We Kunnen Het Leven Aan Chords by Spring
Tempo:
149.9 bpm
Chords used:
G
C
D
Eb
Em
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G] [C] [G]
[C] [G]
We kunnen het leven halen, [D] jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
We [C] zijn voor elkaar een [G] daadzwaartel.
[C] We [G]
worden om door te [D] gaan, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
[C] Soms alleen wanneer de ster [G] wordt [D] beeld.
[Em] [C] En we hebben [Am] de [F] tijd [G] niet [Am] om stil [D] te staan.
[G] We kunnen het leven [D] halen, [C] we kunnen het [D] leven halen,
[G] we kunnen het leven halen, [C] we kunnen het [D] leven halen.
[G]
Storm of regen, [Gm]
de wind [G] op kop.
Niets houdt ons leeg, [Gm]
we lopen [C] [G] voorop.
[Am] Al het probleem, de [Em] brede kost, [F] wat kost?
[Am] Voor de nacht, wat hebben [D] we nog gelost?
[G] Want iedereen heeft [Bb] iemand nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft [Eb] iemand nodig op zijn tocht.
[G] Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft [D] iemand nodig op zijn tocht.
[G] We kunnen het [D] leven halen, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
We [C] zijn voor elkaar een
[G] daadzwaartel.
[D]
[Em] [C] We [G] worden om door te [D] gaan, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
[C] Soms alleen wanneer de ster [G] wordt [D] beeld.
[Em] [C] En we hebben [Am] de [G] tijd niet [Am] om stil te [D] staan.
[G] We kunnen het leven halen, we [C] kunnen het leven [G] halen, we kunnen het leven [D] halen, [C] we kunnen het leven [D] halen.
[G]
Wegeslagen, [Gm]
groot of [C] klein.
[G]
Die donkere dagen doen [Bb] [C] geen pijn.
[G]
[Am] Noem me een bardje, [Em] noem me [F] naïef.
[Am] Ik kan er niets aan doen, ik [D] heb het leven niet [G] kwal.
Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft iemand [Eb] nodig op zijn tocht.
[G] Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft iemand [D] nodig op zijn tocht.
We [G] kunnen het leven [D] halen, jij en ik, [G] ja, [D] ik en jij.
We zijn voor elkaar een
[G] daadzwaartel.
[Eb]
[Ab] We kunnen het leven [Eb] halen, jij en ik, [Fm] ja, ik en jij.
We [Db] zijn voor elkaar een
[Ab] [Eb] daadzwaartel.
[Fm] [Db] We
[Ab] worden om door [Eb] te gaan, jij en ik, [Fm] ja, ik en jij.
[Db] Soms alleen wanneer de ster wordt [Ab] [Eb] beeld.
[Fm] [Db] En we hebben [Bbm] het [Gb] [Ab] dagelijkst [Bbm] om stil te [Eb] staan.
[Ab] We kunnen het leven [Eb] halen, [Db] we kunnen het leven [Eb] halen, [Ab]
we kunnen het leven [Eb] halen, [Db] we kunnen het leven [Eb] halen.
[Ab]
[C] [G]
We kunnen het leven halen, [D] jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
We [C] zijn voor elkaar een [G] daadzwaartel.
[C] We [G]
worden om door te [D] gaan, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
[C] Soms alleen wanneer de ster [G] wordt [D] beeld.
[Em] [C] En we hebben [Am] de [F] tijd [G] niet [Am] om stil [D] te staan.
[G] We kunnen het leven [D] halen, [C] we kunnen het [D] leven halen,
[G] we kunnen het leven halen, [C] we kunnen het [D] leven halen.
[G]
Storm of regen, [Gm]
de wind [G] op kop.
Niets houdt ons leeg, [Gm]
we lopen [C] [G] voorop.
[Am] Al het probleem, de [Em] brede kost, [F] wat kost?
[Am] Voor de nacht, wat hebben [D] we nog gelost?
[G] Want iedereen heeft [Bb] iemand nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft [Eb] iemand nodig op zijn tocht.
[G] Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft [D] iemand nodig op zijn tocht.
[G] We kunnen het [D] leven halen, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
We [C] zijn voor elkaar een
[G] daadzwaartel.
[D]
[Em] [C] We [G] worden om door te [D] gaan, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
[C] Soms alleen wanneer de ster [G] wordt [D] beeld.
[Em] [C] En we hebben [Am] de [G] tijd niet [Am] om stil te [D] staan.
[G] We kunnen het leven halen, we [C] kunnen het leven [G] halen, we kunnen het leven [D] halen, [C] we kunnen het leven [D] halen.
[G]
Wegeslagen, [Gm]
groot of [C] klein.
[G]
Die donkere dagen doen [Bb] [C] geen pijn.
[G]
[Am] Noem me een bardje, [Em] noem me [F] naïef.
[Am] Ik kan er niets aan doen, ik [D] heb het leven niet [G] kwal.
Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft iemand [Eb] nodig op zijn tocht.
[G] Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft iemand [D] nodig op zijn tocht.
We [G] kunnen het leven [D] halen, jij en ik, [G] ja, [D] ik en jij.
We zijn voor elkaar een
[G] daadzwaartel.
[Eb]
[Ab] We kunnen het leven [Eb] halen, jij en ik, [Fm] ja, ik en jij.
We [Db] zijn voor elkaar een
[Ab] [Eb] daadzwaartel.
[Fm] [Db] We
[Ab] worden om door [Eb] te gaan, jij en ik, [Fm] ja, ik en jij.
[Db] Soms alleen wanneer de ster wordt [Ab] [Eb] beeld.
[Fm] [Db] En we hebben [Bbm] het [Gb] [Ab] dagelijkst [Bbm] om stil te [Eb] staan.
[Ab] We kunnen het leven [Eb] halen, [Db] we kunnen het leven [Eb] halen, [Ab]
we kunnen het leven [Eb] halen, [Db] we kunnen het leven [Eb] halen.
[Ab]
Key:
G
C
D
Eb
Em
G
C
D
[G] _ _ _ _ [C] _ [G] _ _ _
_ _ _ _ [C] _ [G] _ _
We kunnen het leven halen, [D] jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
We [C] zijn voor elkaar een [G] _ _ _ _ daadzwaartel. _ _
_ _ _ _ [C] We [G] _ _
worden om door te [D] gaan, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
[C] Soms alleen wanneer de ster [G] wordt _ _ _ _ [D] beeld. _
[Em] _ _ _ _ [C] _ En we hebben [Am] de [F] tijd _ [G] niet _ [Am] om stil [D] te staan.
[G] We kunnen het leven [D] halen, _ [C] we kunnen het [D] leven halen, _ _
[G] we kunnen het leven halen, _ [C] we kunnen het [D] leven halen. _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Storm of regen, _ _ _ [Gm]
de wind [G] op kop. _ _ _ _
_ Niets houdt ons leeg, _ _ _ [Gm]
we lopen [C] [G] voorop. _ _ _ _
[Am] Al het probleem, de [Em] brede kost, [F] wat kost?
[Am] Voor de nacht, wat hebben [D] we nog gelost?
[G] Want iedereen heeft [Bb] iemand nodig in zijn leven.
[C] _ Iedereen heeft [Eb] iemand nodig op zijn tocht.
[G] _ Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] _ Iedereen heeft [D] iemand nodig op zijn tocht.
[G] We kunnen het [D] leven halen, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
We [C] zijn voor elkaar een _
[G] daadzwaartel.
_ _ _ [D] _ _ _
[Em] _ _ _ _ [C] _ _ We [G] worden om door te [D] gaan, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
[C] Soms alleen wanneer de ster [G] wordt _ _ _ [D] _ beeld. _
[Em] _ _ _ _ [C] _ En we hebben [Am] de _ _ [G] tijd niet _ [Am] om stil te [D] staan. _
[G] We kunnen het leven halen, _ we [C] kunnen het leven [G] halen, _ we kunnen het leven [D] halen, _ [C] we kunnen het leven [D] halen. _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Wegeslagen, _ _ _ [Gm] _
groot of [C] klein.
[G] _ _ _
Die donkere dagen _ _ doen [Bb] _ [C] geen pijn.
_ [G] _ _ _
[Am] Noem me een bardje, [Em] noem me [F] naïef.
[Am] Ik kan er niets aan doen, ik [D] heb het leven niet [G] kwal.
Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft iemand [Eb] nodig op zijn tocht.
[G] Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] _ Iedereen heeft iemand [D] nodig op zijn tocht.
We [G] kunnen het leven [D] halen, jij en ik, [G] ja, [D] ik en jij.
We zijn voor elkaar een _
[G] daadzwaartel. _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _ _
[Ab] We kunnen het leven [Eb] halen, jij en ik, [Fm] ja, ik en jij.
