Chords for Marco Borsato - Je Hoeft Niet Naar Huis Vannacht (Wit Licht Live)
Tempo:
79.3 bpm
Chords used:
A
E
C#m
G
B
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[B] [D] Ja, waar is hij?
[E] [D]
[E] [A]
[E]
[E] [A]
[F#m] [A]
[E] Nee, je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
We [B] hebben al zo lang [A] gewacht.
[E] Want de nacht is het [C#m] hart van een [B] lieverdilaat.
Nee, [A] je hoeft niet naar huis [B] vandaag.
Het [C#m] leven gaat al veel te [D#m] snel voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
[E] Je gaat ervoor, de tram gaat [A] door.
Dus luistert zachtjes in mijn [E] linkerkoor.
Maar je hoeft me [D] niets te zeggen.
[E] Ieder woord dat [A] stoort, lichaam heeft die op allen [E] gehoord.
Niemand hoeft daar [A] aan te leggen.
[F#m] Dus ik denk wat jij denkt, zonder [A] dat we het zeggen.
[E] Nee, je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
We hebben al zo lang [A] gewacht.
[E] Want de nacht is [C#m] het hart van [B] een lieverdilaat.
Nee, [A] je hoeft niet naar huis [B] vandaag.
Het [C#m] leven gaat al veel te snel voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis vandaag.
[A] Ik ben nog nooit zo veel [F#m] mooier dan ik [E] ooit had gedacht.
[D] We laten ons vallen, ik word u [F#m] bevallen.
Dit is het [A] moment waarop ik heb [B] gewacht.
[E] [C#m] [B]
[A] [E] [C#m] [B]
Nee, je [A] hoeft niet naar huis vandaag.
[B] Het [C#m] leven gaat al veel te snel [D#m] voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
Heel te [B] laat, dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis vandaag.
[C#m] Heel te laat, [B] dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, je hoeft [E] niet naar [C#m] huis vandaag.
Heel te laat, [B] dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, je hoeft [E] niet naar huis vandaag.
[C#m] Heel te laat, [E] dat het ons om ons heen gaat.
[B] Nee, je hoeft niet naar huis vandaag.
[F#] [C#]
[E]
[N] Zijn [F] er mensen al die hun echte, ware liefde hebben gevonden?
O, kijk eens aan.
Dan zou je eigenlijk, zouden de mannen dit moeten zingen [N] voor hun vrouw van dit jaar.
[G] [G] [D]
[G] De [C] blik in haar ogen verandert de kleur van mijn dag.
[C] Het is niet te geloven, van zwart als ze boos is,
[G] te blauwer dan blauw als ze laagt.
[F] De zon hangt [C] voortdurend verliefd om haar heen.
De [F] maan laat haar nooit een seconde [D] alleen.
Een [C] woord van haar lippen, gaat telkens weer onder [G] een doel.
[C] Het is niet te voorspellen, soms klinkt ze als onweer,
en [G] soms als een zonnig [D] seizoen.
[F] Maar hoe hard het ook vriest, ze [C] is zoveel [F] dood.
Zolang ze bij mij [Am] is, verveel ik [D] me nooit.
[G] Want, [F#m]
[Em] zij is de zon [C] en de maan voor mij.
Zij is het beste [D] van allebei.
[E] Zo mysterieus en zo [G] warm tegelijk, [C] en ze doet iets met [D] mij.
Ze is [G] vrij, [Em] vrij om te gaan, maar ze blijft bij [Bm] mij.
[Am] Zij is de eb [D] en de vloed erbij.
Ze is [Dm] onweerstaanbaar, [G] ze zegt me gewoon [C] wat ze vindt.
Een [Cm] vrouw en een kind, ze is [Em] wind en in stilte.
[Am] Want, zij, [A] [G] zij hoort bij mij.
[C] En zij,
[A] zij is de zon op [G] mijn huid en de regen.
[Em] Wind mee en wind [Cm] tegen, zij zit in alles voor mij.
[G] Zij, zij maakt [C] me vrij.
Zij houdt me vast en [A] maakt me vrij.
Ja, zij is er altijd.
[G] Ja, zij maakt me deel [Em] van haar grote geheel.
[A] Zij is de betere held van [G] mij.
Zij.
Mooi.
