Chords for Sanne en Erik - Wat Je Diep Treft - 1992
Tempo:
116.1 bpm
Chords used:
Bb
Eb
F
Ab
C
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Dat was een sympathie.
[B] [Db]
[Bb]
[Eb] [Bb]
[F]
[Bb]
[Eb]
[Bb]
[F] [Bb]
De eerste stroom die je moeder vak,
Om [F] een vlek op je zondagsbak,
Dit alles staat nog voor [Bb] de gist.
Die trouwe hond, je deelgenoot,
Hij [Eb] werd te oud, men schoot hem dood.
Het is net [Bb] alsof het [C] pas gisteren is [Bb] geweest.
Wat je die trui doet eeuwig [C] pijn,
[F] Mag nog zo lang geleden [Bb] zijn.
Een [F] kwetsend woord, een [Eb] groot verdriet,
Wat [Bb] je die [F] trui, vergeet je [Bb] niet.
Die grote [Eb] liefde die niet kon zijn,
Je liet haar [Bb] gaan maar niet zonder pijn.
Je [Ab] zag haar nooit,
[Bb] of nooit meer [Eb] heen.
Maar als ik naar haar, die [Ab] enigst stilt op jouw gelijk,
Dan doet [Eb] de hond, [Bb] telkens weer een beetje [Eb] pijn.
Wat je die trui doet eeuwig [Bb] pijn,
Mag nog zo lang geleden [Eb] zijn.
Een kwetsend woord, een [Ab] groot verdriet,
Wat je [Eb] die trui, [Bb] vergeet je [Eb] niet.
Wat je die trui doet eeuwig [Bb] pijn,
Mag nog zo lang geleden [Eb] zijn.
Een kwetsend woord, een groot [Ab] verdriet,
Wat je [Eb] die trui, [Bb] vergeet je [Eb] niet.
[Ab] Wat je [Eb] die
[Bb] trui, vergeet [Ab] je niet.
[B] [Db]
[Bb]
[Eb] [Bb]
[F]
[Bb]
[Eb]
[Bb]
[F] [Bb]
De eerste stroom die je moeder vak,
Om [F] een vlek op je zondagsbak,
Dit alles staat nog voor [Bb] de gist.
Die trouwe hond, je deelgenoot,
Hij [Eb] werd te oud, men schoot hem dood.
Het is net [Bb] alsof het [C] pas gisteren is [Bb] geweest.
Wat je die trui doet eeuwig [C] pijn,
[F] Mag nog zo lang geleden [Bb] zijn.
Een [F] kwetsend woord, een [Eb] groot verdriet,
Wat [Bb] je die [F] trui, vergeet je [Bb] niet.
Die grote [Eb] liefde die niet kon zijn,
Je liet haar [Bb] gaan maar niet zonder pijn.
Je [Ab] zag haar nooit,
[Bb] of nooit meer [Eb] heen.
Maar als ik naar haar, die [Ab] enigst stilt op jouw gelijk,
Dan doet [Eb] de hond, [Bb] telkens weer een beetje [Eb] pijn.
Wat je die trui doet eeuwig [Bb] pijn,
Mag nog zo lang geleden [Eb] zijn.
Een kwetsend woord, een [Ab] groot verdriet,
Wat je [Eb] die trui, [Bb] vergeet je [Eb] niet.
Wat je die trui doet eeuwig [Bb] pijn,
Mag nog zo lang geleden [Eb] zijn.
Een kwetsend woord, een groot [Ab] verdriet,
Wat je [Eb] die trui, [Bb] vergeet je [Eb] niet.
[Ab] Wat je [Eb] die
[Bb] trui, vergeet [Ab] je niet.
Key:
Bb
Eb
F
Ab
C
Bb
Eb
F
Dat was een sympathie.
[B] _ _ _ [Db] _
_ _ _ [Bb] _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [F] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Eb] _ _ _ _
_ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
_ De eerste stroom die je moeder vak,
Om [F] een vlek op je _ zondagsbak,
Dit alles staat _ _ _ nog voor [Bb] de gist. _
_ Die trouwe hond, je deelgenoot,
_ Hij [Eb] werd te oud, men schoot hem dood.
Het is net [Bb] alsof het [C] pas gisteren is [Bb] _ geweest. _
_ _ Wat je die trui _ doet eeuwig [C] _ _ pijn,
[F] _ _ Mag nog zo _ lang _ geleden [Bb] _ zijn. _
_ Een [F] kwetsend _ _ _ woord, een [Eb] groot _ verdriet,
_ _ Wat [Bb] je die _ [F] trui, _ vergeet je [Bb] niet. _ _
_ Die grote [Eb] liefde die niet kon zijn,
Je liet haar [Bb] gaan maar niet zonder pijn.
_ Je [Ab] zag haar nooit, _
[Bb] _ of nooit meer [Eb] _ heen. _
_ Maar als ik naar haar, _ _ _ die [Ab] enigst stilt op jouw gelijk,
Dan doet [Eb] de hond, _ [Bb] telkens weer een beetje [Eb] _ pijn. _
_ _ Wat je die trui doet eeuwig [Bb] _ _ pijn,
_ _ Mag nog zo _ _ lang _ geleden [Eb] _ _ zijn.
_ Een kwetsend _ _ _ woord, een [Ab] groot _ verdriet,
_ _ Wat je [Eb] _ die trui, [Bb] _ _ vergeet je [Eb] niet. _ _
_ _ Wat je die trui _ doet eeuwig [Bb] _ pijn, _
_ _ Mag nog zo lang _ _ _ geleden [Eb] _ zijn. _
_ Een kwetsend _ _ _ woord, een groot [Ab] _ verdriet, _
_ _ Wat je [Eb] die trui, [Bb] _ _ vergeet je [Eb] niet. _ _
[Ab] _ _ Wat je [Eb] _ die _
[Bb] trui, _ _ vergeet [Ab] je niet.
[B] _ _ _ [Db] _
_ _ _ [Bb] _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [F] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Eb] _ _ _ _
_ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
_ De eerste stroom die je moeder vak,
Om [F] een vlek op je _ zondagsbak,
Dit alles staat _ _ _ nog voor [Bb] de gist. _
_ Die trouwe hond, je deelgenoot,
_ Hij [Eb] werd te oud, men schoot hem dood.
Het is net [Bb] alsof het [C] pas gisteren is [Bb] _ geweest. _
_ _ Wat je die trui _ doet eeuwig [C] _ _ pijn,
[F] _ _ Mag nog zo _ lang _ geleden [Bb] _ zijn. _
_ Een [F] kwetsend _ _ _ woord, een [Eb] groot _ verdriet,
_ _ Wat [Bb] je die _ [F] trui, _ vergeet je [Bb] niet. _ _
_ Die grote [Eb] liefde die niet kon zijn,
Je liet haar [Bb] gaan maar niet zonder pijn.
_ Je [Ab] zag haar nooit, _
[Bb] _ of nooit meer [Eb] _ heen. _
_ Maar als ik naar haar, _ _ _ die [Ab] enigst stilt op jouw gelijk,
Dan doet [Eb] de hond, _ [Bb] telkens weer een beetje [Eb] _ pijn. _
_ _ Wat je die trui doet eeuwig [Bb] _ _ pijn,
_ _ Mag nog zo _ _ lang _ geleden [Eb] _ _ zijn.
_ Een kwetsend _ _ _ woord, een [Ab] groot _ verdriet,
_ _ Wat je [Eb] _ die trui, [Bb] _ _ vergeet je [Eb] niet. _ _
_ _ Wat je die trui _ doet eeuwig [Bb] _ pijn, _
_ _ Mag nog zo lang _ _ _ geleden [Eb] _ zijn. _
_ Een kwetsend _ _ _ woord, een groot [Ab] _ verdriet, _
_ _ Wat je [Eb] die trui, [Bb] _ _ vergeet je [Eb] niet. _ _
[Ab] _ _ Wat je [Eb] _ die _
[Bb] trui, _ _ vergeet [Ab] je niet.