Opwekking 581 - Til mij op Chords
Tempo:
85.3 bpm
Chords used:
B
E
A
C#m
F#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret

Start Jamming...
Ik wil heel [A] dicht bij je [B] zijn.
[E] Als een kind [A] bij de vader op [B] schoot.
[E] Ik wil heel [A] dicht bij [B] je [A] zijn.
Dat is [B] de plek waar ik hoor.
[A] Viel [B] mij op.
Neem mij [E] in uw arm.
[A] Viel mij [B] op.
Houd [E] mij dicht tegen u [A] aan.
Viel mij [B] op.
Ik wil u omarmen.
[E]
[A] Viel [B] mij op.
En laat mij [E] niet meer gaan.
Ik wil heel dicht [A] bij je zijn.
[E] Als een kind bij de vader op [B] schoot.
Ik [E] wil heel [A] dicht bij je [B] zijn.
[A] Dat is de [B] plek waar ik [E] hoor.
[A] Viel mij op.
Neem mij [E] in uw arm.
[A] [E] Viel [B] mij op.
Houd [E] mij dicht tegen u aan.
Viel [B] mij op.
Ik wil u [E] omarmen.
[A] Viel [B] mij op.
En laat mij [E] niet meer gaan.
Draag mij
[B] door.
[C#m] Het diepe water.
[B] Waar ik zelf niet meer [E] kan staan.
[B] In uw armen [C#m] werd ik pijnlijk.
[A] Wanneer u mij vraagt.
Als ik [B] niet verder kan gaan.
Ik [E] mag heel [A] dicht bij [B] u zijn.
[E] Als een kind bij de vader [B] op schoot.
Ik [E] mag heel dicht bij [B] u zijn.
[A] Dat is [B] de plek [E] waar ik hoor.
En u zielt mij [A] op.
[B] Neem mij in [E] uw armen.
[A] En u zielt [B] mij op.
[E] Houd mij dicht tegen [A] u aan.
En u [C#m] zielt [B] mij op.
Ik mag [E] u omarmen.
[A] En u zielt mij [B] op.
En laat mij niet meer gaan.
[E] [A] En u zielt [B] mij op.
En laat mij niet meer gaan.
[A] [E] U laat mij niet meer gaan.
Want u bent een liefdevolle vader.
Die mij als uw kind omaand.
Nee u laat mij niet meer gaan.
U laat mij nooit meer gaan.
[E]
[A] Wauw.
[E]
En mijn hart hoeft eigenlijk niet.
Abba.
Vader.
Vader.
Nooit laat u.
En u zielt mij op.
[A] En u [E] zielt mij [B] op.
Neem mij [B] in uw [F#] armen.
[E]
En [E] u zielt mij [B] op.
Houd mij dicht tegen u [E] aan.
En u zielt mij [B] op.
Ik mag u [F#] omarmen.
[E] En u zielt [B] mij op.
En laat mij niet [E] meer gaan.
[A] En u [E] zielt mij op.
[B] En laat mij niet meer gaan.
[E] Als een kind [A] bij de vader op [B] schoot.
[E] Ik wil heel [A] dicht bij [B] je [A] zijn.
Dat is [B] de plek waar ik hoor.
[A] Viel [B] mij op.
Neem mij [E] in uw arm.
[A] Viel mij [B] op.
Houd [E] mij dicht tegen u [A] aan.
Viel mij [B] op.
Ik wil u omarmen.
[E]
[A] Viel [B] mij op.
En laat mij [E] niet meer gaan.
Ik wil heel dicht [A] bij je zijn.
[E] Als een kind bij de vader op [B] schoot.
Ik [E] wil heel [A] dicht bij je [B] zijn.
[A] Dat is de [B] plek waar ik [E] hoor.
[A] Viel mij op.
Neem mij [E] in uw arm.
[A] [E] Viel [B] mij op.
Houd [E] mij dicht tegen u aan.
Viel [B] mij op.
Ik wil u [E] omarmen.
[A] Viel [B] mij op.
En laat mij [E] niet meer gaan.
Draag mij
[B] door.
[C#m] Het diepe water.
[B] Waar ik zelf niet meer [E] kan staan.
[B] In uw armen [C#m] werd ik pijnlijk.
[A] Wanneer u mij vraagt.
Als ik [B] niet verder kan gaan.
Ik [E] mag heel [A] dicht bij [B] u zijn.
[E] Als een kind bij de vader [B] op schoot.
Ik [E] mag heel dicht bij [B] u zijn.
[A] Dat is [B] de plek [E] waar ik hoor.
En u zielt mij [A] op.
[B] Neem mij in [E] uw armen.
[A] En u zielt [B] mij op.
[E] Houd mij dicht tegen [A] u aan.
En u [C#m] zielt [B] mij op.
Ik mag [E] u omarmen.
[A] En u zielt mij [B] op.
En laat mij niet meer gaan.
[E] [A] En u zielt [B] mij op.
En laat mij niet meer gaan.
[A] [E] U laat mij niet meer gaan.
Want u bent een liefdevolle vader.
Die mij als uw kind omaand.
Nee u laat mij niet meer gaan.
U laat mij nooit meer gaan.
[E]
[A] Wauw.
[E]
En mijn hart hoeft eigenlijk niet.
Abba.
Vader.
Vader.
Nooit laat u.
En u zielt mij op.
[A] En u [E] zielt mij [B] op.
Neem mij [B] in uw [F#] armen.
[E]
En [E] u zielt mij [B] op.
Houd mij dicht tegen u [E] aan.
En u zielt mij [B] op.
Ik mag u [F#] omarmen.
[E] En u zielt [B] mij op.
En laat mij niet [E] meer gaan.
[A] En u [E] zielt mij op.
[B] En laat mij niet meer gaan.
Key:
B
E
A
C#m
F#
B
E
A
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Ik wil heel [A] dicht bij je [B] zijn. _ _
[E] Als een kind [A] bij de vader op [B] schoot. _ _
[E] Ik wil heel [A] dicht bij [B] je _ _ [A] zijn.
Dat is [B] de plek waar ik hoor. _ _ _
[A] _ _ Viel [B] mij op.
_ Neem mij [E] in uw arm. _ _ _ _ _
[A] _ _ Viel mij [B] op.
_ Houd [E] mij dicht tegen u [A] aan. _ _
_ _ Viel mij [B] op.
Ik wil u omarmen.
_ [E] _ _ _ _ _
[A] Viel [B] mij op.
En laat mij [E] niet meer gaan.
_ _ _ _ Ik wil heel dicht [A] bij je zijn.
_ [E] Als een kind bij de vader op [B] schoot.
Ik [E] wil heel [A] dicht bij je [B] zijn. _ _
[A] Dat is de [B] plek waar ik [E] hoor. _ _ _
[A] Viel mij op.
Neem mij [E] in uw arm. _ _ _ _ _ _
[A] _ _ [E] Viel [B] mij op.
Houd [E] mij dicht tegen u aan. _ _
_ _ Viel [B] mij op.
Ik wil u [E] omarmen. _ _ _ _ _ _
[A] Viel _ [B] mij op.
En laat mij [E] niet meer gaan.
Draag mij _ _
[B] _ door.
[C#m] Het diepe water.
[B] Waar ik zelf niet meer [E] kan staan.
[B] In uw armen [C#m] werd ik pijnlijk.
[A] Wanneer u mij vraagt.
Als ik [B] niet verder kan gaan.
_ _ Ik [E] mag heel [A] dicht bij [B] u zijn.
_ _ [E] Als een kind bij de vader [B] op schoot.
Ik [E] mag heel dicht bij [B] u zijn.
_ _ [A] Dat is [B] de plek [E] waar ik hoor.
En u zielt mij [A] op. _ _ _
[B] _ _ Neem mij in [E] uw _ armen.
_ _ [A] En u zielt [B] mij op.
_ [E] Houd mij dicht tegen [A] u aan.
_ En u _ [C#m] zielt [B] mij op.
_ Ik mag [E] u omarmen. _
_ _ _ [A] En u _ zielt mij [B] op.
En laat mij niet meer gaan. _
_ _ [E] _ [A] En u _ zielt [B] mij op.
En laat mij niet meer gaan. _
_ _ [A] _ [E] U laat mij niet meer gaan.
_ _ Want u bent een liefdevolle vader.
_ _ _ Die mij als uw kind omaand. _ _ _ _ _ _
Nee u laat mij niet meer gaan.
U laat mij nooit meer gaan.
_ _ [E] _ _ _ _ _ _
_ _ [A] Wauw.
_ [E] _ _ _
_ _ _ _ En mijn hart hoeft eigenlijk niet.
Abba.
Vader.
_ _ _ Vader.
_ _ _ _ _ Nooit laat u.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ En u zielt mij op.
_ [A] En u _ [E] zielt mij [B] op.
Neem mij [B] in uw _ [F#] armen.
_ [E] _
_ En [E] u zielt mij [B] op.
_ Houd mij dicht tegen u [E] aan.
_ En u _ zielt mij [B] op.
Ik mag u [F#] omarmen. _ _
[E] _ _ _ En u _ zielt [B] mij op.
En laat mij niet [E] meer gaan.
_ _ _ _ [A] En u _ [E] zielt mij op.
[B] En laat mij niet meer gaan.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Ik wil heel [A] dicht bij je [B] zijn. _ _
[E] Als een kind [A] bij de vader op [B] schoot. _ _
[E] Ik wil heel [A] dicht bij [B] je _ _ [A] zijn.
Dat is [B] de plek waar ik hoor. _ _ _
[A] _ _ Viel [B] mij op.
_ Neem mij [E] in uw arm. _ _ _ _ _
[A] _ _ Viel mij [B] op.
_ Houd [E] mij dicht tegen u [A] aan. _ _
_ _ Viel mij [B] op.
Ik wil u omarmen.
_ [E] _ _ _ _ _
[A] Viel [B] mij op.
En laat mij [E] niet meer gaan.
_ _ _ _ Ik wil heel dicht [A] bij je zijn.
_ [E] Als een kind bij de vader op [B] schoot.
Ik [E] wil heel [A] dicht bij je [B] zijn. _ _
[A] Dat is de [B] plek waar ik [E] hoor. _ _ _
[A] Viel mij op.
Neem mij [E] in uw arm. _ _ _ _ _ _
[A] _ _ [E] Viel [B] mij op.
Houd [E] mij dicht tegen u aan. _ _
_ _ Viel [B] mij op.
Ik wil u [E] omarmen. _ _ _ _ _ _
[A] Viel _ [B] mij op.
En laat mij [E] niet meer gaan.
Draag mij _ _
[B] _ door.
[C#m] Het diepe water.
[B] Waar ik zelf niet meer [E] kan staan.
[B] In uw armen [C#m] werd ik pijnlijk.
[A] Wanneer u mij vraagt.
Als ik [B] niet verder kan gaan.
_ _ Ik [E] mag heel [A] dicht bij [B] u zijn.
_ _ [E] Als een kind bij de vader [B] op schoot.
Ik [E] mag heel dicht bij [B] u zijn.
_ _ [A] Dat is [B] de plek [E] waar ik hoor.
En u zielt mij [A] op. _ _ _
[B] _ _ Neem mij in [E] uw _ armen.
_ _ [A] En u zielt [B] mij op.
_ [E] Houd mij dicht tegen [A] u aan.
_ En u _ [C#m] zielt [B] mij op.
_ Ik mag [E] u omarmen. _
_ _ _ [A] En u _ zielt mij [B] op.
En laat mij niet meer gaan. _
_ _ [E] _ [A] En u _ zielt [B] mij op.
En laat mij niet meer gaan. _
_ _ [A] _ [E] U laat mij niet meer gaan.
_ _ Want u bent een liefdevolle vader.
_ _ _ Die mij als uw kind omaand. _ _ _ _ _ _
Nee u laat mij niet meer gaan.
U laat mij nooit meer gaan.
_ _ [E] _ _ _ _ _ _
_ _ [A] Wauw.
_ [E] _ _ _
_ _ _ _ En mijn hart hoeft eigenlijk niet.
Abba.
Vader.
_ _ _ Vader.
_ _ _ _ _ Nooit laat u.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ En u zielt mij op.
_ [A] En u _ [E] zielt mij [B] op.
Neem mij [B] in uw _ [F#] armen.
_ [E] _
_ En [E] u zielt mij [B] op.
_ Houd mij dicht tegen u [E] aan.
_ En u _ zielt mij [B] op.
Ik mag u [F#] omarmen. _ _
[E] _ _ _ En u _ zielt [B] mij op.
En laat mij niet [E] meer gaan.
_ _ _ _ [A] En u _ [E] zielt mij op.
[B] En laat mij niet meer gaan.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _