Het Huisje Bij De Brug Chords by Wies Cave
Tempo:
99.95 bpm
Chords used:
D
A
G
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
[G] [D]
[A] [D]
Het dorp is zo lang niet meer, dat [G] leuke plaatsje van [D] toen.
Met [A] zijn kerkje, zijn pleintje, zijn [D] stadhuis en plantje.
En het mooiste van die tijd, daar [G] denk ik vaak nog [D] aan terug.
[A] Dat huisje, dat huisje, daar klakt bij [D] de brug.
Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje bij [D] de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
[D] Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje bij [D] de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste plekje [D] zag.
Ik denk nog vaak aan die winkel, waar [G] je snoedt op [D] voor een cent.
[A] Wat was je tevreden, [D] wat was je verwend.
Maar als ik terugkom in de tijd en ik [G] mocht één ding [D] overdoen,
dan [A] ging ik toch weer terug naar dat huisje [D] van toen.
Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje bij [D] de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
[D] Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje bij [D] de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste [D] plekje zag.
[Bm] [A] Maar het dorp groeide verder, [D] het leek wel een stad.
[G]
Veel van [D] dat liep ook weg.
[A]
Maar gelukkig is één ding [D] uit die dagen gespaard.
[G] Het huisje [D] bij de brug, dat [A] bleef nog [D] bewaard.
Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje [D] bij de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
[D] Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje [D] bij de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste [D] plekje zag.
[G]
[D]
[A] [D] [A]
[D]
[G] [D]
[A] [D]
Het dorp is zo lang niet meer, dat [G] leuke plaatsje van [D] toen.
Met [A] zijn kerkje, zijn pleintje, zijn [D] stadhuis en plantje.
En het mooiste van die tijd, daar [G] denk ik vaak nog [D] aan terug.
[A] Dat huisje, dat huisje, daar klakt bij [D] de brug.
Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje bij [D] de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
[D] Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje bij [D] de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste plekje [D] zag.
Ik denk nog vaak aan die winkel, waar [G] je snoedt op [D] voor een cent.
[A] Wat was je tevreden, [D] wat was je verwend.
Maar als ik terugkom in de tijd en ik [G] mocht één ding [D] overdoen,
dan [A] ging ik toch weer terug naar dat huisje [D] van toen.
Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje bij [D] de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
[D] Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje bij [D] de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste [D] plekje zag.
[Bm] [A] Maar het dorp groeide verder, [D] het leek wel een stad.
[G]
Veel van [D] dat liep ook weg.
[A]
Maar gelukkig is één ding [D] uit die dagen gespaard.
[G] Het huisje [D] bij de brug, dat [A] bleef nog [D] bewaard.
Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje [D] bij de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
[D] Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje [D] bij de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste [D] plekje zag.
[G]
[D]
[A] [D] [A]
[D]
Key:
D
A
G
Bm
D
A
G
Bm
[D] _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ [D] _ _
_ _ _ Het dorp is zo lang niet meer, dat [G] leuke plaatsje van [D] toen.
Met [A] zijn kerkje, zijn pleintje, zijn [D] stadhuis en plantje.
_ En het mooiste van die tijd, daar [G] denk ik vaak nog [D] aan terug.
_ [A] Dat huisje, dat huisje, daar klakt bij [D] de brug.
Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje bij [D] de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
_ _ [D] Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje bij [D] de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste plekje [D] zag.
Ik denk nog vaak aan die winkel, waar [G] je snoedt op [D] voor een cent.
[A] Wat was je tevreden, [D] wat was je verwend.
Maar als ik terugkom in de tijd en ik [G] mocht één ding [D] overdoen,
dan [A] ging ik toch weer terug naar dat huisje [D] van toen.
Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje bij [D] de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
_ _ [D] Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje bij [D] de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste [D] plekje zag.
[Bm] [A] Maar het dorp groeide verder, [D] het leek wel een stad.
_ [G] _
Veel van [D] dat liep ook weg.
[A] _ _
_ _ Maar _ gelukkig is één ding [D] uit die dagen _ _ gespaard.
[G] Het huisje [D] bij de brug, dat [A] bleef nog [D] bewaard.
Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje [D] bij de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
_ _ [D] Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje [D] bij de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste [D] plekje zag. _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _
_ [D] _ _ _ _ _
_ [A] _ _ [D] _ [A] _ _
_ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ [D] _ _
_ _ _ Het dorp is zo lang niet meer, dat [G] leuke plaatsje van [D] toen.
Met [A] zijn kerkje, zijn pleintje, zijn [D] stadhuis en plantje.
_ En het mooiste van die tijd, daar [G] denk ik vaak nog [D] aan terug.
_ [A] Dat huisje, dat huisje, daar klakt bij [D] de brug.
Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje bij [D] de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
_ _ [D] Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje bij [D] de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste plekje [D] zag.
Ik denk nog vaak aan die winkel, waar [G] je snoedt op [D] voor een cent.
[A] Wat was je tevreden, [D] wat was je verwend.
Maar als ik terugkom in de tijd en ik [G] mocht één ding [D] overdoen,
dan [A] ging ik toch weer terug naar dat huisje [D] van toen.
Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje bij [D] de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
_ _ [D] Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje bij [D] de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste [D] plekje zag.
[Bm] [A] Maar het dorp groeide verder, [D] het leek wel een stad.
_ [G] _
Veel van [D] dat liep ook weg.
[A] _ _
_ _ Maar _ gelukkig is één ding [D] uit die dagen _ _ gespaard.
[G] Het huisje [D] bij de brug, dat [A] bleef nog [D] bewaard.
Eens per jaar ga ik terug naar [G] dat huisje [D] bij de brug,
waar ik speelde als kind [A] elke dag.
_ _ [D] Eens per jaar ga ik terug [G] naar dat huisje [D] bij de brug,
wat ik altijd [A] in mijn leven als het mooiste [D] plekje zag. _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _
_ [D] _ _ _ _ _
_ [A] _ _ [D] _ [A] _ _
_ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _