Chords for Wit soos die Lelie - Virginia Lee.wmv
Tempo:
49.1 bpm
Chords used:
B
E
F#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret

Start Jamming...
[E] [B] Waar sterren kies kwijn in die stilzomerlaag,
waar zoet wijn kies [F#] bij, zit ik eenzaam en waag.
[B] Ik weet dus vergees, hij [E] zal nooit weer nog kom'n,
en toch zal ik al een [F#] geproof [B] blij aan hong.
Zo'n wit soos, die liwie, [E] wat gloei in die [B] vlees,
zo schoon is die lieder, [F#] wat daar wacht voor mij.
[B] Die niet nu mij houd, klopt [E] zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit [E] zal ik ooit al mijn liefling [B] weer schijn.
[F#] [B] Lang het ik geswerbe, [E] groot was mijn [B] beroep,
want ik het een ander [F#] gekies ook aan jou.
[B] Maar nu keer ik terug, [E] om jou haart te overwin [B]'n,
want ik het nog [F#] altijd net een man [B] bemuun.
Zo'n wit soos, die liwie, wat gloei in die vlees,
zo schoon is die [F#] lieder, wat daar wacht voor mij.
[B] Die niet nu mij houd, [E] klopt zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit zal ik ooit [F#] al mijn [B] liefling weer schijn.
[E] [B] [F#] [B] Daarna bij die stroompriet zal ons twee ontmoet,
en zoet vloeide [F#] henen als ik hong weer groen.
[B] Door groen heken lang, loop [E] ons twee hand aan hand,
bij die maan schelm, [F#] oer en vleer [B] gloren.
Zo'n wit soos, die liwie, wat [E] gloei [B] in die vlees,
zo schoon is die lieder, [F#] wat daar wacht voor mij.
Die niet nu mij houd, [E] klopt zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit zal ik ooit [F#] al mijn liefling weer schijn.
[E]
waar zoet wijn kies [F#] bij, zit ik eenzaam en waag.
[B] Ik weet dus vergees, hij [E] zal nooit weer nog kom'n,
en toch zal ik al een [F#] geproof [B] blij aan hong.
Zo'n wit soos, die liwie, [E] wat gloei in die [B] vlees,
zo schoon is die lieder, [F#] wat daar wacht voor mij.
[B] Die niet nu mij houd, klopt [E] zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit [E] zal ik ooit al mijn liefling [B] weer schijn.
[F#] [B] Lang het ik geswerbe, [E] groot was mijn [B] beroep,
want ik het een ander [F#] gekies ook aan jou.
[B] Maar nu keer ik terug, [E] om jou haart te overwin [B]'n,
want ik het nog [F#] altijd net een man [B] bemuun.
Zo'n wit soos, die liwie, wat gloei in die vlees,
zo schoon is die [F#] lieder, wat daar wacht voor mij.
[B] Die niet nu mij houd, [E] klopt zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit zal ik ooit [F#] al mijn [B] liefling weer schijn.
[E] [B] [F#] [B] Daarna bij die stroompriet zal ons twee ontmoet,
en zoet vloeide [F#] henen als ik hong weer groen.
[B] Door groen heken lang, loop [E] ons twee hand aan hand,
bij die maan schelm, [F#] oer en vleer [B] gloren.
Zo'n wit soos, die liwie, wat [E] gloei [B] in die vlees,
zo schoon is die lieder, [F#] wat daar wacht voor mij.
Die niet nu mij houd, [E] klopt zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit zal ik ooit [F#] al mijn liefling weer schijn.
[E]
Key:
B
E
F#
B
E
F#
B
E
_ [E] _ _ [B] _ _ _ Waar sterren kies kwijn in die _ stilzomerlaag,
waar zoet wijn kies [F#] bij, zit ik eenzaam en waag.
[B] Ik weet dus vergees, hij [E] zal nooit weer nog kom'n,
en toch zal ik al een [F#] geproof [B] blij aan hong.
Zo'n wit soos, die liwie, [E] wat gloei in die [B] vlees,
zo schoon is die lieder, [F#] wat daar wacht voor mij.
[B] Die niet nu mij houd, klopt [E] zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit [E] zal ik ooit al mijn liefling [B] weer schijn.
_ _ _ _ [F#] [B] Lang het ik geswerbe, [E] groot was mijn [B] beroep,
want ik het een ander [F#] gekies ook aan jou.
[B] Maar nu keer ik terug, [E] om jou haart te overwin [B]'n,
want ik het nog [F#] altijd net een man [B] bemuun. _
Zo'n wit soos, die liwie, wat gloei in die vlees,
zo schoon is die [F#] lieder, wat daar wacht voor mij.
[B] Die niet nu mij houd, [E] klopt zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit zal ik ooit [F#] al mijn [B] liefling weer schijn.
_ [E] _ _ [B] _ [F#] _ [B] Daarna bij die stroompriet zal ons twee ontmoet,
en zoet vloeide [F#] henen als ik hong weer groen.
[B] Door groen heken lang, loop [E] ons twee hand aan hand,
bij die maan schelm, [F#] oer en vleer [B] gloren. _
Zo'n wit soos, die liwie, wat [E] gloei [B] in die vlees,
zo schoon is die lieder, [F#] wat daar wacht voor mij.
Die niet nu mij houd, [E] klopt zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit zal ik ooit [F#] al mijn liefling weer schijn.
[E] _
waar zoet wijn kies [F#] bij, zit ik eenzaam en waag.
[B] Ik weet dus vergees, hij [E] zal nooit weer nog kom'n,
en toch zal ik al een [F#] geproof [B] blij aan hong.
Zo'n wit soos, die liwie, [E] wat gloei in die [B] vlees,
zo schoon is die lieder, [F#] wat daar wacht voor mij.
[B] Die niet nu mij houd, klopt [E] zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit [E] zal ik ooit al mijn liefling [B] weer schijn.
_ _ _ _ [F#] [B] Lang het ik geswerbe, [E] groot was mijn [B] beroep,
want ik het een ander [F#] gekies ook aan jou.
[B] Maar nu keer ik terug, [E] om jou haart te overwin [B]'n,
want ik het nog [F#] altijd net een man [B] bemuun. _
Zo'n wit soos, die liwie, wat gloei in die vlees,
zo schoon is die [F#] lieder, wat daar wacht voor mij.
[B] Die niet nu mij houd, [E] klopt zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit zal ik ooit [F#] al mijn [B] liefling weer schijn.
_ [E] _ _ [B] _ [F#] _ [B] Daarna bij die stroompriet zal ons twee ontmoet,
en zoet vloeide [F#] henen als ik hong weer groen.
[B] Door groen heken lang, loop [E] ons twee hand aan hand,
bij die maan schelm, [F#] oer en vleer [B] gloren. _
Zo'n wit soos, die liwie, wat [E] gloei [B] in die vlees,
zo schoon is die lieder, [F#] wat daar wacht voor mij.
Die niet nu mij houd, [E] klopt zo huldig en zo fijn,
[B] want nooit zal ik ooit [F#] al mijn liefling weer schijn.
[E] _