt,
Auch al kent ze [B] mich, haar leiv [Em] den eid mich geve,
[Gm] Doch [D] denk [Bm] ich deks nog [G] stil, min [A] mam, du [D] bes bedankt.
[G] _ [D] _ [Bm] _ [G] _ [A] _ [D] _
Ondertitels ingediend door de Amara.org gemeenschap _ _ _ _