We [Db] zijn voor elkaar een _
[Ab] _ _ _ _ [Eb] daadzwaartel. _ _
[Fm] _ _ _ _ [Db] We _ _
[Ab] worden om door [Eb] te gaan, jij en ik, [Fm] ja, ik en jij.
[Db] Soms alleen wanneer de ster wordt [Ab] _ _ _ _ [Eb] _ beeld. _
[Fm] _ _ _ _ [Db] _ En we hebben [Bbm] het _ [Gb] _ [Ab] _ _ dagelijkst [Bbm] om stil te [Eb] staan. _
[Ab] We kunnen het leven [Eb] _ _ halen, [Db] we kunnen het leven [Eb] halen, _ [Ab]
we kunnen het leven [Eb] halen, _ [Db] we kunnen het leven [Eb] halen. _ _
[Ab] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ [G] _ _
We kunnen het leven halen, [D] jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
We [C] zijn voor elkaar een [G] _ _ _ _ daadzwaartel. _ _
_ _ _ _ [C] We [G] _ _
worden om door te [D] gaan, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
[C] Soms alleen wanneer de ster [G] wordt _ _ _ _ [D] beeld. _
[Em] _ _ _ _ [C] _ En we hebben [Am] de [F] tijd _ [G] niet _ [Am] om stil [D] te staan.
[G] We kunnen het leven [D] halen, _ [C] we kunnen het [D] leven halen, _ _
[G] we kunnen het leven halen, _ [C] we kunnen het [D] leven halen. _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Storm of regen, _ _ _ [Gm]
de wind [G] op kop. _ _ _ _
_ Niets houdt ons leeg, _ _ _ [Gm]
we lopen [C] [G] voorop. _ _ _ _
[Am] Al het probleem, de [Em] brede kost, [F] wat kost?
[Am] Voor de nacht, wat hebben [D] we nog gelost?
[G] Want iedereen heeft [Bb] iemand nodig in zijn leven.
[C] _ Iedereen heeft [Eb] iemand nodig op zijn tocht.
[G] _ Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] _ Iedereen heeft [D] iemand nodig op zijn tocht.
[G] We kunnen het [D] leven halen, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
We [C] zijn voor elkaar een _
[G] daadzwaartel.
_ _ _ [D] _ _ _
[Em] _ _ _ _ [C] _ _ We [G] worden om door te [D] gaan, jij en ik, [Em] ja, ik en jij.
[C] Soms alleen wanneer de ster [G] wordt _ _ _ [D] _ beeld. _
[Em] _ _ _ _ [C] _ En we hebben [Am] de _ _ [G] tijd niet _ [Am] om stil te [D] staan. _
[G] We kunnen het leven halen, _ we [C] kunnen het leven [G] halen, _ we kunnen het leven [D] halen, _ [C] we kunnen het leven [D] halen. _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Wegeslagen, _ _ _ [Gm] _
groot of [C] klein.
[G] _ _ _
Die donkere dagen _ _ doen [Bb] _ [C] geen pijn.
_ [G] _ _ _
[Am] Noem me een bardje, [Em] noem me [F] naïef.
[Am] Ik kan er niets aan doen, ik [D] heb het leven niet [G] kwal.
Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] Iedereen heeft iemand [Eb] nodig op zijn tocht.
[G] Iedereen heeft iemand [Bb] nodig in zijn leven.
[C] _ Iedereen heeft iemand [D] nodig op zijn tocht.
We [G] kunnen het leven [D] halen, jij en ik, [G] ja, [D] ik en jij.
We zijn voor elkaar een _
[G] daadzwaartel. _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _ _
[Ab] We kunnen het leven [Eb] halen, jij en ik, [Fm] ja, ik en jij.
We [Db] zijn voor elkaar een _
[Ab] _ _ _ _ [Eb] daadzwaartel. _ _
[Fm] _ _ _ _ [Db] We _ _
[Ab] worden om door [Eb] te gaan, jij en ik, [Fm] ja, ik en jij.
[Db] Soms alleen wanneer de ster wordt [Ab] _ _ _ _ [Eb] _ beeld. _
[Fm] _ _ _ _ [Db] _ En we hebben [Bbm] het _ [Gb] _ [Ab] _ _ dagelijkst [Bbm] om stil te [Eb] staan. _
[Ab] We kunnen het leven [Eb] _ _ halen, [Db] we kunnen het leven [Eb] halen, _ [Ab]
we kunnen het leven [Eb] halen, _ [Db] we kunnen het leven [Eb] halen. _ _
[Ab] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _