Ik Mos Pissen Chords by Normaal
Tempo:
81.3 bpm
Chords used:
A
E
D
B
Abm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
Tennis en trusken die waren gedrouwd, [D] dus hierder een hevig feest gebouwd.
[B] Iedereen zei pruis en ze zwotsen [A] in het rond.
[A] Om tien uur ging het van ze lijven hoog, [D] de bruidegom die kreeg de lamp in het oog.
[E] Het bruidje schrok en ze smakten op [A] de grond.
Maar ik zag niks, want ik moest [E] pissen, ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te [A] doen is.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te [A] doen is.
Maar later op de avond ging het er groeilijk heer, [D] het volk hier zat en ze gingen tekeer.
Ze [E] hadden zicht, maar al was er [A] weinig fijn.
Knellen zuurde broek, hem te koud, te vol.
[D] Die stappen in de wagen, toen hadden al al.
[E] Die scheuren weg, maar [Abm] al was er weinig [A] wijs.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is.
Drie dagen later was het zowiet, [D] die gein van vis waren wewekwiet.
[E] Op de begrijpenis van knellen [A] zuurde broek.
[E] [A] Die hadden hem deftig weggebracht [D] en hadden een kwartierke naftje vrouwgewaagd.
[E] Maar die zaten bij ze in het cafeetje, dan [A] stond de hoek.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, ik [E] dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, ik [E] dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is.
Ik moest pissen.
Ik moest pissen.
Ik moest pissen.
Ik moest pissen.
Tennis en trusken die waren gedrouwd, [D] dus hierder een hevig feest gebouwd.
[B] Iedereen zei pruis en ze zwotsen [A] in het rond.
[A] Om tien uur ging het van ze lijven hoog, [D] de bruidegom die kreeg de lamp in het oog.
[E] Het bruidje schrok en ze smakten op [A] de grond.
Maar ik zag niks, want ik moest [E] pissen, ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te [A] doen is.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te [A] doen is.
Maar later op de avond ging het er groeilijk heer, [D] het volk hier zat en ze gingen tekeer.
Ze [E] hadden zicht, maar al was er [A] weinig fijn.
Knellen zuurde broek, hem te koud, te vol.
[D] Die stappen in de wagen, toen hadden al al.
[E] Die scheuren weg, maar [Abm] al was er weinig [A] wijs.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is.
Drie dagen later was het zowiet, [D] die gein van vis waren wewekwiet.
[E] Op de begrijpenis van knellen [A] zuurde broek.
[E] [A] Die hadden hem deftig weggebracht [D] en hadden een kwartierke naftje vrouwgewaagd.
[E] Maar die zaten bij ze in het cafeetje, dan [A] stond de hoek.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, ik [E] dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, ik [E] dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is.
Ik moest pissen.
Ik moest pissen.
Ik moest pissen.
Ik moest pissen.
Key:
A
E
D
B
Abm
A
E
D
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ _ Tennis en trusken die waren gedrouwd, [D] dus hierder een hevig feest gebouwd.
[B] Iedereen zei pruis en ze zwotsen [A] in het rond. _
_ [A] Om tien uur ging het van ze lijven hoog, [D] de bruidegom die kreeg de lamp in het oog.
[E] Het bruidje schrok en ze smakten op [A] de grond. _
Maar ik zag niks, want ik moest [E] pissen, ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te [A] doen is. _
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
_ Zo werd het altijd als er iets te [A] doen is. _
_ Maar later op de avond ging het er groeilijk heer, [D] het volk hier zat en ze gingen tekeer.
Ze [E] hadden zicht, maar al was er [A] weinig fijn. _
_ Knellen zuurde broek, hem te koud, te vol.
[D] Die stappen in de wagen, toen hadden al al.
[E] Die scheuren weg, maar [Abm] al was er weinig [A] wijs. _
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is. _
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is. _
_ Drie dagen later was het zowiet, [D] die gein van vis waren wewekwiet.
[E] Op de begrijpenis van knellen [A] zuurde broek.
[E] _ [A] Die hadden hem deftig weggebracht [D] en hadden een kwartierke naftje vrouwgewaagd.
[E] Maar die zaten bij ze in het cafeetje, dan [A] stond de hoek.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, ik [E] dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is. _
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, ik [E] dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is. _
Ik moest pissen.
_ Ik moest pissen. _
Ik moest pissen.
Ik moest pissen. _
_ _ Tennis en trusken die waren gedrouwd, [D] dus hierder een hevig feest gebouwd.
[B] Iedereen zei pruis en ze zwotsen [A] in het rond. _
_ [A] Om tien uur ging het van ze lijven hoog, [D] de bruidegom die kreeg de lamp in het oog.
[E] Het bruidje schrok en ze smakten op [A] de grond. _
Maar ik zag niks, want ik moest [E] pissen, ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te [A] doen is. _
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
_ Zo werd het altijd als er iets te [A] doen is. _
_ Maar later op de avond ging het er groeilijk heer, [D] het volk hier zat en ze gingen tekeer.
Ze [E] hadden zicht, maar al was er [A] weinig fijn. _
_ Knellen zuurde broek, hem te koud, te vol.
[D] Die stappen in de wagen, toen hadden al al.
[E] Die scheuren weg, maar [Abm] al was er weinig [A] wijs. _
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is. _
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, [E] ik dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is. _
_ Drie dagen later was het zowiet, [D] die gein van vis waren wewekwiet.
[E] Op de begrijpenis van knellen [A] zuurde broek.
[E] _ [A] Die hadden hem deftig weggebracht [D] en hadden een kwartierke naftje vrouwgewaagd.
[E] Maar die zaten bij ze in het cafeetje, dan [A] stond de hoek.
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, ik [E] dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is. _
Maar ik zag niks, want ik moest pissen, ik [E] dacht al dat ik was missing.
Zo werd het altijd als er iets te doen [A] is. _
Ik moest pissen.
_ Ik moest pissen. _
Ik moest pissen.
Ik moest pissen. _