Chords for Drukwerk - Je Loog Tegen Mij • TopPop
Tempo:
157.7 bpm
Chords used:
A
D
E
Em
F#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A] [D]
[A]
Toen ik thuis kwam, was jouw deur [E] voor mij op slot
[D] en je deed of je niets had [A] gehoord.
[F#m] Nu zeg je mijn lief, die [E] slotte was kapot.
[Em] [D] Nu zeg je [F#m] kom binnen [E] ook door,
[D] maar ik ben nu bang [A] dat ik stoel.
Je loog tegen mij, alsof ik [E] een kind [D] was.
Geloof dat je dacht dat ik helemaal niet was.
[A] He schat, denk [Bm] je dat je [E] maakt dan?
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van plan dan?
Toen ik thuis kwam, was [E] er geen brood meer in de [Em] kast
[D] en je zei ik kan niets voor [A] je doen.
Maar [F#m] nu heb je dan zelfs [E] je ringen verpast
[Em] [D] en kon mij [A] graag [E] een opdoen.
[Em] Je [D] bent zeker vergeten [A] van toen.
Je loog tegen mij, alsof ik [E] een kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal niet was.
[A] He schat, denk [Bm] je dat je [E] maakt dan?
[G] Zeg [D] schat, je bent heel wat [A] van plan dan?
[D]
Je
[Dm] bent nu jezelf niet, [A] je hebt last van verdriet
en [E] je zegt dat je toch van [A] me houdt.
[D] Je zegt je bent toch nog [E] een vrouw,
maar [D] je liet me mooi staan in [A] de kui.
Toen ik thuis kwam, was er [E] geen plaats meer in je bed
[D] Je zei, ach, wat jij te bank.
[A]
[F#m] Nu heb je je vriend uit je [E] kamer gezet.
[D] En mixen, [A] m'n leven [E] is drank.
Maar [D] ik denk dat ik dit keer [A] bedankt bekijken mag.
Je loog tegen mij alsof ik een [E] kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal vol in de [A] watses ga.
Denk je [Bm] dat je [E] bank kan?
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van planden.
Je loog tegen mij alsof [E] ik een kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal vol in de [A] watses ga.
Denk [Bm] je dat je [E] bank kan?
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van planden.
Van planden, van planden.
Lepijn af en toe.
[N]
[A]
Toen ik thuis kwam, was jouw deur [E] voor mij op slot
[D] en je deed of je niets had [A] gehoord.
[F#m] Nu zeg je mijn lief, die [E] slotte was kapot.
[Em] [D] Nu zeg je [F#m] kom binnen [E] ook door,
[D] maar ik ben nu bang [A] dat ik stoel.
Je loog tegen mij, alsof ik [E] een kind [D] was.
Geloof dat je dacht dat ik helemaal niet was.
[A] He schat, denk [Bm] je dat je [E] maakt dan?
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van plan dan?
Toen ik thuis kwam, was [E] er geen brood meer in de [Em] kast
[D] en je zei ik kan niets voor [A] je doen.
Maar [F#m] nu heb je dan zelfs [E] je ringen verpast
[Em] [D] en kon mij [A] graag [E] een opdoen.
[Em] Je [D] bent zeker vergeten [A] van toen.
Je loog tegen mij, alsof ik [E] een kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal niet was.
[A] He schat, denk [Bm] je dat je [E] maakt dan?
[G] Zeg [D] schat, je bent heel wat [A] van plan dan?
[D]
Je
[Dm] bent nu jezelf niet, [A] je hebt last van verdriet
en [E] je zegt dat je toch van [A] me houdt.
[D] Je zegt je bent toch nog [E] een vrouw,
maar [D] je liet me mooi staan in [A] de kui.
Toen ik thuis kwam, was er [E] geen plaats meer in je bed
[D] Je zei, ach, wat jij te bank.
[A]
[F#m] Nu heb je je vriend uit je [E] kamer gezet.
[D] En mixen, [A] m'n leven [E] is drank.
Maar [D] ik denk dat ik dit keer [A] bedankt bekijken mag.
Je loog tegen mij alsof ik een [E] kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal vol in de [A] watses ga.
Denk je [Bm] dat je [E] bank kan?
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van planden.
Je loog tegen mij alsof [E] ik een kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal vol in de [A] watses ga.
Denk [Bm] je dat je [E] bank kan?
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van planden.
Van planden, van planden.
Lepijn af en toe.
[N]
Key:
A
D
E
Em
F#m
A
D
E
[A] _ _ _ _ [D] _ _
[A] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, was jouw deur [E] voor mij op slot
[D] en je deed of je niets had _ [A] _ gehoord. _ _
[F#m] Nu zeg je mijn lief, die [E] slotte was kapot. _
[Em] [D] Nu zeg je [F#m] kom binnen [E] ook door, _ _
_ [D] maar ik ben nu bang [A] dat ik _ stoel. _
_ _ _ _ _ _
_ Je loog tegen mij, _ alsof ik [E] een kind [D] was.
Geloof dat je dacht dat ik _ helemaal niet was.
[A] He schat, denk [Bm] je dat je [E] _ maakt dan? _
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van plan dan? _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, _ was [E] er geen brood meer in de [Em] kast
[D] en je zei ik kan niets voor [A] je doen. _ _
Maar [F#m] nu heb je dan zelfs [E] je ringen _ verpast
[Em] [D] en kon mij [A] graag [E] een _ _ opdoen.
[Em] Je [D] bent zeker _ vergeten [A] van toen. _ _ _
_ _ _ _ _ _
Je loog tegen mij, _ alsof ik [E] een kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal niet was.
[A] He schat, denk [Bm] je dat je [E] _ maakt dan? _
[G] Zeg [D] schat, je bent heel wat [A] van plan dan? _
_ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _
_ Je _ _ _
_ [Dm] bent nu jezelf niet, [A] je hebt last van verdriet
en [E] je zegt dat je toch van [A] me _ _ houdt.
[D] Je zegt je bent toch nog [E] een _ _ vrouw,
maar [D] je liet me mooi staan in [A] de kui. _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, was er [E] geen plaats meer in je bed _
[D] Je zei, ach, wat jij te bank.
[A] _ _ _ _ _
[F#m] Nu heb je je vriend uit je [E] kamer gezet. _ _
[D] En mixen, [A] m'n leven [E] is drank. _ _
Maar [D] ik denk dat ik dit keer _ [A] bedankt bekijken mag. _
_ _ _ _ _
Je _ loog tegen mij _ alsof ik een [E] kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal vol in de [A] watses ga.
Denk je [Bm] dat je [E] bank kan? _
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van planden. _ _ _
Je loog tegen mij alsof [E] ik een kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal vol in de [A] watses ga.
Denk [Bm] je dat je [E] bank kan? _ _
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van planden. _ _ _
Van planden, _ _ van _ planden. _
_ Lepijn af en toe. _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _
[A] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, was jouw deur [E] voor mij op slot
[D] en je deed of je niets had _ [A] _ gehoord. _ _
[F#m] Nu zeg je mijn lief, die [E] slotte was kapot. _
[Em] [D] Nu zeg je [F#m] kom binnen [E] ook door, _ _
_ [D] maar ik ben nu bang [A] dat ik _ stoel. _
_ _ _ _ _ _
_ Je loog tegen mij, _ alsof ik [E] een kind [D] was.
Geloof dat je dacht dat ik _ helemaal niet was.
[A] He schat, denk [Bm] je dat je [E] _ maakt dan? _
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van plan dan? _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, _ was [E] er geen brood meer in de [Em] kast
[D] en je zei ik kan niets voor [A] je doen. _ _
Maar [F#m] nu heb je dan zelfs [E] je ringen _ verpast
[Em] [D] en kon mij [A] graag [E] een _ _ opdoen.
[Em] Je [D] bent zeker _ vergeten [A] van toen. _ _ _
_ _ _ _ _ _
Je loog tegen mij, _ alsof ik [E] een kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal niet was.
[A] He schat, denk [Bm] je dat je [E] _ maakt dan? _
[G] Zeg [D] schat, je bent heel wat [A] van plan dan? _
_ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _
_ Je _ _ _
_ [Dm] bent nu jezelf niet, [A] je hebt last van verdriet
en [E] je zegt dat je toch van [A] me _ _ houdt.
[D] Je zegt je bent toch nog [E] een _ _ vrouw,
maar [D] je liet me mooi staan in [A] de kui. _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, was er [E] geen plaats meer in je bed _
[D] Je zei, ach, wat jij te bank.
[A] _ _ _ _ _
[F#m] Nu heb je je vriend uit je [E] kamer gezet. _ _
[D] En mixen, [A] m'n leven [E] is drank. _ _
Maar [D] ik denk dat ik dit keer _ [A] bedankt bekijken mag. _
_ _ _ _ _
Je _ loog tegen mij _ alsof ik een [E] kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal vol in de [A] watses ga.
Denk je [Bm] dat je [E] bank kan? _
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van planden. _ _ _
Je loog tegen mij alsof [E] ik een kind was.
[D] Geloof dat je dacht dat ik helemaal vol in de [A] watses ga.
Denk [Bm] je dat je [E] bank kan? _ _
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van planden. _ _ _
Van planden, _ _ van _ planden. _
_ Lepijn af en toe. _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _