Chords for De Hûnekop Rûchhauwer
Tempo:
82.35 bpm
Chords used:
G
C
D
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E] Hey!
Ik ben geen artsgierig,
ik ben geen [G] oogloosjemaker,
ik [C] ben geen genetoloog,
ik [D] ben geen koekjebakker,
maar ik [G] ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder,
een scheepsbouwer.
Alles wat niets is,
staat alleen hier op de rij,
[E] want ik hier in huis rij,
dat je niet vist, dat rij [G] is niet die wat er past.
Maar in een vet,
ik haal geen kolen in,
omdat het met alles heet.
Ik schil met een lauw,
maar een [C] slecht.
Ik schil met al mijn [D] kunhuur,
en ik ben op een strui,
op een centimeter.
Dat is waar, [G] want ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een [C] houtmoeder,
een [G] scheepsbouwer.
Alles wat niets is, staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij, dat geeft mij geen slecht [G] rij.
Ja, die voren van [C] mijn huis,
die had altijd wel [G] wat,
dat kon terwijl [C] de hemel in van dit en dit [G] en dat.
Die neem een idioot,
en zou hij ze [C] maar krijgen,
wat had ik niet [D] verstaan.
Ja, dat weet je dan hé?
Nee dan,
[G] want ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder, een scheepsbouwer.
Alles wat [D] niets is,
staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij, dat geeft mij geen slecht rij.
Ik ben geen
computernerd,
ik ben [G] geen handenaar,
[C] ik ben geen penelekker,
[D] of een die-dat-zo-van-een-rozehaar,
[G] maar ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder,
een scheepsbouwer.
Alles wat niets is, staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij,
dat geeft mij geen slecht [G] rij.
Maak hem af,
dat er al een reis gevallen,
dat zijn mijn vader en oor, dus ik ben wat onverstelbaar.
Ik heb een scharveling,
ik ben een scherveling,
het staat al op m'n [C] schop,
ik moet [D] mijn eigen misverkennen meemaken.
Zie, ik heb wel je hartstikke met liefde gevallen,
want ik ben een [G] roeghouwer!
Hartstikke [C] naam ooit!
Ik ben geen artsgierig,
ik ben geen [G] oogloosjemaker,
ik [C] ben geen genetoloog,
ik [D] ben geen koekjebakker,
maar ik [G] ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder,
een scheepsbouwer.
Alles wat niets is,
staat alleen hier op de rij,
[E] want ik hier in huis rij,
dat je niet vist, dat rij [G] is niet die wat er past.
Maar in een vet,
ik haal geen kolen in,
omdat het met alles heet.
Ik schil met een lauw,
maar een [C] slecht.
Ik schil met al mijn [D] kunhuur,
en ik ben op een strui,
op een centimeter.
Dat is waar, [G] want ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een [C] houtmoeder,
een [G] scheepsbouwer.
Alles wat niets is, staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij, dat geeft mij geen slecht [G] rij.
Ja, die voren van [C] mijn huis,
die had altijd wel [G] wat,
dat kon terwijl [C] de hemel in van dit en dit [G] en dat.
Die neem een idioot,
en zou hij ze [C] maar krijgen,
wat had ik niet [D] verstaan.
Ja, dat weet je dan hé?
Nee dan,
[G] want ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder, een scheepsbouwer.
Alles wat [D] niets is,
staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij, dat geeft mij geen slecht rij.
Ik ben geen
computernerd,
ik ben [G] geen handenaar,
[C] ik ben geen penelekker,
[D] of een die-dat-zo-van-een-rozehaar,
[G] maar ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder,
een scheepsbouwer.
Alles wat niets is, staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij,
dat geeft mij geen slecht [G] rij.
Maak hem af,
dat er al een reis gevallen,
dat zijn mijn vader en oor, dus ik ben wat onverstelbaar.
Ik heb een scharveling,
ik ben een scherveling,
het staat al op m'n [C] schop,
ik moet [D] mijn eigen misverkennen meemaken.
Zie, ik heb wel je hartstikke met liefde gevallen,
want ik ben een [G] roeghouwer!
Hartstikke [C] naam ooit!
Key:
G
C
D
E
G
C
D
E
_ _ _ _ _ _ _ _
[E] Hey! _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Ik ben geen artsgierig,
ik ben geen [G] oogloosjemaker, _
ik [C] ben geen genetoloog,
ik [D] ben geen koekjebakker,
maar ik [G] ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder,
een scheepsbouwer.
Alles wat niets is,
staat alleen hier op de rij,
[E] want ik hier in huis rij,
dat je niet vist, dat rij [G] is niet die wat er past.
Maar in een vet,
ik haal geen kolen in,
omdat het met alles heet.
Ik schil met een lauw,
maar een [C] slecht.
Ik schil met al mijn [D] kunhuur,
en ik ben op een strui,
op een centimeter.
Dat is waar, [G] want ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een [C] houtmoeder,
een [G] scheepsbouwer.
Alles wat niets is, staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij, dat geeft mij geen slecht [G] rij.
Ja, die voren van [C] mijn huis,
die had altijd wel [G] wat,
dat kon terwijl [C] de hemel in van dit en dit [G] en dat.
Die neem een idioot,
en zou hij ze [C] maar krijgen,
wat had ik niet [D] verstaan.
Ja, dat weet je dan hé?
_ Nee dan,
_ [G] want ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder, een scheepsbouwer.
Alles wat [D] niets is,
staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij, dat geeft mij geen slecht rij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ik ben geen _
_ computernerd,
ik ben [G] geen handenaar,
[C] ik ben geen penelekker,
[D] of een die-dat-zo-van-een-rozehaar,
[G] maar ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder,
een scheepsbouwer.
Alles wat niets is, staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij,
dat geeft mij geen slecht [G] rij.
Maak hem af,
dat er al een reis gevallen,
dat zijn mijn vader en oor, dus ik ben wat onverstelbaar.
Ik heb een scharveling,
ik ben een scherveling,
het staat al op m'n [C] schop,
ik moet [D] mijn eigen misverkennen meemaken.
Zie, ik heb wel je hartstikke met liefde gevallen, _ _ _
_ want ik ben een [G] _ roeghouwer! _
_ _ _ _ Hartstikke [C] naam ooit! _
[E] Hey! _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Ik ben geen artsgierig,
ik ben geen [G] oogloosjemaker, _
ik [C] ben geen genetoloog,
ik [D] ben geen koekjebakker,
maar ik [G] ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder,
een scheepsbouwer.
Alles wat niets is,
staat alleen hier op de rij,
[E] want ik hier in huis rij,
dat je niet vist, dat rij [G] is niet die wat er past.
Maar in een vet,
ik haal geen kolen in,
omdat het met alles heet.
Ik schil met een lauw,
maar een [C] slecht.
Ik schil met al mijn [D] kunhuur,
en ik ben op een strui,
op een centimeter.
Dat is waar, [G] want ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een [C] houtmoeder,
een [G] scheepsbouwer.
Alles wat niets is, staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij, dat geeft mij geen slecht [G] rij.
Ja, die voren van [C] mijn huis,
die had altijd wel [G] wat,
dat kon terwijl [C] de hemel in van dit en dit [G] en dat.
Die neem een idioot,
en zou hij ze [C] maar krijgen,
wat had ik niet [D] verstaan.
Ja, dat weet je dan hé?
_ Nee dan,
_ [G] want ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder, een scheepsbouwer.
Alles wat [D] niets is,
staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij, dat geeft mij geen slecht rij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ik ben geen _
_ computernerd,
ik ben [G] geen handenaar,
[C] ik ben geen penelekker,
[D] of een die-dat-zo-van-een-rozehaar,
[G] maar ik ben een roeghouwer,
een rauwnauwer,
een houtmoeder,
een scheepsbouwer.
Alles wat niets is, staat alleen op [E] de rij,
want ik hier in huis rij,
dat geeft mij geen slecht [G] rij.
Maak hem af,
dat er al een reis gevallen,
dat zijn mijn vader en oor, dus ik ben wat onverstelbaar.
Ik heb een scharveling,
ik ben een scherveling,
het staat al op m'n [C] schop,
ik moet [D] mijn eigen misverkennen meemaken.
Zie, ik heb wel je hartstikke met liefde gevallen, _ _ _
_ want ik ben een [G] _ roeghouwer! _
_ _ _ _ Hartstikke [C] naam ooit! _