Na na na na [E] na na na na na.
Na [D] na na na na na [G] na na na na.
[D] [A] Zij.
[F#m] Zij is de zon en de waan [C#m] van mij.
[Bm] Zij is het [E] beste van allebei.
Zo mysterieus [A] en zo warm tegelijk, en ze doet iets [E] met mij.
Ze is [A] vrij, [F#m] vrij om te gaan, maar ze blijft bij [C#m] mij.
Zij is de app [E] en de voeter bij.
Ze is onweerstaanbaar, [A] ze zegt me [C#m] gewoon wat ze [D] vindt.
[Dm] Vrouw en hun kind, [A] ze is wind en in [F#m] stilte.
[Bm] Zij.
[Dm] Vrouw en hun kind, ze is [F#m] wind en in stilte.
[Bm] Zij.
Ja, [B] zij.
[Em] Ze is de beste van [A] allebei.
[E] [D]
[E] [A]
[E]
[E] [A]
[F#m] [A]
[E] Nee, je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
We [B] hebben al zo lang [A] gewacht.
[E] Want de nacht is het [C#m] hart van een [B] lieverdilaat.
Nee, [A] je hoeft niet naar huis [B] vandaag.
Het [C#m] leven gaat al veel te [D#m] snel voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
[E] Je gaat ervoor, de tram gaat [A] door.
Dus luistert zachtjes in mijn [E] linkerkoor.
Maar je hoeft me [D] niets te zeggen.
[E] Ieder woord dat [A] stoort, lichaam heeft die op allen [E] gehoord.
Niemand hoeft daar [A] aan te leggen.
[F#m] Dus ik denk wat jij denkt, zonder [A] dat we het zeggen.
[E] Nee, je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
We hebben al zo lang [A] gewacht.
[E] Want de nacht is [C#m] het hart van [B] een lieverdilaat.
Nee, [A] je hoeft niet naar huis [B] vandaag.
Het [C#m] leven gaat al veel te snel voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis vandaag.
[A] Ik ben nog nooit zo veel [F#m] mooier dan ik [E] ooit had gedacht.
[D] We laten ons vallen, ik word u [F#m] bevallen.
Dit is het [A] moment waarop ik heb [B] gewacht.
[E] [C#m] [B]
[A] [E] [C#m] [B]
Nee, je [A] hoeft niet naar huis vandaag.
[B] Het [C#m] leven gaat al veel te snel [D#m] voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
Heel te [B] laat, dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis vandaag.
[C#m] Heel te laat, [B] dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, je hoeft [E] niet naar [C#m] huis vandaag.
Heel te laat, [B] dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, je hoeft [E] niet naar huis vandaag.
[C#m] Heel te laat, [E] dat het ons om ons heen gaat.
[B] Nee, je hoeft niet naar huis vandaag.
[F#] [C#]
[E]
[N] Zijn [F] er mensen al die hun echte, ware liefde hebben gevonden?
O, kijk eens aan.
Dan zou je eigenlijk, zouden de mannen dit moeten zingen [N] voor hun vrouw van dit jaar.
[G] [G] [D]
[G] De [C] blik in haar ogen verandert de kleur van mijn dag.
[C] Het is niet te geloven, van zwart als ze boos is,
[G] te blauwer dan blauw als ze laagt.
[F] De zon hangt [C] voortdurend verliefd om haar heen.
De [F] maan laat haar nooit een seconde [D] alleen.
Een [C] woord van haar lippen, gaat telkens weer onder [G] een doel.
[C] Het is niet te voorspellen, soms klinkt ze als onweer,
en [G] soms als een zonnig [D] seizoen.
[F] Maar hoe hard het ook vriest, ze [C] is zoveel [F] dood.
Zolang ze bij mij [Am] is, verveel ik [D] me nooit.
[G] Want, [F#m]
[Em] zij is de zon [C] en de maan voor mij.
Zij is het beste [D] van allebei.
[E] Zo mysterieus en zo [G] warm tegelijk, [C] en ze doet iets met [D] mij.
Ze is [G] vrij, [Em] vrij om te gaan, maar ze blijft bij [Bm] mij.
[Am] Zij is de eb [D] en de vloed erbij.
Ze is [Dm] onweerstaanbaar, [G] ze zegt me gewoon [C] wat ze vindt.
Een [Cm] vrouw en een kind, ze is [Em] wind en in stilte.
[Am] Want, zij, [A] [G] zij hoort bij mij.
[C] En zij,
[A] zij is de zon op [G] mijn huid en de regen.
[Em] Wind mee en wind [Cm] tegen, zij zit in alles voor mij.
[G] Zij, zij maakt [C] me vrij.
Zij houdt me vast en [A] maakt me vrij.
Ja, zij is er altijd.
[G] Ja, zij maakt me deel [Em] van haar grote geheel.
[A] Zij is de betere held van [G] mij.
Zij.
Mooi.
Na na na na [E] na na na na na.
Na [D] na na na na na [G] na na na na.
[D] [A] Zij.
[F#m] Zij is de zon en de waan [C#m] van mij.
[Bm] Zij is het [E] beste van allebei.
Zo mysterieus [A] en zo warm tegelijk, en ze doet iets [E] met mij.
Ze is [A] vrij, [F#m] vrij om te gaan, maar ze blijft bij [C#m] mij.
Zij is de app [E] en de voeter bij.
Ze is onweerstaanbaar, [A] ze zegt me [C#m] gewoon wat ze [D] vindt.
[Dm] Vrouw en hun kind, [A] ze is wind en in [F#m] stilte.
[Bm] Zij.
[Dm] Vrouw en hun kind, ze is [F#m] wind en in stilte.
[Bm] Zij.
Ja, [B] zij.
[Em] Ze is de beste van [A] allebei.
Key:
A
E
C#m
G
B
A
E
C#m
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [B] _ _ [D] _ Ja, waar is hij?
[E] _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [E] _ _ _ _ [A] _ _ _
_ _ [E] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [E] _ _ _ _ [A] _ _
_ _ [F#m] _ _ _ _ [A] _ _
[E] Nee, je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
We [B] hebben al zo lang [A] gewacht.
[E] Want de nacht is het [C#m] hart van een [B] lieverdilaat.
Nee, [A] je hoeft niet naar huis [B] vandaag.
Het [C#m] leven gaat al veel te [D#m] snel voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
[E] Je gaat ervoor, de tram gaat [A] door.
Dus luistert zachtjes in mijn [E] linkerkoor.
Maar je hoeft me [D] niets te zeggen.
_ [E] Ieder woord dat [A] stoort, lichaam heeft die op allen [E] gehoord.
Niemand hoeft daar [A] aan te leggen.
[F#m] Dus ik denk wat jij denkt, zonder [A] dat we het zeggen.
[E] Nee, je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
We hebben al zo lang [A] gewacht.
[E] Want de nacht is [C#m] het hart van [B] een lieverdilaat.
Nee, [A] je hoeft niet naar huis [B] vandaag.
Het [C#m] leven gaat al veel te snel voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis vandaag.
_ [A] Ik ben nog nooit zo veel [F#m] mooier dan ik [E] ooit had gedacht.
[D] We laten ons vallen, ik word u [F#m] bevallen.
Dit is het [A] moment waarop ik heb [B] gewacht.
_ [E] _ _ [C#m] _ _ [B] _ _
[A] _ _ [E] _ _ [C#m] _ _ [B] _ _
Nee, je [A] hoeft niet naar huis vandaag.
[B] Het [C#m] leven gaat al veel te snel [D#m] voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
Heel te [B] laat, dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis vandaag.
[C#m] Heel te laat, [B] dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, je hoeft [E] niet naar [C#m] huis vandaag.
Heel te laat, [B] dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, je hoeft [E] niet naar huis vandaag.
[C#m] Heel te laat, [E] dat het ons om ons heen gaat.
[B] Nee, je hoeft niet naar huis vandaag.
_ _ [F#] _ _ _ _ [C#] _ _
_ _ [E] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [N] _ _ _ _ Zijn [F] er mensen al die hun echte, ware liefde hebben gevonden?
_ _ O, kijk eens aan.
Dan zou je eigenlijk, zouden de mannen dit moeten zingen [N] voor hun vrouw van dit jaar. _ _ _
[G] _ _ [G] _ _ _ [D] _ _ _
[G] _ _ De [C] blik in haar ogen verandert de kleur van mijn dag.
_ _ [C] Het is niet te geloven, van zwart als ze boos is,
[G] te blauwer dan blauw als ze laagt.
[F] De zon hangt [C] voortdurend verliefd om haar heen.
De [F] maan laat haar nooit een seconde [D] alleen.
Een [C] woord van haar lippen, gaat telkens weer onder [G] een doel. _
_ [C] Het is niet te voorspellen, soms klinkt ze als onweer,
en [G] soms als een zonnig [D] seizoen.
[F] Maar hoe hard het ook vriest, ze [C] is zoveel [F] dood.
Zolang ze bij mij [Am] is, verveel ik [D] me nooit.
_ _ _ [G] Want, [F#m] _
[Em] zij is de zon [C] en de maan voor mij.
_ Zij is het beste [D] van allebei.
[E] Zo mysterieus en zo [G] warm tegelijk, [C] en ze doet iets met [D] mij.
Ze is [G] vrij, [Em] vrij om te gaan, maar ze blijft bij [Bm] mij.
[Am] Zij is de eb [D] en de vloed erbij.
Ze is [Dm] onweerstaanbaar, [G] ze zegt me gewoon [C] wat ze vindt.
Een [Cm] vrouw en een kind, ze is [Em] wind en in stilte.
[Am] Want, zij, _ [A] _ [G] zij hoort bij mij.
_ [C] En zij, _ _ _ _
[A] _ _ zij is de zon op [G] mijn huid en de regen.
[Em] Wind mee en wind [Cm] tegen, zij zit in alles voor mij.
[G] Zij, zij maakt [C] me vrij.
_ Zij houdt me vast en [A] maakt me vrij. _
Ja, zij is er altijd.
[G] Ja, zij maakt me deel [Em] van haar grote geheel.
[A] Zij is de betere held van [G] mij.
_ _ _ Zij. _ _ _
_ _ Mooi.
Na na na na [E] na na na na na.
Na [D] na na na na na [G] na na na na. _ _
[D] _ _ [A] Zij.
[F#m] Zij is de zon en de waan [C#m] van mij.
[Bm] Zij is het [E] beste van allebei.
Zo mysterieus [A] en zo warm tegelijk, en ze doet iets [E] met mij.
Ze is [A] vrij, [F#m] vrij om te gaan, maar ze blijft bij [C#m] mij.
Zij is de app [E] en de voeter bij.
Ze is onweerstaanbaar, [A] ze zegt me [C#m] gewoon wat ze [D] _ vindt.
[Dm] Vrouw en hun kind, [A] ze is wind en in [F#m] stilte.
[Bm] Zij. _ _ _
[Dm] Vrouw en hun kind, ze is [F#m] wind en in stilte.
[Bm] Zij.
_ _ Ja, [B] zij. _ _ _
_ _ _ [Em] Ze is de beste van _ [A] allebei. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [B] _ _ [D] _ Ja, waar is hij?
[E] _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [E] _ _ _ _ [A] _ _ _
_ _ [E] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [E] _ _ _ _ [A] _ _
_ _ [F#m] _ _ _ _ [A] _ _
[E] Nee, je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
We [B] hebben al zo lang [A] gewacht.
[E] Want de nacht is het [C#m] hart van een [B] lieverdilaat.
Nee, [A] je hoeft niet naar huis [B] vandaag.
Het [C#m] leven gaat al veel te [D#m] snel voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
[E] Je gaat ervoor, de tram gaat [A] door.
Dus luistert zachtjes in mijn [E] linkerkoor.
Maar je hoeft me [D] niets te zeggen.
_ [E] Ieder woord dat [A] stoort, lichaam heeft die op allen [E] gehoord.
Niemand hoeft daar [A] aan te leggen.
[F#m] Dus ik denk wat jij denkt, zonder [A] dat we het zeggen.
[E] Nee, je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
We hebben al zo lang [A] gewacht.
[E] Want de nacht is [C#m] het hart van [B] een lieverdilaat.
Nee, [A] je hoeft niet naar huis [B] vandaag.
Het [C#m] leven gaat al veel te snel voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis vandaag.
_ [A] Ik ben nog nooit zo veel [F#m] mooier dan ik [E] ooit had gedacht.
[D] We laten ons vallen, ik word u [F#m] bevallen.
Dit is het [A] moment waarop ik heb [B] gewacht.
_ [E] _ _ [C#m] _ _ [B] _ _
[A] _ _ [E] _ _ [C#m] _ _ [B] _ _
Nee, je [A] hoeft niet naar huis vandaag.
[B] Het [C#m] leven gaat al veel te snel [D#m] voorbij.
[A] Dus blijf bij mij.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis [C#m] vandaag.
Heel te [B] laat, dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, [E] je hoeft niet naar huis vandaag.
[C#m] Heel te laat, [B] dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, je hoeft [E] niet naar [C#m] huis vandaag.
Heel te laat, [B] dat het [A] ons om ons heen gaat.
Nee, je hoeft [E] niet naar huis vandaag.
[C#m] Heel te laat, [E] dat het ons om ons heen gaat.
[B] Nee, je hoeft niet naar huis vandaag.
_ _ [F#] _ _ _ _ [C#] _ _
_ _ [E] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [N] _ _ _ _ Zijn [F] er mensen al die hun echte, ware liefde hebben gevonden?
_ _ O, kijk eens aan.
Dan zou je eigenlijk, zouden de mannen dit moeten zingen [N] voor hun vrouw van dit jaar. _ _ _
[G] _ _ [G] _ _ _ [D] _ _ _
[G] _ _ De [C] blik in haar ogen verandert de kleur van mijn dag.
_ _ [C] Het is niet te geloven, van zwart als ze boos is,
[G] te blauwer dan blauw als ze laagt.
[F] De zon hangt [C] voortdurend verliefd om haar heen.
De [F] maan laat haar nooit een seconde [D] alleen.
Een [C] woord van haar lippen, gaat telkens weer onder [G] een doel. _
_ [C] Het is niet te voorspellen, soms klinkt ze als onweer,
en [G] soms als een zonnig [D] seizoen.
[F] Maar hoe hard het ook vriest, ze [C] is zoveel [F] dood.
Zolang ze bij mij [Am] is, verveel ik [D] me nooit.
_ _ _ [G] Want, [F#m] _
[Em] zij is de zon [C] en de maan voor mij.
_ Zij is het beste [D] van allebei.
[E] Zo mysterieus en zo [G] warm tegelijk, [C] en ze doet iets met [D] mij.
Ze is [G] vrij, [Em] vrij om te gaan, maar ze blijft bij [Bm] mij.
[Am] Zij is de eb [D] en de vloed erbij.
Ze is [Dm] onweerstaanbaar, [G] ze zegt me gewoon [C] wat ze vindt.
Een [Cm] vrouw en een kind, ze is [Em] wind en in stilte.
[Am] Want, zij, _ [A] _ [G] zij hoort bij mij.
_ [C] En zij, _ _ _ _
[A] _ _ zij is de zon op [G] mijn huid en de regen.
[Em] Wind mee en wind [Cm] tegen, zij zit in alles voor mij.
[G] Zij, zij maakt [C] me vrij.
_ Zij houdt me vast en [A] maakt me vrij. _
Ja, zij is er altijd.
[G] Ja, zij maakt me deel [Em] van haar grote geheel.
[A] Zij is de betere held van [G] mij.
_ _ _ Zij. _ _ _
_ _ Mooi.
Na na na na [E] na na na na na.
Na [D] na na na na na [G] na na na na. _ _
[D] _ _ [A] Zij.
[F#m] Zij is de zon en de waan [C#m] van mij.
[Bm] Zij is het [E] beste van allebei.
Zo mysterieus [A] en zo warm tegelijk, en ze doet iets [E] met mij.
Ze is [A] vrij, [F#m] vrij om te gaan, maar ze blijft bij [C#m] mij.
Zij is de app [E] en de voeter bij.
Ze is onweerstaanbaar, [A] ze zegt me [C#m] gewoon wat ze [D] _ vindt.
[Dm] Vrouw en hun kind, [A] ze is wind en in [F#m] stilte.
[Bm] Zij. _ _ _
[Dm] Vrouw en hun kind, ze is [F#m] wind en in stilte.
[Bm] Zij.
_ _ Ja, [B] zij. _ _ _
_ _ _ [Em] Ze is de beste van _ [A] allebei. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _