Chords for Kniee lam - Eden
Tempo:
133.8 bpm
Chords used:
F
Bb
C
Dm
Bbm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F]
Je zegt het is voorbij, je zegt je kan niet langer [Bb] blijven.
[F] Met mijn hart hier in jouw [Bbm] handen [F] weet ik dat ik niet kan.
[C] Wensen [F] kon je al, wensen was [Bb] je beter al.
Als dit [F] jouw laatste avond bij [Bb] mij [F] is, wil ik jou niet laten gaan.
En nu sta [Bb] ik voor mij, oh, [F] in maat met knieën lang.
[Dm] Oh, [C] in al die punten die rijdt mijn [Bb] zeiler.
Een [F] wijn en die [C] verjaard, en nu sta [Bb] ik voor mij, oh, in maat [F] met knieën lang.
[Dm] Oh, [C] wat vroeg je handen die er [Bb] mij hadden, [F] in het vlees dat jij.
[C] Zeg [Bb] jij is lief [F] aan mij, ik wens je kan verstaan.
Ik mis je al, hoe [Bb] stijg je van.
Ik mis [F] jouw handen, weer [Bb] mijn haren, [F] hoe kan ik jou laten gaan.
Ik zie jou niet meer, ik zie hoe [Bb] jij jouw hart leert.
In [Gm] het vlees dat al [Bb] die zier krijgt, zie jij [F] echt je heer.
En nu sta ik [Bb] voor mij, oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, [C] in al die punten die rijdt [F] mijn zeiler.
Een wijn en die [C] verjaard, en nu sta [Bb] ik voor mij, oh, in maat met [F] knieën lang.
[Dm] Oh, wat [C] vroeg je handen die er [Bb] mij hadden, [F] in het vlees dat jij.
[C] Zeg jij is lief aan [Bb] mij, ik wens je kan verstaan.
[Dm] Ik mis [C]
[Bb] [Dm] jouw handen, [C] weer mijn haren, hoe kan ik jou laten gaan.
Ik zie jouw handen, weer mijn haren, hoe kan ik jou laten gaan.
En nu sta ik [Bb] voor mij, oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, in [C] al die punten die rijdt mijn [Bb] zeiler.
Een [F] wijn en die
[C] verjaard, en nu sta ik [Bb] voor mij, oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, wat [C] vroeg je handen die er mij [Bb] hadden, in [F] het vlees dat jij.
[C] Zeg jij is lief aan [Bb] mij, zeg jij is lief aan [F] mij,
[Dm] zeg jij is lief aan mij.
[C]
[Bb] [F] Een wijn en die
[C] verjaard, en nu sta ik [Bb] voor mij, oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, wat [C] vroeg je handen die er mij [Bb] hadden, in [F] het vlees dat [C] jij.
[Bb] Zeg jij is [F] lief aan mij.
[N]
Je zegt het is voorbij, je zegt je kan niet langer [Bb] blijven.
[F] Met mijn hart hier in jouw [Bbm] handen [F] weet ik dat ik niet kan.
[C] Wensen [F] kon je al, wensen was [Bb] je beter al.
Als dit [F] jouw laatste avond bij [Bb] mij [F] is, wil ik jou niet laten gaan.
En nu sta [Bb] ik voor mij, oh, [F] in maat met knieën lang.
[Dm] Oh, [C] in al die punten die rijdt mijn [Bb] zeiler.
Een [F] wijn en die [C] verjaard, en nu sta [Bb] ik voor mij, oh, in maat [F] met knieën lang.
[Dm] Oh, [C] wat vroeg je handen die er [Bb] mij hadden, [F] in het vlees dat jij.
[C] Zeg [Bb] jij is lief [F] aan mij, ik wens je kan verstaan.
Ik mis je al, hoe [Bb] stijg je van.
Ik mis [F] jouw handen, weer [Bb] mijn haren, [F] hoe kan ik jou laten gaan.
Ik zie jou niet meer, ik zie hoe [Bb] jij jouw hart leert.
In [Gm] het vlees dat al [Bb] die zier krijgt, zie jij [F] echt je heer.
En nu sta ik [Bb] voor mij, oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, [C] in al die punten die rijdt [F] mijn zeiler.
Een wijn en die [C] verjaard, en nu sta [Bb] ik voor mij, oh, in maat met [F] knieën lang.
[Dm] Oh, wat [C] vroeg je handen die er [Bb] mij hadden, [F] in het vlees dat jij.
[C] Zeg jij is lief aan [Bb] mij, ik wens je kan verstaan.
[Dm] Ik mis [C]
[Bb] [Dm] jouw handen, [C] weer mijn haren, hoe kan ik jou laten gaan.
Ik zie jouw handen, weer mijn haren, hoe kan ik jou laten gaan.
En nu sta ik [Bb] voor mij, oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, in [C] al die punten die rijdt mijn [Bb] zeiler.
Een [F] wijn en die
[C] verjaard, en nu sta ik [Bb] voor mij, oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, wat [C] vroeg je handen die er mij [Bb] hadden, in [F] het vlees dat jij.
[C] Zeg jij is lief aan [Bb] mij, zeg jij is lief aan [F] mij,
[Dm] zeg jij is lief aan mij.
[C]
[Bb] [F] Een wijn en die
[C] verjaard, en nu sta ik [Bb] voor mij, oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, wat [C] vroeg je handen die er mij [Bb] hadden, in [F] het vlees dat [C] jij.
[Bb] Zeg jij is [F] lief aan mij.
[N]
Key:
F
Bb
C
Dm
Bbm
F
Bb
C
[F] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Je zegt het is voorbij, _ _ _ je zegt je kan niet langer [Bb] _ blijven.
[F] Met mijn hart hier in jouw [Bbm] handen [F] weet ik dat ik niet kan.
_ _ _ _ [C] Wensen [F] kon je al, _ _ _ wensen was [Bb] je beter al.
_ _ Als dit [F] jouw laatste avond bij [Bb] mij [F] is, wil ik jou niet laten gaan.
_ _ En nu sta [Bb] ik voor mij, _ oh, _ [F] in maat met knieën lang.
[Dm] _ Oh, [C] in al die punten die rijdt mijn [Bb] zeiler.
Een [F] wijn en die [C] verjaard, en nu sta [Bb] ik voor mij, _ _ oh, in maat [F] met knieën lang.
_ [Dm] _ Oh, [C] wat vroeg je handen die er [Bb] mij hadden, [F] in het vlees dat jij.
[C] Zeg [Bb] jij is lief [F] aan mij, _ _ _ ik wens je kan _ verstaan.
_ _ Ik mis je al, hoe [Bb] stijg je van.
_ Ik mis [F] jouw handen, weer [Bb] mijn haren, [F] hoe kan ik jou laten gaan.
_ _ Ik zie jou niet meer, _ _ ik zie hoe [Bb] jij jouw hart leert.
_ _ _ In [Gm] het vlees dat al [Bb] die zier krijgt, zie jij [F] echt je heer.
_ _ En nu sta ik [Bb] voor mij, _ oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] _ Oh, [C] in al die punten die rijdt [F] mijn zeiler.
Een wijn en die _ [C] verjaard, en nu sta [Bb] ik voor mij, _ oh, in maat met [F] knieën lang.
[Dm] _ Oh, wat [C] vroeg je handen die er [Bb] mij hadden, [F] in het vlees dat jij.
[C] Zeg jij is lief aan [Bb] mij, ik wens je kan verstaan. _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ Ik mis [C] _ _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ [Dm] jouw handen, [C] weer mijn _ haren, hoe kan ik jou laten gaan.
Ik zie jouw handen, weer mijn haren, hoe kan ik jou laten gaan.
En nu sta ik [Bb] voor mij, _ _ _ oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, in [C] al die punten die rijdt mijn [Bb] _ zeiler.
Een [F] wijn en die _
[C] verjaard, en nu sta ik [Bb] voor mij, _ oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] _ Oh, wat [C] vroeg je handen die er mij [Bb] _ hadden, in [F] het vlees dat jij.
[C] Zeg jij is lief aan [Bb] mij, _ _ zeg jij is lief aan [F] mij, _ _ _
[Dm] zeg jij is lief aan mij.
[C] _ _ _
[Bb] _ _ _ [F] Een wijn en die _
[C] verjaard, en nu sta ik [Bb] voor mij, _ oh, in [F] maat met knieën lang. _
[Dm] _ Oh, wat [C] vroeg je handen die er mij [Bb] hadden, in [F] het vlees dat [C] jij.
[Bb] Zeg jij is [F] lief aan mij. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ Je zegt het is voorbij, _ _ _ je zegt je kan niet langer [Bb] _ blijven.
[F] Met mijn hart hier in jouw [Bbm] handen [F] weet ik dat ik niet kan.
_ _ _ _ [C] Wensen [F] kon je al, _ _ _ wensen was [Bb] je beter al.
_ _ Als dit [F] jouw laatste avond bij [Bb] mij [F] is, wil ik jou niet laten gaan.
_ _ En nu sta [Bb] ik voor mij, _ oh, _ [F] in maat met knieën lang.
[Dm] _ Oh, [C] in al die punten die rijdt mijn [Bb] zeiler.
Een [F] wijn en die [C] verjaard, en nu sta [Bb] ik voor mij, _ _ oh, in maat [F] met knieën lang.
_ [Dm] _ Oh, [C] wat vroeg je handen die er [Bb] mij hadden, [F] in het vlees dat jij.
[C] Zeg [Bb] jij is lief [F] aan mij, _ _ _ ik wens je kan _ verstaan.
_ _ Ik mis je al, hoe [Bb] stijg je van.
_ Ik mis [F] jouw handen, weer [Bb] mijn haren, [F] hoe kan ik jou laten gaan.
_ _ Ik zie jou niet meer, _ _ ik zie hoe [Bb] jij jouw hart leert.
_ _ _ In [Gm] het vlees dat al [Bb] die zier krijgt, zie jij [F] echt je heer.
_ _ En nu sta ik [Bb] voor mij, _ oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] _ Oh, [C] in al die punten die rijdt [F] mijn zeiler.
Een wijn en die _ [C] verjaard, en nu sta [Bb] ik voor mij, _ oh, in maat met [F] knieën lang.
[Dm] _ Oh, wat [C] vroeg je handen die er [Bb] mij hadden, [F] in het vlees dat jij.
[C] Zeg jij is lief aan [Bb] mij, ik wens je kan verstaan. _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ Ik mis [C] _ _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ [Dm] jouw handen, [C] weer mijn _ haren, hoe kan ik jou laten gaan.
Ik zie jouw handen, weer mijn haren, hoe kan ik jou laten gaan.
En nu sta ik [Bb] voor mij, _ _ _ oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] Oh, in [C] al die punten die rijdt mijn [Bb] _ zeiler.
Een [F] wijn en die _
[C] verjaard, en nu sta ik [Bb] voor mij, _ oh, in [F] maat met knieën lang.
[Dm] _ Oh, wat [C] vroeg je handen die er mij [Bb] _ hadden, in [F] het vlees dat jij.
[C] Zeg jij is lief aan [Bb] mij, _ _ zeg jij is lief aan [F] mij, _ _ _
[Dm] zeg jij is lief aan mij.
[C] _ _ _
[Bb] _ _ _ [F] Een wijn en die _
[C] verjaard, en nu sta ik [Bb] voor mij, _ oh, in [F] maat met knieën lang. _
[Dm] _ Oh, wat [C] vroeg je handen die er mij [Bb] hadden, in [F] het vlees dat [C] jij.
[Bb] Zeg jij is [F] lief aan mij. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _