Chords for Emiel - Hûnekop, (noemer sûnder titel) live yn Noardewyn Omrop Fryslân
Tempo:
113.75 bpm
Chords used:
A
E
D
G
F#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E] [A] Het weer op een warme zomer is gegaan.
Ik ging naar huis en ik had een beetje [E] pijn.
Ik stopte even bij [A] het café.
Ik ging naar binnen en ik zat op de bar.
En de barman zette me een biertje [E] voor.
En jongen, mijn kerel, mijn [A] papagei.
Ja, hij zei, mester, jij, die jongen.
Dit is een papageike, een verrekte jongen.
[E] Ik denk dat hij gek vindt, maar ik speel het [A] spultje mooi mee.
Dus ik zei op serieuze toon, in dat geval vreeg ik hem plaatsje [E] aan van de kast.
[A] En hij, hij, hij.
Die vent zei, zong, zong, zong, papagei.
Zong voor u zijn nieuwe tijd.
[E] En dat beest begon te zongen uit [A] volle burst.
Jouw met die hand, jouw met die nek, [E] als je het doodst met mij.
Hier is [A] mijn hand, hier [E] is mijn nek, jouw [D] met bestemmend [A] huid.
Lang [F#m] neer het kaart, [A] en juist voor ons [F#] komt het tijd.
[B] En vind het wel [A] zienbaar, [E]
mijn [A] nieuwe tijd.
Goed, jongen, dat had ik nog nooit gehad, een papagei die zegt, jongen.
Ik zeg, al de raad, dit is nu, want het is kruikziet.
Maar dan zuiver, [E] en dat voor een papagei, jongen, dat is wonderbaar.
[A] Ik zei, wat kan dat beest nog meer?
Maar Fouke van Bruggen, een overhaald, zei, [E] hij had de hele Frieske Top 100 in [A] serie bedwaald.
En hij zei, zong, zong, zong, papagei.
Zong er een beetje vrij.
[E] En dat beest begon weer te zongen uit volle [A] burst.
Laat je hem gaan, [E] Frieske, Frieske, [A] laat je hem gaan.
Bloem het steen, stieve Fries, en je [E] moet staan.
[A] En moet erop een raarze bolte, krijg [D] ons benen af te halen.
Laat je hem [E] gaan, Frieske, Frieske, laat je [A] hem gaan.
Zo, ik heb hem bedoeld, goede rechter, met een leeuwen, jongen.
Ik zei, al de maatjes, dit is niet normaal.
Die papagei, die is [D] geniaal.
[E] Ik hou die vier bankjes, [A] voor die papagei.
Nou, hij is eigenlijk verkocht.
En ik dacht, dat is hartstikke moeilijk, want ik verzin [E] al mijn kapitaal natuurlijk met [A] die papagei.
Maar dan laat ik hem zongen voor een groot publiek.
Het is macht en mooi, ik word [E] smoor, riek en ik juwel mijn zintel en ik zei waar het [A] beste is.
Maar boete, maar die vogelslucht, die pik me in het eigen idee ervan [E] trouwen.
En hij begon weer te zongen, uit volle [A] burst.
Zo vrij [C] als een [G] vogel, de vogels [D] om mij heen.
[A] Ik ben zo vrij als een [G] vogel, maar ik ben niet [D] alleen.
En ik zei, kom je kutbeest, kom eens met mij.
Ik heb vier bankjes voor die metel.
[A] Maar hij kwam niet weg.
En toen zeg ik, daar voor het café, dat aardige mannetje, die neemt je bij [E] mij.
En ik hield hem, mijn piepende mannetje, even [A] terug.
En ik dacht, die Michel, dit is niet weer.
Maar toch op een azure manier, [E] want ik krijg niet voor een kerel en een [A] papagei.
Ik krijg niet voor [E] een kerel en een [A] papagei.
Ik niet goed krijg voor een kerel en een [E] papagei
Ja, je [A] moet het niet doen, [D] maar ik zullen het niet ooverduwen.
[A] Ik ben niet [E] voor een kerel en een [A] papagei.
Ik krijg echt niet [E] voor een kerel en een [A] papagei.
Ik ging naar huis en ik had een beetje [E] pijn.
Ik stopte even bij [A] het café.
Ik ging naar binnen en ik zat op de bar.
En de barman zette me een biertje [E] voor.
En jongen, mijn kerel, mijn [A] papagei.
Ja, hij zei, mester, jij, die jongen.
Dit is een papageike, een verrekte jongen.
[E] Ik denk dat hij gek vindt, maar ik speel het [A] spultje mooi mee.
Dus ik zei op serieuze toon, in dat geval vreeg ik hem plaatsje [E] aan van de kast.
[A] En hij, hij, hij.
Die vent zei, zong, zong, zong, papagei.
Zong voor u zijn nieuwe tijd.
[E] En dat beest begon te zongen uit [A] volle burst.
Jouw met die hand, jouw met die nek, [E] als je het doodst met mij.
Hier is [A] mijn hand, hier [E] is mijn nek, jouw [D] met bestemmend [A] huid.
Lang [F#m] neer het kaart, [A] en juist voor ons [F#] komt het tijd.
[B] En vind het wel [A] zienbaar, [E]
mijn [A] nieuwe tijd.
Goed, jongen, dat had ik nog nooit gehad, een papagei die zegt, jongen.
Ik zeg, al de raad, dit is nu, want het is kruikziet.
Maar dan zuiver, [E] en dat voor een papagei, jongen, dat is wonderbaar.
[A] Ik zei, wat kan dat beest nog meer?
Maar Fouke van Bruggen, een overhaald, zei, [E] hij had de hele Frieske Top 100 in [A] serie bedwaald.
En hij zei, zong, zong, zong, papagei.
Zong er een beetje vrij.
[E] En dat beest begon weer te zongen uit volle [A] burst.
Laat je hem gaan, [E] Frieske, Frieske, [A] laat je hem gaan.
Bloem het steen, stieve Fries, en je [E] moet staan.
[A] En moet erop een raarze bolte, krijg [D] ons benen af te halen.
Laat je hem [E] gaan, Frieske, Frieske, laat je [A] hem gaan.
Zo, ik heb hem bedoeld, goede rechter, met een leeuwen, jongen.
Ik zei, al de maatjes, dit is niet normaal.
Die papagei, die is [D] geniaal.
[E] Ik hou die vier bankjes, [A] voor die papagei.
Nou, hij is eigenlijk verkocht.
En ik dacht, dat is hartstikke moeilijk, want ik verzin [E] al mijn kapitaal natuurlijk met [A] die papagei.
Maar dan laat ik hem zongen voor een groot publiek.
Het is macht en mooi, ik word [E] smoor, riek en ik juwel mijn zintel en ik zei waar het [A] beste is.
Maar boete, maar die vogelslucht, die pik me in het eigen idee ervan [E] trouwen.
En hij begon weer te zongen, uit volle [A] burst.
Zo vrij [C] als een [G] vogel, de vogels [D] om mij heen.
[A] Ik ben zo vrij als een [G] vogel, maar ik ben niet [D] alleen.
En ik zei, kom je kutbeest, kom eens met mij.
Ik heb vier bankjes voor die metel.
[A] Maar hij kwam niet weg.
En toen zeg ik, daar voor het café, dat aardige mannetje, die neemt je bij [E] mij.
En ik hield hem, mijn piepende mannetje, even [A] terug.
En ik dacht, die Michel, dit is niet weer.
Maar toch op een azure manier, [E] want ik krijg niet voor een kerel en een [A] papagei.
Ik krijg niet voor [E] een kerel en een [A] papagei.
Ik niet goed krijg voor een kerel en een [E] papagei
Ja, je [A] moet het niet doen, [D] maar ik zullen het niet ooverduwen.
[A] Ik ben niet [E] voor een kerel en een [A] papagei.
Ik krijg echt niet [E] voor een kerel en een [A] papagei.
Key:
A
E
D
G
F#m
A
E
D
_ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ [A] Het weer op een warme zomer is gegaan.
Ik ging naar huis en ik had een beetje [E] pijn.
Ik stopte even bij [A] het café.
_ _ Ik ging naar binnen en ik zat op de bar.
En de barman zette me een biertje [E] voor.
En jongen, mijn kerel, mijn [A] papagei.
Ja, hij zei, mester, jij, die jongen.
Dit is een papageike, een verrekte jongen.
[E] Ik denk dat hij gek vindt, maar ik speel het [A] spultje mooi mee.
_ Dus ik zei op serieuze toon, in dat geval vreeg ik hem plaatsje [E] aan van de kast.
[A] En hij, hij, hij.
Die vent zei, zong, zong, zong, papagei.
Zong voor u zijn nieuwe tijd.
[E] En dat beest begon te zongen uit [A] volle burst. _
Jouw met die hand, jouw met die nek, [E] als je het doodst met mij.
Hier is [A] mijn hand, hier [E] is mijn nek, jouw [D] met bestemmend [A] huid.
Lang [F#m] neer het kaart, [A] en juist voor ons [F#] komt het tijd.
[B] En vind het wel [A] _ zienbaar, _ [E] _ _
mijn [A] nieuwe tijd.
Goed, jongen, dat had ik nog nooit gehad, een papagei die zegt, jongen.
Ik zeg, al de raad, dit is nu, want het is kruikziet.
Maar dan zuiver, [E] en dat voor een papagei, jongen, dat is wonderbaar.
[A] _ _ _ Ik zei, wat kan dat beest nog meer?
Maar Fouke van Bruggen, een overhaald, zei, [E] hij had de hele Frieske Top 100 in [A] serie bedwaald.
En hij zei, zong, zong, zong, papagei.
Zong er een beetje vrij.
[E] En dat beest begon weer te zongen uit volle [A] burst.
_ Laat je hem gaan, [E] Frieske, Frieske, [A] laat je hem gaan.
_ Bloem het steen, stieve Fries, en je [E] moet staan.
_ [A] En moet erop een raarze bolte, krijg [D] ons benen af te halen.
Laat je hem [E] gaan, Frieske, Frieske, laat je [A] hem gaan.
_ Zo, ik heb hem bedoeld, goede rechter, met een leeuwen, jongen.
Ik zei, al de maatjes, dit is niet normaal.
Die papagei, die is [D] geniaal.
[E] Ik hou die vier bankjes, [A] voor die papagei.
_ _ Nou, hij is eigenlijk verkocht.
En ik dacht, dat is hartstikke moeilijk, want ik verzin [E] al mijn kapitaal natuurlijk met [A] die papagei.
_ _ Maar dan laat ik hem zongen voor een groot publiek.
Het is macht en mooi, ik word [E] smoor, riek en ik juwel mijn zintel en ik zei waar het [A] beste is.
_ Maar boete, maar die vogelslucht, die pik me in het eigen idee ervan [E] trouwen.
En hij begon weer te zongen, uit volle [A] burst. _
_ Zo vrij [C] als een [G] vogel, de vogels [D] om mij heen.
[A] Ik ben zo vrij als een [G] vogel, maar ik ben niet [D] alleen.
_ _ En ik zei, kom je kutbeest, kom eens met mij.
Ik heb vier bankjes voor die metel.
_ _ [A] Maar hij kwam niet weg. _ _
_ En toen zeg ik, daar voor het café, dat aardige mannetje, die neemt je bij [E] mij.
En ik hield hem, mijn piepende mannetje, even [A] terug. _
_ En ik dacht, die Michel, dit is niet weer.
Maar toch op een azure manier, [E] want ik krijg niet voor een kerel en een [A] papagei. _
Ik krijg niet voor [E] een kerel en een [A] papagei. _
Ik niet goed krijg voor een kerel en een [E] papagei _
Ja, je [A] moet het niet doen, [D] maar ik zullen het niet ooverduwen.
[A] Ik ben niet [E] voor een kerel en een [A] papagei.
Ik krijg echt niet [E] voor een kerel en een [A] papagei. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ [A] Het weer op een warme zomer is gegaan.
Ik ging naar huis en ik had een beetje [E] pijn.
Ik stopte even bij [A] het café.
_ _ Ik ging naar binnen en ik zat op de bar.
En de barman zette me een biertje [E] voor.
En jongen, mijn kerel, mijn [A] papagei.
Ja, hij zei, mester, jij, die jongen.
Dit is een papageike, een verrekte jongen.
[E] Ik denk dat hij gek vindt, maar ik speel het [A] spultje mooi mee.
_ Dus ik zei op serieuze toon, in dat geval vreeg ik hem plaatsje [E] aan van de kast.
[A] En hij, hij, hij.
Die vent zei, zong, zong, zong, papagei.
Zong voor u zijn nieuwe tijd.
[E] En dat beest begon te zongen uit [A] volle burst. _
Jouw met die hand, jouw met die nek, [E] als je het doodst met mij.
Hier is [A] mijn hand, hier [E] is mijn nek, jouw [D] met bestemmend [A] huid.
Lang [F#m] neer het kaart, [A] en juist voor ons [F#] komt het tijd.
[B] En vind het wel [A] _ zienbaar, _ [E] _ _
mijn [A] nieuwe tijd.
Goed, jongen, dat had ik nog nooit gehad, een papagei die zegt, jongen.
Ik zeg, al de raad, dit is nu, want het is kruikziet.
Maar dan zuiver, [E] en dat voor een papagei, jongen, dat is wonderbaar.
[A] _ _ _ Ik zei, wat kan dat beest nog meer?
Maar Fouke van Bruggen, een overhaald, zei, [E] hij had de hele Frieske Top 100 in [A] serie bedwaald.
En hij zei, zong, zong, zong, papagei.
Zong er een beetje vrij.
[E] En dat beest begon weer te zongen uit volle [A] burst.
_ Laat je hem gaan, [E] Frieske, Frieske, [A] laat je hem gaan.
_ Bloem het steen, stieve Fries, en je [E] moet staan.
_ [A] En moet erop een raarze bolte, krijg [D] ons benen af te halen.
Laat je hem [E] gaan, Frieske, Frieske, laat je [A] hem gaan.
_ Zo, ik heb hem bedoeld, goede rechter, met een leeuwen, jongen.
Ik zei, al de maatjes, dit is niet normaal.
Die papagei, die is [D] geniaal.
[E] Ik hou die vier bankjes, [A] voor die papagei.
_ _ Nou, hij is eigenlijk verkocht.
En ik dacht, dat is hartstikke moeilijk, want ik verzin [E] al mijn kapitaal natuurlijk met [A] die papagei.
_ _ Maar dan laat ik hem zongen voor een groot publiek.
Het is macht en mooi, ik word [E] smoor, riek en ik juwel mijn zintel en ik zei waar het [A] beste is.
_ Maar boete, maar die vogelslucht, die pik me in het eigen idee ervan [E] trouwen.
En hij begon weer te zongen, uit volle [A] burst. _
_ Zo vrij [C] als een [G] vogel, de vogels [D] om mij heen.
[A] Ik ben zo vrij als een [G] vogel, maar ik ben niet [D] alleen.
_ _ En ik zei, kom je kutbeest, kom eens met mij.
Ik heb vier bankjes voor die metel.
_ _ [A] Maar hij kwam niet weg. _ _
_ En toen zeg ik, daar voor het café, dat aardige mannetje, die neemt je bij [E] mij.
En ik hield hem, mijn piepende mannetje, even [A] terug. _
_ En ik dacht, die Michel, dit is niet weer.
Maar toch op een azure manier, [E] want ik krijg niet voor een kerel en een [A] papagei. _
Ik krijg niet voor [E] een kerel en een [A] papagei. _
Ik niet goed krijg voor een kerel en een [E] papagei _
Ja, je [A] moet het niet doen, [D] maar ik zullen het niet ooverduwen.
[A] Ik ben niet [E] voor een kerel en een [A] papagei.
Ik krijg echt niet [E] voor een kerel en een [A] papagei. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _