Chords for Soldaat van Oranje (Musical) - 2. Feut of een Vent
Tempo:
139.55 bpm
Chords used:
Gm
G
D
F
C
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G] [Gm] [C]
[G] [Gm] Wij zijn de nullen, wij zijn de [C] groenen, [G] nog minder dan [Dm] de stront onder een schoenen.
[D] Kijk mij nou [Gm] bij die twijl,
[A] Minerva dat had [D] toch stijl.
[Gm] Vuile sadisten, [G] alsof ze [C] god zijn, ik [G] zeg [Gm] lik maar ren.
Ah, [Dm] ik heb hoofdpijn.
[D] Je denkt in Leiden thuis te [Gm] horen, [A] want je kop wordt kaal [Dm] geschoren.
Jongens, ik ben [Gm] weg hier.
Wat plaag je nou, [D] het was stom wat je deed.
Ga [Fm] nou, ga.
Een grote weg, [E] daar bereik je niks mee.
[Eb] Maar licht van het oor, [Gm] dat doet wonderen op je CV.
Dus doe [D] mee.
[F] Je moet bewijzen wat je waard bent, anders fliegt [Ab] je eruit.
Een nullenjaar gaat door, het stopt en rent [E] voor [F] Burens een uit.
Dus laat maar zien, heb jij de brieën van een Leidse [Eb] student?
Heb jij de ballen [F] van een feut?
[G] Of vent?
[C] Oh, en een vent waar het [G] zijn vrienden [C] hersenen zien?
Ik [G] kan wel lopen.
Ach man.
Heel [C] lekker.
Jezus.
Als [G] [Gm] baasje hoek en ik krijg op [D] me flikker.
Hé Anton.
Wat ben je [Gm] zalakij?
[A] Lekkere vriend ben [D] jij.
Hazelhoorn hoort er niet bij.
[Gm] Hé, red is de precies, oké?
Je doet wat [C] hij doet.
Oh, dus [Gm] beveel is beveel?
[Dm] Ja, dus ik deed het.
Ach man.
[D] Je werd toch niet [G] gedwongen?
[A] Jij knipmest voor [D] die jongen.
[Gm]
Hou nou maar op met [Dm] dat slappe gezeik.
Nee, [F] tuurlijk.
Meneer hier [Cm] heeft altijd gelijk.
[Eb] Een knor met een smoel zijn [Gm] ze hier liever kwijt [G] dan rijk.
[D] [F] Dus heb je ogen in je rug en zie je groep [Ab] bij de vaart.
Omdat je dagenlang moet zijn met een [F] ouderenjaars.
Je bent een lul en dus een lul en daarop hou je [Eb] je kop.
Word je een knutje [Bb] in de roedel op de [F] Alphabool.
Wie is je vriend en wie je vijand?
Daarvan [Ab] heb je geen idee.
En wie de grootste lijst ze weggeeft, blijft als [F] eerste ze weet.
De hele wereld draait om lijden en het [Eb] pool is te stil.
Nu is het tijd om te beschissen wat je eigenlijk wil.
Bewijs wat je kunt.
[F] Een put op een krent.
[G] [Gm] Wij zijn de nullen, wij zijn de [C] groenen, [G] nog minder dan [Dm] de stront onder een schoenen.
[D] Kijk mij nou [Gm] bij die twijl,
[A] Minerva dat had [D] toch stijl.
[Gm] Vuile sadisten, [G] alsof ze [C] god zijn, ik [G] zeg [Gm] lik maar ren.
Ah, [Dm] ik heb hoofdpijn.
[D] Je denkt in Leiden thuis te [Gm] horen, [A] want je kop wordt kaal [Dm] geschoren.
Jongens, ik ben [Gm] weg hier.
Wat plaag je nou, [D] het was stom wat je deed.
Ga [Fm] nou, ga.
Een grote weg, [E] daar bereik je niks mee.
[Eb] Maar licht van het oor, [Gm] dat doet wonderen op je CV.
Dus doe [D] mee.
[F] Je moet bewijzen wat je waard bent, anders fliegt [Ab] je eruit.
Een nullenjaar gaat door, het stopt en rent [E] voor [F] Burens een uit.
Dus laat maar zien, heb jij de brieën van een Leidse [Eb] student?
Heb jij de ballen [F] van een feut?
[G] Of vent?
[C] Oh, en een vent waar het [G] zijn vrienden [C] hersenen zien?
Ik [G] kan wel lopen.
Ach man.
Heel [C] lekker.
Jezus.
Als [G] [Gm] baasje hoek en ik krijg op [D] me flikker.
Hé Anton.
Wat ben je [Gm] zalakij?
[A] Lekkere vriend ben [D] jij.
Hazelhoorn hoort er niet bij.
[Gm] Hé, red is de precies, oké?
Je doet wat [C] hij doet.
Oh, dus [Gm] beveel is beveel?
[Dm] Ja, dus ik deed het.
Ach man.
[D] Je werd toch niet [G] gedwongen?
[A] Jij knipmest voor [D] die jongen.
[Gm]
Hou nou maar op met [Dm] dat slappe gezeik.
Nee, [F] tuurlijk.
Meneer hier [Cm] heeft altijd gelijk.
[Eb] Een knor met een smoel zijn [Gm] ze hier liever kwijt [G] dan rijk.
[D] [F] Dus heb je ogen in je rug en zie je groep [Ab] bij de vaart.
Omdat je dagenlang moet zijn met een [F] ouderenjaars.
Je bent een lul en dus een lul en daarop hou je [Eb] je kop.
Word je een knutje [Bb] in de roedel op de [F] Alphabool.
Wie is je vriend en wie je vijand?
Daarvan [Ab] heb je geen idee.
En wie de grootste lijst ze weggeeft, blijft als [F] eerste ze weet.
De hele wereld draait om lijden en het [Eb] pool is te stil.
Nu is het tijd om te beschissen wat je eigenlijk wil.
Bewijs wat je kunt.
[F] Een put op een krent.
Key:
Gm
G
D
F
C
Gm
G
D
[G] _ [Gm] _ _ _ _ [C] _ _ _
[G] _ [Gm] _ _ _ _ _ Wij zijn de nullen, wij zijn de [C] groenen, _ [G] nog minder dan [Dm] de stront onder een schoenen. _ _
[D] _ Kijk mij nou [Gm] bij die twijl, _ _
[A] Minerva dat had [D] toch stijl. _ _
_ _ _ [Gm] Vuile sadisten, _ [G] alsof ze [C] god zijn, ik [G] zeg [Gm] lik maar ren.
Ah, [Dm] ik heb hoofdpijn.
_ [D] Je denkt in Leiden thuis te [Gm] horen, [A] want je kop wordt kaal [Dm] geschoren.
Jongens, ik ben [Gm] weg hier. _
Wat plaag je nou, [D] het was stom wat je deed.
Ga [Fm] nou, ga.
Een grote weg, [E] daar bereik je niks mee.
[Eb] Maar licht van het oor, [Gm] dat doet wonderen op je CV.
Dus doe [D] mee.
[F] Je moet bewijzen wat je waard bent, anders fliegt [Ab] je eruit.
Een nullenjaar gaat door, het stopt en rent [E] voor [F] Burens een uit.
Dus laat maar zien, heb jij de brieën van een Leidse [Eb] student?
Heb jij de ballen [F] van een feut?
[G] Of vent?
[C] Oh, en een vent waar het [G] zijn vrienden [C] hersenen zien?
Ik [G] kan wel lopen.
Ach man.
Heel [C] lekker.
Jezus.
Als [G] [Gm] baasje hoek en ik krijg op [D] me flikker.
_ Hé Anton.
_ Wat ben je [Gm] zalakij?
_ _ [A] _ Lekkere vriend ben [D] jij.
_ Hazelhoorn hoort er niet bij.
[Gm] Hé, red is de precies, oké?
Je doet wat [C] hij doet.
Oh, dus [Gm] beveel is beveel?
[Dm] Ja, dus ik deed het.
Ach man.
[D] Je werd toch niet [G] gedwongen? _
[A] Jij knipmest voor [D] die jongen.
_ [Gm] _
Hou nou maar op met [Dm] dat slappe gezeik.
Nee, [F] tuurlijk.
Meneer hier [Cm] heeft altijd gelijk.
[Eb] Een knor met een smoel zijn [Gm] ze hier liever kwijt [G] dan rijk.
[D] _ [F] _ Dus heb je ogen in je rug en zie je groep [Ab] bij de vaart.
Omdat je dagenlang moet zijn met een [F] ouderenjaars.
Je bent een lul en dus een lul en daarop hou je [Eb] je kop.
Word je een knutje [Bb] in de roedel op de [F] Alphabool.
Wie is je vriend en wie je vijand?
Daarvan [Ab] heb je geen idee.
En wie de grootste lijst ze weggeeft, blijft als [F] eerste ze weet.
De hele wereld draait om lijden en het [Eb] pool is te stil.
Nu is het tijd om te beschissen wat je eigenlijk wil.
_ Bewijs wat je kunt.
[F] Een put op een krent. _ _ _ _
[G] _ [Gm] _ _ _ _ _ Wij zijn de nullen, wij zijn de [C] groenen, _ [G] nog minder dan [Dm] de stront onder een schoenen. _ _
[D] _ Kijk mij nou [Gm] bij die twijl, _ _
[A] Minerva dat had [D] toch stijl. _ _
_ _ _ [Gm] Vuile sadisten, _ [G] alsof ze [C] god zijn, ik [G] zeg [Gm] lik maar ren.
Ah, [Dm] ik heb hoofdpijn.
_ [D] Je denkt in Leiden thuis te [Gm] horen, [A] want je kop wordt kaal [Dm] geschoren.
Jongens, ik ben [Gm] weg hier. _
Wat plaag je nou, [D] het was stom wat je deed.
Ga [Fm] nou, ga.
Een grote weg, [E] daar bereik je niks mee.
[Eb] Maar licht van het oor, [Gm] dat doet wonderen op je CV.
Dus doe [D] mee.
[F] Je moet bewijzen wat je waard bent, anders fliegt [Ab] je eruit.
Een nullenjaar gaat door, het stopt en rent [E] voor [F] Burens een uit.
Dus laat maar zien, heb jij de brieën van een Leidse [Eb] student?
Heb jij de ballen [F] van een feut?
[G] Of vent?
[C] Oh, en een vent waar het [G] zijn vrienden [C] hersenen zien?
Ik [G] kan wel lopen.
Ach man.
Heel [C] lekker.
Jezus.
Als [G] [Gm] baasje hoek en ik krijg op [D] me flikker.
_ Hé Anton.
_ Wat ben je [Gm] zalakij?
_ _ [A] _ Lekkere vriend ben [D] jij.
_ Hazelhoorn hoort er niet bij.
[Gm] Hé, red is de precies, oké?
Je doet wat [C] hij doet.
Oh, dus [Gm] beveel is beveel?
[Dm] Ja, dus ik deed het.
Ach man.
[D] Je werd toch niet [G] gedwongen? _
[A] Jij knipmest voor [D] die jongen.
_ [Gm] _
Hou nou maar op met [Dm] dat slappe gezeik.
Nee, [F] tuurlijk.
Meneer hier [Cm] heeft altijd gelijk.
[Eb] Een knor met een smoel zijn [Gm] ze hier liever kwijt [G] dan rijk.
[D] _ [F] _ Dus heb je ogen in je rug en zie je groep [Ab] bij de vaart.
Omdat je dagenlang moet zijn met een [F] ouderenjaars.
Je bent een lul en dus een lul en daarop hou je [Eb] je kop.
Word je een knutje [Bb] in de roedel op de [F] Alphabool.
Wie is je vriend en wie je vijand?
Daarvan [Ab] heb je geen idee.
En wie de grootste lijst ze weggeeft, blijft als [F] eerste ze weet.
De hele wereld draait om lijden en het [Eb] pool is te stil.
Nu is het tijd om te beschissen wat je eigenlijk wil.
_ Bewijs wat je kunt.
[F] Een put op een krent. _ _ _ _