Chords for Rowwen Heze - Bestel Mar
Tempo:
159.65 bpm
Chords used:
F
C
D
E
Dm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C]
[C] [Dm]
[F] [C]
[F]
Het gemeenteur gezellig [C] ingezet te balen, gezellig [E] orenlang te kijken [F] naar ons dood.
Niks te krokken, niks te zien, niks [C] te beleren.
Goed voor verring [D] hadden we alles [F] in een kloof.
En met de hand die we in de tijd [C] stonden te strooien, alles [E] donkerlanden, ooit [F] iedereen denk.
En als je bedenkt, ik ga je nou [C] eens naar bedden,
zie je zachtjes in de [D] werf en het [F] verlossen loon.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en [C] dan begin ik de verduchting [F] langs te loden.
[D]
[F]
[C]
[E] [F]
In het café aan de [C] Dapperup, maar later, de klok die ik gender [D] aan, ik vind [F] je echt te hoog.
Van al dat weer, waar ik stiekem aan [C] was aan het worden, het weer nou echt de [E] hoogste tijd [F] in mijn geboor.
Pak nog een pilsje en dan knip hem [C] te pedalen, je kunt toch net nog [D] zo'n bliebje [F] bij ons doen.
Schelde hoe die hand man, zoek toch toch naar [C] een mijn man, wie denkt dan nou, ze [E] vroegen al lang hoe [F] is het goed.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en [C] dan begin ik de verduchting [F] langs te loden.
[D]
[C] [G]
[F]
[C]
[F]
Het weer drukken op de boel, ja, [C] klokken naar binnen, verloren [E] maar dat maakt [F] het weer niet zo.
Dikke fietsen, dat heeft met wat je in de wind.
Aardig leeg [D] staan, misschien [F] wordt dat wel goed, en zo ver tot onlaat, wat [C] een beleefd.
Vier seconden, [E] dan heb je de [F] miensen gewoon, als we op de ganse wel en hier, dan [C] kan ik schelen.
Zo lang het weer in [D] de café, maar [F] blijf eens gewoon.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en [C] dan begin ik de verduchting langs te [F] loden.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je [Am] weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en dan [C] begin ik de verduchting [F] langs te loden.
[N]
[C] [Dm]
[F] [C]
[F]
Het gemeenteur gezellig [C] ingezet te balen, gezellig [E] orenlang te kijken [F] naar ons dood.
Niks te krokken, niks te zien, niks [C] te beleren.
Goed voor verring [D] hadden we alles [F] in een kloof.
En met de hand die we in de tijd [C] stonden te strooien, alles [E] donkerlanden, ooit [F] iedereen denk.
En als je bedenkt, ik ga je nou [C] eens naar bedden,
zie je zachtjes in de [D] werf en het [F] verlossen loon.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en [C] dan begin ik de verduchting [F] langs te loden.
[D]
[F]
[C]
[E] [F]
In het café aan de [C] Dapperup, maar later, de klok die ik gender [D] aan, ik vind [F] je echt te hoog.
Van al dat weer, waar ik stiekem aan [C] was aan het worden, het weer nou echt de [E] hoogste tijd [F] in mijn geboor.
Pak nog een pilsje en dan knip hem [C] te pedalen, je kunt toch net nog [D] zo'n bliebje [F] bij ons doen.
Schelde hoe die hand man, zoek toch toch naar [C] een mijn man, wie denkt dan nou, ze [E] vroegen al lang hoe [F] is het goed.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en [C] dan begin ik de verduchting [F] langs te loden.
[D]
[C] [G]
[F]
[C]
[F]
Het weer drukken op de boel, ja, [C] klokken naar binnen, verloren [E] maar dat maakt [F] het weer niet zo.
Dikke fietsen, dat heeft met wat je in de wind.
Aardig leeg [D] staan, misschien [F] wordt dat wel goed, en zo ver tot onlaat, wat [C] een beleefd.
Vier seconden, [E] dan heb je de [F] miensen gewoon, als we op de ganse wel en hier, dan [C] kan ik schelen.
Zo lang het weer in [D] de café, maar [F] blijf eens gewoon.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en [C] dan begin ik de verduchting langs te [F] loden.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je [Am] weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en dan [C] begin ik de verduchting [F] langs te loden.
[N]
Key:
F
C
D
E
Dm
F
C
D
_ _ _ _ _ [C] _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [Dm] _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Het gemeenteur gezellig [C] ingezet te balen, gezellig [E] orenlang te kijken [F] naar ons dood.
Niks te krokken, niks te zien, niks [C] te beleren.
Goed voor verring [D] hadden we alles [F] in een kloof.
En met de hand die we in de tijd [C] stonden te strooien, _ alles [E] donkerlanden, ooit [F] iedereen denk.
En als je bedenkt, ik ga je nou [C] eens naar bedden,
zie je zachtjes in de [D] werf en het [F] verlossen loon. _
_ _ _ _ _ _ _
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden. _
Nog even en [C] dan begin ik de _ verduchting [F] langs te loden. _
_ _ [D] _ _ _ _ _ _
_ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ [E] _ _ [F] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ In het café aan de [C] Dapperup, maar later, de klok die ik gender [D] aan, ik vind [F] je echt te hoog.
Van al dat weer, waar ik stiekem aan [C] was aan het worden, het weer nou echt de [E] hoogste tijd [F] in mijn geboor.
Pak nog een pilsje en dan knip hem [C] te pedalen, je kunt toch net nog [D] zo'n bliebje [F] bij ons doen.
Schelde hoe die hand man, zoek toch toch naar [C] een mijn man, wie denkt dan nou, ze [E] vroegen al lang hoe [F] is het goed. _ _ _ _ _ _
_ _ _ Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden.
_ Nog even en [C] dan begin ik de _ verduchting [F] langs te loden.
_ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Het weer drukken op de boel, ja, [C] klokken naar binnen, _ verloren [E] maar dat maakt [F] het weer niet zo.
Dikke fietsen, dat heeft met wat je in de wind. _
Aardig leeg [D] staan, misschien [F] wordt dat wel goed, en zo ver tot onlaat, wat [C] een beleefd. _
Vier seconden, [E] dan heb je de [F] miensen gewoon, als we op de ganse wel en hier, dan [C] kan ik schelen.
Zo lang het weer in [D] de café, maar [F] blijf eens _ gewoon.
_ _ _ _ _ _ _
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden. _
Nog even en [C] dan begin ik de _ verduchting langs te [F] loden.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je [Am] weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en dan [C] begin ik de verduchting [F] langs te loden. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [Dm] _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Het gemeenteur gezellig [C] ingezet te balen, gezellig [E] orenlang te kijken [F] naar ons dood.
Niks te krokken, niks te zien, niks [C] te beleren.
Goed voor verring [D] hadden we alles [F] in een kloof.
En met de hand die we in de tijd [C] stonden te strooien, _ alles [E] donkerlanden, ooit [F] iedereen denk.
En als je bedenkt, ik ga je nou [C] eens naar bedden,
zie je zachtjes in de [D] werf en het [F] verlossen loon. _
_ _ _ _ _ _ _
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden. _
Nog even en [C] dan begin ik de _ verduchting [F] langs te loden. _
_ _ [D] _ _ _ _ _ _
_ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ [E] _ _ [F] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ In het café aan de [C] Dapperup, maar later, de klok die ik gender [D] aan, ik vind [F] je echt te hoog.
Van al dat weer, waar ik stiekem aan [C] was aan het worden, het weer nou echt de [E] hoogste tijd [F] in mijn geboor.
Pak nog een pilsje en dan knip hem [C] te pedalen, je kunt toch net nog [D] zo'n bliebje [F] bij ons doen.
Schelde hoe die hand man, zoek toch toch naar [C] een mijn man, wie denkt dan nou, ze [E] vroegen al lang hoe [F] is het goed. _ _ _ _ _ _
_ _ _ Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden.
_ Nog even en [C] dan begin ik de _ verduchting [F] langs te loden.
_ _ _ [D] _ _
_ [C] _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Het weer drukken op de boel, ja, [C] klokken naar binnen, _ verloren [E] maar dat maakt [F] het weer niet zo.
Dikke fietsen, dat heeft met wat je in de wind. _
Aardig leeg [D] staan, misschien [F] wordt dat wel goed, en zo ver tot onlaat, wat [C] een beleefd. _
Vier seconden, [E] dan heb je de [F] miensen gewoon, als we op de ganse wel en hier, dan [C] kan ik schelen.
Zo lang het weer in [D] de café, maar [F] blijf eens _ gewoon.
_ _ _ _ _ _ _
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je weet dat ik het [F] niet kan loden. _
Nog even en [C] dan begin ik de _ verduchting langs te [F] loden.
Oh, bestel maar, bestel [C] maar, bestel maar, je [Am] weet dat ik het [F] niet kan loden.
Nog even en dan [C] begin ik de verduchting [F] langs te loden. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _