Chords for Vajèn van den Bosch - Ooit zal ik gaan (Van "Vaiana"/Audio Only)
Tempo:
83.575 bpm
Chords used:
E
C#m
A
B
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E] [Am]
[Em]
Zo [E] lang als ik mij ook maar kan [Bm] herinneren, sta ik steeds [F#] naar het [C#m] water en ik [A] weet maar niet [E] waarom.
Ik ben toch de [B] dochter van mijn vader, maar ik trek [F#] steeds naar [C#m] het water, de plek waar ik het [A] liefste kom.
[C#m] Waar ik ga of sta, welk pad ik [B] loop, welke weg ik ga tussen vrees en [E] hoop.
Alles leidt naar zee, ik wil met haar [Am] mee naar waar ik u wil.
Zelf, [E] waar de engel de zee overwint, verlang [B] ik [C#m] voorbij een steek.
[A] Goeds en ver, [E] met de wind in mijn rug op de zee kan [B] ik zeilen.
Ooit [C#m] zal ik gaan, [Am] als ik ga heb ik [A] geen idee hoe [E] ver ik ga.
Het is waar, iedereen [F#] hier op dit eiland lijkt [C#m] gelukkig op dit eiland.
[F#] Alles is [A] hiervoor [E] bestemd.
Echt waar, iedereen [F#m] hier op dit eiland heeft een rol [C#m] op dit eiland, maar mijn [E] rol voelt zo [A]
bekleed.
[E] [C#m] Ik ben die zwaarste gekleid en ik maak [B] omsterk en ik ben bereid.
Het is het grote werk, [E] maar die stem in mij doet het zwarte.
Ik merk, [Am] zingt een ander lied.
[E] Waar de hemel de zee overheerst, verblindend, [B] opwijt [C#m] de zon.
Waar is [A] mijn rol?
[E] En het lijkt wel of iemand maar beroept, kom ontdek me.
[B] Je moet [C#m] nu gaan, zie [A] wat verder ligt naar dat berggezicht.
Waar [F] de hemel de zee overwint, verlang [C] ik voorbij [Dm] een ster.
Goeds [A#] en ver, [F] met de wind in mijn rug op de zee kan ik zeilen.
[Dm]
[F] Ooit zal ik [G#] [Fm] gaan.
[D] [C]
***
[Em]
Zo [E] lang als ik mij ook maar kan [Bm] herinneren, sta ik steeds [F#] naar het [C#m] water en ik [A] weet maar niet [E] waarom.
Ik ben toch de [B] dochter van mijn vader, maar ik trek [F#] steeds naar [C#m] het water, de plek waar ik het [A] liefste kom.
[C#m] Waar ik ga of sta, welk pad ik [B] loop, welke weg ik ga tussen vrees en [E] hoop.
Alles leidt naar zee, ik wil met haar [Am] mee naar waar ik u wil.
Zelf, [E] waar de engel de zee overwint, verlang [B] ik [C#m] voorbij een steek.
[A] Goeds en ver, [E] met de wind in mijn rug op de zee kan [B] ik zeilen.
Ooit [C#m] zal ik gaan, [Am] als ik ga heb ik [A] geen idee hoe [E] ver ik ga.
Het is waar, iedereen [F#] hier op dit eiland lijkt [C#m] gelukkig op dit eiland.
[F#] Alles is [A] hiervoor [E] bestemd.
Echt waar, iedereen [F#m] hier op dit eiland heeft een rol [C#m] op dit eiland, maar mijn [E] rol voelt zo [A]
bekleed.
[E] [C#m] Ik ben die zwaarste gekleid en ik maak [B] omsterk en ik ben bereid.
Het is het grote werk, [E] maar die stem in mij doet het zwarte.
Ik merk, [Am] zingt een ander lied.
[E] Waar de hemel de zee overheerst, verblindend, [B] opwijt [C#m] de zon.
Waar is [A] mijn rol?
[E] En het lijkt wel of iemand maar beroept, kom ontdek me.
[B] Je moet [C#m] nu gaan, zie [A] wat verder ligt naar dat berggezicht.
Waar [F] de hemel de zee overwint, verlang [C] ik voorbij [Dm] een ster.
Goeds [A#] en ver, [F] met de wind in mijn rug op de zee kan ik zeilen.
[Dm]
[F] Ooit zal ik [G#] [Fm] gaan.
[D] [C]
***
Key:
E
C#m
A
B
Am
E
C#m
A
[E] _ _ _ [Am] _ _ _ _ _
_ _ _ [Em] _ _ _ _ _
Zo [E] lang als ik mij ook maar kan [Bm] herinneren, sta ik steeds [F#] naar het [C#m] water en ik [A] weet maar niet [E] waarom.
_ Ik ben toch de [B] dochter van mijn vader, maar ik trek [F#] steeds naar [C#m] het water, de plek waar ik het [A] liefste kom.
_ [C#m] Waar ik ga of sta, welk pad ik [B] loop, welke weg ik ga tussen vrees en [E] hoop.
Alles leidt naar zee, ik wil met haar [Am] mee naar waar ik u wil.
Zelf, [E] waar de engel de zee overwint, verlang [B] ik [C#m] voorbij een steek.
[A] Goeds en ver, [E] _ met de wind in mijn rug op de zee kan [B] ik zeilen.
Ooit [C#m] zal ik gaan, _ [Am] als ik ga heb ik [A] geen idee hoe [E] ver ik ga.
Het is waar, iedereen [F#] hier op dit eiland lijkt [C#m] gelukkig op dit eiland.
[F#] Alles is [A] hiervoor [E] bestemd.
_ Echt waar, iedereen [F#m] hier op dit eiland heeft een rol [C#m] op dit eiland, maar mijn [E] rol voelt zo [A]
bekleed.
_ [E] [C#m] Ik ben die zwaarste gekleid en ik maak [B] omsterk en ik ben bereid.
Het is het grote werk, [E] maar die stem in mij doet het zwarte.
Ik merk, [Am] zingt een ander _ lied.
_ _ [E] Waar de hemel de zee overheerst, _ verblindend, [B] opwijt [C#m] de zon.
Waar is [A] mijn rol?
_ [E] En het lijkt wel of iemand maar beroept, kom ontdek me.
[B] Je moet [C#m] nu gaan, zie [A] wat verder ligt naar dat berggezicht.
Waar [F] de hemel de zee overwint, verlang [C] ik voorbij [Dm] een ster.
Goeds [A#] en ver, _ [F] met de wind in mijn rug op de zee kan ik zeilen.
_ _ [Dm] _ _
_ [F] Ooit zal ik [G#] [Fm] gaan.
_ [D] _ [C] _
_ _ _ _ _ _ ***
_ _ _ [Em] _ _ _ _ _
Zo [E] lang als ik mij ook maar kan [Bm] herinneren, sta ik steeds [F#] naar het [C#m] water en ik [A] weet maar niet [E] waarom.
_ Ik ben toch de [B] dochter van mijn vader, maar ik trek [F#] steeds naar [C#m] het water, de plek waar ik het [A] liefste kom.
_ [C#m] Waar ik ga of sta, welk pad ik [B] loop, welke weg ik ga tussen vrees en [E] hoop.
Alles leidt naar zee, ik wil met haar [Am] mee naar waar ik u wil.
Zelf, [E] waar de engel de zee overwint, verlang [B] ik [C#m] voorbij een steek.
[A] Goeds en ver, [E] _ met de wind in mijn rug op de zee kan [B] ik zeilen.
Ooit [C#m] zal ik gaan, _ [Am] als ik ga heb ik [A] geen idee hoe [E] ver ik ga.
Het is waar, iedereen [F#] hier op dit eiland lijkt [C#m] gelukkig op dit eiland.
[F#] Alles is [A] hiervoor [E] bestemd.
_ Echt waar, iedereen [F#m] hier op dit eiland heeft een rol [C#m] op dit eiland, maar mijn [E] rol voelt zo [A]
bekleed.
_ [E] [C#m] Ik ben die zwaarste gekleid en ik maak [B] omsterk en ik ben bereid.
Het is het grote werk, [E] maar die stem in mij doet het zwarte.
Ik merk, [Am] zingt een ander _ lied.
_ _ [E] Waar de hemel de zee overheerst, _ verblindend, [B] opwijt [C#m] de zon.
Waar is [A] mijn rol?
_ [E] En het lijkt wel of iemand maar beroept, kom ontdek me.
[B] Je moet [C#m] nu gaan, zie [A] wat verder ligt naar dat berggezicht.
Waar [F] de hemel de zee overwint, verlang [C] ik voorbij [Dm] een ster.
Goeds [A#] en ver, _ [F] met de wind in mijn rug op de zee kan ik zeilen.
_ _ [Dm] _ _
_ [F] Ooit zal ik [G#] [Fm] gaan.
_ [D] _ [C] _
_ _ _ _ _ _ ***