Chords for Niels Destadsbader - Speeltijd (Officiële Videoclip)
Tempo:
137.7 bpm
Chords used:
Eb
Ab
Bb
Db
F
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[B] [Gb] [Abm]
[B]
[Gb] [Abm]
[B]
Ik [Gb] weet nog hoe het was, samen in de klas, bij meester Matthias.
Met een [Db] veel te [Ebm] grote broekentas, liepen we in de pas.
Hij hield mijn handje vast, jij en ik, [Gb] wat een [B] mooie tijd.
[Db]
Wat een [Gb] mooie tijd.
[Db]
Wat [Ab] later werd ik zes, nooit dicht bij de les.
De meester had weer stress, maar jij [Eb] sprong voor [Fm] me in de pres.
Al was het geen succes, je deed toch je best.
Jij en ik, [Ab] wat een [Db] mooie tijd.
[Eb] Wat een [Ab] mooie tijd.
[Eb] [Ab]
Kom nu [Eb] maar, [Fm] de speeltijd is voorbij.
[Ab] [Db] Nog even wachten, [Ab] even zoeken, [Bbm] en later zat [Eb] je weer naast mij.
[Ab]
Kom nu maar, [Cm] [Fm] de speeltijd is voorbij.
[Db] Want niks kon ons [Ab] toch overkomen, [Bbm] we bleven lachen, [Ab] elke dag [Db] weer dromen.
En het [Eb] mooiste moest [Db] nog komen.
[Ab] [Bbm]
[Db] [Eb] We waren [Ab]
dertien jaar, hadden pietelhaar.
Je speelde goed gitaar, en maar wij [Eb] stelen [Fm]
van elkaar.
Mijn grote sluimpilaar, in het middelbaar.
Jij en ik, [Ab] wat een [Db] mooie tijd.
[Eb] Wat een [Ab] mooie tijd.
[Eb] En dan [Bb] je eerste job, studeren zat erop.
Ja, dan dronk je op, en toch was [F] dan plots [Gm] je geld weer op.
Had jij een nieuwe mop, en ik een houten kop.
Jij en [Bb] ik, wat een [Eb] mooie tijd.
[F] Wat een mooie [Bb]
tijd.
[F] [Bb]
Kom nu [Dm] maar, [Gm] de speeltijd is voorbij.
[Eb] Nog even wachten, [Bb] even zoeken, [Cm] en later zat je [F] weer naast [Bb] mij.
Kom nu [F] maar, [Gm] de speeltijd is voorbij.
[Eb] Want niks kon ons toch [Bb] overkomen, [Cm] we bleven lachen, [Bb] elke dag weer [Eb]
dromen.
En het [F] mooiste moest [Eb] nog komen.
[Bb] [Cm]
[Eb]
[Bb] [Cm]
[Bb] [F] De jaren [Bb]
zijn voorbij, plots ben ik je kwijt.
En dat voor altijd, nee daar waren [F] we echt [Gm] niet op voorbereid.
Toch heb ik geen spijt, van onze mooie tijd.
En ik mis je [F] voor [Eb] het eerst.
[B]
[Gb] [Abm]
[B]
Ik [Gb] weet nog hoe het was, samen in de klas, bij meester Matthias.
Met een [Db] veel te [Ebm] grote broekentas, liepen we in de pas.
Hij hield mijn handje vast, jij en ik, [Gb] wat een [B] mooie tijd.
[Db]
Wat een [Gb] mooie tijd.
[Db]
Wat [Ab] later werd ik zes, nooit dicht bij de les.
De meester had weer stress, maar jij [Eb] sprong voor [Fm] me in de pres.
Al was het geen succes, je deed toch je best.
Jij en ik, [Ab] wat een [Db] mooie tijd.
[Eb] Wat een [Ab] mooie tijd.
[Eb] [Ab]
Kom nu [Eb] maar, [Fm] de speeltijd is voorbij.
[Ab] [Db] Nog even wachten, [Ab] even zoeken, [Bbm] en later zat [Eb] je weer naast mij.
[Ab]
Kom nu maar, [Cm] [Fm] de speeltijd is voorbij.
[Db] Want niks kon ons [Ab] toch overkomen, [Bbm] we bleven lachen, [Ab] elke dag [Db] weer dromen.
En het [Eb] mooiste moest [Db] nog komen.
[Ab] [Bbm]
[Db] [Eb] We waren [Ab]
dertien jaar, hadden pietelhaar.
Je speelde goed gitaar, en maar wij [Eb] stelen [Fm]
van elkaar.
Mijn grote sluimpilaar, in het middelbaar.
Jij en ik, [Ab] wat een [Db] mooie tijd.
[Eb] Wat een [Ab] mooie tijd.
[Eb] En dan [Bb] je eerste job, studeren zat erop.
Ja, dan dronk je op, en toch was [F] dan plots [Gm] je geld weer op.
Had jij een nieuwe mop, en ik een houten kop.
Jij en [Bb] ik, wat een [Eb] mooie tijd.
[F] Wat een mooie [Bb]
tijd.
[F] [Bb]
Kom nu [Dm] maar, [Gm] de speeltijd is voorbij.
[Eb] Nog even wachten, [Bb] even zoeken, [Cm] en later zat je [F] weer naast [Bb] mij.
Kom nu [F] maar, [Gm] de speeltijd is voorbij.
[Eb] Want niks kon ons toch [Bb] overkomen, [Cm] we bleven lachen, [Bb] elke dag weer [Eb]
dromen.
En het [F] mooiste moest [Eb] nog komen.
[Bb] [Cm]
[Eb]
[Bb] [Cm]
[Bb] [F] De jaren [Bb]
zijn voorbij, plots ben ik je kwijt.
En dat voor altijd, nee daar waren [F] we echt [Gm] niet op voorbereid.
Toch heb ik geen spijt, van onze mooie tijd.
En ik mis je [F] voor [Eb] het eerst.
Key:
Eb
Ab
Bb
Db
F
Eb
Ab
Bb
[B] _ _ _ [Gb] _ _ _ _ [Abm] _
_ _ _ _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [Gb] _ _ _ _ [Abm] _
_ _ _ _ [B] _ _ _ _
_ Ik [Gb] weet nog hoe het was, samen in de klas, bij meester Matthias.
Met een [Db] veel te [Ebm] grote broekentas, liepen we in de pas.
Hij hield mijn handje vast, jij en ik, [Gb] wat een [B] mooie tijd.
_ [Db] _
Wat een [Gb] mooie tijd.
_ [Db] _
_ _ _ _ Wat [Ab] later werd ik zes, nooit dicht bij de les.
De meester had weer stress, maar jij [Eb] sprong voor [Fm] me in de pres.
Al was het geen succes, je deed toch je best.
Jij en ik, [Ab] wat een [Db] mooie tijd.
_ _ [Eb] _ Wat een [Ab] mooie tijd.
_ [Eb] _ _ _ _ [Ab]
Kom _ nu [Eb] maar, [Fm] de speeltijd is voorbij.
[Ab] _ [Db] Nog even wachten, [Ab] _ even zoeken, [Bbm] en later zat [Eb] je weer naast mij.
[Ab]
Kom _ nu maar, [Cm] [Fm] de speeltijd is voorbij.
_ [Db] Want niks kon ons [Ab] toch _ overkomen, [Bbm] we bleven lachen, [Ab] elke dag [Db] weer dromen.
_ En het [Eb] mooiste moest [Db] nog komen.
_ [Ab] _ _ _ _ [Bbm] _
_ _ _ [Db] _ [Eb] We waren [Ab]
dertien jaar, hadden pietelhaar.
Je speelde goed gitaar, en maar wij [Eb] stelen [Fm]
van elkaar.
Mijn grote sluimpilaar, in het middelbaar.
Jij en ik, [Ab] wat een [Db] mooie tijd.
_ [Eb] _ Wat een [Ab] mooie tijd.
_ [Eb] _ En dan [Bb] je eerste job, studeren zat erop.
Ja, dan dronk je op, en toch was [F] dan plots [Gm] je geld weer op.
Had jij een nieuwe mop, en ik een houten kop.
Jij en [Bb] ik, wat een [Eb] mooie tijd.
_ [F] _ Wat een mooie [Bb]
tijd.
_ _ [F] _ _ _ _ [Bb] _
Kom nu [Dm] maar, [Gm] de speeltijd is _ voorbij.
_ [Eb] Nog even wachten, [Bb] even zoeken, [Cm] en later zat je [F] weer naast [Bb] mij.
Kom _ nu [F] maar, [Gm] de speeltijd is _ voorbij.
_ [Eb] Want niks kon ons toch [Bb] _ _ overkomen, [Cm] we bleven lachen, [Bb] elke dag weer [Eb]
dromen.
_ En het [F] mooiste moest [Eb] nog komen.
_ [Bb] _ _ _ _ [Cm] _
_ _ _ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ [Bb] _ _ _ _ [Cm] _
_ _ _ [Bb] _ [F] De jaren [Bb]
zijn voorbij, plots ben ik je kwijt.
En dat voor altijd, nee daar waren [F] we echt [Gm] niet op voorbereid.
Toch heb ik geen spijt, van onze mooie tijd.
En ik mis je [F] voor [Eb] het _ _ eerst. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [Gb] _ _ _ _ [Abm] _
_ _ _ _ [B] _ _ _ _
_ Ik [Gb] weet nog hoe het was, samen in de klas, bij meester Matthias.
Met een [Db] veel te [Ebm] grote broekentas, liepen we in de pas.
Hij hield mijn handje vast, jij en ik, [Gb] wat een [B] mooie tijd.
_ [Db] _
Wat een [Gb] mooie tijd.
_ [Db] _
_ _ _ _ Wat [Ab] later werd ik zes, nooit dicht bij de les.
De meester had weer stress, maar jij [Eb] sprong voor [Fm] me in de pres.
Al was het geen succes, je deed toch je best.
Jij en ik, [Ab] wat een [Db] mooie tijd.
_ _ [Eb] _ Wat een [Ab] mooie tijd.
_ [Eb] _ _ _ _ [Ab]
Kom _ nu [Eb] maar, [Fm] de speeltijd is voorbij.
[Ab] _ [Db] Nog even wachten, [Ab] _ even zoeken, [Bbm] en later zat [Eb] je weer naast mij.
[Ab]
Kom _ nu maar, [Cm] [Fm] de speeltijd is voorbij.
_ [Db] Want niks kon ons [Ab] toch _ overkomen, [Bbm] we bleven lachen, [Ab] elke dag [Db] weer dromen.
_ En het [Eb] mooiste moest [Db] nog komen.
_ [Ab] _ _ _ _ [Bbm] _
_ _ _ [Db] _ [Eb] We waren [Ab]
dertien jaar, hadden pietelhaar.
Je speelde goed gitaar, en maar wij [Eb] stelen [Fm]
van elkaar.
Mijn grote sluimpilaar, in het middelbaar.
Jij en ik, [Ab] wat een [Db] mooie tijd.
_ [Eb] _ Wat een [Ab] mooie tijd.
_ [Eb] _ En dan [Bb] je eerste job, studeren zat erop.
Ja, dan dronk je op, en toch was [F] dan plots [Gm] je geld weer op.
Had jij een nieuwe mop, en ik een houten kop.
Jij en [Bb] ik, wat een [Eb] mooie tijd.
_ [F] _ Wat een mooie [Bb]
tijd.
_ _ [F] _ _ _ _ [Bb] _
Kom nu [Dm] maar, [Gm] de speeltijd is _ voorbij.
_ [Eb] Nog even wachten, [Bb] even zoeken, [Cm] en later zat je [F] weer naast [Bb] mij.
Kom _ nu [F] maar, [Gm] de speeltijd is _ voorbij.
_ [Eb] Want niks kon ons toch [Bb] _ _ overkomen, [Cm] we bleven lachen, [Bb] elke dag weer [Eb]
dromen.
_ En het [F] mooiste moest [Eb] nog komen.
_ [Bb] _ _ _ _ [Cm] _
_ _ _ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ [Bb] _ _ _ _ [Cm] _
_ _ _ [Bb] _ [F] De jaren [Bb]
zijn voorbij, plots ben ik je kwijt.
En dat voor altijd, nee daar waren [F] we echt [Gm] niet op voorbereid.
Toch heb ik geen spijt, van onze mooie tijd.
En ik mis je [F] voor [Eb] het _ _ eerst. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _