Chords for Vader Abraham - Daar in dat kleine café aan de haven. [Lyrics]
Tempo:
59.05 bpm
Chords used:
D
Gm
G
C
Cm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
De avondzon valt over straten en pleinen, de gouden zon zakt [D] in de stad.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben [Gm] de dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen, met mot regent zachtjes [Cm] op straat.
De stad lijkt [Gm] gestorven, toch klinkt er muziek uit een deur die nog [G] wijdopen staat.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk [D] en tevreden.
[C] Daar in dat kleine café aan de [G] haven, [D] daar keld je geld of wie je bent [Gm] niet meer mee.
[Gm] De toon is van koper, toch ligt er geen loper, de voetbalclub hangt [D] aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox een piltje, dat is [Gm] er niet duur.
Een mens is daar, mensrijk of armt is daar, warm geen monsieur of madame [Cm] maar wc.
Maar het glas is [Gm] gespoeld in het heldigste water, [D] ja het is daar een heel [G] goed café.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk [D] en tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [Gm] niet meer mee.
[G] [Gm] De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost [D] voor altijd.
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening of je staat in [Gm] het krijt.
Het enige wat je aan eten kunt krijgen, dat is daar een [Cm] hardgekookt ei.
De mensen die zijn [Gm] daar gelukkig gewoon, [D] ja de mensen die zijn [G] daar nog blij.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D] tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [G] niet meer mee.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk.
[D] Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [G] meer mee.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar keld je geld of wie je bent niet meer mee.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben [Gm] de dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen, met mot regent zachtjes [Cm] op straat.
De stad lijkt [Gm] gestorven, toch klinkt er muziek uit een deur die nog [G] wijdopen staat.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk [D] en tevreden.
[C] Daar in dat kleine café aan de [G] haven, [D] daar keld je geld of wie je bent [Gm] niet meer mee.
[Gm] De toon is van koper, toch ligt er geen loper, de voetbalclub hangt [D] aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox een piltje, dat is [Gm] er niet duur.
Een mens is daar, mensrijk of armt is daar, warm geen monsieur of madame [Cm] maar wc.
Maar het glas is [Gm] gespoeld in het heldigste water, [D] ja het is daar een heel [G] goed café.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk [D] en tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [Gm] niet meer mee.
[G] [Gm] De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost [D] voor altijd.
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening of je staat in [Gm] het krijt.
Het enige wat je aan eten kunt krijgen, dat is daar een [Cm] hardgekookt ei.
De mensen die zijn [Gm] daar gelukkig gewoon, [D] ja de mensen die zijn [G] daar nog blij.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D] tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [G] niet meer mee.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk.
[D] Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [G] meer mee.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar keld je geld of wie je bent niet meer mee.
Key:
D
Gm
G
C
Cm
D
Gm
G
_ _ _ _ _ _ _
De avondzon valt over straten en pleinen, de gouden zon zakt [D] in de stad.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben [Gm] de dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen, met mot regent zachtjes [Cm] op straat.
De stad lijkt [Gm] gestorven, toch klinkt er muziek uit een deur die nog [G] wijdopen staat.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk [D] en tevreden.
[C] Daar in dat kleine café aan de [G] haven, _ [D] daar keld je geld of wie je bent [Gm] niet meer mee. _
[Gm] De toon is van koper, toch ligt er geen loper, de voetbalclub hangt [D] aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox een piltje, dat is [Gm] er niet duur.
Een mens is daar, mensrijk of armt is daar, warm geen monsieur of madame [Cm] maar wc.
Maar het glas is [Gm] gespoeld in het heldigste water, [D] ja het is daar een heel [G] goed café.
_ Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk [D] en tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [Gm] niet meer mee.
[G] _ [Gm] De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost [D] voor altijd.
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening of je staat in [Gm] het krijt.
Het enige wat je aan eten kunt krijgen, dat is daar een [Cm] hardgekookt ei.
De mensen die zijn [Gm] daar gelukkig gewoon, [D] ja de mensen die zijn [G] daar nog blij.
_ Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D] tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [G] niet meer mee.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk.
[D] _ _ Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [G] meer mee.
_ Daar in dat kleine café aan de haven, daar keld je geld of wie je bent niet meer mee. _
De avondzon valt over straten en pleinen, de gouden zon zakt [D] in de stad.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben [Gm] de dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen, met mot regent zachtjes [Cm] op straat.
De stad lijkt [Gm] gestorven, toch klinkt er muziek uit een deur die nog [G] wijdopen staat.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk [D] en tevreden.
[C] Daar in dat kleine café aan de [G] haven, _ [D] daar keld je geld of wie je bent [Gm] niet meer mee. _
[Gm] De toon is van koper, toch ligt er geen loper, de voetbalclub hangt [D] aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox een piltje, dat is [Gm] er niet duur.
Een mens is daar, mensrijk of armt is daar, warm geen monsieur of madame [Cm] maar wc.
Maar het glas is [Gm] gespoeld in het heldigste water, [D] ja het is daar een heel [G] goed café.
_ Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk [D] en tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [Gm] niet meer mee.
[G] _ [Gm] De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost [D] voor altijd.
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening of je staat in [Gm] het krijt.
Het enige wat je aan eten kunt krijgen, dat is daar een [Cm] hardgekookt ei.
De mensen die zijn [Gm] daar gelukkig gewoon, [D] ja de mensen die zijn [G] daar nog blij.
_ Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D] tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [G] niet meer mee.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk.
[D] _ _ Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [G] meer mee.
_ Daar in dat kleine café aan de haven, daar keld je geld of wie je bent niet meer mee. _