Chords for Liedboek Medley: Jesus Groot Bo Almal / Hoe Groot Is U / Soos 'n Wildsbok
Tempo:
120.55 bpm
Chords used:
G
D
E
C
B
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
Jezus, groet boel allemaal, sterke [Am] verloser, [C]
[D] machtige Heer en Heiland.
[G] Emmanuel, God is met ons, [A] redende
[C] Heer, [D]
[G] levende Hoed.
Jezus, groet [Em] boel allemaal, sterke [Am]
verloser, [D] machtige Heer en Heiland.
[G] Emmanuel, God [Em] is met ons, [G] [Am] redende Heer,
[D] [G] levende Hoed.
[B]
O Heer, [E] mijn God, als ik [A] een eer bied, wonder in al [E] die [B] werken, elke [D] dag, [E]
anschouw.
Die zon en maan, die aarde, [A] sterren, wolken, hoe [E] iedereen elke [B] dag zo [E] onderhoudt.
Dan moet ik regen, [A] mijn Redder en mijn [E]
God.
Hoe [B] groot is die, hoe [E] groot is die.
Wanneer die hele [A]
schepen klentert [E] zal, hoe [B] jenek hier in grootte [E]
[B]
[E] naam.
[D]
[G] Zoals [D] een woud, bood, [G] wat smaakt, naar wat er smaakt, mijn ziel, [D] naar [G] uw [D] Heer.
[G] Die [D] alleen is [Em] mijn hart, [G] verlangen en ik ben [D] aan [G] U, de Heer.
[Em] Die [G] alleen is mijn bron van kracht en niet [C] in [G]
[C] woordigheid [B]
blijkbaar.
[G] Die [D] alleen is mijn [Em] [G] hart, verlangen [D] [G] [C] en ik ben [G] [D] aan [G] U, de Heer.
[Em] Die alleen [G] is mijn bron van kracht [C] en niet in [G] [Am] woordigheid
[B] blijkbaar.
Die [G] [D] alleen is [Em] mijn hart, [G] verlangen en ik [C] ben [D] aan U, [G] de Heer.
[C] Ja, ik ben [D] aan U, [G] de Heer.
[N]
Jezus, groet boel allemaal, sterke [Am] verloser, [C]
[D] machtige Heer en Heiland.
[G] Emmanuel, God is met ons, [A] redende
[C] Heer, [D]
[G] levende Hoed.
Jezus, groet [Em] boel allemaal, sterke [Am]
verloser, [D] machtige Heer en Heiland.
[G] Emmanuel, God [Em] is met ons, [G] [Am] redende Heer,
[D] [G] levende Hoed.
[B]
O Heer, [E] mijn God, als ik [A] een eer bied, wonder in al [E] die [B] werken, elke [D] dag, [E]
anschouw.
Die zon en maan, die aarde, [A] sterren, wolken, hoe [E] iedereen elke [B] dag zo [E] onderhoudt.
Dan moet ik regen, [A] mijn Redder en mijn [E]
God.
Hoe [B] groot is die, hoe [E] groot is die.
Wanneer die hele [A]
schepen klentert [E] zal, hoe [B] jenek hier in grootte [E]
[B]
[E] naam.
[D]
[G] Zoals [D] een woud, bood, [G] wat smaakt, naar wat er smaakt, mijn ziel, [D] naar [G] uw [D] Heer.
[G] Die [D] alleen is [Em] mijn hart, [G] verlangen en ik ben [D] aan [G] U, de Heer.
[Em] Die [G] alleen is mijn bron van kracht en niet [C] in [G]
[C] woordigheid [B]
blijkbaar.
[G] Die [D] alleen is mijn [Em] [G] hart, verlangen [D] [G] [C] en ik ben [G] [D] aan [G] U, de Heer.
[Em] Die alleen [G] is mijn bron van kracht [C] en niet in [G] [Am] woordigheid
[B] blijkbaar.
Die [G] [D] alleen is [Em] mijn hart, [G] verlangen en ik [C] ben [D] aan U, [G] de Heer.
[C] Ja, ik ben [D] aan U, [G] de Heer.
[N]
Key:
G
D
E
C
B
G
D
E
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Jezus, _ _ groet boel allemaal, _ _ _ _ sterke [Am] _ _ verloser, _ _ _ [C] _
[D] machtige Heer en _ _ _ Heiland.
[G] _ _ Emmanuel, _ _ _ _ God is met ons, _ _ _ _ [A] redende _
[C] Heer, _ [D] _ _ _ _
[G] levende _ Hoed. _ _ _ _
_ _ _ _ _ Jezus, _ _ groet [Em] boel allemaal, _ _ _ _ sterke [Am] _ _ _
verloser, _ _ _ [D] machtige _ Heer en _ _ Heiland.
[G] _ _ Emmanuel, _ _ _ _ God [Em] is met _ ons, _ _ [G] [Am] redende _ Heer, _
[D] _ _ _ [G] levende _ _ _ Hoed.
_ [B] _ _ _ _ _
_ O Heer, [E] mijn God, _ _ _ als ik [A] een eer bied, wonder _ in al [E] die _ _ [B] werken, elke [D] dag, [E] _
_ _ anschouw.
_ Die zon en _ maan, _ _ die aarde, [A] _ sterren, wolken, _ hoe _ [E] _ _ iedereen elke [B] dag zo _ [E] _ _ onderhoudt.
_ _ Dan moet ik regen, [A] mijn Redder en mijn [E] _
_ God.
_ Hoe [B] groot is die, _ _ _ hoe [E] groot is _ _ die. _
Wanneer die _ _ hele [A] _
schepen klentert [E] _ _ zal, _ _ hoe [B] jenek hier in _ grootte _ [E] _ _
_ _ _ _ _ [B] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ _ _ _ naam. _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
[G] _ Zoals [D] een woud, bood, [G] wat _ smaakt, naar wat er smaakt, mijn ziel, [D] naar _ [G] uw _ _ [D] Heer. _ _ _
[G] _ Die _ [D] alleen is [Em] mijn hart, _ _ [G] verlangen en ik ben _ [D] aan _ _ [G] U, de Heer. _ _ _ _
[Em] _ _ Die _ [G] alleen is mijn bron van _ kracht en niet [C] in [G] _ _
[C] woordigheid _ _ [B] _ _ _
blijkbaar.
_ _ _ [G] _ Die _ [D] alleen is mijn [Em] [G] hart, _ _ verlangen [D] _ [G] [C] en ik ben [G] [D] aan _ [G] U, de _ Heer.
_ _ _ [Em] _ _ Die alleen _ [G] is mijn bron van _ kracht [C] en niet in _ _ [G] [Am] woordigheid _ _
_ [B] _ blijkbaar.
_ _ Die [G] _ _ _ _ _ [D] alleen is [Em] mijn hart, [G] _ verlangen _ en ik [C] ben _ [D] aan U, [G] de Heer. _ _ _ _
[C] Ja, ik ben _ [D] aan U, _ _ _ _ _ [G] de Heer. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Jezus, _ _ groet boel allemaal, _ _ _ _ sterke [Am] _ _ verloser, _ _ _ [C] _
[D] machtige Heer en _ _ _ Heiland.
[G] _ _ Emmanuel, _ _ _ _ God is met ons, _ _ _ _ [A] redende _
[C] Heer, _ [D] _ _ _ _
[G] levende _ Hoed. _ _ _ _
_ _ _ _ _ Jezus, _ _ groet [Em] boel allemaal, _ _ _ _ sterke [Am] _ _ _
verloser, _ _ _ [D] machtige _ Heer en _ _ Heiland.
[G] _ _ Emmanuel, _ _ _ _ God [Em] is met _ ons, _ _ [G] [Am] redende _ Heer, _
[D] _ _ _ [G] levende _ _ _ Hoed.
_ [B] _ _ _ _ _
_ O Heer, [E] mijn God, _ _ _ als ik [A] een eer bied, wonder _ in al [E] die _ _ [B] werken, elke [D] dag, [E] _
_ _ anschouw.
_ Die zon en _ maan, _ _ die aarde, [A] _ sterren, wolken, _ hoe _ [E] _ _ iedereen elke [B] dag zo _ [E] _ _ onderhoudt.
_ _ Dan moet ik regen, [A] mijn Redder en mijn [E] _
_ God.
_ Hoe [B] groot is die, _ _ _ hoe [E] groot is _ _ die. _
Wanneer die _ _ hele [A] _
schepen klentert [E] _ _ zal, _ _ hoe [B] jenek hier in _ grootte _ [E] _ _
_ _ _ _ _ [B] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ _ _ _ naam. _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
[G] _ Zoals [D] een woud, bood, [G] wat _ smaakt, naar wat er smaakt, mijn ziel, [D] naar _ [G] uw _ _ [D] Heer. _ _ _
[G] _ Die _ [D] alleen is [Em] mijn hart, _ _ [G] verlangen en ik ben _ [D] aan _ _ [G] U, de Heer. _ _ _ _
[Em] _ _ Die _ [G] alleen is mijn bron van _ kracht en niet [C] in [G] _ _
[C] woordigheid _ _ [B] _ _ _
blijkbaar.
_ _ _ [G] _ Die _ [D] alleen is mijn [Em] [G] hart, _ _ verlangen [D] _ [G] [C] en ik ben [G] [D] aan _ [G] U, de _ Heer.
_ _ _ [Em] _ _ Die alleen _ [G] is mijn bron van _ kracht [C] en niet in _ _ [G] [Am] woordigheid _ _
_ [B] _ blijkbaar.
_ _ Die [G] _ _ _ _ _ [D] alleen is [Em] mijn hart, [G] _ verlangen _ en ik [C] ben _ [D] aan U, [G] de Heer. _ _ _ _
[C] Ja, ik ben _ [D] aan U, _ _ _ _ _ [G] de Heer. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _