Chords for De Steen - Bram Vermeulen
Tempo:
130.6 bpm
Chords used:
A
E
B
D
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[D] [A]
[B] [A]
Ik heb een steen belegd [D] in een rivier op [A] aarde, het water [B] gaat er anders [E] dan voorheen.
[A] De stroom van een rivier [D] hou je [A] niet tegen, het [B] water vindt altijd [E] [A] weg omheen.
Misschien [D]
eens gevuld door [A] sneeuw en regen neemt de rivier [B] mijn kiezel [E] met zich mee.
[A] Om hem dan glad [D]
en [A] rondgesleten te laten rusten [B] in de [E] luwte [A] van de zee.
Ik heb een steen belegd [D] in een rivier [A] op aarde, nu weet ik [B] dat ik nooit zal zijn [E]
vergeten.
[Bm] Ik [B] lever de bewijs van [E] mijn staan, [A] omdat door het verleggen [D]
van die [A] ene steen,
de stroom nooit [B] meer [E] dezelfde weg [A] kan gaan.
[D]
[A]
[F#m] [E]
[A]
[E] [A]
[B] [E] [A]
Ik heb een steen belegd [Bm] in een rivier op [A] aarde, nu weet [Bm] ik dat ik nooit zal [E] zijn vergeten.
[Bm] Ik lever [B] de bewijs [E] van mijn bestaan, [C] [A] omdat door het verleggen [D] van die [A] ene steen,
het water [B] nooit [E] dezelfde weg [D] kan gaan.
[A] [N]
[D] [A]
[B] [A]
Ik heb een steen belegd [D] in een rivier op [A] aarde, het water [B] gaat er anders [E] dan voorheen.
[A] De stroom van een rivier [D] hou je [A] niet tegen, het [B] water vindt altijd [E] [A] weg omheen.
Misschien [D]
eens gevuld door [A] sneeuw en regen neemt de rivier [B] mijn kiezel [E] met zich mee.
[A] Om hem dan glad [D]
en [A] rondgesleten te laten rusten [B] in de [E] luwte [A] van de zee.
Ik heb een steen belegd [D] in een rivier [A] op aarde, nu weet ik [B] dat ik nooit zal zijn [E]
vergeten.
[Bm] Ik [B] lever de bewijs van [E] mijn staan, [A] omdat door het verleggen [D]
van die [A] ene steen,
de stroom nooit [B] meer [E] dezelfde weg [A] kan gaan.
[D]
[A]
[F#m] [E]
[A]
[E] [A]
[B] [E] [A]
Ik heb een steen belegd [Bm] in een rivier op [A] aarde, nu weet [Bm] ik dat ik nooit zal [E] zijn vergeten.
[Bm] Ik lever [B] de bewijs [E] van mijn bestaan, [C] [A] omdat door het verleggen [D] van die [A] ene steen,
het water [B] nooit [E] dezelfde weg [D] kan gaan.
[A] [N]
Key:
A
E
B
D
Bm
A
E
B
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ [B] _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Ik heb een steen belegd _ [D] in een rivier op [A] aarde, _ _ het water [B] gaat er anders [E] dan voorheen.
_ _ _ _ [A] De stroom van een _ rivier [D] _ hou je [A] niet tegen, _ _ het [B] water vindt altijd [E] _ _ [A] weg omheen. _ _ _
Misschien [D] _ _ _ _ _
eens _ gevuld door [A] sneeuw en regen _ _ neemt de rivier [B] mijn kiezel [E] met zich mee. _ _ _
[A] _ _ Om hem dan glad [D]
en _ _ [A] _ _ rondgesleten te laten rusten [B] in de [E] luwte _ [A] van de zee. _ _ _ _ _
Ik heb een steen _ belegd [D] in een rivier [A] op aarde, _ nu weet ik [B] dat ik nooit zal zijn [E] _
vergeten.
_ _ _ [Bm] Ik [B] lever de _ bewijs van [E] mijn _ _ staan, _ _ [A] omdat door het verleggen [D] _
van die [A] ene steen, _
de stroom nooit [B] meer [E] dezelfde weg [A] kan gaan.
_ _ _ [D] _ _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
[F#m] _ _ _ [E] _ _ _ _ _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ _ [E] _ _ _ [A] _ _ _
_ [B] _ _ [E] _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ik heb een steen belegd _ [Bm] in een rivier op [A] aarde, _ _ nu weet [Bm] ik dat ik nooit zal [E] zijn vergeten. _ _
[Bm] Ik lever [B] de bewijs [E] van mijn bestaan, _ [C] _ _ _ [A] omdat door het verleggen _ [D] van die [A] ene steen,
_ het water [B] nooit [E] dezelfde weg [D] kan gaan.
_ _ _ _ _ _ [A] _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ [B] _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Ik heb een steen belegd _ [D] in een rivier op [A] aarde, _ _ het water [B] gaat er anders [E] dan voorheen.
_ _ _ _ [A] De stroom van een _ rivier [D] _ hou je [A] niet tegen, _ _ het [B] water vindt altijd [E] _ _ [A] weg omheen. _ _ _
Misschien [D] _ _ _ _ _
eens _ gevuld door [A] sneeuw en regen _ _ neemt de rivier [B] mijn kiezel [E] met zich mee. _ _ _
[A] _ _ Om hem dan glad [D]
en _ _ [A] _ _ rondgesleten te laten rusten [B] in de [E] luwte _ [A] van de zee. _ _ _ _ _
Ik heb een steen _ belegd [D] in een rivier [A] op aarde, _ nu weet ik [B] dat ik nooit zal zijn [E] _
vergeten.
_ _ _ [Bm] Ik [B] lever de _ bewijs van [E] mijn _ _ staan, _ _ [A] omdat door het verleggen [D] _
van die [A] ene steen, _
de stroom nooit [B] meer [E] dezelfde weg [A] kan gaan.
_ _ _ [D] _ _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
[F#m] _ _ _ [E] _ _ _ _ _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ _ [E] _ _ _ [A] _ _ _
_ [B] _ _ [E] _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ik heb een steen belegd _ [Bm] in een rivier op [A] aarde, _ _ nu weet [Bm] ik dat ik nooit zal [E] zijn vergeten. _ _
[Bm] Ik lever [B] de bewijs [E] van mijn bestaan, _ [C] _ _ _ [A] omdat door het verleggen _ [D] van die [A] ene steen,
_ het water [B] nooit [E] dezelfde weg [D] kan gaan.
_ _ _ _ _ _ [A] _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _