Chords for KUNZ - Vierwaldstättersee
Tempo:
149.85 bpm
Chords used:
Eb
F
Bb
Gm
C
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bb]
[Gm]
[Eb] Tieskraad [F] hijs, [Gm] een perlenvijs,
[Eb] Riezen is [F] paraat, kom lek [Bb] die heer.
[Eb] [F] Etenloos,
[Gm] een kruimendof,
[Eb] Zwart van [F] meubel, flu-krad, oes [Bb] dan zeer.
Wer het [Eb] behoogd, [F] schmiedt er [Bb] kers meer,
Dan [Eb] schaar ik wat [F] zierde, in [Bb] vrachtschot zier.
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse [Gm] lieten,
Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier van
[Bb] stedtes.
[Gm]
[Bb]
[Gm]
[Eb] [F] Grootstadler
[Gm] is toevall,
[Eb] Er macht plats, das [Dm] muusik [Gm] endlich kapot.
[Eb] Waar [F] nebedra, [Gm] lood lichter aan,
[Eb] Ich stel es [F] vier und stoess mit [Bb] aunen aan.
Wer het [Eb] behoogd, [F] schmiedt er [Bb] kers meer,
Das kan [Eb] in [F] vrachtschiede, in [Bb] vrachtschot zier.
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse lieten,
[Gm] Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier van [Cm]
[Bb] stedtes.
[Eb]
[Gm]
[Bb]
[F]
[Eb]
[Gm] Oeverrand,
[Bb]
[F]
[Eb] [F]
[Gm] schuusvoos aan,
[Eb] Letsch die [F] warme prieze zier [Bb] dors land.
Wer het [Eb] behoogd, [F] schmiedt er [Bb] kers meer,
Das kan [Eb] in [F] vrachtschiede, in vrachtschot [Bb] zier.
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse lieten,
[Gm] Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier [F] van stedtes.
[Eb] Al vier [F] van stedtes, [Eb] al vier van stedtes.
[Bb] [Db] [N]
[Gm]
[Eb] Tieskraad [F] hijs, [Gm] een perlenvijs,
[Eb] Riezen is [F] paraat, kom lek [Bb] die heer.
[Eb] [F] Etenloos,
[Gm] een kruimendof,
[Eb] Zwart van [F] meubel, flu-krad, oes [Bb] dan zeer.
Wer het [Eb] behoogd, [F] schmiedt er [Bb] kers meer,
Dan [Eb] schaar ik wat [F] zierde, in [Bb] vrachtschot zier.
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse [Gm] lieten,
Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier van
[Bb] stedtes.
[Gm]
[Bb]
[Gm]
[Eb] [F] Grootstadler
[Gm] is toevall,
[Eb] Er macht plats, das [Dm] muusik [Gm] endlich kapot.
[Eb] Waar [F] nebedra, [Gm] lood lichter aan,
[Eb] Ich stel es [F] vier und stoess mit [Bb] aunen aan.
Wer het [Eb] behoogd, [F] schmiedt er [Bb] kers meer,
Das kan [Eb] in [F] vrachtschiede, in [Bb] vrachtschot zier.
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse lieten,
[Gm] Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier van [Cm]
[Bb] stedtes.
[Eb]
[Gm]
[Bb]
[F]
[Eb]
[Gm] Oeverrand,
[Bb]
[F]
[Eb] [F]
[Gm] schuusvoos aan,
[Eb] Letsch die [F] warme prieze zier [Bb] dors land.
Wer het [Eb] behoogd, [F] schmiedt er [Bb] kers meer,
Das kan [Eb] in [F] vrachtschiede, in vrachtschot [Bb] zier.
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse lieten,
[Gm] Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier [F] van stedtes.
[Eb] Al vier [F] van stedtes, [Eb] al vier van stedtes.
[Bb] [Db] [N]
Key:
Eb
F
Bb
Gm
C
Eb
F
Bb
[Bb] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ Tieskraad _ [F] hijs, _ [Gm] een _ _ _ perlenvijs,
_ _ [Eb] _ Riezen is [F] _ paraat, kom lek [Bb] die _ _ _ heer. _
_ [Eb] _ _ _ _ [F] Etenloos, _
_ [Gm] een _ _ kruimendof, _
_ [Eb] _ Zwart van [F] meubel, flu-krad, oes [Bb] dan _ _ _ zeer.
Wer het [Eb] _ _ behoogd, [F] _ schmiedt er [Bb] kers meer,
_ _ Dan [Eb] schaar ik wat [F] zierde, in [Bb] vrachtschot zier. _ _ _ _
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse [Gm] lieten,
Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier van _ _
[Bb] stedtes. _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ [F] Grootstadler _
_ [Gm] _ is _ toevall, _
_ [Eb] Er macht plats, das [Dm] muusik [Gm] endlich kapot. _ _ _ _
_ [Eb] _ Waar [F] nebedra, _ _ [Gm] lood _ lichter aan, _
[Eb] Ich stel es [F] vier und stoess mit [Bb] aunen aan.
_ _ Wer het [Eb] _ behoogd, _ [F] _ schmiedt er [Bb] kers meer,
_ _ Das kan [Eb] in _ _ [F] vrachtschiede, in [Bb] vrachtschot _ zier. _ _ _
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse lieten,
[Gm] Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier van [Cm] _ _
[Bb] stedtes. _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ _ _ _
[Gm] Oeverrand, _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ [F] _ _ _
_ [Gm] _ _ schuusvoos aan, _ _
_ [Eb] Letsch die [F] warme prieze zier [Bb] dors _ _ land.
Wer het [Eb] _ _ behoogd, [F] _ schmiedt er [Bb] kers _ _ meer,
Das kan [Eb] in _ _ [F] vrachtschiede, in vrachtschot [Bb] zier. _ _ _ _ _
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse lieten,
[Gm] Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier [F] van _ stedtes.
[Eb] Al vier [F] van _ stedtes, [Eb] al vier van _ stedtes.
[Bb] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Db] _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ Tieskraad _ [F] hijs, _ [Gm] een _ _ _ perlenvijs,
_ _ [Eb] _ Riezen is [F] _ paraat, kom lek [Bb] die _ _ _ heer. _
_ [Eb] _ _ _ _ [F] Etenloos, _
_ [Gm] een _ _ kruimendof, _
_ [Eb] _ Zwart van [F] meubel, flu-krad, oes [Bb] dan _ _ _ zeer.
Wer het [Eb] _ _ behoogd, [F] _ schmiedt er [Bb] kers meer,
_ _ Dan [Eb] schaar ik wat [F] zierde, in [Bb] vrachtschot zier. _ _ _ _
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse [Gm] lieten,
Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier van _ _
[Bb] stedtes. _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ [F] Grootstadler _
_ [Gm] _ is _ toevall, _
_ [Eb] Er macht plats, das [Dm] muusik [Gm] endlich kapot. _ _ _ _
_ [Eb] _ Waar [F] nebedra, _ _ [Gm] lood _ lichter aan, _
[Eb] Ich stel es [F] vier und stoess mit [Bb] aunen aan.
_ _ Wer het [Eb] _ behoogd, _ [F] _ schmiedt er [Bb] kers meer,
_ _ Das kan [Eb] in _ _ [F] vrachtschiede, in [Bb] vrachtschot _ zier. _ _ _
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse lieten,
[Gm] Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier van [Cm] _ _
[Bb] stedtes. _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ _ _ _
_ [Gm] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ _ _ _
[Gm] Oeverrand, _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ _ _ [F] _ _ _
_ [Gm] _ _ schuusvoos aan, _ _
_ [Eb] Letsch die [F] warme prieze zier [Bb] dors _ _ land.
Wer het [Eb] _ _ behoogd, [F] _ schmiedt er [Bb] kers _ _ meer,
Das kan [Eb] in _ _ [F] vrachtschiede, in vrachtschot [Bb] zier. _ _ _ _ _
[Eb] Wat zierde vree [F] in wasse lieten,
[Gm] Nog niet dag [C] zo'n veer, hier werd [Eb] al vier [F] van _ stedtes.
[Eb] Al vier [F] van _ stedtes, [Eb] al vier van _ stedtes.
[Bb] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Db] _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _